Reclamerecht  

IEF 2119

Andere tijden

Valt reclame voor tabaksreclame ook onder de takbakswet?

“Tabaksreclame is het thema van een tentoonstelling van het Affichemuseum. Tot en met 25 juni 2006 worden affiches tentoongesteld die de aandacht vestigden op de overvloed aan merken die het gebruik van sigaretten, sigaren, pijptabak en shag met zich meebracht.

Werk van o.a. Frans Mettes, Ad Werner, Reyn Dirksen, Koen van Os en Jan Lavies is op deze tentoonstelling aanwezig. Zij werden uitgedaagd om in één beeld een emotionele impressie vast te leggen die onderscheidend was voor het merk."

Lees hier meer.

IEF 2117

Stemrecht

O.a. De Telegraaf bericht dat  “Een reclamespotje van de belastingdienst waarin Gerard Joling zogenaamd een telefoongesprek voert met presentator Albert Verlinde van de radio is gehaald.

De stemmen van  Joling en Verlinde werden in de commercial nagebootst. Verlinde hoorde het spotje op de radio en vroeg zich af of zoiets zonder zijn toestemming eigenlijk wel kon.’“Maar nog voordat hij zich boos kon maken werd hij gebeld door Joop Wijn, de staatssecretaris van Financiën.’ Die liet Verlinde weten dat het niet zo had mogen gebeuren en dat hij opdracht had gegeven de verdere uitzendinghet spotje onmiddellijk te staken en gestaakt te houden.

Lees hier meer

IEF 2116

Advocaat van Orange

Nu.nl bericht dat KPN vindt dat Orange de consument misleidt met een tv-commercial met de tekst "Bij Orange betaal je altijd per seconde, dus als je vijf seconden belt, betaal je ook vijf seconden". KPN stelt dat is verzuimd te melden dat de beller ook een starttarief betaalt. KPN eiste daarom woensdag de rechterbank in Haarlem een rectificatie van Orange.

Orange heeft inmiddels haar website aangepast, maar advocaat Richard van Schaik van KPN vindt dat te laat, de schade is al geleden en Orange gaat nog tot volgende week door met het uitzenden van het omstreden tv-spotje.

Wouter Pors, advocaat van Orange, vindt dat KPN de zaak enorm opblaast. 'De procesmachine van KPN heeft nu ook Orange bereikt.' “De raadsman wees erop dat in het tv-spotje wordt verwezen naar de algemene voorwaarden op de website, waar het starttarief met nadruk staat vermeld. Volgens Pors heeft KPN bovendien boter op het hoofd, omdat het concern bij zijn eigen tarieven helemaal niet duidelijk is hoe die zijn opgebouwd.”

Uitspraak op 7 juni. Lees hier meer.

IEF 2115

Wat je ziet

Adformatie bericht dat “de stichting Reklame Rakkers is gesommeerd door een andere stichting die zich op jongeren richt, Weet Wat Je Ziet, om het boek ‘Reclame, weet wat je ziet’ per direct uit de handel te halen.” ‘Weet Wat Je Ziet’ is als (beeld)merk geregistreerd.

“Merkrecht-advocaat Ten Hove van de stichting Weet Wat Je Ziet heeft inmiddels contact gehad met de Reklame Rakkers. ‘Maar die organisatie geeft aan nooit eerder te hebben gehoord van de stichting', zo staat in een persbericht.”

Lees hier meer.

IEF 2095

Gerechtvaardigde verwachtingen

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 13 april 2005, LJN: AX3067. Mr. A. Steinz Praktijk B.V. tegen  Kluwer B.V.

IT-zaak, van april vorig jaar, met heel klein beetje reclamerecht: “Aan Kluwer moet worden toegegeven dat enige overdrijving eigen is aan reclamemateriaal en dat aan de uitingen in reclame niet al te groot belang kan worden gehecht. Dat neemt niet weg dat die uitingen wel degelijk kunnen bijdragen tot het ontstaan van gerechtvaardigde verwachtingen van de afnemer, zoals ook blijkt uit de tekst van artikel 7:17 lid 2, eerste zin BW, welke bepaling hetzij rechtstreeks, dan wel analoog op de onderhavige overeenkomst van toepassing is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 2092

27.800 is niet substantieel

Rechtbank Amsterdam, 2 mei 2006, KG 06-455. Web Measurement Services B.V & Ad Pepper Media Benelux B.V tegen Weborama S.A. (Met dank aan Kriek Wille, Klos, Vos, Morel & Schaap). Wel een databank, niet substantieel, wel herhaald en wel systematisch.

WMS en Weborama zijn beide actief op het gebied van intemet marketing. Zij leveren hulpmiddelen om website-bezoek te monitoren en diensten voor online marketing en reclame. Ad Pepper is een internet reclamebureau en enig aandeelhouder van WMS. In 2005 hebben partijen onderhandeld over de verkoop van Weborama aan Ad Pepper. Deze onderhandelingen hebben niet tot resultaat geleid. In juni 2005 heeft WMS een softwareapplicatie gekocht waarmee zij het aantal bezoekers van webpagina’s kan meten en registreren. Met deze applicatie kunnen bedrijven het bezoek en gebruik van hun site registreren.

In oktober 2005, toen de onderhandelingen tussen partijen over de overname al waren afgebroken, heeft Weborama 27.800 gegevens en de daarbij behorende statistieken uit het bestand op de website van WMS opgevraagd. Weborama zou hiermee inbreuk hebben gemaakt op het databankenrecht van WMS.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de informatie die via de website van WMS verkregen kan worden een databank vormt op grond van de Databankenwet.

Op de website kan op verschillende manieren gezocht worden en de gevraagde informatie kan ook gecategoriseerd worden opgevraagd. Dat de informatie op de site met name URL’s betreft, betekent niet dat dit geen gegevens zijn. De URL’s verwijzen naar afzonderlijke websites die vervolgens bezocht kunnen worden, waardoor wel degelijk gegevens van betekenis kunnen worden verkregen. Dit betekent dat sprake is van een verzameling van gegevens of andere elementen die systematisch of methodisch is geordend.

Het is voldoende aannemelijk dat WMS een substantiële investering heeft gedaan en doet in de verkrijging van de noodzakelijke software, de controle en presentatie van de informatie op haar site.

De 27.800 opgevraagde URL’s maken echter kwantitatief slechte een fractie uit van de ongeveer een miljoen op de site van WMS aanwezige URL’ s, zodat in elk geval kwantitatief niet van een substantieel deel gesproken kan worden. WMS c.s. heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat de opgevraagde URL’s in kwalitatief opzicht wel een substantieel onderdeel van haar databank uitmaken, zodat voorshands wordt aangenomen dat het hier gaat om een niet-substantieel deel van de databank van WMS.

De voorzieningenrechter is wel van oordeel dat Weborama zonder toestemming herhaald en systematisch een niet-substantieel deel van de informatie op de site van WMS heeft opgevraagd, zodat zij in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 2 lid 1 Dw en toch inbreuk heeft gemaakt op het databankenrecht van WMS. (De vraag is of dit wel helemaal juist is. Tekst & Commentaar zegt over dit artikel o.a: ”De bepaling verbiedt opvraging door gebruikers van de databank, die door hun repetitief en systematisch karakter zouden resulteren in een reconstructie van de databank in haar geheel of op zijn minst van een substantieel deel daarvan (…)

Ambtshalve stelt de voorzieningenrechter vast dat zij op grond van artikel 31 EEX verordening bevoegd is om van het geschil kennis te nemen nu de gestelde inbreuk en het schadetoebrengende feit zich mede in Amsterdam hebben voorgedaan.

Lees het vonnis hier

IEF 2070

Telemakelaar

Rechtbank Alkmaar 16 mei 2006, LJN: AX1924, KG 06-147, Frits Markus c.s. tegen Makelaarsland B.V. (met dank aan Jeroen van Hezewijk, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Makelaarsland biedt makelaarsdiensten aan via telefoon, fax en email maar ontvangt geen klanten op kantoor. Zij rekent een vast courtage van 795 Euro. Op de televisie wordt een vermeend misleidende commercial van Makelaarsland uitgezonden: men ziet een groot cruiseschip met daarop (met name) mannen, dat vertrekt van de kade. De mannen wuiven naar één enkele man, die het schip op de kade uitzwaait. Door een voice-over wordt de volgende tekst uitgesproken:

“Er is een nieuwe makelaar in Nederland. Een makelaar die maar 795 euro vraagt voor welk huis dan ook, in plaats van de duizenden euro's die andere makelaars rekenen. Dus heren:"Vaarwel". Het is tijd voor Makelaarsland.nl, de nieuwe makelaar van Nederland.”

Ten slotte verschijnt nog een de domeinnaam Makelaarsland.nl in beeld, alsmede de logo's van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Funda, een website voor aangeboden onroerend goed (Makelaarsland is lid van de NVM).

Op de website van Makelaarsland staat een pagina met de titel "Bereken uw voordeel". Op deze pagina kan de consument na het invullen van de waarde van zijn woning aan de hand van een door Makelaarsland als gemiddeld aangemerkt courtagetarief berekenen hoeveel hij bij een andere makelaar aan courtage verschuldigd is. Het resultaat van deze berekening wordt vervolgens vergeleken met het vaste tarief van Makelaarsland van EUR 795,-, waarbij "de besparing"in een tabel wordt weergegeven.

Markus c.s. zijn concurrerende makelaars en vinden deze reclame-uitingen misleidend omdat de diensten die Makelaarsland aanbiedt, niet kunnen worden vergeleken met de dienstverlening van een ‘traditionele makelaar’. Z0 ook de voorzieningenrechter, met dien verstande dat de gevorderde rectificatie door middel van een televisie commercial wordt afgewezen.

4.2  De kern van de in de commercial gedane mededeling ligt hierin, dat Makelaarsland een vaste courtage vraagt van EUR 795,00 tegenover "de duizenden euro's die andere makelaars rekenen". Daarbij blijft onvermeld dat Makelaarsland bepaalde diensten, die de andere makelaars gebruikelijk wél verlenen, niet verricht. Zo dient de opdrachtgever van Makelaarsland zelf de tekst en foto's te verzorgen voor de advertentie op de website van Funda en moet hij de potentiële koper zelf in zijn woning rondleiden. Vast staat voorts dat Makelaarsland alleen verkoopbemiddeling aanbiedt, en dus geen aankoopbemiddeling. Aldus wordt een verkeerd beeld bij de consument opgeroepen. Bij de gemiddelde consument zal bij het aanschouwen van de commercial de gedachte postvatten dat Makelaarsland voor veel minder geld dezelfde diensten biedt; uit het voorgaande blijkt dat deze suggestie op wezenlijke punten niet klopt. Makelaarsland heeft er nog op gewezen dat verkopers, die een "traditionele makelaar" hebben ingeschakeld, tijdens zogenaamde open dagen gegadigden ook zelf rondleiden; deze bezigheid bij bijzondere gelegenheden doet geen afbreuk aan het feit dat een dergelijke makelaar doorgaans wel degelijk de bezichtigingen voor zijn rekening neemt. Bovendien is het, anders dan Makelaarsland betoogt, niet van belang of de consument de door hem uit te voeren taken wezenlijk voor de verkoopbemiddeling vindt. Het gaat er namelijk om dat de onvolledige voorlichting over de samenstelling van het dienstenpakket van Makelaarsland, ongeacht de aard en relevantie van iedere dienst afzonderlijk, een onjuiste indruk bij de consument wekt of kan wekken

4.3  Aan Makelaarsland kan worden toegegeven dat een televisiecommercial zich in het algemeen niet leent voor een al te uitgebreide productinformatie. Hierin is evenwel geen rechtvaardiging gelegen voor het doen van misleidende mededelingen. Niet valt in te zien dat van Makelaarsland in redelijkheid niet verlangd kan worden dat zij in de commercial - kort - aangeeft wat de consument voor het bedrag van EUR 795,- mag verwachten, dan wel dat zij tenminste een vergelijking in bovenstaande zin met andere makelaars achterwege laat.

4.4  Het misleidende karakter van de commercial wordt niet weggenomen doordat hierin wordt verwezen naar de website van Makelaarsland. Op deze website wordt weliswaar gedetailleerde informatie over de door Makelaarsland aangeboden verkoopbemiddeling gegeven, echter niet kan van de consument gevergd worden dat hij na de commercial de website raadpleegt om de juistheid van de commercial te toetsen teneinde een goed beeld te krijgen van de aangeboden diensten. Overigens zal de consument op het moment van de daadwerkelijke opdrachtverlening wel op de hoogte zal zijn van de inhoud van het dienstenpakket van Makelaarsland, omdat een opdracht slechts verleend kan worden via de website.

4.5 Door de consument in de commercial onjuist voor te lichten over de samenstelling van haar product heeft Makelaarsland zich een ongeoorloofde voorsprong op haar concurrenten verschaft. Het is voldoende aannemelijk geworden dat eisers hierdoor schade lijdt. Het ligt voor de hand dat eisers potentiële cliënten misloopt, omdat deze zich op basis van de (onvolledige) mededelingen in de commercial tot Makelaarsland wenden. Hierbij wordt opgemerkt dat de consument die een huis wenst aan te kopen na raadpleging van de website weet dat hij bij Makelaarsland aan het verkeerde adres is en zich wellicht alsnog tot eisers zal richten, waardoor de schade in zoverre beperkt is.
Daarnaast kan de schade echter ook bestaan uit de kwalijke reuk die uit de commercial opstijgt over de tarieven van de andere makelaars, nu denkbaar is dat zich bij consumenten de gedachte vormt dat deze tarieven exorbitant zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat consumenten afzien van het inschakelen van een makelaar bij de koop en/of verkoop van hun huis.

4.6 Gelet op het voorgaande wordt de commercial in de huidige vorm misleidend geacht.

4.7 Vervolgens is aan de orde de vraag of de prijsvergelijking op de website van Makelaarsland eveneens misleidend is.

4.8 De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend, reeds omdat als niet weersproken vast staat dat het door Makelaarsland als gemiddeld aangemerkte courtagetarief voor woningen van meer dan twee ton feitelijk onjuist is. Het is voldoende aannemelijk geworden dat eisers door deze onjuiste prijsvergelijking schade lijdt.

4.9 Op grond van het vorenstaande zijn de vorderingen van eisers toewijsbaar in zoverre als hieronder aan te geven. De vordering tot het doen uitzenden van een commercial op televisie, als onder (3) gevorderd, beoordeelt de voorzieningenrechter als te verregaand en bezwaarlijk, ook al omdat de wél op de site van Makelaarsland te plaatsen rectificatie voldoende effectief voorkomt.

Lees het vonnis hier, of hier (rechtspraak.nl)

IEF 2046

Goed voor het hart

De Telegraaf bericht dat “Beweringen als 'light óf 'goed voor het hart' voortaan echt moeten kloppen. Fabrikanten mogen niet langer zomaar van alles beloven, maar moeten hun bewering wetenschappelijk onderbouwen. De grootste fracties van het Europees Parlement hebben daarover dinsdag een compromis bereikt, dat naar verwachting woensdag goedkeuring krijgt van de EU-landen. “

"Heel belangrijk dat er nu wetgeving komt", oordeelde Dorette Corbey, Europarlementslid namens de PvdA, "De wildgroei in beweringen is zeer onwenselijk, want die is misleidend voor consumenten. Uit onderzoek van Europese consumentenorganisaties blijkt dat mensen de beweringen geloven en dat ze aanzetten een product te kopen."

Lees hier meer.

IEF 2042

Problematische schuldsituaties

Kamerstuk 24515, nr.91. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eerdere berichten hier.

Dit kabinet zet zich in om problematische schuldsituaties te voorkomen en om de diverse spelers binnen de schuldhulpverlening waar mogelijk te faciliteren. (…) Ik heb u eveneens toegezegd bij de minister van Financiën navraag te doen of er mogelijkheden zijn voor vervroeging van de aanscherping van de reclame-eisen per 1 mei a.s.

(…) Aangezien het bovengenoemde Algemeen Overleg aanleiding was voor een aanscherping van de reclame regels is uiteindelijk gekozen voor een periode van 4 maanden om de markt voldoende tijd te bieden hun reclamemateriaal aan te passen aan de nieuwe regels. Per 1 januari jl. is direct de regel in werking getreden dat verstrekte informatie, onder andere in reclames, feitelijk juist, niet-misleidend en voor de consument begrijpelijk moet zijn. De aangescherpte reclameregels zullen vanaf 1 mei aanstaande gelden.

Ik ben hiertoe in overleg getreden met het ministerie van Financiën. Bij nader inzien moet ik concluderen dat vervroeging nauwelijks toegevoegde waarde kan hebben daar ik mijn toezegging deed iets meer dan een maand voor inwerkingtreding van de regels.

Eveneens heb ik u toegezegd te bezien of meer duidelijkheid kan worden verkregen over een omschrijving van “agressieve” of “verleidende” reclame. Daarnaast heb ik u toegezegd na te zullen gaan of er aanknopingspunten zijn om dergelijke reclame aan te pakken en hoe dat past in het huidige traject voor en na 1 mei 2006. Ook heb ik u toegezegd bij partijen in het veld aandacht te vragen voor mogelijkheden van een reclamecode via zelfregulering.

Reclames over financiële producten, waaronder kredieten, zijn geregeld in de Wet financiële dienstverlening (Wfd) en het Besluit financiële dienstverlening (Bfd).

In de Wfd en het Bfd worden de regels voor kredietreclames aangescherpt. In de Wfd en het Bfd zijn verschillende regels opgenomen die het verleidende karakter van reclames zullen beperken doordat in de reclame bepaalde informatie moet worden gegeven over bijvoorbeeld de tarieven of de duur van bepaalde acties zodat loktarieven worden tegen gegaan. Zo moet straks, o.a. (indien van toepassing) in de reclame duidelijk worden aangegeven dat de genoemde kredietvergoeding slechts voor een korte periode geldt, hoe lang die periode duurt en wat na die periode de kredietvergoeding zal zijn. Ook mogen geen fiscale voordelen meer in de tarieven worden verwerkt en moet bovendien, indien een consument verplicht wordt om naast het krediet een verzekering af te sluiten, verplicht in de reclame melding worden gemaakt van deze verzekeringverplichting. Bovendien moet in dat geval in de kredietvergoeding waarmee wordt geadverteerd ook de verzekeringspremie al zijn verwerkt.

Ten aanzien van agressieve reclames zal eerst de vraag moeten worden beantwoord wat een agressieve reclame is. In de Wfd en het Bfd komt de term ‘agressieve reclame’ immers niet voor. In de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken gaat het bij agressieve handelspraktijken om situaties waarin mensen gedwongen worden om tegen hun zin iets te doen. Daar kan bij reclames geen sprake van zijn aangezien mensen niet gedwongen worden een lening af te sluiten door een reclame. Wanneer met een agressieve reclame, een misleidende reclame wordt bedoeld, dan bieden de Wfd en het Bfd voldoende handvatten om deze aan te pakken door handhaving van het algemene verbod om misleidend te informeren. Wanneer met een agressieve reclame, een reclame met onduidelijke actietarieven of kortingen wordt bedoeld, bieden Wfd en Bfd eveneens voldoende handvatten door handhaving van bovengenoemde maatregelen die dat soort loktarieven tegen gaan.

Gelet op deze wettelijk vastgelegde aangescherpte reclameregels, zou het kabinet eerst de effecten van de reclameregels willen kennen die vanaf 1 mei aanstaande in werking zullen treden en bezien of deze aanscherpingen onvoldoende zijn.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,


H.A.L. van Hoof

IEF 2036

Het wetenschappelijke gehalte

NRC van 6 mei: "Medicijnadvertenties misleidend. (…) onlangs verschenen twee wetenschappelijke artikelen waarin medici duidelijk gemaakt wordt dat het wetenschappelijke gehalte van advertenties en informatiebrochures van farmaceutische bedrijven níet zonder meer vertrouwd kan worden.
 
De meest uitgebreide is een studie van veertien studenten van het academisch ziekenhuis in Leiden, opgezet door de klinisch epidemiologen Friedo Dekker en Carla Vossen. Zij onderzochten tijdens een keuzevak 84 advertenties uit wetenschappelijke reumatijdschriften en kwamen tot de merkwaardige' conclusie dat de claims in maar vier van die advertenties volledig gesteund werden door goed onderzoek. Zestien advertenties bleken zelfs misleidend: ze verwezen naar onderzoek waar wat anders uitkwam dan in de advertentie werd beweerd.”

Lees hier meer.