ICE kledingmerk wordt doorgehaald wegens onvoldoende gebruik
KvB 2 september 2024, IEF 22254, IEFbe 3789; R 307/2024-1 (Drifa ehf. tegen GILMAR S.P.A.). Deze zaak draait om het ICE merk van GILMAR S.P.A. (hierna: Gilmar), dat als Uniemerk staat ingeschreven met betrekking tot de verkoop van tassen en kleding. In 2022 heeft Drifa ehf. (hierna: Drifa) het EUIPO verzocht om de registratie door te halen wegens niet-gebruik (non-usus), maar dit verzoek is afgewezen. Gilmar had namelijk 2000 pagina´s aan bewijs geleverd waaruit bleek dat zij haar merk in de afgelopen jaren voldoende had gebruikt. Drifa gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Zij voert aan dat het ICE merk niet is gebruikt, omdat Gilmar het merk alleen in combinatie met andere merken heeft gebruikt en ¨ice¨ in die gevallen niet los te onderscheiden was als merkaanduiding. Dat laatste zou daarnaast voortvloeien uit het feit dat het merk überhaupt maar weinig onderscheidend vermogen heeft. Bovendien stelt Drifa dat het gebruik door Gilmar in de gehele relevante periode maar zeer beperkt geweest.
Toewijzen voorlopige voorziening in Ierland is kennelijk onjuist
UPC CoA 19 augustus 2024, IEF 22253, IEFbe 3788; UPC_CoA_388/2024 (Sibio c.s. tegen Abbott). Bij het Gerecht in Eerste Aanleg heeft Abbott een verzoek tot een voorlopige voorziening gedaan. Deze is gedeeltelijk toegewezen. Sibio c.s. verzoekt in dit hoger beroep dat de beschikking wordt vernietigd en het verzoek van Abbott wordt afgewezen. Daarnaast verzoekt Sibio c.s. dat het beroep opschortende werking heeft.
Betekening anders dan via het Case Management System
UPC CoA 8 augustus 2024, IEF 22252, IEFbe 3787; UPC_CoA_405/2024 (Alexion Pharmaceuticals tegen Amgen). In deze zaak voor het Hof van Beroep van het UPC draait het om betekening van een memorie. Appellante heeft op een zaterdag een uiteenzetting van de gronden van het beroep ingediend in het Case Management System (hierna: CMS) van het Hof. Hiervan zijn verweerders op de maandag erna op de hoogte gesteld door het Hof. Appellante had de memorie die zaterdag ook al geüpload naar de beA van de vertegenwoordiger van verweerders. De beA (besonderes elektronisches Anwaltspostfach) is een speciale elektronische mailbox voor Duitse advocaten om elektronisch te communiceren met de Duitse rechterlijke macht en met elkaar. Om deze reden is de datum van betekening volgens Appellante de zaterdag, maar volgens Verweerders pas de maandag erna.
Uitspraak ingezonden door Remco Klöters, SOLV.
Executie van dwangsommen rond Stegeman op de Bres afgewezen
Vzr. Rb. Amsterdam 18 september 2024, IEF 22251; C/13/755266 / KG ZA 24-709 EAM/MV (Noordkaap en Talpa tegen verweerders). In onderhavige zaak draait het om de executie van een eerder vonnis over het programma Stegeman op de Bres, waarin verweerders in februari 2024 onterecht werden neergezet als oplichters. Het vonnis van 30 juli 2024 [zie IEF 22173] verplichtte Noordkaap en Talpa om verdere verspreiding van het item te stoppen en een rectificatie te plaatsen. Zij moesten het item van diverse platforms verwijderen en de-indexatieverzoeken bij Google indienen. Hoewel hun advocaat op 2 augustus 2024 bevestigde dat hieraan was voldaan, claimde de advocaat van verweerders op 7 augustus dat het item nog steeds via social media en televisieproviders te zien was. Noordkaap en Talpa vroegen daarom om een verbod op de executie van dwangsommen, stellende dat de social media-posts van Stegeman privé waren en zij volledig hadden voldaan aan het vonnis. Verweerders betwisten dit, met de stelling dat het item nog steeds via providers als KPN en Ziggo beschikbaar was en vorderen dwangsommen van €155.000.
Restauranthouder speelt muziek af zonder licentie
Rb. Limburg 4 september 2024, IEF 22250; ECLI:NL:RBLIM:2024:6142 (Buma en Sena tegen handelsnaam). Buma en Sena stellen dat [handelsnaam] onrechtmatig heeft gehandeld doordat hij op 10 augustus 2023 muziek openbaar heeft gemaakt, door deze af te spelen in het restaurant, terwijl hij daar geen licentie voor heeft gekregen van Buma en Sena. Zij vorderen schadevergoeding voor de gemaakte inbreuk in de vorm van het bedrag dat zij van [handelsnaam] als licentievergoeding hadden ontvangen als hij een licentieovereenkomst voor 2023 gesloten had. De kantonrechter oordeelt dat de gestelde inbreuk vaststaat. Buma en Sena hebben een proces-verbaal van constatering van de deurwaarder ingebracht, die in het restaurant is gaan eten en verklaart met behulp van de mobiele applicatie Shazam een nummer te hebben herkend. [handelsnaam] moet de schade vergoeden zoals die door Buma en Sena is begroot.
Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).
Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking
HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.
IE-klassieker: Art & Allposters/Pictoright
HvJ EU 22 januari 2015; IEF 22248; ECLI:EU:C:2015:27 (Art & Allposters tegen Pictoright) [IEF 14580]
Onderwerp:
Uitputting, distributierecht, vervanging drager
Feiten:
Pictoright, een Nederlandse organisatie die de auteursrechten van visuele kunstenaars behartigt, spande een zaak aan tegen Art & Allposters. Het geschil draaide om het overzetten van kunstwerken op canvas via een speciale druktechniek, waarbij posters werden overgedragen op canvasdoeken. Pictoright betoogde dat dit een nieuwe vorm van exploitatie was, waarvoor aparte toestemming van de rechthebbende nodig was. Allposters stelde dat sprake is van uitputting en het niet beschouwd moet worden als 'verveelvoudiging'.
Rechtsregel (rechtsoverweging 46):
De overdracht van een afbeelding van een poster naar canvas vormt een 'verveelvoudiging' in de zin van de Auteursrechtrichtlijn. Dit betekent dat de auteursrechthebbende expliciet toestemming moet geven voor deze nieuwe reproductievorm. Het Hof oordeelt dat de uitputtingsregel niet van toepassing is op deze overdracht, omdat de oorspronkelijke drager (de poster) wordt vervangen door een nieuwe drager (het canvas), wat een wezenlijke wijziging vormt van de reproductie.
Uitspraak ingezonden door Bram Bogaerts & Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Sena haalt gelijk: Revolt c.s. verplicht tot betaling en naleving afspraken
Rb. Rotterdam 4 september 2024, IEF 22247; C/10/669363 / HA ZA 23-1021 (Sena tegen Revolt c.s.). Sena is belast met de inning van vergoedingen voor het openbaar maken van muziek op grond van artikel 7 Wet op de naburige rechten (WNR). Revolt c.s. organiseren dance-evenementen en dienen hiervoor een billijke vergoeding te betalen aan Sena. In 2018 zijn er afspraken gemaakt na een eerdere procedure, waarin Revolt c.s. de openstaande vergoeding zou betalen en een registeraccountant de opgaven zou controleren. In maart 2023 werd een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin Revolt c.s. zich onder meer verplichtten tot tijdige betaling van vergoedingen en het doen van voorlopige en definitieve opgaven. Sena vordert in conventie dat Revolt c.s. gehouden worden aan de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst, waaronder het tijdig doen van opgaven en betalingen, op straffe van dwangsommen. Ook vordert Sena een verbod op het gebruik van muziek zolang de vergoedingen niet zijn voldaan. Sena stelt dat Revolt c.s. structureel in gebreke blijft bij het naleven van deze afspraken en dat er een voortdurende dreiging van inbreuk op de naburige rechten bestaat. In reconventie vorderen Revolt c.s. een verklaring voor recht dat zij per 7 februari 2024 niets meer verschuldigd zijn aan Sena, omdat zij de openstaande vergoedingen hebben voldaan.
Onder welke omstandigheden mag een bewerking zonder toestemming van de auteur worden gereproduceerd?
OGH 27 augustus 2024, IEF 22246; IEFbe 3785; 4Ob97/24d (Eiser tegen gedaagden). De uitgever (hierna: eiser) van de kinderboekenserie Der Räuber Hotzenplotz heeft een politieke partij in rechte aangesproken voor merk- en auteursrechtinbreuk. Gedaagden hebben haar boekomslag verwerkt in een politieke campagne, waarmee kritiek werd geuit op het beleid van een Oostenrijkse burgemeester. Volgens eiser is de reproductie in strijd met haar merk- en auteursrecht. Gedurende de behandeling in hoger beroep stellen gedaagden een beroep in bij de hoogste Oostenrijkse rechter (hierna: het OGH) met het argument dat hun afbeelding een op zichzelf staand werk is, dan wel een parodie. Het OGH verklaart het beroep niet-ontvankelijk, maar geeft desondanks een interessante analyse.
Parallelimport toegestaan: Gerecht Sint Maarten houdt vast aan Diageo-rechtspraak
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten 28 november 2023, IEF 22245; ECLI:NL:OGEAM:2023:98 (Hennessy c.s. tegen Penha c.s.). Deze uitspraak van het Gerecht van Sint Maarten loopt parallel aan een al eerder gepubliceerde uitspraak van het Gerecht van Curaçao [IEF 21798]. Kort gezegd stellen de merkhouders van cognac, champagne en wodka (hierna: Hennessy c.s.) dat hun rechten worden geschonden door een aantal winkeliers in Sint Maarten (hierna: Penha c.s.). Penha c.s. verkoopt namelijk flessen van Hennessy c.s. waarvan de identificatienummers zijn verwijderd. Hennessy c.s. vordert dat Penha c.s. wordt veroordeeld tot het staken en gestaakt houden van inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten, in het bijzonder haar merkenrecht en auteursrecht. Ook vordert zij vernietiging van de inbreukmakende flessen en opgave van de gegevens over de inkoop en verkoop van de flessen. Tot slot vordert zij schadevergoeding. Penha c.s. voert gemotiveerd verweer, met name door te stellen dat de winkeliers de flessen rechtmatig via parallelhandel hebben verkregen.