Ziggo is niet langer vergoedingen verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen op televisie
Rb. Midden-Nederland 24 juli 2024, IEF 22161; ECLI:NL:RBMNE:2024:4323 (Stichting Sena tegen Ziggo). Het hier onderhavige geschil tussen Sena en Ziggo is ontstaan door het Atresmedia-arrest van het Hof. Daarin wordt artikel 8 VLN-richtlijn zo uitgelegd dat de genoemde vergoedingsplicht niet geldt bij de openbaarmaking van een synchronisatie (tv-programma waarin fonogrammen zijn verwerkt), omdat in dat geval niet langer sprake is van enkel een fonogram. In dat kader heeft Ziggo de tussen haar en Sena vastgelegde overeenkomst voor de betaling voor de doorgifte van programma´s van buitenlandse omroepen waarin fonogrammen zijn verwerkt, per 1 april 2022 opgezegd. Sena stelt primair dat het Atresmedia-arrest geen gevolgen heeft voor artikel 7 WNR, gelet op het feit dat artikel 8 VLN-richtlijn minimumharmonisatie betreft en de Nederlandse wetgever heeft bedoeld dat ook de combinatie van beeld en geluid onder het reproductiebegrip valt. Subsidiair stelt zij dat de vergoedingsplicht van kabelexploitanten als Ziggo nog steeds zou volgen uit artikel 2 en 6 WNR.
Rhedelijk Cultureel maakt inbreuk op auteursrechten fotografe
Ktr. rb. Gelderland 19 juni 2024, IEF 22160, IT 4591; ECLI:NL:RBGEL:2024:3804 (eiseres tegen Rhedelijk Cultureel) Eiseres is actrice en professioneel fotografe. Als fotograaf is zij actief in new born- en bruiloftsfotografie. Rhedelijk Cultureel is een stichting die door muziek, theater en dans aansluit bij maatschappelijke vraagstukken. Rhedelijk Cultureel heeft eiseres ingehuurd als actrice voor het Dickens festival. Eiseres heeft ook een paar foto’s gemaakt, die door Rhedelijk Cultureel zijn gepubliceerd op hun sociale media kanalen. Eiseres stelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk maakt op haar auteursrechten, waarna de foto’s op de website van Rhedelijk Cultureel verwijderd worden en de foto’s op sociale media worden voorzien van naamsvermelding van eiseres. Een maand later wordt een wervingsgids van activiteiten in de omgeving Rheden uitgebracht, waarin de foto’s van eiseres zijn afgedrukt. Eiser vordert Rhedelijk Cultureel onder meer te gebieden de schade te vergoeden. De kantonrechter oordeelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiseres, waardoor zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres. Rhedelijk Cultureel moet de door eiseres geleden schade vergoeden. De kantonrechter begroot de schade op een bedrag van €400,-.
Om tafel met Simone Poot en Landine Varela
ARQUE advocaten, een nichekantoor in Rotterdam
Simone Poot en Landine Varela ontmoetten elkaar op de Erasmus Universiteit tijdens de buluitreiking in 2012. Ze houden contact en doen allebei ervaring op bij andere kantoren. In 2023 lunchen ze samen en maken ze plannen voor ARQUE, een maatschappelijk betrokken IE-nichekantoor. Claudia Zuidema van IE-Forum ging met Simone en Landine om tafel.
Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren
HvJ EU 5 maart 2024, IEF 22157, IT 4587, IEB 3762; ECLI:EU:C:2024:201 (Public.Resource.Org Inc en Right to Know CLG tegen de Europese Commissie). Eisers in deze procedure zijn Public.Resource.Org Inc en Right to Know CLG, twee non-profitorganisaties wiens focus het is om de wet vrij toegankelijk te maken voor alle burgers. Op 25 september 2018 hebben zij in dit kader een verzoek gedaan aan de Europese Commissie (hierna: de Commissie) om toegang tot bepaalde documenten te verkrijgen, in het bijzonder vier geharmoniseerde normen zoals die zijn opgesteld door het Europese Comité voor Standaardisatie (hierna: CEN). De Commissie heeft dit verzoek afgewezen. Op 30 november 2018 hebben eisers gevraagd om een herbeoordeling, maar de Commissie kwam tot hetzelfde besluit. Op 28 maart 2019 zijn eisers daartegen in beroep gegaan bij het Gerecht van de EU. Zij voerden enerzijds aan dat de Commissie onterecht heeft aangenomen dat de documenten vatbaar zijn voor auteursrechtelijke bescherming, alsmede dat niet aannemelijk is gemaakt dat publicatie van de documenten de commerciële belangen van CEN zou schaden; anderzijds stelden zij dat de Commissie heeft miskend dat er een zwaarwegend publiek belang is bij de toegang tot de documenten. Het Gerecht heeft beide argumenten ontkracht en het beroep ongegrond verklaard. Daarop hebben eisers besloten in hoger beroep te gaan bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof), om daar alsnog hun gelijk te krijgen.
Nike's 'FOOTWARE' merk: nietig verklaard wegens beschrijvendheid
GEU 12 juni 2024, IEF 22154, IEB 3760; ECLI:EU:T:2024:373 (Nike tegen het EUIPO en Puma). Deze zaak betreft een geschil tussen Nike Innovate CV (hierna: Nike) enerzijds en Puma SE (hierna: Puma) en het EUIPO anderzijds. In eerste aanleg is de door Puma ingediende nietigheidsverklaring voor het woordmerk FOOTWARE van Nike afgewezen, waarop Puma in hoger beroep door het EUIPO alsnog in het gelijk is gesteld. Daartegen gaat Nike nu in beroep bij het Gerecht van de EU. Nike beoogt het merk te registreren voor computer hardware en telecommunicatiediensten. Het verzoekt de rechter om de bestreden uitspraak te vernietigen en de merkregistratie opnieuw toe te laten. Daartoe stelt het dat het EUIPO gedurende het hoger beroep onterecht is uitgegaan van nieuw bewijsmateriaal, alsmede dat het betwiste merk onvoldoende beschrijvend van aard is voor al het relevante publiek. Ook zou het EUIPO buiten zijn bevoegdheid zijn getreden door de indruk te wekken dat hij het gebruikelijke karakter van het betwiste merk mee kan wegen in zijn beoordeling, terwijl Puma daartoe geen aanleiding heeft gegeven in haar beroep.
Verzoek om schorsing zaak in eerste aanleg na afwijzing van preliminair niet-ontvankelijkheidsverweer
UPC CoA 21 juni 2024, IEF 22156, IEFbe 3761; UPC_CoA_227/2024 (Mala technologies tegen Nokia technology). Verweerder in deze zaak, Nokia, heeft een vordering tot herroeping van het octrooi van appellant, Mala, ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van het UPC. Tegen deze vordering heeft Mala een voorlopig bezwaar ingediend. Het Gerecht in Eerste Aanleg wees dit af, dus er was volgens het Gerecht in Eerste Aanleg geen sprake van niet-ontvankelijkheid. Tegen deze beschikking gaat Mala in hoger beroep. Zij verzoekt ook dat de intrekkingsprocedure voor het Gerecht in Eerste Aanleg wordt geschorst totdat het Hof van Beroep heeft beslist op haar voorlopige bezwaar.
Uitspraak ingezonden door Dominique Geerts, &Co Advocaten.
Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd
Vzr. Rb. Midden-Nederland 19 juli 2024, IEF 22155; ECLI:NL:RBMNE:2024:4318 (Boska tegen gedaagde) Boska, aanbieder van kaasschaven, kaasraspen en smeermessen, had sinds 2009 een samenwerking met Plus. Na het eindigen van de samenwerking in 2023 brengt PLUS de kaasschaven van gedaagde op de markt onder het private label ‘Klaverland’. Boska vordert gedaagde te verbieden inbreuk te maken op haar auteursrechten, dan wel anderszins onrechtmatig handelen jegens Boska.
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.
Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen
Rb. Amsterdam 24 juli 2024, IEF 22153, IT 4590; ECLI:NL:RBAMS:2024:4425 (Erasmus tegen Studeersnel c.s.). De rechtbank heeft de vorderingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) tegen het platform Studeersnel dat zij inbreuk maakt op het auteursrecht van de EUR en meer moet doen om inbreuken op haar platform tegen te gaan afgewezen. De conclusie van de rechtbank is “dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen neemt” (ov. 5.28). Daarom hoeft Studeersnel niet meer te doen dan ze nu doet om de inbreuken op het auteursrecht van de EUR tegen te gaan. De EUR heeft volgens de rechtbank niet bewezen dat de door haar gevorderde filter- ander andere maatregelen effectief en proportioneel zijn. De rechtbank bevestigt wel dat de onderwijsmaterialen van de EUR auteursrechtelijk beschermd zijn en dat de EUR daarop de auteursrechthebbende is. Ook wordt het eveneens bij de procedure betrokken bedrijf Tentamentrainingen veroordeeld wegens auteursrechtinbreuk voor het overnemen van tentamens van de EUR in tentamenbundels die te koop werden aangeboden. De EUR bestudeert het vonnis en overweegt hoger beroep.
Verzoek om schorsende werking afgewezen
UPC CoA 19 juni 2024, IEF 22152, IEFbe 3759; UPC_CoA_301/2024 (ICPillar tegen ARM). In deze zaak verzoekt appellant, ICPillar, bij het Hof van Beroep van het UPC om schorsende werking toe te kennen aan een beschikking uit Rule 220.2 RoP. Volgens Rule 223.5 RoP is er echter geen schorsende werking voor beschikkingen op grond van Rule 220.2 RoP. Op basis van artikel 74 UPCA kan het Hof van Beroep van het UPC op een gemotiveerd verzoek beslissen dat aan een beschikking schorsende werking toekomt. De UPCA prevaleert boven de RoP, dus het Hof van Beroep wijst erop dat het toekennen van schorsende werking op een beschikking van Rule 220.2 RoP mogelijk is. Er dient wel sprake te zijn van uitzonderlijke omstandigheden, gezien het beginsel dat de procedure van het Gerecht in Eerste aanleg zoveel mogelijk ongehinderd moet worden voortgezet.
Blue Band mag niet langer plantaardige roomboter verkopen onder de naam ‘Roombeter’
Vzr. Rb. Midden-Nederland 23 juli 2024, IEF 22150, RB 3842; ECLI:NL:RBMNE:2024:4462 (de Stichting en NZO tegen Upfield). Upfield Nederland B.V. (hierna: Upfield) heeft begin 2023 een plantaardig alternatief voor roomboter op de markt gebracht onder de merknaam BLUE BAND en de productnaam ROOMBETER. De Stichting Nederlands Voorlichtingsbureau voor Melk- en Zuivelproducten (hierna: de Stichting) en de voegende partij de Nederlandse Zuivelorganisatie (hierna: NZO) maken bezwaar tegen deze productnaam. Zij krijgen hierin gelijk. Volgens Europese regelgeving mogen bepaalde benamingen, zoals ‘room’ en ‘boter’ alleen worden gebruikt voor zuivelproducten. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is erg strikt in de uitleg van deze regelgeving, zoals onder andere blijkt uit het arrest ‘TofuTown’ [zie IEF 16863]. Ook de Hoge Raad heeft zich over dergelijke kwesties uitgelaten, bijvoorbeeld in de zaak NZO tegen Alpro [zie IEF 18655]. Uit deze strikte uitleg volgt dat met de productnaam ROOMBETER gebruik wordt gemaakt van de aan zuivelproducten voorbehouden benaming ‘room’ voor een niet-zuivelproduct, in strijd is met de Europese regelgeving. Het maakt hierbij niet uit dat het voor consumenten eventueel wel duidelijk is dat het gaat om een plantaardig alternatief voor roomboter.