Veroordeling zonder dwangsom omdat E-Luscious vrijwillig informatie over adressenbestand verstrekt
Vrz. Rechtbank Noord-Nederland 25 juli 2018, IEF 17876; ECLI:NL:RBNNE:2018:2844 (Ondernemers Pers NL tegen E-Luscious NL) Databankenrecht. Auteursrecht. OPN is een uitgeverij en heeft een databank; De Supermarkt Gids. De uitgave van de Supermarkt Gids is één van de core businesses van OPN. E-Luscious is een vennootschap die onder meer handelt onder de naam Wijnvoordeel. Bij e-mail van 13 maart 2018 heeft OPN Wijnvoordeel verzocht (ex 843a en 1019a Rv) om een toelichting te geven met betrekking tot de door Wijnvoordeel gebruikte content van de Supermarkt Gids van OPN, omdat Wijnvoordeel geen abonnement heeft op de gids. Wijnvoordeel heeft aangegeven dat zij geen uitingen heeft gestuurd naar supermarkten, tenzij deze supermarkten ooit een bestelling hebben geplaatst bij Wijnvoordeel. E-Luscious zal vrijwillig meewerken. E-Luscious moet aan OPN een gedetailleerde beschrijving verstrekken van het proces omtrent de verkrijging van de adressenbestanden c.q. de Supermarkt Gids content die door haar is gebruikt voor de mailing.
Prejudicieel gestelde vragen over merkaanvragen met gebruik van algemene aanduidingen van diensten die Sky aanbiedt
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 27 april 2018, IEF 17869; IEFbe 2674; C-371/18 (Sky e.a.) Merkenrecht. Via Minbuza: Sky is ingeschreven merkhouder van enkele Uniemerken met betrekking tot o.a. televisie-uitzendingen, telefonie en breedbandverbindingen. Sky betoogt dat SkyKick inbreuk heeft gemaakt door gebruikmaking van het teken 'SkyKick'. SkyKick heeft aangevoerd dat de ingeroepen merken geheel of gedeeltelijk nietig zijn omdat onvoldoende duidelijk en nauwkeurig is aangegeven op welke waren en diensten betrekking hebben en de ingeroepen merken te kwader trouw zijn aangevraagd. Indien de door Sky ingeroepen merken geldig zijn ingeschreven met betrekking tot de waren en diensten waarvoor zij zijn aangevraagd, is de verwijzende rechter van oordeel dat SkyKick inbreuk op die merken heeft gepleegd. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van geldige inschrijvingen van het merkenrecht.
HvJ EU: merkhouder kan zich verzetten tegen debranding derde partij
HvJ EU 25 juli 2018, IEF 17871; IEFbe 2676; C-129/17; ECLI:EU:C:2018:594 (Mitsubishi Shoji Kaisha and Mitsubishi Caterpillar Forklift Europe) Merkenrecht. Een merkhouder kan zich verzetten tegen debranding door een derde partij wanneer de goederen nooit eerder in de EER verhandeld zijn geweest, met het oog op importeren of het verkopen van goederen in de EER. HvJ EU:
Artikel 5 van [merkenrechtrichtlijn] moeten in die zin worden uitgelegd dat de houder van een merk zich ertegen kan verzetten dat een derde, zonder zijn toestemming, alle aan dat merk gelijke tekens verwijdert en andere tekens aanbrengt op onder douane-entrepot geplaatste waren, zoals in het hoofdgeding, met het oog op de invoer of het in de handel brengen ervan in de Europese Economische Ruimte (EER), waar die waren nooit eerder werden verhandeld.
HvJ EU: Kamer van beroep moet opnieuw onderzoeken of Kit Kat 4 fingers kan blijven bestaan
HvJ EU 25 juli 2018, IEF 17874; IEFbe 2680; C-84/17P; ECLI:EU:C:2018:596 (Kit Kat 4 fingers) Merkenrecht. 3D-merk. EUIPO's kamer van beroep moet opnieuw onderzoeken of het Kit Kat 4 finger-merk kan blijven bestaan. Uit het persbericht:
The Court concludes that, although it is not necessary, for the purposes of registering a mark that was formerly devoid of distinctive character, that evidence of the acquisition by that mark of distinctive character through use be submitted in respect of each individual Member State, the evidence submitted must be capable of establishing such acquisition throughout the Member States of the EU in which that mark was devoid of inherent distinctive character.
It follows from the above that the General Court was right to annul EUIPO’s decision, in which EUIPO concluded that distinctive character had been acquired through use of the mark at issue without adjudicating on whether that mark had acquired such distinctive character in Belgium, Ireland, Greece and Portugal.
Conclusie ingezonden door Tobias Cohen-Jehoram Syb Terpstra, De Brauw Blackstone Westbroek; Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger; Josine van den Berg, Sven Klos, Allard Ringnalda, KLOS cs.
Conclusie AG HvJ EU: Geen auteursrecht op smaak van Heksenkaas
Conclusie AG HvJ EU 25 juli 2018, IEF 17873; IEFbe 2678; ECLI:EU:C:2018:618; C-310/17 (Levola Hengelo tegen Smilde) Auteursrecht op smaak. Levola stelt dat het product 'Witte Wievenkaas' en auteursrechtelijke verveelvoudiging vormt van de smaak van haar 'Heks'nkaas'. De InfoSoc-richtlijn verzet zich tegen de auteursrechtelijke bescherming van de smaak van een voedingsmiddel. Conclusie AG:
Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij verzet zich tegen auteursrechtelijke bescherming van de smaak van een voedingsmiddel.
Gedaagde redactieleden GeenStijl persoonlijk aansprakelijk voor onrechtmatig verspreiden plasseksvideo Paay via embedded link
Rechtbank Amsterdam 25 juli 2018, IEF 17875 ECLI:NL:RBAMS:2018:5130 (Patricia Paay tegen redactie GeenStijl) Onrechtmatige publicatie. Rechtspraak.nl: Het (verder) verspreiden van (bloot) beeldmateriaal zonder instemming van de personen die zijn afgebeeld, is onrechtmatig omdat dit een ongerechtvaardigde inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de afgebeelde personen. De vrijheid van meningsuiting van de (verdere) verspreider dient in dit soort gevallen te wijken voor de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de ander. Dit kan onder bijzondere omstandigheden, die zich in dit geval niet voordoen, anders zijn. Daaruit volgt reeds de onrechtmatige daad van de in dit geding gedaagde twitteraar. In het kader van algemene onrechtmatige daad wordt een “embedded link” gelijk gesteld aan een “hyperlink” en wordt beschouwd als een onrechtmatige (verdere) verspreiding van het eerder op Twitter geplaatst beeldmateriaal.
De gedaagde redactieleden van GeenStijl.nl hebben onvoldoende betwist de stelling van eiseres dat zij de belangen van eiseres willens en wetens hebben genegeerd met het plaatsen van de embedded link op GeenStijl.nl. De gedaagde redactieleden worden daarom op persoonlijke titel evenzeer aansprakelijk gehouden voor het plaatsen van de embedded link naar het beeldmateriaal van eiseres.
HvJ EU: Ook bescherming zelfs indien de combinatie van werkzame stoffen niet specifiek en precies identificeerbaar in de bewoordingen van de conclusies staan vermeld
HvJ EU 25 juli 2018, IEF 17872; IEFbe 2677; LS&R 1635; C-121/17; ECLI:EU:C:2018:585 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences) ABC. Octrooirecht. Uit het nieuwsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: de octrooibescherming van een medicijn dat bestaat uit meerdere werkzame stoffen, moet worden beoordeeld vanuit een oogpunt van de vakman naar de stand van de techniek op de datum van indiening of de prioriteitsdatum van dat octrooi. Het EU-Hof volgt met deze uitleg de opvatting van de Nederlandse regering in een Britse zaak over een middel ter bestrijding van HIV. Door deze uitleg zal het middel waarschijnlijk eerder rechtenvrij geproduceerd kunnen worden.
HvJ EU:
Artikel 3, onder a), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen moet aldus worden uitgelegd dat een product dat is samengesteld uit meerdere werkzame stoffen met een gecombineerd effect wordt „beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi” in de zin van deze bepaling, wanneer de conclusies van het basisoctrooi noodzakelijkerwijs en specifiek betrekking hebben op de combinatie van de werkzame stoffen waaruit het product bestaat, zelfs indien die combinatie niet uitdrukkelijk is vermeld in deze conclusies. Daartoe is vereist dat uit het oogpunt van de vakman en op basis van de stand van de techniek op de datum van indiening of prioriteitsdatum van het basisoctrooi:
– de combinatie van deze werkzame stoffen, in het licht van de beschrijving en de tekeningen van dit octrooi, noodzakelijkerwijs valt onder de uitvinding waarvoor dat octrooi geldt, en
– elk van deze werkzame stoffen specifiek kan worden geïdentificeerd in het licht van alle door dat octrooi bekendgemaakte gegevens.
Prejudicieel gestelde vragen over vermelding oorsprong van wijn afkomstig uit een door Israël bezet gebied
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 30 mei 2018, IEF 17870; IEFbe 2675; C-363/18 (PSAGOT ltd tegen Franse Minister van economische zaken) Via Minbuza: PSAGOT Ltd is een wijnbouwbedrijf in Israel. Op hun producten staat: 'uit Israel'. De Franse minister heeft een kennisgeving inzake de vermelding van de oorsprong van goederen uit de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden nietig te verklaren. De Golanhoogte en de Westelijke Jordaanoever (met inbegrip van Oost-Jerusalem) is volgens het internationaal recht geen deel van het Israëlische grondgebied. Daardoor wordt de vermelding “product uit Israël” als onjuist en misleidend beschouwd. Bij producten die afkomstig zijn uit bezet gebied, moet de uitdrukking “Israëlische nederzetting” of vergelijkbaar worden toegevoegd. PSAGOT LTD verzoeken de verwijzende rechter om nietigverklaring van de kennisgeving van de minister wegens bevoegdheidsoverschrijding. De beoordeling of de kennisgeving nietig is, is afhankelijk van de vraag of op het product moet worden vermeld dat afkomstig is uit een sinds 1967 door Israel bezet gebied en of dit gepreciseerd moet worden.
Rapport technopolis over beschermingsmechanismen op het gebied van intellectueel eigendom met betrekking tot medicijnen
Technopolis Group, Effects of supplementary protection mechanisms for pharmaceutical products, May 2018. Op 1 mei 2018 heeft het Technopolis Group een rapport uitgebracht over beschermingsmechanismen op het gebied van intellectueel eigendom met betrekking tot medicijnen. Om de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen te stimuleren, bestaan er verschillende vormen van beschermingsmechanismen die bedrijven uitgebreide monopolierechten geven. Dit omvat aanvullende beschermingscertificaten (SPC's). Zoals SPC’s’die de octrooibescherming voor geneesmiddelen met maximaal vijf jaar verlengen. Pediatrische uitbreidingen van SPC’s zoals wettelijke bescherming in de vorm van gegevens en marktexclusiviteit, evenals wettelijke bescherming in de vorm van de weesgeneesmiddelenverordening die de ontwikkeling van geneesmiddelen voor de behandeling van zeldzame ziekten wil bevorderen.
Uitspraak ingezonden door Georgina Nühn, Le Poole Bekema .
RTV Rijnmond plaatst maatschappelijk relevant artikel over verwaarloosde paarden
Ktr. Rechtbank Rotterdam 20 juli 2018, IEF 17865; ECLI:NL:RBROT:2018:6497 (Navajo Ranch tegen RTV Rijnmond) Mediarecht. Rectificatie. Eiser is eigenaresse van een Ranch. RTV Rijnmond heeft op 11 april 2013 een artikel geplaatst over verwaarloosde paarden en daarin ook de naam van de Ranch genoemd. Op 25 april 2013 heeft RTV Rijnmond nog een artikel geplaatst waarin staat dat de paarden van de Ranch sterk ondervoed zijn en medische problemen hebben. Op 25 april 2013 is in een nieuwsuitzending over de verwaarloosde paarden ook de naam van de Ranch genoemd. RTV Rijnmond is een regionale publieke omroep die regionaal nieuws vezorgd en heeft bericht over een maatschappelijk relevant onderwerp. In dit geval weegt het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder. De vordering wordt afgewezen.