IEF 22388
21 november 2024
Uitspraak

EUIPO wijst registratie van woordmerk Brasserie Astoria af

 
IEF 22382
21 november 2024
Uitspraak

Eiser is rechthebbende van woord- en beeldmerk

 
IEF 22384
21 november 2024
Uitspraak

Nietigverklaring beeldmerk Chiquita in categorie vers fruit

 
IEF 22238

Ingezonden door Kriek Wille, &Co Advocaten en Rosan Zuurwelle, Van Doorne.

Grateful-dozen van Makro maken inbreuk op het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel van Dutch Design

Rechtbanken 11 sep 2024, IEF 22238; C/09/649191 / HA ZA 23-537 (Dutch Design tegen Makro), https://delex.nl/artikelen/grateful-dozen-van-makro-maken-inbreuk-op-het-niet-ingeschreven-gemeenschapsmodel-van-dutch-design

Rb. Den Haag 11 september 2024, IEF 22238; C/09/649191 / HA ZA 23-537 (Dutch Design tegen Makro). Dutch Design houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en verhandelen van design producten, waaronder opslagdozen (hierna: Box(en)). De Boxen zijn elk voorzien van een sierlabel waarop het logo van Dutch Design Brand is aangebracht. Dutch Design heeft een geschil met Makro, een groothandel die zich onder andere richt op het verhandelen van relatiegeschenken. Makro heeft in de periode 2019 tot en met 2022 Boxen uit het assortiment van Dutch Design afgenomen. Na afloop van de periode brengt Makro een nieuwe lijn kerstpakketten uit onder de naam ‘Grateful’. Volgens Dutch Design is de doos waarin de kerstpakketten worden aangeboden een kopie van haar Box-ontwerp. Dutch Design sommeert Makro om het aanbod van de dozen blijvend te staken en schade te vergoeden, maar Makro geeft geen gehoor. Dutch Design stapt naar de rechtbank, waar zij hetzelfde vordert op straffe van een dwangsom. Zij legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de Box driejarige bescherming geniet als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel en bovendien auteursrechtelijk beschermd is. Verder stelt Dutch Design dat de dozen van Makro een slaafse nabootsing zijn van de Box. Tot slot beroept Dutch Design zich op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. Makro verweert zich met een beroep op de niet-ontvankelijkheid van Dutch Design.

IEF 22237

Ingezonden door Edwin van der Velde & Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP.

Geen dwangsommen verbeurd door Prestige; executie door Coty is onrechtmatig

Rechtbanken 12 sep 2024, IEF 22237; ECLI:NL:RBAMS:2024:5723 (Prestige Perfumes B.V. tegen Coty Beauty Germany Gmbh), https://delex.nl/artikelen/geen-dwangsommen-verbeurd-door-prestige-executie-door-coty-is-onrechtmatig

Rb. Amsterdam 12 september 2024, IEF 22237; ECLI:NL:RBAMS:2024:5723 (Prestige Perfumes B.V. tegen Coty Beauty Germany Gmbh). Prestige houdt zich bezig met de wereldwijde handel in originele parfumflessen, waaronder parfumflessen van de merken waarvan Coty de houder is. In het verleden heeft rechtbank Den Haag geoordeeld dat Prestige de rechten van Coty heeft geschonden door een prijslijst te versturen aan een derde partij waarin demonstratiemodellen van de Coty-merken werden aangeboden, zonder dat op de prijslijst werd aangegeven of deze modellen op douanestatus T1 (buiten de EU) of douanestatus T0 (binnen de EU) werden geleverd [IEF 22053]. De uitspraak bracht mee dat Prestige inzage moest bieden aan Coty in de productie- en distributiekanalen van alle demonstratiemodellen die zij in de EU heeft aangeboden of verkregen. Coty heeft vervolgens een verzoekschrift ingediend voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag ten laste van Prestige, dat door de voorzieningenrechter is toegewezen. Het bewijsbeslag vindt plaats op 26 juni 2024. Coty is van mening dat het bewijsbeslag onnodig traag is verlopen en dat er dwangsommen zijn verbeurd. Prestige is het daar niet mee eens en vordert in kort geding dat Coty wordt bevolen om haar executiemaatregelen te staken; ook vordert Prestige dat de in beslag genomen bescheiden aan Prestige worden geretourneerd. Coty vordert in reconventie dat haar advocaten afschriften van de in beslag genomen bescheiden ontvangen.

IEF 22236

IE-klassieker: Levola/Smilde

HvJ EU 13 nov 2018, IEF 22236; ECLI:EU:C:2018:899 (Levola tegen Smilde), https://delex.nl/artikelen/ie-klassieker-levola-smilde

HvJ EU 13 november 2018; IEF 22236; ECLI:EU:C:2018:899 (Levola/Smilde) [IEF 18098]

Onderwerp:
Werkbegrip, bepaalbaarheidsvereiste

Feiten:
Levola Hengelo B.V., producent van Heks'nkaas, stelde dat de smaak van dit product auteursrechtelijk beschermd moest zijn en beschuldigde Smilde Foods B.V. van inbreuk door een vergelijkbare smeerkaas te produceren. De zaak draaide om de vraag of de smaak van een voedingsmiddel onder de Auteursrechtrichtlijn valt.

Rechtsregel (rechtsoverweging 40):
De smaak van een voedingsmiddel kan niet auteursrechtelijk beschermd worden, omdat het niet objectief en nauwkeurig kan worden geïdentificeerd en gereproduceerd. Auteursrechtelijke bescherming vereist dat een werk waarneembaar is en een vaste vorm heeft die door derden kan worden gecommuniceerd, wat voor smaken niet mogelijk. Het Hof introduceert hier dus eigenlijk een nieuwe vereiste voor het zijn van een werk: de bepaalbaarheidsvereiste.

IEF 22233

Aankondiging jaarlijkse BIE-scriptieprijs

De redactie van Berichten Industriële Eigendom organiseert met ingang van dit jaar een jaarlijkse competitie voor de “BIE-Scriptieprijs”. Met de instelling van deze prijs beogen wij studenten te stimuleren zich te verdiepen in IE-vraagstukken en kennis te laten maken met het tijdschrift BIE. Onder IE verstaan wij hier het recht van de industriële eigendom (octrooi-, merken-, modellen-, handels- naam-, databanken- en kwekersrecht plus het recht inzake geografische aanduidingen) alsmede het recht van de ongeoorloofde mededinging, inclusief de bescherming van bedrijfsgeheimen. Ook scripties over auteursrecht kunnen meedingen voor zover deze (mede) betrekking hebben op de hiervoor genoemde gebieden, zoals industriële vormgeving, technische excepties, cumulatie van beschermingsregimes, e.d. De prijs voor de beste IE-scriptie bedraagt € 1000. Daarnaast wordt de auteur uitgenodigd voor BIE een artikel te schrijven op basis van zijn of haar scriptie. De jury bestaat in 2024 uit prof. mr. Tobias Cohen Jehoram (voorzitter), prof. mr. Peter Blok, mr. dr. Lotte Anemaet en mr. dr. Alexander Tsoutsanis.

Eenieder kan goede scripties op het gebied van IE aanmelden en inzenden voor de BIE-Scriptieprijs. Docenten op het gebied van IE worden speciaal daartoe uitgenodigd. De inlevertermijn eindigt op 1 oktober 2024. De jury beslist in die maand. De fysieke uitreiking van de prijs vindt plaats tijdens de redactielunch op woensdag 13 november 2024. Scripties mogen zowel in het Nederlands als Engels worden geschreven. In niet voorziene gevallen beslist de jury. De mogelijkheid wordt voorbehouden dat de prijs niet wordt uitgereikt indien de jury, gelet op de kwaliteit van de ingezonden scripties, daartoe besluit. Scripties kunnen ingestuurd worden naar de uitgever van de BIE, Claudia Zuidema, czuidema@delex.nl.

IEF 22232

Uitspraak ingezonden door Lucas de Groot & Faziel Abdul, Taylor Wessing.

Battle of the Fatbikes: Knaap zegeviert in modelrechtelijke zaak tegen ECC

Rechtbanken 11 sep 2024, IEF 22232; ECLI:NL:RBDHA:2024:14478 (Knaap Bikes B.V. tegen Europe Cycle Company B.V.), https://delex.nl/artikelen/battle-of-the-fatbikes-knaap-zegeviert-in-modelrechtelijke-zaak-tegen-ecc

Rb. Den Haag 11 september 2024, IEF 22232; ECLI:NL:RBDHA:2024:14478 (Knaap Bikes B.V. tegen Europe Cycle Company B.V.). Knaap houdt zich bezig met de in- en verkoop van fatbikes. Zij verkoopt onder andere de ´KNAAP RTD´ (hierna: RTD), waarvan het model is ontworpen in China. De ontwerpers zijn werkzaam bij Hangzhou Shijin Vehicle Co. (hierna: Shijin). Knaap is houdster van een Gemeenschapsmodel, ingeschreven voor de klassen ¨Bicycles¨ en ¨Frames for cycles¨. Dit model is één op één verwerkt in de RTD. Knaap procedeert tegen Europe Cycle Company B.V. (hierna: ECC), een groothandel die zich bezighoudt met de in- en verkoop van fietsen, waaronder fatbikes. In een folder adverteert zij met haar nieuwe Diablo ´ZIPPER´ (hierna Zipper) fatbike collectie. Knaap stelt dat ECC daarmee inbreuk maakt op haar (geregistreerde en ongeregistreerde) modelrechten en dat er sprake is van slaafse nabootsing. Knaap vordert bij de rechtbank de beëindiging van de inbreuk op haar modelrechten door ECC in de EU. Bovendien vordert zij dat ECC een rectificatiebericht stuurt naar al haar afnemers en dat ECC volledige inzage biedt in de herkomst- en distributiekanalen met betrekking tot de Zipper. Tot slot vordert Knaap een schadevergoeding. ECC vordert in reconventie primair dat de door Knaap ingeroepen modelrechten worden vernietigd en subsidiair een verklaring voor recht dat er geen sprake is van een inbreukmakende handeling. Daarnaast zou Knaap onrechtmatig hebben gehandeld jegens ECC door al een ex-parte verbod ten uitvoer te hebben gelegd, wat grond is voor schadevergoeding.

IEF 22235

Inbreukzaak: Vishandel Sontplein c.s. veroordeeld tot betaling schadevergoeding

Rechtbanken 3 sep 2024, IEF 22235; ECLI:NL:RBNNE:2024:3502 (Eiser tegen Vishandel Sontplein c.s.), https://delex.nl/artikelen/inbreukzaak-vishandel-sontplein-c-s-veroordeeld-tot-betaling-schadevergoeding

Rb. Noord-Holland 3 september, IEF 22235; ECLI:NL:RBNNE:2024:3502 (Eiser tegen Vishandel Sontplein c.s.). Eiser is een professioneel fotograaf in de culinaire fotografie. Hij is auteursrechthebbende van de foto ´Hollandse nieuwe met uitjes´ (hierna: de foto): een foto met daarop hoofdzakelijk twee haringen in een papieren bakje. Gedaagde is Vishandel Sontplein (hierna: Sontplein): zij exploiteert samen met andere gedaagden (tezamen hierna: Sontplein c.s.) een vishandel. Sontplein heeft de foto gebruikt in tenminste 3 reclameposters die, door het bedrijf Posters&Flyers, zijn gepubliceerd op haar Facebookpagina. Sontplein c.s. geven aan niet bekend te zijn geweest met het auteursrecht van eiser en zij heeft de foto´s op verzoek van eiser weer verwijderd. Tot betaling van schadevergoeding is zij verder niet bereid geweest. Eiser vordert nu veroordeling van Sontplein c.s. tot betaling van schadevergoeding wegens inbreuk op zijn auteursrecht op de foto en op zijn persoonlijkheidsrechten. Sontplein c.s. concluderen tot afwijzing van de vordering.

IEF 22231

‘Champagne’ mag gebruikt worden als kleuraanduiding voor kleding, ondanks beschermde oorsprongsbenaming

Rechtbanken 9 sep 2024, IEF 22231; ECLI:NL:RBDHA:2024:14332 (CIVC tegen Ferminadaza), https://delex.nl/artikelen/champagne-mag-gebruikt-worden-als-kleuraanduiding-voor-kleding-ondanks-beschermde-oorsprongsbenaming

Rb. Den Haag 9 september 2024, IEF 22231; ECLI:NL:RBDHA:2024:14332 (CIVC tegen Ferminadaza). Het Comité interprofessionnel du vin de champagne (hierna: CIVC) is een bij Franse wet opgerichte instantie die de taak heeft om misbruik van de aanduiding ‘Champagne’ tegen te gaan. Champagne is een door de Europese Commissie beschermde regio in Noordoost-Frankrijk voor de productie van Champagne. Alleen de in die regio geproduceerde wijnen mogen onder deze naam worden aangeduid. Bovendien moet de productie voldoen aan het productdossier dat bij de oorsprongsbenaming staat geregistreerd. Ferminadaza is een dochteronderneming van de Amerikaanse rechtspersoon Cult Gaia LLC. Zij importeert en verhandelt kledingstukken, waaronder jurken, van Cult Gaia in de Europese Unie. Op 30 mei 2024 informeerde de Nederlandse douane het CIVC dat zij een zending jurken van Cult Gaia naar Ferminadaza had tegengehouden, omdat verschillende stickers op de verpakkingen en aan de labels van de jurken het woord Champagne vermeldden (als kleuraanduiding). Nadat Ferminadaza had voorgesteld het woord op zowel de verpakkingen als de labels te laten verwijderen, heeft CIVC de jurken vrijgegeven. Ferminadaza heeft zich echter niet bereid getoond om toe te zeggen dat zij vergelijkbaar gebruik van het woord in de toekomst zal nalaten. CIVC vordert daarom in kort geding dat Ferminadaza wordt veroordeeld om zich te onthouden van ieder toekomstig gebruik van het woord onder straffe van een dwangsom.

IEF 22230

Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg

Overig 8 jul 2024, IEF 22230; (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley), https://delex.nl/artikelen/modeltekening-voor-bedieningspaneel-van-een-kookfornuis-is-auteursrechtelijk-beschermd-maar-staat-reproductie-niet-in-de-weg

High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.

IEF 22229

Octrooizaak LinXis wordt doorverwezen naar rechtbank Den Haag

Rechtbanken 19 aug 2024, IEF 22229; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/octrooizaak-linxis-wordt-doorverwezen-naar-rechtbank-den-haag

Rb. Amsterdam 19 augustus 2024 IEF 22229, LS&R 2256; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde). LinXis is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van middelen voor de behandeling van levensbedreigende ziekten. Voor haar werkzaamheden heeft LinXis drie managementovereenkomsten gesloten met de vennootschap van gedaagde. LinXis heeft deze overeenkomsten later met onmiddellijke ingang opgezegd. Gedaagde stelt dat hij desondanks (mede-)uitvinder is en aanspraak maakt op een aantal producten/technologieën ten behoeve waarvan LinXis octrooiaanvragen heeft ingediend. LinXis is het daar niet mee eens. Zij verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat gedaagde geen uitvinder is van de producten in kwestie, nu hij daaraan geen uitvindersbijdrage zou hebben geleverd. Mocht dat toch wel het geval zijn, dan zou gedaagde al zijn rechten aan LinXis hebben overgedragen. Daarnaast vordert LinXis een verklaring voor recht dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen en dat gedaagde onrechtmatig jegens LinXis heeft gehandeld. Gedaagde verzoekt om afwijzing van de vorderingen van LinXis. Volgens hem heeft hij een voor de uitvindersvraag relevante bijdrage geleverd aan de materie van de octrooien, wat hem mede-uitvinder zou maken. Verder betwist gedaagde dat hij schuldig zou zijn aan wanprestatie. Bovendien vordert gedaagde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van LinXis kennis te nemen en dat zij de zaak integraal doorverwijst naar de rechtbank Den Haag. Het betreft namelijk een octrooikwestie, waarover de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd is (zie art. 80 lid 1 sub b ROW). LinXis is het hier voor een gedeelte van de vorderingen mee eens. De rechter oordeelt dat de gehele zaak zal worden doorverwezen naar de rechtbank Den Haag, aangezien de vorderingen aan elkaar verknocht zijn. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.