Geschil over merkenrecht van pannenkoekenhuizen in Aruba
Rechtbank Aruba 2 oktober 2024, IEF 22333; ECLI:NL:OGEAA:2024:223 (DPH tegen Mel’s) The Dutch Pancakehouse (hierna: DPH) en Mel’s Dutch Pancake House (hierna: Mel’s) beide pannenkoekenrestaurants op Aruba, in conflict geraakt over het gebruik van vergelijkbare handelsnamen. DPH staat sinds 2000 ingeschreven in het handelsregister, in 2020 heeft DPH het woordmerk the Dutch Pancakehouse Restaurant geregistreerd. In 2023 heeft Mel’s zich in het handelsregister ingeschreven. In 2023 heeft Mel’s zich in het handelsregister ingeschreven. DPH stelt dat Mel’s inbreuk maakt op haar geregistreerde woordmerk en handelsnaam, wat leidt tot verwarring bij het publiek. DPH heeft haar merk sinds 2000 geregistreerd en heeft aanzienlijke investeringen gedaan om naamsbekendheid op te bouwen. Mel’s betoogt dat de naam beschrijvend is en daarom een beperkte beschermingsomvang heeft.
HR over spoedeisend belang in zaak over auteursrecht van software
Hoge Raad 25 oktober 2024, IEF 22330, IT 4651, ECLI:NL:HR:2024:1541 (DME tegen Dmarcian Inc.) In deze zaak leveren DME en Dmarcian Inc. beide producten en diensten op het gebied van identiteitsbeveiliging van e-mailadressen. DME en Dmarcian Inc. hebben in 2016 een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik en de distributie van de door Dmarcian Inc. ontwikkelde software. Sinds 2019 biedt DME de software, na verdere ontwikkeling, exclusief aan. Er is een geschil ontstaan over het auteursrecht op de software.
Hof bij UPC maakt gebruik van discretionaire bevoegdheid: bewijsmateriaal wordt buiten beschouwing gelaten
UPC CoA 21 oktober 2024, IEF 22331, IEFbe 3814; UPC_CoA_297/2024 (SharkNinja tegen Dyson). SharkNinja, eiser in deze procedure, doet een verzoek tot toelating van bewijsmateriaal overeenkomstig Rule 222 RoP. Het gaat om twee bijlagen uit een pleitnota van de vertegenwoordiger van Dyson, de verweerder in deze procedure, in een andere procedure in de Verenigde Staten. In de bijlagen gaat Dyson in op de uitlegging van het kenmerk van het octrooi, zijnde een ander octrooi met identieke conclusies als het octrooi in deze procedure. Deze uitlegging zou tegenstrijdig zijn met die van het octrooi in deze procedure en daarom is de inhoud van de bijlagen relevant in deze procedure, stelt SharkNinja. Volgens Dyson is het bewijsmateriaal niet relevant voor de beslissing en had het veel eerder kunnen worden ingediend. De vertraging valt volgens Dyson in de risicosfeer van SharkNinja.
Conclusie ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.
Conclusie A-G: Belgische regelgeving over naburige rechten van muzikanten in strijd met EU-Richtlijnen
Conclusie A-G HvJ EU 24 oktober 2024, IEF 22336; IEFbe 3815; ECLI:EU:C:2024:923 (ONB) Na mislukte onderhandelingen over de naburige rechten van BNO-muzikanten besloot de Belgische overheid de kwestie via regelgeving te regelen. Ook consultatie over deze regelgeving faalde, wat leidde tot een memorandum van onenigheid op 12 mei 2021. Op 1 juni 2021 nam de Belgische staat de betwiste wet aan, die op 4 juni 2021 in werking trad. De betrokkenen vroegen de Raad van State om de wet te vernietigen, onder andere vanwege mogelijke schending van Richtlijn 2019/790. De A-G concludeert dat deze Belgische wetgeving in strijd is met de EU-richtlijnen 2001/29, 2006/115 en 2019/790.
Praktijkgebied IE Plus
PGIE Plus biedt toegang tot een uitgebreide verzameling van tijdschriften, boeken, databanken en weblogs op het gebied van intellectueel eigendomsrecht. Onmisbaar voor elke professional die werkzaam is in het intellectueel eigendomsrecht.
Inbegrepen in het PGIE Plus abonnement:
- PGIE Plus biedt toegang tot de vier toonaangevende tijdschriften Auteursrecht, Berichten Industriële Eigendom, BMM Bulletin en Mediaforum en het nieuwste tijdschrift Data, Cybersecurity en Privacy;
- Meer dan 65 boeken op het gebied van intellectueel eigendom en IT, inclusief de nieuwste uitgave IE Kort Merkenrechtspraak van Prof. mr. D.J.G. Visser (Universiteit Leiden) en de oratie: Duurzaamheid via IE: nog een wereld te winnen van Prof. mr. C.J.S. Vrendenbarg (Radboud Universiteit);
- Toegang tot de uitgebreide databanken DomJur en JUROU met actuele jurisprudentie;
- Telecom & Recht, de nieuwe gespecialiseerde databank voor juridische professionals die zich bezighouden met telecommunicatierecht. Deze nieuwe databank biedt een uitgebreide verzameling van uitspraken, beslissingen en consultaties binnen dit complexe rechtsgebied;
- Het archief ICT Modelcontracten;
- Ook de weblogs IE-Forum, IT&Recht, Reclameboek, LS&R en IE-Forum België zijn geïntegreerd in PGIE Plus;
- Toegang tot de volledig nieuwe PGIE Plus App, waarmee u altijd en overal op de hoogte bent van nieuwste ontwikkelingen in het intellectueel eigendomsrecht.
- Ook de weblogs IE-Forum, IT&Recht, Reclameboek, LS&R en IE-Forum België zijn geïntegreerd in PGIE Plus;
- Toegang tot de volledig nieuwe PGIE Plus App, waarmee u altijd en overal op de hoogte bent van nieuwste ontwikkelingen in het intellectueel eigendomsrecht.
Vraag nu vrijblijvend een offerte aan en ontdek de mogelijkheden
Uitspraak ingezonden door Sam van Velze, Demi van den Berg, Nienke de Bruijn en Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis.
Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen
Rb. Amsterdam 30 oktober 2024, IEF 22332; C/13/737 170 / HA ZA 23-690 (de Uitgevers tegen HowardsHome). DPG Media, Mediahuis en NRC (de Uitgevers) hebben Knowledge Exchange, handelend onder de naam HowardsHome, voor de rechter gedaagd. De Uitgevers stellen dat HowardsHome met haar signaleringsdienst HowardsHome nieuws inbreuk maakt op hun persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht. HowardsHome biedt een signaleringsdienst aan die informatie haalt uit RSS-feeds van nieuwsberichten, waaronder die van de Uitgevers. De signaleringen bevatten een hyperlink naar het relevante bericht, inclusief de titel, een korte beschrijving van maximaal 150 tekens en wanneer beschikbaar een thumbnail.
Hof bevestigt auteursrecht architect op modulair bouwsysteem
Hof Arnhem-Leeuwarden 10 september 2024, IEF 22327; ECLI:NL:GHARL:2024:5733 (echtpaar tegen architecht) Een echtpaar en een architect hebben in het verleden samengewerkt aan een modulebouwsysteem. Na het oprichten van de vennootschap Woodstacker door de man en de architect ontstonden spanningen toen de vrouw een aandeel in de vennootschap claimde. Dit leidde tot een verslechtering van de relatie tussen de man en de architect. De vrouw richtte vervolgens een nieuwe eenmanszaak op en postte op sociale media dat ze met haar man door zou gaan met Woodstacker, zonder de architect. Beide partijen zijn nu van mening dat zij auteursrechten hebben op het bouwsysteem en dat de andere partij inbreuk maakt op deze auteursrechten. In eerste aanleg waren alleen de architect en de vrouw partij. De rechtbank kende de auteursrechten toe aan de architect. In hoger beroep voegde de man zich bij de vrouw om ook vorderingen tegen de architect in te stellen.
Verzoek om informatieverstrekking (191 RoP) wordt afgewezen
UPC CFI LD Mannheim 20 oktober 2024, IEF 22329, IT 4650, IEFbe 3813; UPC_CFI_471/2023 (DISH & Sling tegen AYLO). DISH heeft een octrooi op een methode voor het presenteren van snelheidsaanpassende streams en Sling heeft een exclusieve licentie. AYLO biedt videobestanden en mediaspelers aan via haar websites en levert aan eindgebruikers die, wanneer ze op de eindgebruikersstations werken, de in het litigieuze octrooi geclaimde methode uitvoeren. In deze procedure verzoeken eisers dat verweerders worden gelast informatie te verstrekken over de wijze waarop de via hun streamingdiensten toegankelijke videobestanden zijn gecodeerd. Dit is een verzoek tot het verstrekken van informatie overeenkomstig Rule 191 RoP.
Oproep aan Belgische IE-professionals: help ons de Belgische rechtspraktijk te ondersteunen
Als onafhankelijke juridische bron streeft IE-forum.be ernaar om de Belgische IE-rechtspraktijk zo volledig mogelijk van objectieve informatie te voorzien. Dit doen we onder andere door uitspraken over intellectueel eigendomsrecht toegankelijk te maken voor advocaten, rechters, juristen en andere geïnteresseerden.
Waar we voorheen zelf naar de griffies in Brussel afreisden om relevante uitspraken in te zien en te scannen, is deze route door overbezetting van de griffies niet langer mogelijk. Daarom willen wij graag een beroep doen op de Belgische IE-professionals. Door uitspraken naar ons op te sturen, kunnen we deze samenvatten en delen op IE-forum.be, zodat de juridische kennis en praktijk binnen België toegankelijk blijft en groeit.
Met uw hulp kunnen we gezamenlijk bijdragen aan een sterkere rechtspraktijk waarin belangrijke IE-uitspraken gedeeld worden. Hebt u een relevante uitspraak? Neem dan contact met ons op via redactie@delexmedia.nl. Alvast hartelijk dank voor uw hulp.
Viday B.V. behoudt handelsnaam, maar financiële vorderingen worden afgewezen
Rb. Den Haag 23 oktober 2024, IEF 22326; ECLI:NL:RBDHA:2024:17259 (Viday B.V. tegen gedaagde). In deze zaak staat de vraag centraal wie recht heeft op de handelsnaam “Viday” en de bijbehorende domeinnaam viday.nl. Viday B.V., een productiebedrijf in Alphen aan den Rijn, stelt dat de handelsnaam aan haar toekomt, aangezien zij sinds de oprichting in 2018 deze naam heeft gebruikt. Gedaagde, voormalig medeoprichter van Viday B.V., had echter de domeinnaam in 2018 geregistreerd en claimt rechten op de naam als bedenker. Na het beëindigen van de samenwerking eist gedaagde een licentievergoeding voor het gebruik van de naam. Daarnaast vordert Viday B.V. terugbetaling van onrechtmatige privéonttrekkingen door gedaagde, ter hoogte van €15.103,13, die volgens haar onterecht via zakelijke rekeningen waren betaald. De rechtbank oordeelt dat Viday B.V. het recht heeft op de handelsnaam “Viday”, omdat zij deze al jaren commercieel voert en gedaagde zelf geen onderneming drijft onder deze naam. Domeinnaamregistratie alleen creëert geen handelsnaamrecht. De vordering voor een verklaring van recht wordt echter afgewezen vanwege het gebrek aan dreigende inbreuk: gedaagde had tijdens de zitting al afstand gedaan van aanspraken op de naam. Voor de vordering tot terugbetaling stelt de rechtbank vast dat Viday B.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd van onrechtmatige betalingen. Als gevolg hiervan worden de financiële vorderingen afgewezen, en wordt Viday B.V. veroordeeld tot betaling van de proceskosten van €3.014 aan gedaagde.