Merkenrechtelijke inbreuk bij look-a-like watergeweer
Vzr. Rb. Den Haag 19 april 2022, IEF 20676; ECLI:NL:RBDHA:2022:3596 (Spyra tegen Designnest) Spyra heeft een watergeweer op de markt gebracht genaamd de Spyra One. Op de website van Designnest c.s. verschijnen advertenties met een look-a-like watergeweer die volgens hen als voorbeeld dienen om anderen te laten zien hoe producenten van nepproducten zich ontwikkelen op de markt. Op de website van Disignnest stond bij deze advertentie de zin "Only open to business enquiries", waardoor de schijn wordt gewekt dat het aanbod openstaat voor business klanten. Tezamen met de mogelijkheid voor gebruikers om een bestelproces te doorlopen, achtte de voorzieningenrechter dat de schijn van het tonen van een ontwikkelingsproces niet opgaat en verwerpt dit verweer. Hierdoor was er sprake van gebruik van het merk van Spyra in het economisch verkeer. Zelfs nadat Designnest op diens website de banner "Intellecutal Property Infringement" plaatste, achtte de voorzieningenrechter dit niet anders. Dit kwalificeerde daardoor als gebruik van het merk van een ander en daardoor ook als merkenrechtelijke inbreuk. Overige vorderingen van Spyra falen.
HvJ EU: nietigverklaring Polen slaagt niet, art. 17 DSM blijft overeind
HvJ EU 26 april 2022, IEF 20679, IT 3911, IEFbe 3429; ECLI:EU:C:2022:297 (Polen tegen Europees Parlement en Raad van Europese Unie) Met invoering van de richtlijn 2019/790 betreffende auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt, hierna de DSM-richtlijn, is er een nieuw regime inzake de aansprakelijkheid van grote platformen geïntroduceerd in art. 17. Aanbieders kunnen op grond van dit artikel direct aansprakelijk gesteld worden voor content die is geüpload door gebruikers van het platform. Op grond van art. 17 lid 4 onder b en c DSM-richtlijn kunnen deze platformen deze aansprakelijkheid vermijden door actief toezicht te houden op de geüploade content. Polen heeft hiertegen een beroep op de nietigverklaring van lid 4 sub b en c van dit artikel ingesteld. Hiervoor stelt zij dat de automatische filtersoftware die wordt gebruikt door deze grote platformen voorzien is van te weinig waarborgen om het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie te verzekeren. De grote kamer van het Hof verwerpt dit beroep van Polen en oordeelt dat er voldoende waarborgen zijn ingebouwd om ervoor te zorgen dat er een passend evenwicht wordt gecreëerd tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op intellectuele eigendom.
Alles onder controle! Chiefs in IP (ChIPs): Amsterdam Chapter Launch
Iedereen die in het leven een uitdaging aangaat, zal angsten en twijfels moeten trotseren om succesvol te zijn. Maar hoe doe je dat? Op woensdag 11 mei as, van 15 tot 18 uur, vindt bij Brinkhof een netwerkmiddag plaats voor vrouwen die werken op het snijvlak van technologie, IE-recht en policy. Aanleiding? Een nieuw Amsterdams chapter van non-profitorganisatie Chiefs in IP (ChIPs), aangevoerd door Dorien Verhulst, mede mogelijk gemaakt door The FIPE.
Auteursrechtelijke inbreuk en misleidende reclame omtrent computerreiniging
Rb. Midden-Nederland 2 maart 2022, IEF 20677, RB 3648; ECLI:NL:RBMNE:2022:1054 (Computerreiniging) In deze zaak over misleidende reclame en auteursrecht staan de reinigingsdoekjes en reinigingsdiensten van eiseres centraal. Gedaagde maakt auteursrechtelijke inbreuk op de teksten van eiseres, door deze over te nemen met opvallende gelijkenissen op de eigen website. Volgens de rechtbank was er evident sprake van ontlening. Er was in dit geval voldoende ruimte om af te wijken omtrent de vormgeving van de feitelijke informatie en de teksten. Gedaagde is daardoor als houder van de website waarop de inbreukmakende teksten zijn geplaatst aansprakelijk voor de schade die de eiseres daardoor lijdt. In reconventie wordt vervolgens beslist dat eiseres op haar beurt zich schuldig heeft gemaakt aan misleidende reclame door op haar websites te vermelden dat de schoonmaakdoekjes een coating hebben "die schadelijke bacteriën uitschakelt". Deze claim is volgens de rechtbank een onterechte biocidale claim.
Vorderingen Albertronic hebben geringe kans van slagen
Vzr. Rb. Den Haag 7 april 2022, IEF 20675; ECLI:NL:RBDHA:2022:3586 (Albertronic tegen MCC) In kort geding acht de rechtbank Den Haag de kans van slagen niet zeer aannemelijk succesvol indien Albertronic een bodemprocedure zou starten. Het gaat hierbij om de elektronische ontstekers die Albetronic op de markt heeft gebracht onder de naam '123ignition'. Primair worden vraagtekens gezet bij de spoedeisendheid van deze procedure, vanwege de handelingen van Albertronic. De rechtbank verwijst vervolgens wat betreft het auteursrecht naar de technische elementen van het product, waarbij deze stelt dat de vormgeving van het product niet dermate origineel is. Ook wat betreft de slaafse nabootsing acht de rechtbank de kans van slagen gering, vanwege de uiterlijke verschillen en de deskundigheid van de markt. Hierdoor worden de gevraagde voorzieningen van Albertronic in kort geding afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Anthony Van der Planken, Van Innis & Delareu.
Ongerechtvaardigd voordeel trekken uit reputatie van ander
EUIPO 30 maart 2022, IEF 20673, IEFbe 3427; C 50 577(Kipling) Volgens het EUIPO trekt het betwiste merk voor klasse 18 handtassen ongerechtvaardigd voordeel uit de reputatie van het eerder ingeschreven merk Kipling. Het betwiste merk lijkt volgens het EUIPO te veel op het ingeschreven merk van Kipling, waardoor deze ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het onderscheidende vermogen en de naamsbekendheid van het Kipling merk. Het algemeen publiek zal hierbij, aldus het EUIPO, ook een link leggen tussen het ingeschreven en het betwiste merk. Hierdoor werd de merkinschrijving voor klasse 18 afgewezen. De klasse 35 inschrijving blijft daarentegen intact.
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom
Verkorte inhoud van Berichten Industriële Eigendom • maart/april 2022
Artikelen
Het wapperverbod en de aansprakelijkheid voor buitengerechtelijke handhaving in IE-zaken − Een overzicht van de jurisprudentie na Bakels/Stork − Edwin van der Velde 54
Terugblik
Octrooirecht 2021
− Allard van Duijn, Erwin Feenstra, Boukje van der Maazen, Nathalie Rodriguez Arigon en Marc van der Velden 66
Rechtspraak
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger en hoogleraar intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden.
Dirk Visser over Verstappen vs Picnic: lookalike is toch een portret
'Een lookalike in een reclamefilmpje kan (toch) een portret zijn waar de geportretteerde zich mogelijk tegen kan verzetten. Dat blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2022 in de zaak van Max Verstappen tegen boodschappenbezorger Picnic [IEF 20670],' aldus Dirk Visser in zijn column op Mr.online.
Lees hier verder.
Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.
HR: lookalike is portret van Verstappen
HR 22 april 2022, IEF 20670; ECLI:NL:HR:2022:621 (Max Verstappen tegen Picnic) Zie [IEF 17658], [IEF 19239] en [IEF 20319]. Het filmpje van online supermarkt Picnic waarin de bekende coureur Max Verstappen wordt nagespeeld door een lookalike is een portret in de zin van art 21 Aw. Voor de beoordeling of het openbaar gemaakt mocht worden is een nog te maken belangenafweging noodzakelijk. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof.
Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.
Slaafse nabootsing van medische hulpmiddelen toegewezen
Hof Den Haag 29 maart 2022, IEF 20671, LS&R 2057; ECLI:NL:RBOT:2020:3961 (Fengh tegen Johnson & Johnson) Zie [IEF 19159]. Deze zaak gaat over de vraag of Fengh producten van Johnson & Johnson slaafs heeft nagebootst en daarnaast over de vraag of het door Fengh aanbieden van haar producten voor gebruik in combinatie met producten van Johnson & Johnson in strijd was met toepasselijke wet- en regelgeving over medische hulpmiddelen. Het hof oordeelt in dit arrest dat beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord. Fengh is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding voor financiële schade en reputatieschade.