HvJ EU over 'dezelfde handelingen' en rechtsmacht wat betreft online merkgebruik
HvJ EU 19 oktober 2017, IEF 17191; IEFbe 2384; ECLI:EU:C:2017:771; C-231/16 (MERCK) Merkenrecht. Procesrecht. Rechtsmacht. Over de rechtsmacht over een aantal Britse en internationale woordmerken MERCK. Artikel 109 Richtlijn EUTM. Begrippen 'dezelfde partijen' en 'dezelfde handelingen', gebruik van Merck op websites en online platformen. Is er sprake van dezelfde handeling als het gaat om onderhoud en wereldwijd gebruik van identieke online internet presentie op dezelfde domeinnaam? Conclusie AG: [IEF 16757].
Antwoord HvJ EU:
1) Artikel 109, lid 1, onder a), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Uniemerk moet aldus worden uitgelegd dat slechts is voldaan aan de aldaar gestelde voorwaarde inzake het bestaan van „dezelfde handelingen” wanneer voor rechterlijke instanties van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen wegens inbreuk worden ingesteld die respectievelijk op een nationaal merk en een Uniemerk zijn gebaseerd, voor zover deze vorderingen betrekking hebben op een vermeende inbreuk op een nationaal merk en een gelijk Uniemerk op het grondgebied van dezelfde lidstaten.
Vader moet afzien van plaatsen foto's minderjarig kind op social media
Rechtbank Overijssel 18 september 2017, IEF 17206; ECLI:NL:RBOVE:2017:3924 (Gezaghebbende Moeder) Mediarecht. Privacy. Vader heeft het kind, met toestemming van moeder, erkend. De moeder oefent alleen het gezag over het kind uit. Vader wilt foto's van zijn kind op Facebook plaatsen. Moeder heeft hier bezwaar tegen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat als de met gezag belaste moeder dit niet wilt, vader dit niet moet doen. De Raad voor de Kinderbescherming deelt dit standpunt. De rechtbank overweegt dat het in het huidige digitale tijdperk gebruikelijk is dat allerlei zaken via internet te delen. Gezien de omstandigheden van het geval, o.a. een moeizame totstandkoming van een omgangsregeling, oordeelt de rechtbank dat een geschil omtrent het plaatsen van foto's op social media geen struikelblok moet vormen voor deze omgangsregeling. Vader moet afzien van het plaatsen van foto's op social media van zijn kind. Er staan alternatieven als een fotoboek of het tonen van foto's op computer of laptop aan familie/vrienden ter beschikking.
PAO en rechtspraakbundel auteursrecht
In november zal in Leiden voor de vierentwintigste keer de actuele rechtspraak en ontwikkelingen op het gebied van het auteursrecht worden besproken, waaronder Hof 's-Hertogenbosch 17 oktober 2017, IEF 17197; IT 2376; ECLI:NL:GHSHE:2017:4524 (MyP2P tegen The Football Association Premier League Limited) en alle arresten van het HvJ EU van het afgelopen jaar + Tom Kabinet, Rodap/Pam-arbitrage en Thuiskopie. Bijgaand de jurisprudentiebundel behorende bij deze cursus met samenvattingen van alle rechtspraak van het Hof EU op het gebied van het auteursrecht en de naburige rechten.
Uitnodiging tot maken standbeeld biedt geen grond voor vergoeding gemaakte kosten
Rechtbank Overijssel 17 oktober 2017, IEF 17204; ECLI:NL:RBOVE:2017:3908 (Eiseres tegen Gemeente Twenterand). Contractenrecht. In 2014 is een Oorlogsmonument in Vriezenveen gestolen. De gemeente heeft in de plaatselijke krant een oproep geplaatst waarin zij aangeeft een kunstenaar te zoeken voor het maken van een nieuw oorlogsmonument. Eiseres is kunstenares en heeft een schetsontwerp gemaakt in de vorm van een maquette. De gemeente berichtte dat eiseres haar ontwerp mocht toelichten, maar uiteindelijk is eiseres niet verkozen tot degene aan wie de opdracht is verstrekt. Eiseres heeft nog wel een kostenvergoeding gevraagd, maar deze is door de gemeente geweigerd. Eiseres vordert alsnog betaling. Kernvraag is hier of er sprake is van een opdracht ex art. 7:400 lid 1 BW of van uitnodiging tot het doen van een aanbod. De rechter oordeelt dat er geen sprake is van een opdracht en derhalve ontbeert de vordering juridische grondslag.
Ontoelaatbare inbreuk op persoonlijke levenssfeer door undercoverprogramma SBS6
Hof Arnhem-Leeuwarden 17 oktober 2017, IEF 17203; ECLI:NL:GHARL:2017:9004 (SBS c.s. tegen Geïntimeerde). Mediarecht. Privacy. SBS zendt het programma "Stegeman op de bres". Het gaat in één van de uitzendingen om overboekingen van de rekeningen van de ouders van geïntimeerde naar de eigen rekening van geïntimeerde. De moeder van geïntimeerde heeft aangifte gedaan bij de politie, maar die hebben de zaak geseponeerd. In eerste aanleg vorderde geïntimeerde dat SBS de uitzending van al haar media zou verwijderen en daarnaast een rectificatie diende te plaatsen. Deze vorderingen worden toegewezen. Het Hof overweegt echter dat het uitzenden van het programma waarin opnamen zijn gemaakt met een verborgen camera een ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van geïntimeerde vormen. Dit weegt niet op tegen de vrijheid van meningsuiting van SBS c.s. Deze inbreuk rechtvaardigt het uitzendverbod. De rectificatie wordt, met inachtneming van de omstandigheden van het geval ten tijde van de beoordeling door het Hof, alsnog afgewezen. Het Hof bekrachtigt het vonnis met uitzondering van de onder 5.2 bevolen rectificatie en de onder 5.3 uitgesproken proceskostencompensatie.
Daniel Gervais benoemd tot hoogleraar bij de UvA/IViR
Voor meer informatie zie de aankondiging op de UvA website.
Oordeel tot nader onderzoek naar de vraag of aantijgingen in boek over sektarische organisaties onrechtmatig zijn
Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2017, IEF 17200; ECLI:NL:RBAMS:2017:7345 (Eiser tegen journaliste en Uitgeverij Luitingh-Sijthoff) Voorlopige voorziening. Gedaagde is journaliste en heeft in 2013 een boek geschreven die is uitgegeven door Sijthoff. Het boek gaat over de ervaringen van personen met sektarische organisaties. In hoofdstuk 6 heeft gedaagde geschreven over een organisatie 'BSV' en over de daar werkzame [naam], beide namen zijn verzonnen. Een groot deel van de pers gaat er vanuit dat met deze namen wordt gedoeld op eisers. Eisers vorderen dat het boek onrechtmatig is en dat gedaagde en Sijthoff hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden en nog te lijden schade. De rechter oordeelt dat het er alle schijn van heeft dat in het boek in hoofdstuk 6 met 'BVS' op eiser wordt gedoeld. In het licht van de door gedaagde overlegde stukken kan niet reeds op voorhand worden aangenomen dat de publicatie onrechtmatig is geweest. In de hoofdzaak moet nader onderzoek plaatsvinden naar de vraag of de aantijgingen in door gedaagde geschreven boek onvoldoende grondslag in de feiten vinden.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden.
Dirk Visser - Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten?
Op 17 oktober 2017 gaf Dirk Visser in Leiden een mini-college over deze vraag. De aanleiding laat zich raden.
Het antwoord ook: nee.
Het is zowel auteursrechtelijk als nabuurrechtelijk verboden en als de student zelf niet deelneemt aan het ‘gesprek’ (niets zegt tijdens het college) is het ook nog strafbaar op grond van artikel 139a of 139b Wetboek van Strafrecht (afhankelijk van de vraag of de collegezaal een ‘besloten lokaal’ is of niet). De PowerPoint van het mini-college is bijgevoegd.
Uitspraak ingezonden door Eelco Bergsma en Wim Maas, TaylorWessing
Telecom octrooi Philips vernietigd wegens gebrek aan inventiviteit
Rechtbank Den Haag 18 oktober 2017, IEF 17198; ECLI:NL:RBDHA:2017:11759 (Koninklijke Philips tegen Asustek Computer); ECLI:NL:RBDHA:2017:11758 (Koninklijke Philips tegen Wiko) Telecom octrooi vernietigd. Philips is houdster van octrooien die zij essentieel acht voor de technische standaarden 3G en 4G voor mobiele communicatie. Philips is bij de rechtbank Den Haag inbreukprocedures gestart ter zake van verschillende octrooien, in deze zaak wordt EP 525: 'Radio Communication System' behandeld. Zie eerder: [IEF 16669] en [IEF 17136]. Philips legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Asus, door het in Nederland aanbieden van mobiele telefoons, smartphones en tablets die voldoen aan het HSDPA-protocol van de UMTS-standaard, inbreuk maakt op de conclusies 10, 11 en 14 en indirecte inbreuk op conclusies 1, 2 en 15 van EP 525. Philips heeft tegen Wiko dezelfde vorderingen ingesteld ter zake van EP 525. De rechtbank wijst de vorderingen van Philips af en vernietigd het Nederlandse deel van EP 525. De conclusies 10 en 1 (waarin het radiosysteem is geclaimd waarin het mobiele station van conclusie 10 opereert) zijn niet inventief.
Het zonder toestemming plaatsen van hyperlinks naar sportwedstrijden is een mededeling aan het publiek
Hof 's-Hertogenbosch 17 oktober 2017, IEF 17197; IT 2376; ECLI:NL:GHSHE:2017:4524 (MyP2P tegen The Football Association Premier League Limited) Auteursrecht op (live) beeldverslagen van sportwedstrijden. Zie tussenuitspraak: [IEF 15081]. In de periode van 2006 tot 19 augustus 2011 heeft MyP2P via haar website gratis live streams aangeboden van sportwedstrijden. Deze live streams waren afkomstig van niet daartoe geautoriseerde derden. Het Hof verwijst naar de uitspraak van de Hoge Raad [IEF 14835] en het HvJ EU [IEF 16226] in de GeenStijl-zaak. In het voetspoor van het GeenStijl-arrest komt het hof tot de voorlopige conclusie: MyP2P heeft op haar websites hyperlinks geplaatst naar andere websites waarop de sport-uitzendingen beschikbaar waren zonder dat Premier League en de KNVB als auteursrechthebbenden daarvoor toestemming hadden gegeven. Bij dat handelen was sprake van winstoogmerk zodat kan worden vermoed dat MyP2P kennis had of kon hebben van de omstandigheid dat de plaatsing van de hyperlinks is geschied met volledige kennis van de beschermde aard van deze werken en van het ontbreken van toestemming voor de beschikbaarstelling daarvan via hyperlinks aan een onbepaald, vrij groot, aantal internetgebruikers, welk (nieuw) publiek Premier League en de KNVB ieder niet in aanmerking had genomen toen zij voor de uitzending van de werken door de omroeporganisatie toestemming verleenden. Het zonder toestemming plaatsen van de hyperlinks moet worden aangemerkt als 'mededeling aan het publiek' in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn en van openbaar maken in de zin van art. 12 Aw. Aangezien er sprake is van een weerlegbaar vermoeden laat het hof het aanbod van MyP2P toe tot het leveren van tegenbewijs.