DOSSIERS
Alle dossiers

Tekst  

IEF 5904

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Middelburg, 25 maart 2008, KG ZA 08-41, V.D.V. Meubelen B.V. tegen Karel Mintjens N.V.(met dank aan Luuk Jonker, Holla Poelman Van Leeuwen Advocaten). 

Executiegeschil naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het Gerechtshof ’s-Gravenhage van 21 juli 2007 (IEF 4291). Niet naleving stakingsgebod. De interne instructie bleek – volgens een aantal verklaringen van die medewerkers – pas veel later dan vereist te zijn verstrekt. Voldoende aannemelijk dat gedaagde in strijd met het gebod heeft gehandeld. Volledige proceskostenveroordeling, executie is verlengstuk van de handhaving.

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Utrecht, 26 maart 2008, LJN: BC7661,  Nederlandse Vereniging Van Journalisten tegen PCM Interactieve Media B.V., voorheen genaamd Media Resultant B.V. & PCM Uitgevers N.V.

Bepaling vergoeding voor freelance journalisten wegens auteursrechtinbreuk door opname van hun werk zonder hun toestemming in de Nederlands Pers Databank.

Lees het vonnis hier.  

IEF 5867

Het voorgelegde scenario

Rechtbank Amsterdam, 19 maart 2008, HA ZA 07-1427, IJswater Films B.V. tegen Uitgeverij De Bezige Bij & Tommy Wieringa (met dank aan Jacqueline Schaap, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Filmrechten, Eiser IJswater eist te verklaren voor recht dat zij het recht heeft verworven het boek Joe Speedboot van Tommy Wieringa te verfilmen. Wieringa heeft niet ingestemd met het voorgelegde scenario (Tommy Wieringa is van mening dat zijn verhaal wordt gebanaliseerd en wordt teruggebracht tot een actiefilm waarin de fijnzinnigheid, de gelaagdheid en de psychologische ontwikkeling die kenmerkend zijn voor het boek ontbreken”) en Wieringa en De Bezige Bij weerspreken de vordering van IJswater met succes. 

 (…) “4.5 Immers in de optieovereenkomst wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid dat er geen overeenstemming over een definitieve licentieovereenkomst zou worden bereikt, in welk geval de licentie geacht werd niet te zijn verleend. Ook IJswater Films was zich er kennelijk van bewust dat over een definitieve licentieovereenkomst nog onderhandeld moest worden, blijkens haar e-mail van 10 februari 2006. Daarin verzoekt zij om aanpassing van de (nog niet ondertekende) optieovereenkomst omdat enige punten volgens haar meer in de licentieovereenkomst dan in de optieovereenkomst thuishoorden Dat het bij de licentieovereenkomst nog slechts zou gaan om bijkomende zaken en geen essentialia, zoals IJswater Films stelt maar door DBB en Wieringa wordt betwist, kan uit de stukken niet worden afgeleid. Nu er geen licentieovereenkomst is tot stand gekomen, is de primaire vordering niet toewijsbaar.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5691

Beschermde titel (HB)

rudolph.bmpGerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008, HD103.004.245. Get Nosed B.V. tegen St. Nicholas Music Inc.(met dank aan Anne Marie Verschuur, Nauta Dutilh)

Auteursrecht, makerschap, Hoger beroep van de bekende Rudolph zaak (zie IEF 2624). Vernietiging en afwijzing vorderingen.

De Voorzieningenrechter Maastricht was van mening dat het Rudolph logo inbreuk maakte op de auteursrechten van St. Nicholas. In hoger beroep betwist Get Nosed dat St. Nicholas auteursrechthebbende is. Het Hof vindt niet dat Get Nosed ondubbelzinning van dit verweer afstand heeft gedaan, zoals St. Nicholas met een beroep op art. 348 Rv. heeft betoogd.

R.o. 4.5 geeft de korte ontstaansgeschiedenis van het verhaal en liedje weer. R.L. May heeft het personage en verhaal in 1939 bedacht en het auteursrecht in zou in 1946 de auteursrechten van zijn werkgever hebben overgedragen gekregen. In 1949 schreef Marks tekst en melodie van het bekende liedje. St. Nicholas zou thans ‘publisher’ zijn. St. Nicholas stelt dat het voldoende is dat zij zelfstandig de auteursrechten kan uitoefenen.
Auteursrecht. “4.9.(…) St. Nicholas baseert haar vorderingen tegen Get Nosed op de stelling dat zij exclusief rechthebbende is met betrekking tot het auteursrecht op de tekst van het liedje ‘Rudolph the red-nosed reindeer’en op de titel ‘Rudolp the red-nosed reindeer’ (punt 1 inl.dagv.). Door Get Nosed is zowel het één als het ander thans in hoger beroep gemotiveerd betwist. De vraag is derhalve aan de orde in hoeverre St. Nicholas tegenover die gemotiveerde betwisting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij auteursrechthebbende is op (de tekst van) het liedje en/of de titel ervan, kortom op ‘Rudolph the red-nosed reindeer’. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft St. Nicholas dit niet voldoende aannemelijk gemaakt.”

St. Nicholas heeft de oorsprong van het verhaal en liedje niet gemotiveerd betwist. St. Nicholas heeft onvoldoende onderbouwd hoe zij rechtsopvolger van Marks is geworden. Binnen het bestek van dit kort geding kan voorshands niet worden aangenomen dat St. Nicholas auteursrechthebbende is op ‘Rudolph the red nosed reindeer’. Grief 1 slaagt en het Hof vernietigt het vonnis en wijst de vorderingen alsnog af. Volledige proceskosten veroordeling, maar doordat er te weinig is gesteld over betaling van de proceskosten in eerste aanleg, wordt de vordering tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg niet toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5688

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 07-2409. Hoff tegen Rooijakkers c.s.

Kwekersrecht. “4.2. De onder I en II gevorderde verklaringen voor recht kunnen worden toegewezen. Rooijakkers c.s. betwist niet (langer) dat vermeerdering en of verhandeling van Double Price en/of Double Pleasure inbreuk maakt op het voor Miss Lucy verleende communautaire kwekersrecht en dat dergelijk handelen een onrechtmatige daad oplevert jegens Hoff. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 06-3244. Acco Brands USA LLC tegen Noble Enterprise LTD. c.s.

Octrooirecht. Bevoegheidsincident. “4.2. Een op artikel 6, aanhef en onder e Rv gebaseerde bevoegdheid is volgens vaste rechtspraak niet grensoverschrijdend van aard, zodat de rechtbank niet bevoegd is van vorderingen van Acco kennis te nemen voor zover deze zien op andere door het Europees octrooi gedesigneerde landen dan Nederland. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 05-3152. Lactona Corporation T/A Lactona USA tegen Diamond White Nederland B.V. c.s.(met dank aan Thomas Berendsen, Banning)

Merkenrecht. “4.7. (…) Zelfs indien het oudere merk LACTONA enkel bescherming zou genieten voor de waren in de klassen 8 en 21, is derhalve vanwege de nauw verwante bestemming van de betrokken waren en het complementaire karakter daarvan, sprake van soortgelijke waren. Dat de mate van soortgelijkheid wellicht beperkt is, is voor de beoordeling van het verwarringsgevaar niet doorslaggevend. Omdat sprake is van identieke tekens en het oudere merk van Lactona een algemeen bekend merk is, volstaat een geringe mate van soortgelijkheid van de waren om verwarringsgevaar te doen ontstaan. Daarvan is in het onderhavige geval dan ook sprake.”

Lees het vonnis hier

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008, HD103.004.245. Get Nosed B.V. tegen St. Nicholas Music Inc.(met dank aan Anne Marie Verschuur, Nauta Dutilh)

Auteursrecht. “4.9.(…) St. Nicholas baseert haar vorderingen tegen Get Nosed op de stelling dat zij exclusief rechthebbende is met betrekking tot het auteursrecht op de tekst van het liedje ‘Rudolph the red-nosed reindeer’en op de titel ‘Rudolp the red-nosed reindeer’ (punt 1 inl.dagv.). Door Get Nosed is zowel het één als het ander thans in hoger beroep gemotiveerd betwist. De vraag is derhalve aan de orde in hoeverre St. Nicholas tegenover die gemotiveerde betwisting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij auteursrechthebbende is op (de tekst van) het liedje en/of de titel ervan, kortom op ‘Rudolph the red-nosed reindeer’. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft St. Nicholas dit niet voldoende aannemelijk gemaakt.”

Lees het arrest hier

Beschikking Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008,  EX RK 07-155. Realchemie Nederland B.V. tegen Bayer Cropscience A.G.(met dank aan Marjanka Vermunt, Brinkhof)

Beschikking in een procedure ex artikel 43 EEX-Verordening over de erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland van een Duitse beslissing (ex parte; “einstweilige Verfügung”) ter zake van octrooi-inbreuk.

Lees de beschikking hier

Rechtbank Haarlem, 22 februari 2008, KG ZA 08-39. Datatronix Zegers Holding B.V. tegen S.I.SV.EL. S.P.A.(met dank aan Frank Eijsvogels, Howrey)

Beslissing op vordering tot opheffing beslag op partij MP3 spelers die onder de beschermingomvang vallen van octrooien op MP3 technologie. “4.10. Zolang niet vast staat of sprake is van inbreuk op de octrooirechten, doordat de goederen zonder licentie zijn vervaardigd, kan – gezien de gerede twijfel daaromtrent – van vrijgeven van de partij MP3 spelers op voorhand geen sprake zijn. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, KG ZA 07-1448. Mennen c.s. tegen W.A. Benecke Beheer B.V. c.s.(met dank aan Hester Overbeek, Van Diepen Van der Kroef)

Octrooirecht, drijfblokken. “4.10. Wat er evenwel verder zij van de goederenrechtelijke en licentieverhoudingen, in dit kort geding is onvoldoende komen vast te staan dat octrooiinbreuk wordt gemaakt of dreigt te worden gemaakt door Homan Mylos. Laatstgenoemde heeft erkend dat zij Arhimedes drijfblokken op de Nederlandse markt brengt, maar uitdrukkelijk betwist dat deze vallen onder beschermingsomvang van het octrooi – en zulks bij gebrek aan wetenschap, omdat eisers terzake niet aan hun stelplicht hebben voldaan.”

Lees het vonnis hier

IEF 5653

Bacardi/Anker, Jugiaans/De Jager, Excell / Brakel, Luba/Hannay, X/De Staat

Rechtbank Amsterdam, 6 februari 2008, HA ZA 07-180, Bacardi and Company Ltd. Tegene Anker Dranker B.V.(met dank aan Leonie Kroon, DLA Piper).

Drank & uitputting. “4.16 De omstandigheid dat, zoals Anker heeft aangevoerd, aan sommige etiketten op Bacardi-producten niet te zien is dat ze bestemd zijn voor de markt buiten de EER, betekent niet dan Anker hieruit mag concluderen dat Bacardi c.s. toestemming heeft gegeven voor verhandeling binnen de EER. Ook de aanwezigheid van het flessenbak-logo rechtvaardigt, zoals Bacardi c.s. terecht heeft gesteld, niet de conclusie dat Bacardi c.s. toestemming zou hebben verleend voor verhandeling binnen de EER.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Alkmaar, 14 februari 2008, KG ZA 07-411, Holding Jungiaans Instituut B.V. tegen De Jager (met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx).

Auteursrecht. “4.4. Ten aanzien van het CADT-spel is voldoende aannemelijk dat, zoals De Jager c.s. betoogt, de elementen van het spel zich in beginsel lenen voor afzonderlijke auteursrechtelijke beoordeling. Zo kunnen de kaarten en het bord afzonderlijk van elkaar worden getoetst. Ook kunnen de verschillende onderdelen van het bord zelf van elkaar worden gescheiden, in die zin dat zij afzonderlijk beoordeeld zouden kunnen worden op hun auteursrechtelijke merites. Zo valt niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld de afbeeldingen van mensfiguren afzonderlijk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kunnen komen. Dit laatste kan ook gelden voor de layout en de teksten. Omdat elementen van elkaar te scheiden zijn, is niet voldaan aan het vereiste voor het kunnen aannemen van een gemeenschappelijk werk.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, HA ZA 07-2133, BRS Excell Glass B.V. tegen Portal S.A. & Brakel/Atmos B.V.

Octrooirecht. “4.22. De vakman waar het hier om gaat is een persoon die een ruime ervaring heeft met het beglazen van bouwwerken. Deze persoon is bekend met de noodzaak van het vastzetten van beglazingen in bouwwerken en de wijze waarop dat kan geschieden. Hij begrijpt dat een naar de stand van de techniek koud gebogen glasruit eenvoudig in die gebogen stand kan worden gehouden door toepassing van de onder alle omstandigheden (ook bij vlakke beglazingen) noodzakelijke vasthoudmiddelen en dat het gebogen kozijn het gebogen vlak biedt waarover de ruit kan worden gebogen. De techniek van het koud buigen en vastklemmen van thermisch gehard (niet-gelaagd) glas is de vakman bekend uit EP 468.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, KG ZA 07-1518, Luba Groep B.V. c.s. tegen El Hannay.

“4.12. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen omtrent het ontbreken van verwarringsgevaar tussen het woordmerk LUBA en het woord/beeldmerk Luba Uitzend Buro enerzijds en het teken Lunajob anderzijds, heeft te gelden dat bij het publiek evenmin verwarring is te duchten tussen de genoemde merkenrechten en de handelsnamen Luba Uitzend Buro BV en Luba Uitzenddiensten BV enerzijds en de handelsnaam Lubajob anderzijds. El Hannay heeft met de handelsnaam Lunajob voldoende afstand genomen van de merkenrechten en de handelsnamen van Luba. De vorderingen van Luba dienen daarom ook in zoverre te worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, HA ZA 07-1310, X. tegen De Staat der Nederlanden (Binnenlandse Zaken)

Auteursrecht. Werkgeversauteursrecht. “4.7. Deze auteursrechtelijke claim van X moet falen. Het auteursrecht op de ontwerpen voor de ten processe bedoelde applicaties berust, als gezegd, ingevolge art. 7 Aw bij de Staat als toenmalige werkgever van X. Dat de applicaties grotendeels in vrije tijd en thuis zouden zijn ontwikkeld, zoals X ten slotte nog stelt, maar de Staat betwist, is bovendien – zo al relevant, gelet op de vaststaande (incidentele) opdracht – onvoldoende aannemelijk gemaakt door X. Voor zover nog bewijsbaar na te gaan, is het betreffende werk in ieder geval ook en wel in substantiële mate verricht op de werkplek van X bij CAS.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5599

Objectbeschrijvingen

vnot.gifVzr. Rechtbank Almelo 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.

Auteursrecht. Databankenrecht. Geschriftenbescherming. Objectbeschrijvingen op veilingsite en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming.

Eiser Internetnotarissen exploiteert de website www.veilingnotaris.nl. Op deze website kunnen deelnemende notarissen op handen zijnde veilingen van onroerend goed aankondigen door middel van een advertentie. Gedaagde Openbareverkopen heeft 131 publicaties van www.veilingnotaris.nl rechtstreeks overgenomen en op haar eigen website www.openbareverkopen.nl geplaatst. Hiertegen komt Internetnotarissen op in het onderhavige kort geding.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat de overgenomen objectomschrijvingen tezamen met de adresgegevens en de bijzondere veilingvoorwaarden een onvoldoende eigen oorspronkelijk karakter hebben om als werk in de zin van artikel 1 van de Auteurswet te kunnen worden aangemerkt. Het gaat veeleer om feitelijke informatie over het object en de daarbij verstrekte gegevens.

Wel is de Voorzieningenrechter van mening dat de objectbeschrijvingen en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming als bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 1 Auteurswet. Openbareverkopen is heeft hierop volgens de Voorzieningenrechter inbreuk gemaakt. Zij heeft immers de volledige veilingadvertentie overgenomen en daarmee herhaald op haar website. Het zou anders kunnen zijn als Openbareverkopen (gedeeltelijk) zou hebben geciteerd. Dat is ook het verschil met de zaak zoekallehuizen.com. Ook had zoekallehuizen.com op haar website een deeplink toegevoegd welke rechtstreeks naar de betreffende advertentie op de website van de makelaar verwijst. De handelswijze van Openbareverkopen is anders: zij kopieert de veilingadvertenties van Internetnotarissen 1 op 1.

Wat betreft de foto’s neemt de Voorzieningenrechter auteursinbreuk aan. Artikel 15b Aw jo. art. 516 Rv doet hier niets aan af. Immers, wanneer de bekendmakende partij de bekendmaking optuigt met een uitgebreidere objectbeschrijving, foto’s en bijzonder veilingvoorwaarden, valt deze bekendmaking niet langer onder de werking van artikel 15b Aw.

Het beroep op het databankenrecht strandt volgens de Voorzieningenrechter op het ontbreken van een substantiële investering. Het publiceren van veilingadvertenties behoort tot de kerntaken van de notaris. Dit gebeurt tegenwoordig doorgaans digitaal (tekstverwerker/fotoprogramma). Het vergt alsdan slechts een kleine moeite om deze reeds digitale documenten ook via het internet te publiceren.

Openbareverkopen handelt aldus eveneens onrechtmatig jegens Internetnotarissen. De vorderingen van Internetnotarissen worden derhalve toegewezen en Openbareverkopen wordt veroordeeld in de volledige proceskosten ad EUR 20.000,-.

Lees het vonnis hier.

IEF 5594

Eerst even voor jezelf lezen

Vzr. Rechtbank Almelo, 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.(met dank aan Mark Jansen, Dirkzwager).

Auteursrecht, databankenrecht, geschriftenbescherming. “Veroordeelt Openbareverkopen.nl om zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de aan Internetnotarissen en/of de Notarissen toekomende geschriftenbescherming op de objectbeschrijving en bijzondere veilingvoorwaarden , afzonderlijk dan wel gezamenlijk als geheel, van de door de Notarissen op www.veilingnotaris.nl geplaatste en in de toekomst te plaatsen advertenties, direct of indirect via anderen, door het overnemen van een (nagenoeg) identiek kopie daarvan op de website www.openbareverkopen.nl of op een andere door Openbareverkopen geëxploiteerde website, dan wel door een andere vorm van ongeoorloofde verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze objectbeschrijvingen en bijzondere veilingvoorwaarden, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de geschriftenbescherming van Internetnotarissen en/of de Notarissen."

Lees  het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC3829, Web Measurement Services B.V. c.s. tegen Weborama S.A.

Databankrecht. “Gesteld noch gebleken is dat Weborama met het opvragen van de gegevens geprofiteerd heeft van, dan wel substantiële schade toegebracht heeft aan WMS c.s. Gezien het geringe aantal files (27.800, althans 110 van 1 miljoen) dat Weborama heeft opgevraagd, derhalve nog geen 3%, heeft zij in kwantitief opzicht geen substantieel deel van de op Webstats aanwezige gegevensverzameling geraadpleegd. Van een substantieel deel in kwalitatief opzicht is naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake, nu slechts URL’s zijn opgevraagd. Ook van herhaald en systematisch opvragen van niet-substantiële delen van Webstats is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest.”

Lees het vonnis hier.

Vzr.  Rechtbank Haarlem, 25 januari 2008, LJN: BC3298, Eiser tegen Gedaagde.

Winegallery.nl. Samenvatting rechtspraak.nl: “Hoewel gedaagde gezien het merkenrecht van eiseres, de domeinnaam niet zal kunnen gebruiken - dat zal alleen eiseres kunnen -, zou gedaagde de domeinnaam wel aan eiseres kunnen verkopen. Dat geeft gedaagde, indien hij de rechthebbende op de domeinnaam is, voldoende belang bij zijn verweer tegen de door eiseres gevorderde overdracht (om niet) van de domeinnaam. De voorzieningenrechter tekent hierbij aan dat gesteld noch gebleken is dat in het onderhavige geval sprake is van domeinnaamkaping, welke handelwijze tot een ander oordeel kan leiden.

Lees het vonnis hier.

IEF 5588

Steunbetuiging

Rechtbank Alkmaar 24 januari 2008, KG ZA 07-418, Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa B.V.

Auteursrecht. Eiseres in collectieve actie is niet-ontvankelijk in haar vordering. Zij maakt onvoldoende onderscheid tussen voor- en tegenstanders van de handelwijze van gedaagde.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Dit kort geding is het tweede kort geding van Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa. Plazacasa exploiteert de website www.jaap.nl waarop volledige beschrijvingen en foto’s van in Nederland te koopstaande woningen worden gepubliceerd.   

Plazacasa moest na het vonnis van 7 augustus 2007 van de Voorzieningenrechter Alkmaar stoppen met het exploiteren van de website jaap.nl door objectgegevens van websites van Nederlandse makelaars over te nemen. In hoger beroep is dit vonnis vernietigd (arrest hier). Het Hof was van mening dat de Stichting niet kon worden ontvangen in haar vordering omdat de Stichting slechts zou optreden voor een klein gedeelte van de makelaars van wie de objectgegevens worden overgenomen. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de Stichting opkomt voor gelijksoortige belangen in de zin van artikel 3:305a BW. Bovendien verhindert het opgelegde verbod feitelijk de publicatie van objectgegevens van zowel tegenstanders als voorstanders van openbaarmaking op jaap.nl.

Na het arrest van het Hof is jaap.nl weer als vanouds van start gegaan. Hiertegen komt de Stichting wederom op. De Stichting heeft na het arrest van het Hof haar statuten aangepast. Ook heeft zij duizenden steunbetuigingen verzameld. De vordering wordt dan ook alleen ingesteld namens de makelaars die een steunbetuiging hebben afgegeven. Zij gaat er in het tweede kort geding dan ook vanuit dat zij nu wel zal worden ontvangen in haar vorderingen.

De Voorzieningenrechter beslist anders. Met het arrest van het Hof als uitgangspunt oordeelt de Voorzieningenrechter voorshands dat de Stichting wederom niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

Uit de gewijzigde staturen blijkt volgens de Voorzieningenrechter niet dat de Stichting uitsluitend de belangen behartigt van die makelaars die schriftelijk hun steun hebben betuigd. Hiermee staat vast dat de Stichting in haar gewijzigde staturen geen onderscheid maakt tussen voor- en tegenstander van jaap.nl.

Bovendien kan uit de tekst van de schriftelijke steunbetuiging niet worden opgemaakt dat de makelaars het onderhavige kort geding steunen. De steunbetuiging is te algemeen verwoord. Bovendien heeft Plazacasa aangevoerd dat minstens 60 makelaars die op de lijst van de Stichting staan hun steun aan de Stichting hebben uitgesproken, maar ook aan Plazacasa te kennen hebben gegeven geen bezwaar te hebben tegen publicatie van de objectgegevens van bij hen te koop staande woningen.

Ook de meer specifieke steunbetuigingen doen de Voorzieningenrechter niet anders oordelen nu deze ook al in het eerste kort geding door het Hof zijn bekeken en ook het Hof hierdoor niet tot een andere beslissing hebben gevoerd.

De Stichting heeft naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter niet voldaan aan de door het Hof gestelde eisen en is daarmee niet-ontvankelijk in haar vorderingen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5482

Voortvarend handelen bij merkinbreuk

heritage.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 december 2007, KG ZA 07-1224, English Heritage Buildings Limited en English Heritage Buildings Products Limited tegen Heritage Nederland B.V. en Bloemen.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Handelsnaam-, merken- en auteursrecht. Het voortdurende karakter van de merkinbreuk is voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien rechthebbende voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken.

English Heritage houdt zich sinds 1979 bezig met het ontwerpen, produceren en leveren van houten gebouwen, zoals tuinhuizen, garages en stallen. Vanaf oktober 1997 heeft Bloemen als distributeur van English Heritage in Nederland houten gebouwen verkocht in welk kader hij gebruik maakte van de merken en handelsnamen van English Heritage. In mei 2006 eindigt de handelsrelatie tussen partijen. Bloemen start daarop de onderneming Heritage Nederland waarin hij zijn eenmanszaak inbrengt. Heritage Nederland verkoopt houten gebouwen van andere producenten dan English Heritage.

English Heritage vordert, kort gezegd, een verbod op inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten, staking van het gebruik en overdracht van de domeinnaam heritagenederland.nl en een verbod op inbreuk op haar auteursrechten.

Wat betreft de vermeende merkinbreuk door Heritage Nederland in relatie tot het spoedeisend belang overweegt de rechtbank:

“4.6 English Heritage heeft in dit verband niet weersproken dat hij al anderhalf jaar op de hoogte is van de verweten handelingen van Heritage Nederland en dat hij tot dusver geen (rechts)maatregelen heeft getroffen. Evenmin heeft hij omstandigheden aangevoerd die aannemelijk maken dat de gevraagde voorzieningen alsnog spoedeisend zijn geworden. Hij heeft enkel gewezen op het voortdurende karakter van de inbreuk. Dat laatste is in het algemeen voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien de rechthebbende vervolgens voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken. Van dat laatste is geen sprake. Wat er verder zij van het onder 4.4 weergegeven verweer, een en ander afwegend moet worden geoordeeld dat English Heritage onvoldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, voor zover die zijn gebaseerd op zijn merkrechten.

4.7. De rechtbank is van mening dat het voorgaande anders ligt voor de vorderingen die zijn gebaseerd op het handelsnaamrecht en het auteursrecht. Het enkele verweer van Heritage Nederland dat de handelsnamen van English Heritage niet bekend zijn in Nederland gaat niet op. English Heritage heeft in het verleden niet alleen veel geadverteerd in Nederland, Bloemen brengt al vanaf 1997 de producten van English Heritage op de Nederlandse markt. Nu niet is gesteld of gebleken dat Bloemen de producten in Nederland heeft verkocht en geleverd onder eigen naam, is het volstrekt aannemelijk dat de handelsnamen van English Heritage in Nederland in ieder geval enige bekendheid hebben. De inbreuk op het auteursrecht acht de rechtbank erkent, nu Heritage Nederland ter zitting heeft toegegeven dat zij tot voor kort tekeningen van English Heritage op haar website had.”

Gedaagde Bloemen heeft zijn persoonlijke aansprakelijkstelling bestreden omdat de hem verweten handelingen aan Heritage Nederland zouden moeten worden toegerekend. English Heritage heeft de persoonlijke aansprakelijkstelling van Bloemen niet nader gemotiveerd.

De rechtbank stelt English Heritage in het ongelijk en veroordeelt hem volgens de maatstaf van artikel 1019h Rv in de proceskosten. Van de totale door Heritage Nederland opgegeven – en door English Heritage niet bestreden –  proceskosten ad €  30.014,75 excl. BTW rekent de rechtbank de helft toe aan de procedure tegen Bloemen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5370

Paard, natuurlijk

prdnat.gifVzr. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 4 december 2007, zaaknummer / rolnummer: 138654 / KG ZA 07-499, Paard Natuurlijk V.O.F. Kooistra en Veldman tegen Nederlandse Uitgevers Combinatie B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Gedaagde pleegt auteursrechtinbreuk door artikel van eiseressen in haar krant op te nemen in een andere layout en zonder naamsvermelding. Verbod en rectificatie toegewezen.

Paard Natuurlijk c.s. zijn de auteursrechthebbenden van een artikel over “Natuurlijke voeding” dat op hun website www.paardnatuurlijk.nl is geplaatst.

NUC heeft de tekst van dit artikel zonder toestemming van Paard Natuurlijk c.s. opgenomen in het blad HP Vakblad voor de complete paardenbranche. NUC heeft ook de layout van het artikel veranderd en de naam van de auteur weggelaten.

De raadsman van Paard Natuurlijk c.s. heeft NUC gesommeerd geen artikelen van Paard Natuurlijk c.s. meer te publiceren, een voorschot op de geleden schade te vergoeden, en een rectificatie te plaatsen. NUC heeft aan deze sommatie niet voldaan. Vandaar dat Paard Natuurlijk c.s. een kort geding aanhangig heeft gemaakt.

NUC erkent in kort geding dat als aan Paard Natuurlijk een auteursrecht met betrekking tot het gewraakte artikel toekomt zij inbreuk heeft gemaakt. Nu NUC echter niet heeft weersproken dat het artikel op de website van Paard Natuurlijk c.s. staat waarop is aangegeven dat het is geschreven door Paard Natuurlijk c.s., is het volgens de Voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat het auteursrecht aan Paard Natuurlijk c.s. toebehoort. Dat een ander auteursrechthebbende is is voorts niet voldoende door NUC onderbouwd. Het gevorderde verbod wordt dan ook door de Voorzieningenrechter toegewezen.

Het gevorderde voorschot op de geleden schade wordt niet toegewezen. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – aan toewijzing niet in de weg staat. De Voorzieningenrechter is naar voorlopig oordeel van mening dat zowel de materiële schade (verlies aan omzet door minder lezers van het oorspronkelijke artikel) en de immateriële schade (schade aan reputatie door gewijzigde layout en weglaten van de naam van de auteur) niet voldoende vaststaat.

NUC heeft ter zitting verschillende keren aangegeven bereid te zijn een rectificatie te plaatsen in HP Vakblad. Zij heeft daar echter aan toegevoegd dat de door Paard Natuurlijk c.s. verzochte rectificatie te ver gaat, maar zij heeft nagelaten die stelling te onderbouwen. De gevorderde rectificatie wordt dan ook toegewezen.

NUC wordt veroordeeld in de volledige proceskosten van EUR 4.571,25.

Lees het vonnis hier.