DOSSIERS
Alle dossiers

Ex parte  

IEF 8245

Bose hoofdtelefoons

Bose FokaVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 26 augustus 2009, KG RK 09-2267, Bose Corporation c.s. tegen Foka B.V.

Merkenrecht. Ex parte. Inbreuk op Gemeenschapsmerken Bose door verhandeling van namaak Bose-hoofdtelefoons, -verpakkingen en –garantiebewijzen door Foka. Weigering om onthoudingsverklaring af te geven maakt onherstelbare schade bij uitstel aannemelijk. Pan-Europees verbod.

2.2. De voorzieningenrechter oordeelt voorshands dat de op de Foka-hoofdtelefoon en verpakking aangebrachte tekens gelijk zijn aan dan wel op verwarrende wijze overeenstemmen met de aan verzoekster sub 2 toebehorende Gemeenschapsmerken en daarenboven in het economisch verkeer gebruikt worden voor dezelfde waren als die waarvoor de Gemeenschapsmerken zijn ingeschreven. De voorzieningenrechter acht het bovendien aannemelijk dat door het gebruik van de tekens verwarring bij het publiek kan ontstaan.

2.3. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummer 11 is aangevoerd is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor Bose zal veroorzaken. De voorzieningenrechter begrijpt uit hetgeen verzoeksters bij monde van hun advocaat telefonisch nog hebben gesteld dat een verbod voor de gehele Gemeenschap wordt verzocht. Het op de Gemeenschapsmerken gebaseerde verzoek zal daarom en met inachtneming van het bepaalde in artikel 103 lid 2 GMVo voor de gehele Gemeenschap worden toegewezen en wel op de wijze zoals hierna is verwoord.

2.4. Het voorgaande brengt mee dat verdere verhandeling van de in het verzoekschrift beschreven hoofdtelefoons en verpakkingen zal worden verboden in de gehele Gemeenschap, waaronder in Nederland.

Lees de beschikking hier.

IEF 8244

Een afbeelding van een paardje met een ruiter

Polo Ralph LaurenVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 2 september 2009, KG RK 09-2315, The Polo/Ralph Lauren Company tegen Metro Cash & Carry Nederland B.V.

Merkenrecht. Ex parte. Inbreuk op Gemeenschapsbeeldmerk en Beneluxwoordmerk POLO door verhandeling pantalons met teken ‘Polo’  en gebruik van Polo-logo in advertentie (folder tijdelijke aanbieding). Pan-Europees verbod.

2.2. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het op de door Makro verhandelde pantalons aangebrachte teken ‘Polo’ gelijk is aan het Benelux woordmerk POLO en wordt gebruikt voor dezelfde waren als waarvoor dat merk is ingeschreven. Derhalve is naar voorlopig oordeel sprake van inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE.

2.3. Het door Makro in haar advertentie gebruikte POLO TEAM-logo met afbeelding van een galopperend paardje met een ruiter erop stemt naar voorlopig oordeel overeen met het aan Ralph Lauren toebehorende Gemeenschapbeeldmerk. Een van de onderscheidende elementen van dit teken is immers, net als het Gemeenschapsbeeldmerk, een afbeelding van een paardje met een ruiter. Ook al is de overeenstemming beperkt, gelet op de gestelde bekendheid van het merk en het feit dat het teken in het economisch verkeer wordt gebruikt voor identieke waren als waarvoor het merk is ingeschreven, kan worden aangenomen dat er sprake is van verwarringsgevaar. Daar komt nog bij dat het ook in het logo gebruikte element POLO overeenstemt met een ander merk van Ralph Lauren, hetgeen het risico op verwarringsgevaar vergroot. Gelet op dit een en ander is naar voorlopig oordeel sprake van inbreuk in de zin van artikel 9 lid 1 onder b GMVo.

2.4. Ten slotte – en in het verlengde van het vorenstaande – moet naar voorlopig oordeel ook worden aangenomen dat door het gebruik van het teken ‘Polo Team’, waarmee de pantalons in de advertentie worden aangeduid, bij het publiek gevaar voor verwarring kan ontstaan met het Benelux woordmerk POLO. Derhalve is naar voorlopig oordeel evenzeer sprake van inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVI

Lees de beschikking hier.

IEF 8243

Niet heeft gesteld of heeft doen stellen

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 30 september 2009, HA ZA 08-3656, Eiser, h.o.d.n. Designer Art India tegen Gedaagde

Niet-ontvankelijkheid na uitblijven zekerheidsstelling eiser. Geen 1019h-proceskosten bij gebreke van een voldoende specificatie.
 
2.1. De rechtbank verklaart [eiseres] niet ontvankelijk in haar vorderingen, aangezien zij de bij incidenteel vonnis van 1 april 2009 bevolen zekerheid niet heeft gesteld of heeft doen stellen.

2.2. [Eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Volgens opgave van [gedaagde] bedragen de proceskosten € 7.236. Gelet op de betwisting door [eiseres] van de hoogte van deze kosten en gelet op het feit dat [gedaagde] slechts voor een deel van die kosten (€ 4.2373,25) een – summiere – toelichting heeft verschaft, waarin weliswaar het gehanteerde uurtarief en het aantal aan de zaak bestede uren, maar geen concrete omschrijving van de verrichte werkzaamheden wordt gegeven, zullen de proceskosten bij gebreke van een voldoende specificatie overeenkomstig het liquidatietarief worden begroot.

Lees het arrest hier.

IEF 8171

Van kleur verschieten

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, beschikking van 24 juli 2009, KG ZA 09-1006) The Wellcome Foundation Ltd & Glaxo Group Ltd tegen Pharmachemie B.V. Beroepschrift ex artikel 358 jo 1019e Rv van 31 juli 2009 in dezelfde zaak. (met dank aan Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer)

Octrooirecht. Procesrecht. Weigering verzoek tot ex parte verbod, sommatieverplichting. Poging tot ex parte hoger beroep. Zie ook vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 september 2009,  IEF 8168

De rechtbank weigert een verzoek tot een ex parte verbod ex artikel 1019e lid 1 Rv, omdat GSK niet eerst heeft gesommeerd de inbreuk te staken. De rechtbank overweegt:

2.2 Het ex parte bevel in de zin van artikel 1019e Rv is, vanwege de afwijking van het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor, een ingrijpende maatregel. Daarom komt een dergelijke maatregel alleen voor toepassing in aanmerking als aangenomen kan worden dat andere, minder ingrijpende maatregelen geen doel zullen treffen.

2.3 In dit verband is van belang dat GSK Pharmachemie niet eerst heeft gesommeerd de gestelde inbreuk te staken, maar direct om een ex parte bevel heeft verzocht. Aldus heeft GSK Pharmachemie de gelegenheid ontnomen om de gestelde inbreuk vrijwillig te staken, dan wel om toe te lichten waarom in de visie van Pharmachemie geen sprake is van inbreuk. Gesteld noch gebleken is dat een voorafgaande sommatie en het afwachten van een antwoord daarop in dit geval redelijkerwijs niet mogelijk was. GSK heeft in dit verband slechts aangevoerd dat sommatie naar verwachting zou leiden tot een reactie waarin zonder nadere motivering zou worden gesteld dat Pharmachemie geen inbreuk maakt op een geldig octrooi of ABC. Die verwachting acht de voorzieningenrechter onvoldoende om Pharmachemie de mogelijkheid te ontnemen zich zowel voorafgaand als tijdens deze procedure te verweren. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek weigeren.

GSK ging in hoger beroep tegen deze beschikking en vorderde een ex parte verbod totdat in het inmiddels aanhangige (Zie vonnis, IEF 8168) reguliere kort geding zou zijn beslist. 

In het beroepschrift betoogt GSK dat artikel 1019e Rv in hoger beroep niet ‘van kleur zou [moeten] verschieten in de zin dat de verzoekschriftprocedure van een ex parte in een inter partes behandeling zou veranderen’. 

Naar schrijven van één van de advocaten van GSK (Rutger Kleemans) gaf het Hof op 11 augustus aan dat zij toch voornemens was Pharmachemie in de gelegenheid te stellen verweer te voeren, tegen 22 september 2009. Daarop heeft GSK het beroepschrift ingetrokken. Ten behoeve van de discussie over het ex parte verbod in octrooizaken is ook het genoemde beroepschrift bij dit bericht opgenomen.

Lees de beschikking van de rechtbank hier. Lees het beroepschrift hier. Beschikking van het hof hier.

IEF 8065

Zeepdispenser maakt inbreuk op koffiezetapparaat

Senseo - ZeepseoVzr. Rechtbank Arnhem, beschikking van 14 juli 2009, Koninklijke Philips Electronics N.V. tegen ALDI (met dank aan Claudia Zeri, Howrey).

Ex parte beschikking. Modellenrecht Auteursrecht. Eiser Philips maakt op grond van het aan haar toekomende model- en auteursrecht m.b.t. het Senseo koffiezetapparaat succesvol bezwaar tegen door de ALDI verhandelde electronische zeeppompjes (Zeepseo?).

Het verzoekschrift stelt o.a.: “12. De kenmerken die door Aldi zijn overgenomen in de vormgeving van haar product zijn bovendien geen van allen technisch bepaald. Het gaat hier om puur esthetische kenmerken, die opzettelijk zijn overgenomen teneinde aan te haken op de bekendheid van de Senseo. De ontwerper heeft, niettegenstaande een grote ontwerpvrijheid, geen onafhankelijke creatie op de markt gebracht, en in plaats daarvan gekozen om alles wat de Senseo qua vormgeving interessant maakte, over te nemen. Hiermee heeft Aldi geprofiteerd van de creativiteit van het ontwerp van de Senseo, en is dit dan ook het enige waar haar product (meer)waarde aan ontleent. “
 
De voorzieningenrecht wijst de vorderingen grotendeels toe: “Het gevorderde onder C wordt afgewezen omdat schending van art. 6:162 BW geen aanspraak op een voorziening ex art, 1019e Rv geeft. Het gevorderde onder A en B [ieder aanbod te staken, en te verbieden om op enigerlei wijze in Nederland en het overige gedeelte van de Benelux betrokken te zijn bij inbreuk – IEF] zal worden toegewezen, met dien verstande dat het gevorderde onder A en B    aldus wordt samengevoegd dat na het woord "Model" in onderdeel A de woorden "althans m.b.t. de auteursrechten van verzoekster" worden ingevoegd. Dit om te voorkomen dat één gebeurtenis, waarbij zowel sprake is van schending van een modelrecht als van een auteursrecht, zou leiden tot verbeurte van twee dwangsommen. De dwangsommen zullen worden beperkt tot een maximum van in totaal EUR 250.000,00.

Lees de beschikking hier. Oorspronkelijk verzoekschrift (met duidelijke afbeeldingen) hier.

IEF 8009

Hechter

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 19 juni 2009, KG RK 09-1621, Aulbach Lizenz AG c.s.

Merkenrecht. Kleding afkomstig van ex-licentienemer, zonder toestemming in de EER in het verkeer gebracht. “2.2. De overgelegde producties bieden voldoende grondslag voor het voorlopig oordeel dat kostuums onder het Gemeenschapsmerk DANIEL HECHTER zonder toestemming van verzoeksters in de EER zijn gebracht zijn verhandeld en door gerekwestreerden dreigen verder te worden verhandeld. De inbreuk op het merk Daniel Hechter is dan ook aannemelijk en dit rechtvaardigt het onder 1 gevorderde verbod.

2.3. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor verzoeksters zal veroorzaken.” [Gederfde inkomsten en reputatieschade- IEF]

Lees de beschikking hier.

IEF 7993

Schrapen

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, Ex parte beschikking van 2 juni 2009, KG RK 09-1374, Worldyacht B.V. tegen Bohil Media B.V.

Databankenrecht. Botensite stelt dat andere botensite middels ‘scraping’ de advertenties van botenmakelaars die bij beide partijen betaald adverteren uit de databank van eiser opvraagt en hergebruikt op haar eigen site en in haar tijdschrift. Spoedeisendheid is gelegen in de door het scrapen veroorzaakte overbelasting van de systemen van eiser.

"2.2. Naar voorlopig oordeel maakt Bohil door het opvragen of hergebruiken van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van Yachtfocus, zonder dat zij daarvoor van Yachtfocus toestemming heeft verkregen, inbreuk op het databankrecht van Yachtfocus. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummer 29 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor Yachtfocus zou kunnen veroorzaken. Het verzoek zal dan ook worden toegestaan en wel op de wijze zoals hierna is verwoord.

(...) De voorzieningenrechter: 3.1. beveelt Bohil binnen drie dagen na de dag van betekening van deze beschikking de in het verzoekschrift bedoelde inbreuken op de databankrechten van Yachtfocus te staken en gestaakt te houden, in het bijzonder door te staken en gestaakt te houden het via internet opvragen en hergebruiken van de databank, al dan niet door tussenkomst van websites en/of databanken van derden, zoals in het verzoekschrift omschreven."

Lees de beschikking hier.

IEF 7959

Een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel

Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 4 juni 2009, KG RK 09-1420, AD Nieuwsmedia B.V. tegen GS Media B.V.
 
Databankenrecht. Het AD maakt succesvol bezwaar tegen publicatie op GeenStijl.nl van een link naar de jaarlijkse AD Misdaadmeter. Het AD had de misdaadmeter wel online gezet, maar nog niet als officiële publicatie (nog geen zichtbare links of aankondigingen op de nieuwspagina). Geen Stijl ontving de URL van een derde, linkte door naar de misdaadmeter en publiceerde, nadat de databank door het AD weer offline was gehaald, een screenshot en een link naar een externe site met  een kopie van de databank.

2.2. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat GS door het plaatsen op haar website van twee categorieën van de databank van AD (namelijk kinderporno en diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis) alsmede van de browser cache waardoor directe integrale toegang wordt verschaft tot 19 categorieën, een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van AD opvraagt of hergebruikt zonder dat zij daarvoor van AD toestemming heeft verkregen en dat GS zodoende inbreuk maakt op het databankrecht van AD. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummers 27 en 29 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor AD zou kunnen veroorzaken. Het verzoek zal dan ook in hoofdzaak worden gehonoreerd.

Lees de beschikking hier.

IEF 7957

Zie Koop Vlieg vs. Probeer Koop Zie

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 5 juni 2009, ex parte beschikking inzake N.V. Luchthave Schiphol c.s. tegen Optitrade Holding B.V.  & Oogmerk Marketing (Met dank aan Sophie van Loon, Kennedy Van der Laan).

Merkenrecht. Gedaagden Optitrade/Oogmerk gebruiken een logo en slogan TRY BUY SEE voor een reclamecampagne voor zonnebrillen. Schiphol, merkhouder van SEE BUY FLY woord- en beeldmerken See Buy Fly, maakt succesvol bezwaar tegen dit gebruik.

“Gezien aangehecht verzoekschrift: Beveelt gerequestreerden sub 1 en 2 om binnen twee werkdagen na betekening van deze beschikking zich te onthouden van ieder gebruik van de woordcombinatie en de afbeelding 'TRY BUY SEE', zoals omschreven in het aangehechte verzoekschrift;'

beveelt gerequestreerden sub I en 2 om binnen twee werkdagen na betekening van deze beschikking telefonisch en schriftelijk de individuele deelnemers van de OOGMERK keten te vragen ieder gebruik van de woordcombinatie en de afbeelding 'TRY BUY SEE', zoals omschreven in het aangehechte verzoekschrift, te staken en gestaakt te houden, inclusief, maar niet beperkt tot het verwijderen van reclamemateriaal met bedoelde tekens en/of afbeelding uit de desbetreffende winkel; veroordeelt gerequestreerden sub 1 en 2 hoofdelijk tot betaling aan verzoeksters van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,-- (zegge vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gerequestreerden 1 en / of 2 in strijd handelen met de hiervoor gegeven bevelen, met een maximum van € 50.000,--; ”  

bepaalt de termijn zoals bedoeld in artikel 1019i Rv en artikel 50 lid 6 TRIPS op 3 (zegge drie) maanden na betekening van deze beschikking; verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders verzochte af.

Lees de beschikking hier.

IEF 7865

In welke kleur dan ook

Advertentie KruidvatVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, beschikking van 1 april 2009, KG RK 09-882, Colorful Licences Holding B.V. & Oilily B.V, tegen Kruidvat Retail B.V.

Ex parte. Auteursrecht op dessin op tassen. Inbreuk op ‘de auteursrechten en overige rechten’.

2.2. Het op de tassen van Kruidvat aangebrachte dessin wekt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen andere totaalindruk dan het dessin van Colorful Licences. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder het Romeinse cijfer V is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor ColorKG ful Licences en Oilily zal veroorzaken. Het verzoek zal gelet op het vorenstaande worden toegewezen en wel op de wijze zoals hierna is verwoord.

2.3. Aangezien het verzoek reeds op grond van het auteursrecht zal worden toegewezen, behoeft de grondslag van de slaafse nabootsing geen afzonderlijke behandeling meer.

3. De beslissing. De voorzieningenrechter: 3.1. beveelt Kruidvat de inbreuken op de auteursrechten en overige rechten van Colorful Licenses en Oilily op het in het verzoekschrift aangeduide dessin onmiddellijk na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden, en meer in het bijzonder iedere aanbieding en verhandeling van producten waarop – in welke kleur dan ook – dit dessin is aangebracht, te staken en gestaakt te houden.

Lees de beschikking hier.