IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 18459

Inventarisatie documenten wodka-merken

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18459; ECLI:NL:RBDHA:2019:4561 (FKP tegen Spirits), https://delex.nl/artikelen/inventarisatie-documenten-wodka-merken

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18459; ECLI:NL:RBDHA:2019:4561 (FKP tegen Spirits) FKP en Spirits zeggen rechthebbende te zijn op wodkamerken in een aantal landen. Zij wensen beide dat de door hen gestelde rechtstoestand als de werkelijke rechtstoestand wordt vastgesteld en stellen over en weer dat de ander inbreuk maakt op de merken [IEF 17916]. Zij vorderen dat de ander (verdere) merkinbreuk wordt verboden en wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding. Partijen gaan inventariseren welke resterende documenten FKP dient te overleggen. Dit dient te geschieden binnen een termijn van zes maanden na betekening van dit vonnis. De rechtbank gelast een comparitie van partijen.

IEF 18456

Registratie NEYMAR door derde partij die niet wist van de 'rising star in football', ongeldig

Gerecht EU (voorheen GvEA) 14 mei 2019, IEF 18456; ECLI:EU:T:2019:329 (Neymar), https://delex.nl/artikelen/registratie-neymar-door-derde-partij-die-niet-wist-van-de-rising-star-in-football-ongeldig

Gerecht EU 14 mei 2019, IEF 18456; IEFbe 2881; T-795/17; ECLI:EU:T:2019:329 (NEYMAR) Merkenrecht. Het Gerecht EU bevestigd dat de registratie van het woordmerk NEYMAR door een derde partij ongeldig is. De aanvrager geeft toe dat hij wist van het bestaan van Mr. Da Silva Santos Júnior, maar niet wist dat de Braziliaanse voetballer een 'rising star in football' was wiens talent internationaal bekend was. Hij claimt dat dit nog niet in Europa bekend was. Het EUIPO bewijst dat er veel over hem was gepubliceerd tussen 2009 en 2012 met name in Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.

IEF 18455

Beslissing tot afstand van recht op royalty’s moet in redelijkheid worden genomen

Rechtbanken 20 mrt 2019, IEF 18455; ECLI:NL:RBROT:2019:3142 (Hoogleraar tegen Erasmus MC), https://delex.nl/artikelen/beslissing-tot-afstand-van-recht-op-royalty-s-moet-in-redelijkheid-worden-genomen

Rechtbank Rotterdam 20 maart 2019, IEF 18455, LS&R 1708; ECLI:NL:RBROT:2019:3142 (Hoogleraar tegen Erasmus MC) Beginsel van formele rechtskracht. Octrooirecht. Geschil tussen hoogleraar en werkgever/ziekenhuis. Eiser, hoogleraar, meent dat Erasmus MC zo lichtzinnig met zijn belangen is omgegaan dat dit jegens hem een onrechtmatige daad oplevert. Hij verwijt Erasmus MC onder andere dat zij, zonder zijn toestemming, in de schikking met bedrijf Biotempt afstand heeft gedaan van haar rechten.
Erasmus MC voert aan dat het een non-profit onderzoeksinstituut is dat in de eerste plaats tot doel heeft om kennis beschikbaar te maken aan de maatschappij. Het verstrekken van licenties aan de industrie is een middel, geen doel. Daarbij is uitgangspunt dat als een dossier niet binnen afzienbare tijd tot inkomsten leidt, het dan niet verantwoord is om hier verder in te investeren. Ook tegenover de uitvinder is Erasmus MC niet verplicht om het octrooi tot het einde der dagen aan te houden. Beoordeeld dient te worden of Erasmus MC in de gegeven omstandigheden in redelijkheid de beslissing heeft kunnen nemen om afstand van haar recht op royalty’s te doen. De zaak wordt verwezen naar de rol.

IEF 18454

AG: niet ieder gebruik van beschermde zuivelbenaming in ‘aanduiding’ is verboden

Hoge Raad 12 apr 2019, IEF 18454; ECLI:NL:PHR:2019:378 (Sojayoghurt), https://delex.nl/artikelen/ag-niet-ieder-gebruik-van-beschermde-zuivelbenaming-in-aanduiding-is-verboden

Conclusie AG 12 april 2019, IEF 18454, IEFbe 2880, LS&R 1707, RB 3312; ECLI:NL:PHR:2019:378 (Sojayoghurt) Eiseres is de brancheorganisatie van de Nederlandse zuivelindustrie. Verweerster verzorgt op de Nederlandse markt de verkoop van de sojaproducten die onder het merk X worden verhandeld. Op 30 mei 2012 werd verweerster door de rechtbank Breda in kort geding veroordeeld om het gebruik van het woord yoghurt in publicaties en reclame-uitingen over haar product Mild & Creamy te staken. Het arrest van het hof betrof o.a. de vraag of verweerster door het gebruik van zuivelbenamingen onrechtmatig heeft gehandeld en haar sojaproducten op misleidende wijze heeft gepresenteerd. De AG concludeert onder andere dat de opgesomde zinsneden, bewoordingen, woordcombinatie e.d. sterk feitelijk van aard zijn. Daar kan het HvJEU weinig mee. Een verwijzing moet gaan over rechtsvragen. De belangrijkste rechtsvraag is of de opvatting van eiseres juist is: ieder gebruik van een beschermde zuivelbenaming in een ‘aanduiding’ op grond van punt 5 is verboden. Het antwoord op die vraag is ontkennend. Dat blijkt uit het systeem van de regeling en aangehaalde buitenlands uitspraken, waaronder die van het Brusselse Hof van Beroep. Nu hierover nauwelijks redelijke twijfel kan bestaan is, een verwijzing om die kwestie voor te leggen niet noodzakelijk.

IEF 18453

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Iman Adeel en Nienke de Visser, Kennedy Van der Laan

Auteursrechtinbreuken door openbare uitzending van eredivisie-wedstrijdbeelden

Rechtbank Amsterdam 24 apr 2019, IEF 18453; (Eredivisie tegen X), https://delex.nl/artikelen/auteursrechtinbreuken-door-openbare-uitzending-van-eredivisie-wedstrijdbeelden

Rechtbank Amsterdam 24 april 2019 en Rechtbank Rotterdam 8 april 2019, Rechtbank Rotterdam 9 april 2019, Rechtbank Amsterdam 18 april 2019, IEF 18453 ECLI:NL:RBAMS:2019:2694 (Eredivisie tegen X) Het gaat in deze zaken om een auteursrechtinbreuk in verband met openbare uitzending van auteursrechtelijke beschermde eredivisie wedstrijdbeelden zonder dat gedaagden over de benodigde zakelijke licentie van FOX Sports beschikken. Gedaagden moeten het plegen van inbreuk op de auteursrechten, meer in het bijzonder het vertonen van wedstrijdbeelden in horecagelegenheden, met onmiddelijke ingang staken en gestaakt houden.

IEF 18452

Bright-studie vormt onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing voor claim

CGR / CBG 19 feb 2019, IEF 18452; (Sanofi tegen Novo Nordisk), https://delex.nl/artikelen/bright-studie-vormt-onvoldoende-wetenschappelijke-onderbouwing-voor-claim

CGR 19 februari 2019, IEF 18452, LS&R 1706; B18.010/B18.03 (Sanofi tegen Novo Nordisk) Reclamerecht. Sanofi en Novo Nordisk zijn ondernemingen die zich bezig houden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen. Ze zijn concurrenten op de markt van medicamenteuze behandeling van diabetes. Sanofi heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Codecommissie van 26 oktober 2018. Sanofi beperkt haar beroep tegen het deel van de uitspraak dat de uitingen van Sanofi over de Bright-studie behandelt tijdens het Minisymposium UMCG op 12 juli 2018 (r.o. 6.16 t/m 6.34). De Bright-studie is een ‘non-inferiority’ studie. Dat wil zeggen dat het doel van de studie is het aantonen dat het ene middel niet inferieur is aan een ander middel. Uit een dergelijke studie mag dan ook niet zonder meer de conclusie getrokken worden dat het ene middel een voordeel oplevert ten opzichte van het andere middel. Geen van de door Sanofi opgeworpen grieven slaagt, zodat de Commissie van Beroep de bestreden beslissing van de Codecommissie zal bekrachtigen, met dien verstande dat het bevel zal worden aangepast.

IEF 18451

Geen vordering tegen bestuurder bij verkoop van schilderijencollectie

Hof Den Haag 23 apr 2019, IEF 18451; ECLI:NL:GHAMS:2019:1464 (AAI tegen X), https://delex.nl/artikelen/geen-vordering-tegen-bestuurder-bij-verkoop-van-schilderijencollectie

Hof Amsterdam 23 april 2019, IEF 18451; ECLI:NL:GHAMS:2019:1464 (AAI tegen X) Verkoop van schilderijencollectie waarvan een deel vervalst blijkt en waarvan de waarde door deskundige op aanzienlijk lager bedrag is vastgesteld dan koopprijs. Verkopende vennootschap is in eerste aanleg onherroepelijk veroordeeld tot schadevergoeding wegens non-conformiteit. Hof wijst evenals rechtbank vordering tegen bestuurder van vennootschap af. Evenmin wordt aansprakelijkheid aangenomen wegens onrechtmatig handelen in bijzondere hoedanigheid (‘Tulip Air’).

IEF 18450

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD  

Niet vermelden van hoeveelheid werkzame stof in product is misleidend

Rechtbank Amsterdam 9 apr 2019, IEF 18450; (Monster tegen Bang en Lucky Vitamin), https://delex.nl/artikelen/niet-vermelden-van-hoeveelheid-werkzame-stof-in-product-is-misleidend

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 mei 2019, IEF 18450, RB 3311, LS&R 1705; ECLI:NL:RBAMS:2019:3386 (Monster tegen Bang en Lucky Vitamin) Monster is de Ierse dochtervennootschap van Monster Beverage, een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Monster. VPX is een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Bang. De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen jegens overige partijen LuckyVitamin, X en Predator kennis te nemen. Het geschil tussen Monster en Bang is uitgebreider inhoudelijk behandeld. Monster stelt onder andere dat op grond van onrechtmatige uitingen sprake is van oneerlijke handelspraktijken en van misleidende reclame, in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub a BW. Het is Bang wel toegestaan een vergelijking te maken tussen haar suikervrije energiedrank en tal van andere energiedranken die wel suiker bevatten. De vergelijking overdrijft op een manier die gebruikelijk is in reclame voor energiedranken. Bang moet de verkoop van producten waarbij prominent op de verpakking L'Arginine staat afgebeeld staken en gestaakt te houden.

IEF 18441

Ellen Streekstra nieuwe merkengemachtigde bij Abcor

Sinds 1 mei versterkt Ellen Streekstra het team van Abcor in Leiden. Ellen is sinds 20 jaar actief als merkengemachtigde. Zij was werkzaam voor onder meer Considine, Merkenbureau Bouma, Bakker & Verkuijl en Kneppelhout. Zij heeft tevens een aantal jaar als in-house gemachtigde gewerkt voor de Berggruen Group, waar zij de merken voor het Duitse warenhuis Karstadt beheerde. Bij Abcor richt zij zich vooral op de internationale klanten praktijk van Abcor en het mkb.

IEF 18448

Conclusie AG: criteria modellenbescherming niet toepassen op auteursrechtelijke bescherming

HvJ EU 2 mei 2019, IEF 18448; (Cofemel tegen G-Star Raw CV), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-criteria-modellenbescherming-niet-toepassen-op-auteursrechtelijke-bescherming

Conclusie AG 2 mei 2019, IEF 18448, IEFbe 2878; ECLI:EU:C:2019:363 (Cofemel tegen G-Star Raw CV) Auteursrecht. Modellenrecht. G-Star stelde dat verzoekster inbreuk maakte op zijn auteursrecht door o.a. identieke kledingstukken. Cofemel bracht in dat de kledingstukken geen ‘artistieke creaties in juridische zin’ zijn, aangezien ze niet oorspronkelijk zijn en niet bekend is aan wie de desbetreffende auteursrechten toebehoren.
In tweede aanleg kwamen rechters tot de conclusie dat de broeken van het model ARC en het grafisch ontwerp van het model ROWDY auteursrechtelijk moeten worden beschermd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2(1)i van het Portugees wetboek van auteursrechten en de naburige rechten (hierna: CDADC). Gelet op de vernieuwende aard en oorspronkelijkheid ervan, evenals hun esthetische waarde, die vrucht is van de intellectuele schepping door de auteur ervan. Verzoekster Cofemel stelde cassatieberoep in bij de verwijzende rechter [IEF 17471].