Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma; Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.
HR stelt prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde
HR 18 november 2016, IEF 16383; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas)
Handhavingsrichtlijn. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Eerder IEF 15313. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? De AG meent dat voor niet-technisch inbreukbewijs (staven wie de voorbehouden handelen verricht, waar en hoe) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor technisch inbreukbewijs [IEF 16318]. De vragen:
1. a. Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naar gelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
1. b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?