DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 11066

Dit soort stoelen vergaand technisch bepaald

In reactie op IEF 11057, een bijdrage van Olaf van Haperen, Kneppelhout & Korthals NV. Inzender staat steeds Dellice Holding Ltd. bij in deze zaak.

In aanvulling en ter correctie van het toch enigszins gekleurde beeld, en dan druk ik mij nog mild uit, dat wordt geschetst in uw bericht inzake “Prior design and bookshelf-like constructions” het volgende. Ik deel de conclusies van de inzender van dit bericht niet, zij vinden ook geen steun in de aard en inhoud van de aangehaalde uitspraken.

Zo wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het OHIM de aangehaalde modelregistraties van Dellice Ltd. uit 2005 (overigens niet toebehorend aan genoemde partij H3) nietig heeft verklaard op basis van enkel het eerdere Tripp Trapp design. Het geschetste beeld, onder andere met tendentieuze aanduidingen als “kopie” stoelen, dat in deze uitspraken bovendien als het ware wel (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Hof Amsterdam inzake de Carlo stoel [red IEF 9475]) juist geoordeeld zou worden over de inbreuktoets (maar dan in modelrechterlijke zin?) is onjuist. Het OHIM heeft zich in deze enkel uitgesproken over de impact van prior art waaronder de Tripp Trapp op de betreffende modelregistraties, niets meer niets minder. Daarbij overweegt het OHIM zelfs ook dat dit soort stoelen vergaand technisch bepaald zijn. Op geen enkele wijze heeft dit een relatie met de in Nederland bij de Hoge Raad aanhangige zaken [red. afgelopen vrijdag pleidooi geweest] betreffende de door het Hof Den Haag en Hof Amsterdam ten nadele van Stokke gewezen arresten inzake de toe te passen auteursrechtelijke inbreuktoets. Overigens wordt appel aangetekend tegen deze uitspraken van OHIM.

IEF 11063

Een meer flexibel auteursrecht?

Op 9 februari 2012 vond op initiatief van het ministerie van Veiligheid & Justitie een met meer dan 150 deelnemers goed bezochte internationale conferentie plaats met als thema ‘Towards flexible copyright?'. Centraal stond de studie van de professoren Hugenholtz (UvA) en Senftleben (VU): ‘Fair use in Europe. In search of flexibilities’. Iedereen lijkt echter wat anders te verstaan onder fair use: welke problemen moeten hoe worden opgelost? Een terugblik en commentaar van Michel Frequin, VOI©E.

1. Op zoek naar meer ruimte voor creatief gebruik
2. Open normen staan haaks op Europese harmonisatie
3. Flexibiliteit noodzakelijk voor behoud draagvlak
4. Nationale oplossingen werken niet online
5. Wat is het probleem?
6. Eerst toestemming, dan innovatie, werkt niet
7. Flexibele zelfregulering vereist

1. Op zoek naar meer ruimte voor creatief gebruik
In zijn openingsspeech benadrukte staatssecretaris Teeven dat voorkomen moet worden dat nieuwe mogelijkheden voor artiesten als Justin Bieber en onze eigen Esmée Denters, die ontdekt zijn en succesvol zijn geworden door hun prestaties op internet te tonen, gehinderd worden door het auteursrecht. De Europese Richtlijn uit 2001 biedt een limitatieve opsomming van beperkingen op het exclusieve auteursrecht om het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken te stimuleren. Als de huidige tijd nu meer ruimte voor creatief gebruik vraagt, dan duurt het te lang om dat op Europees niveau te realiseren. Daarom moeten we volgens Teeven op zoek naar de reeds bestaande beschikbare ruimte om het gebruik te stimuleren, zonder de exploitatiebelangen van auteurs te schaden. Daarom is het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een onderzoek gestart naar de economische consequenties van een meer flexibel auteursrecht.

Teeven gaf aan dat het daarnaast ook van belang is dat het auteursrecht wordt beschermd tegen illegaal gebruik. Vanwege de oppositie in de Kamer tegen voorgenomen maatregelen tegen downloaden uit evident illegale bron verzuchtte de staatssecretaris dat – als het aan het ministerie ligt – het auteursrecht zeker een plaats krijgt in een volgend regeerakkoord.

Staatssecretaris Teeven heeft de Tweede Kamer beloofd om met een regeringsstandpunt over dit onderwerp te komen na dit congres en na kennisname van het advies ter zake van de Commissie Auteursrecht. Naar verluidt verwacht de Commissie nog een aantal weken nodig te hebben voor dit advies.

2. Open normen staan haaks op Europese harmonisatie
Maria Martin-Prat, hoofd van de eenheid copyright van DG Interne Markt van de Europese Commissie, ziet echter niets in nationale oplossingen. Volgens haar is er al veel bereikt met harmonisatie in Europa, met een gemeenschappelijke basis aan richtlijnen die gelden voor 28 lidstaten. Wat de beperkingen op het auteursrecht betreft is er één verplichte uitzondering (voor de tijdelijke technische kopie) en zijn er 20 optionele bepalingen, die voldoende ruimte laten voor de lidstaten. Aanvullingen zijn mogelijk, zoals momenteel worden besproken voor de verweesde werken, maar dan wel in Europees overleg. Maar open normen staan volgens Martin-Prat haaks op de gewenste harmonisatie in 28 lidstaten.

3. Flexibiliteit noodzakelijk voor behoud draagvlak
Uit de presentaties van de professoren Hugenholtz en Senftleben wordt duidelijk dat zij niet pleiten voor invoering van het Angelsaksische fair use systeem. De dynamische internetwereld vraagt om meer flexibiliteit voor de nationale auteursrechtsystemen in Europa. Harmonisering via een nieuwe richtlijn, en bij voorkeur via een Europese Auteurswet, moet zeker gaan gebeuren, maar zal minstens tien jaar vergen. Vandaar de oproep aan de lidstaten om maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden en ruimte die de huidige in de richtlijn genoemde beperkingen al bieden, want die mogelijkheden en ruimte zijn nog niet overal benut. Hugenholtz en Senftleben denken daarbij aan een bredere onderwijsexceptie en een ruimere toepassing van het citaatrecht, met name voor het gebruik door zoekmachines. Daarnaast betogen zij dat het de lidstaten vrij staat om het recht op het maken van een bewerking zodanig aan te passen dat hiermee ruimte wordt geboden voor de zogenaamde ‘user generated content’. Het recht op bewerking is niet aan de orde geweest in de richtlijn uit 2001 en dat zou de lidstaten de ruimte bieden voor nationale oplossingen. Op termijn is daarvan wel weer harmonisering gewenst, maar als de lidstaten alvast nationaal beginnen, zou dat later op basis van best practices wel weer worden geharmoniseerd. Volgens Bernt Hugenholtz is het introduceren van meer flexibiliteit noodzakelijk voor het behoud van het draagvlak voor het auteursrecht.

In feite roepen zij de lidstaten op om de auteursrechtrichtlijn 2001 opnieuw te implementeren, daarbij de drie-stappen-toets (nodig, niet schadelijk voor de exploitatie en voor de maker) niet alleen restrictief te hanteren en het Europese Hof uit te dagen te oordelen over verruimingen.

4. Nationale oplossingen werken niet online
Het wetenschappelijke tegengeluid kwam van de Franse professor Valérie-Laure Benabou. Zij vindt het huidige stelsel al behoorlijk flexibel en ze is sceptisch over nationale uitwerkingen. Dat leidt tot niet-geharmoniseerde resultaten en dat werkt volgens haar niet online. De oplossing voor een te restrictief auteursrecht in bepaalde gevallen ligt vaak buiten het auteursrecht, namelijk in het civiele recht (onrechtmatige daad, contractenrecht), en daar is volgens haar niets mis mee: het auteursrecht maakt immers deel uit van het privaatrecht. Ook de weg van het creëren van ruimte via jurisprudentie kost vaak vele jaren, terwijl het vaak maar een beperkt effect heeft.

5. Wat is het probleem?
De titel van het congres bevatte een vraagteken. Is dat vraagteken weggenomen? De belangrijkste vraag voor veel deelnemers bleef toch wat er nu misgaat? Welke voorbeelden zijn getoond, waaruit de noodzaak blijkt dat de nationale wetgever zou moeten ingrijpen om problemen met de toegang tot informatie of met de verspreiding van nieuwe werken of van creatief hergebruik te voorkomen?

Misschien is Nederland daarbij ook wel een slecht voorbeeld, omdat de Nederlandse regering bij de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn in 2004 al de grenzen van de beperkingen heeft opgezocht.

Teeven begon met Justin Bieber en Esmée Denters, maar die zijn er toch gekomen zonder dat het auteursrecht hun een strobreed in de weg legde.

User generated content wordt vaak genoemd, maar dat is zo langzamerhand wel een containerbegrip geworden. Wikipedia is in ieder geval heel succesvol ondanks het auteursrecht. Het probleem met de door Hugenholtz en Senftleben aangedragen voorbeelden is dat in al die voorbeelden het auteursrecht in feite geen probleem vormde. Want óf er is geen probleem van gemaakt, óf de rechter vond een weg om het gewenste gebruik toe te staan. Niet altijd binnen het auteursrecht, maar met gebruikmaking van andere (grond)rechten. De vraag is of dat voor de praktijk erg is?

6. Eerst toestemming, dan innovatie, werkt niet
Dan is het interessant om te luisteren naar Fred von Lohmann, de senior copyright counsel van Google. Volgens Von Lohmann staan we pas aan het begin van de ontwikkelingen. De auteursrechtwereld worstelt nu al met tal van vraagstukken die zijn opgekomen, maar hoe zit het met de voorbeelden van morgen, die nog niet uitgevonden zijn maar razendsnel kunnen opkomen?

Auteursrecht is een belangrijk beleidsthema geworden voor innovatie. Er zullen nog heel veel nieuwe toepassingen komen die gebaseerd zijn op het indexeren. Om dat soort nieuwe diensten mogelijk te maken moet van alles op het internet eerst worden gekopieerd. Echter, eerst toestemming verwerven en daarna innoveren werkt niet, dat houdt innovatie tegen. Innovatie is ook in het belang van rechthebbenden. Wanneer de nieuwe dienst er eenmaal is en succesvol is, kunnen afspraken worden gemaakt met de rechthebbenden, zoals dat met YouTube is gebeurd.

7. Flexibele zelfregulering vereist
Dat brengt ons terug bij de vraag: wat is fair use, of wat is een meer flexibel auteursrecht, wat moet het regelen? Het leidt er in ieder geval toe dat in minder gevallen dan nu vooraf toestemming moet worden gevraagd aan rechthebbenden voor het gebruik van hun werk en/of prestaties. Als het aan de piratenpartij ligt betekent het vrij en gratis gebruik van alles wat op internet verschijnt. Dat is volgens Hugenholtz en Senftleben in ieder geval niet de bedoeling.

Volgens een Kamermeerderheid zou het moeten gaan over het niet-commercieel (opnieuw) openbaar maken*. Hugenholtz en Senftleben willen ook helemaal niet zo ver gaan. Zij denken vooral aan vergelijkbaar gebruik wat in bestaande beperkingen is geregeld, binnen dezelfde voorwaarden.

Google is echter feitelijk op zoek naar een soort tijdelijke vrijstelling van auteursrecht om innovaties niet in de kiem te smoren, waarna na gebleken succes op basis van het auteursrecht met de rechthebbenden kan worden afgerekend.

Het is de vraag of daar wetgeving voor nodig is. Dan is de suggestie van Mark Seeley (senior vice president & general counsel Elsevier) beter om de belanghebbende partijen via zelfregulering afspraken te laten maken, desnoods met enige druk van de overheid (‘co-regulering’). In de Verenigde Staten en in Europa zijn daarvan al goede voorbeelden te vinden.

Gaan we weer terug naar Justin Bieber en Esmée Denters. Zij gebruikten muziek van anderen om zichzelf te presenteren op YouTube. Zij zijn daarin niet tegengehouden door de rechthebbenden. YouTube is onder druk gezet om rechten te regelen, maar is nooit uit de lucht gehaald. Nu heeft YouTube regelingen getroffen met o.a. Buma/Stemra, waardoor nieuwe sterren in de dop muziek van anderen op YouTube kunnen gebruiken.

Google heeft dus gelijk dat als het eenmaal werkt, dat het dan profijtelijk kan zijn voor rechthebbenden. Echter, het gebruik wettelijk toestaan onder een fair use uitzondering werkt voor de rechthebbenden contraproductief, want dan komt er ook nooit meer een regeling. Er moet dus een deal worden gesloten om het gebruik tijdelijk gratis of tegen een beperkte vergoeding toe te staan, met de afspraak na gebleken succes de rechthebbenden naar rato mee te laten profiteren. Dat kan een wetgever dus beter niet regelen, maar aan zelfregulering overlaten. Daar waar dat niet opschiet, zou de overheid de zelfregulering een handje kunnen helpen. De rechthebbenden doen er ondertussen goed aan na te denken over dergelijke flexibele oplossingen en we zien al initiatieven in deze richting**. Wat dat betreft leverde deze conferentie, bekwaam geleid door Arda Gerkens, een inspirerende dag op. Kortom een geslaagd initiatief van ons ministerie van Veiligheid & Justitie.

Lees hier de speech van de staatssecretaris en de teksten van alle presentaties.
* In een door de Tweede Kamer aangenomen motie van CDA, GroenLinks en SP wordt de regering verzocht in Europees verband te pleiten voor een fair-use-uitzondering op het vragen van een vergoeding bij hernieuwde openbaarmaking door "not-for-profit"-organisaties.
** Het Nederlands Uitgeversverbond bepleit in een brief aan staatssecretaris Teeven overleg over praktische oplossingen naar aanleiding van congres.

IEF 11062

Om te lezen: Communication to the public

E. Bonadio & M. Santo, 'Communication to the Public' in FAPL v QC Leisure and Murphy v Media Protection Services (C-403/08 and C-429/08) (2012)'. European Intellectual Property Review, Issue 4, pp. 277-279, 2012.

On 4 October 2011 the Court of Justice of the European Union released its decision in FAPL v QC Leisure and Murphy v Media Protection Services (Joined Cases C-403/08 and C-429/08 [IEF 10286] ). Amongst the many aspects dealt with, the Court gave its interpretation of ‘communication to the public’ under Article 3(1) of the Info Society Directive and concluded that the showing of live Premier League matches in pubs does amount to such communication.

Meer over de "mededeling aan het publiek".
Hotelkamergelden (arrest - IEF 11046),
Wachtkamergelden (arrest - IEF 11045), met reactie Dirk Visser [IEF 11056]

IEF 11059

Geluidsopnames Zeist 2012 AIPPI-Symposium

Luister hieronder naar de opnames van het VIE / AIPPI-Symposium van 14 maart 2012. 
Met dank aan het Eggens Instituut en de VIE / AIPPI.


Voor de samenstelling van de Jury, debatpanels en datum van de volgende editie, lees verder.

Presentatie Jan Pieter Hustinx is opvraagbaar via mail.

De Jury van de VIE-prijs bestond uit de volgende leden:
Mr. Josine Fasseur- van Santen, Vice-President Gerechtshof Den Haag (juryvoorzitter) 
Prof. mr. Charles Gielen, Nauta Dutilh en Universiteit Groningen, 
Dr. Jeroen den Hartog, Hoyng Monegier

Debat I: Handhaving van een standaard-essentieel octrooi: FRAND-licentie of verbod? 
mr. Bart van den Broek, Hoyng Monegier (voorzitter)
mr. Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek 
mr. Klaas Bisschop, HoganLovells

Debat II: De aansprakelijkheid van veilingsites
Mr. Ernst Numann, Hoge Raad der Nederlanden (voorzitter)
Mr. Remy Chavannes, Brinkhof 
Mr. Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen

Debat III: Bescherming van vormen door het merkenrecht
prof. mr. Charles Gielen, Nauta Dutilh en Universiteit Groningen (voorzitter)
mr. Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen 
mevr. mr. Marlous Stal-Hilders, Nederlandsch Octrooibureau

Agenda: In 2013 zal de 29e editie van het VIE / AIPPI-symposium te Zeist plaatsvinden op 13 maart 2013.

IEF 11056

Het is lente in ogen van de Turijnse tandartsassistente

Citeersuggestie: D.J.G. Visser, Het is lente in ogen van de Turijnse tandartsassistente, IEF 11056.

Marco del Corso, de tandarts in Turijn, met zijn assistentes. (bron: https://www.studiodelcorso.com/)

Een bijdrage van Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap, Universiteit Leiden. Reacties welkom dirk.visser@kmvs.nl!

Het is zover. De zon breekt door en het Hof EU begint casuïstisch te rommelen met het begrip “mededeling aan het publiek”.

SCF /Marco Del Corso HvJ EU 15 maart 2012 (C‑135/10) en Phonographic Performance /Ierland, HvJ EU 15 maart 2012 (C‑162/10) [red. IEF 11045]

Na in zijn arrest-Airfield (C‑431/09) (iedere?) “interventie” waardoor een ruimer publiek wordt bereikt als ‘mededeling aan het publiek’ te bestempelen rekt het Hof EU het begrip mededeling aan het publiek enerzijds nu weer verder op, terwijl het aan de ander kant juist wordt ingeperkt.
In SCF /Marco Del Corsokomt het Hof nu met een beperkende interpretatie van het begrip “publiek”.

De clientèle van een Italiaanse tandarts die muziek laat horen in zijn wachtkamer is geen auteursrechtelijk relevant publiek. Want het is een stabiele groep, het is een kleine groep, die bovendien niet steeds dezelfde fonogrammen hoort. Niemand gaat naar de tandarts om naar muziek te luisteren. De tandarts kan niet redelijkerwijs verwachten dat hij door het draaien van muziek meer klanten krijgt. Het laten horen van muziek heeft dus geen invloed op het inkomen van de tandarts. Dus is er geen winstoogmerk en dus is het geen mededeling aan het publiek (ov. 95-100).

Geen publiek, geen winstoogmerk, geen “extra dienst die wordt verleend om er een bepaald voordeel uit te trekken”, geen ‘mededeling aan het publiek’.

Het aantal vragen dat dit oproept is nauwelijks te overzien.

Zijn werknemers een publiek? Heeft de werkgever een winstoogmerk als hij zijn werknemers naar muziek laat luisteren? Zo ja, waarom die tandarts dan niet? Hoe zit het met de stabiele groep Willem Drees-huis bejaarden? Hoe zit het met de begrafenissen bekend van Hille/Buma?

Ik houd me aanbevolen voor suggesties voor nog veel meer vragen

In de zaak Phonographic Performance /Ierland gaat de onduidelijkheid juist de ander kant op, richting verruiming. In die zaak gaat het om de vraag of radio en tv-doorgifte naar hotelkamers én het beschikbaar stellen van afspeelapparatuur en fysieke dragers met muziek onder ‘mededeling aan het publiek’ valt. De vraag wordt gesteld in de context van het nabuurrechtelijke openbaarmakingsbegrip van artikel 8 lid 2 verhuur-, leenrecht en naburige rechten richtlijn 2006/115. Maar het antwoord is evengoed van toepassing op de auteursrechtelijke mededeling aan het publiek.

Het antwoord op eerste de vraag, met betrekking tot radio en tv-doorgifte naar hotelkamers, is niet verrassend. Dat daarbij sprake is van mededeling aan het publiek was duidelijk sinds het arrest-Rafael Hoteles (C-306/05).

De tweede vraag was echter wel belangrijk. Het Hof oordeelt nu dat het beschikbaar stellen van afspeelapparatuur en fysieke dragers met muziek óók onder het begrip mededeling aan het publiek valt.

Het Hof overweegt: “Uit het feit dat een hotelexploitant zijn gastenkamers uitrust met dergelijke afspeelapparatuur en er fonogrammen beschikbaar stelt, en zijn gasten zodoende de twee elementen verschaft die noodzakelijk zijn om van de betrokken werken kennis te kunnen nemen, blijkt dat deze werken voor zijn gasten niet toegankelijk zijn zonder zijn tussenkomst . De hotelexploitant heeft dus een centrale rol” (ov. 67).

Dit is een benadering die we zo nog niet kenden:
1. de hotelexploitant verschaft twee fysieke ‘elementen’, te weten de afspeelapparatuur en de fonogrammen.
2. die twee elementen zijn noodzakelijk om van de betrokken werken kennis te kunnen nemen
dus:
de werken zijn niet toegankelijk voor de gasten zonder de ‘tussenkomst’ van de hoteleigenaar, die een centrale rol speelt.

En dus is er sprake van een ‘mededeling aan het publiek’.

Waarom roept dit vragen op?

Ten eerste is dit een doorkruising van het traditionele onderscheid tussen wat wij in Nederland materieel en immaterieel openbaar maken noemen. Het beschikbaar stellen van fysieke dragers valt in de Nederlandse en Europese systematiek onder het verspreidingsrecht respectievelijk het distributierecht en in geval van tijdelijke beschikbaar stelling onder het verhuur- of leenrecht.

Dit beschikbaar stellen van cd’s op hotelkamers wordt nu echter ingedeeld bij de mededeling aan het publiek, die traditioneel en systematisch alleen ziet op de uitzending, de vertoning of het ten gehore brengen ter plaatse en (in ieder geval in het auteursrecht) op on demand situaties.

Ten tweede komt de vraag aan de orde of deze vorm van mededeling aan het publiek in het naburig recht nu onder de vergoedingsaanspraak van Sena (art. 7 WNR) valt of onder het individuele verbodsrecht. Bijkomende sub-vragen: Hoe moet de eventuele billijke vergoeding voor deze mededeling aan het publiek worden berekend? Vallen on demand situaties voortaan ook onder het Sena-recht? (Volgens de tekst van de WNR niet).

Ten derde is er natuurlijk de vraag welke andere ‘interventies’ die er toe leiden dat mensen kennis nemen van werken nu als ‘mededeling aan het publiek’ kunnen worden gekwalificeerd.

Is het verhuren van settop-boxen een mededeling aan het publiek? Is het verkopen van zowel cd’s als cd’s spelers een mededeling aan het publiek? Is het exploiteren van een internet-café met pc’s en wifi een mededeling aan het publiek? Het ophangen van schilderijen in musea? Het tentoonstellen van meubelen in een warenhuis? Dat laatste is geen ‘distributie’, blijkens het Peek & Cloppenburg arrest (C-456/06), maar is het misschien een ‘mededeling aan het publiek’? Het verhuren van gebruiksvoorwerpen en gebouwen? Dat valt weer niet onder het verhuurrecht, maar is het misschien een ‘mededeling aan het publiek’?

Waarschijnlijk moeten veel van deze vragen ontkennend beantwoord worden, omdat dat voortvloeit uit het systeem van de regelgeving en de vermoedelijke bedoeling van de regelgever.

Maar hoe het Hof EU die ontkennende beantwoording gaat vormgeven is de vraag. Wij wachten met angst en beven op het moment dat het Hof in navolging van het merkenrecht ‘de functies van het auteursrecht’ gaat ontdekken en daar vervolgens onvoorspelbaar mee aan de slag gaat.

Gelukkig schijnt de zon. (Wat ons weer doet denken aan “Wasserij De Zon”).


Lees ook
Overzicht auteursrechtpraktijk (IEF 10559)
IE-Forum 11090 (prof. Visser, Een tandarts zonder winstoogmerk)
IEF 11045 (Wachtkamergelde (arres))
IEF 11056 (Het is lente in de ogen van de Turijnse tandartsassistente)
IPKat (From Curia to Caries: music to the public in the dentist's chair, incl. tandartsmuzieksuggesties)
KluwerCopyrightBlog (Music broadcasting at the dentist’s and in hotel rooms: any right to an equitable remuneration for the phonogram producers? The CJEU clarifies the notion of “communication to the public”Music broadcasting at the dentist’s and in hotel rooms: any right to an equitable remuneration for the phonogram producers? The CJEU clarifies the notion of “communication to the public”)
Wieringa Advocaten (HvJEU: beschikbaar stellen van CD + afspeelapparatuur = openbaarmaking (en tandartsbezoekers zijn geen publiek) - I) + deel II)

IEF 11052

IViR/CIER annotatie Scarlet/Sabam

F.J. Borgesius en S. Kulk, Annotatie bij Hof van Justitie 24 november 2011 (Scarlet / Sabam), Mediaforum, 2012-3, p. 93-100.

Bijdrage ingezonden door Frederik Borgesius, IViR en Stefan Kulk, CIER.

Het arrest laat opnieuw zien dat het recht op intellectuele eigendom in het unierecht tot grondrecht is verheven. Het Hof bevestigt echter ook dat het recht op intellectuele eigendom geen absoluut recht is.
Verder weten we nu dat een vergaande filterverplichting zoals waar Sabam om vroeg niet te rijmen is met de E-Commercerichtlijn. Deze inzichten zijn welkom, maar niet verbazend.

Het is na dit arrest niet uitgesloten dat internetaanbieders filtersystemen gebruiken om file sharing tegen te gaan. Het arrest laat de mogelijkheid bestaan dat internetaanbieders verplicht worden tot een meer specifieke filteropdracht, bijvoorbeeld door het systeem te richten op bepaalde internetgebruikers. Internetaanbieders kunnen ook vrijwillig afspraken maken met rechthebbenden. De Europese Commissie moedigde onlangs internetaanbieders en auteursrechthebbenden aan om samen de strijd aan te gaan tegen file sharing. Het is dan nog maar de vraag of de rechten van internetgebruikers worden gerespecteerd.

In de grondrechtenafweging benadrukt het Hof de ondernemersvrijheid van de internetaanbieder. Als filtersystemen in de toekomst goedkoper en eenvoudiger te implementeren worden, dan zal het ‘recht op ondernemersvrijheid’ minder gewicht in de schaal leggen. De balans tussen enerzijds het auteursrecht, en anderzijds de grondrechten van de internetaanbieder en internetgebruikers kan dan anders uitslaan.

Kortom, hoewel het arrest in deze specifieke zaak niet onredelijk is en het Hof in zijn analyse verder gaat dan strikt noodzakelijk, is het jammer dat het Hof zich niet duidelijker uitspreekt over de grondrechten van internetgebruikers. Een aantal belangrijke vragen blijven onbeantwoord. Hoe verhouden filtersystemen zich tot de informatievrijheid, tot het communicatiegeheim en tot het recht op respect voor het privé-leven? Moet deep packet inspection überhaupt wel overwogen worden om een particuliere organisatie te helpen met handhaving van auteursrechten? Waar de balans moet liggen tussen de rechten van internetgebruikers, internetaanbieders en auteursrechthebbenden is helaas niet veel duidelijker geworden.

Stefan Kulk & Frederik Zuiderveen Borgesius

IEF 11051

Boekaankondiging: Copyright Law in the Making

Sylvia Kierkegaard & Willem Grosheide (eds.), Copyright Law in the Making. Chinese and European Perspectives, CO-REACH IPR in the New Media, 2012.- order by email

Inhoudsopgave. Reform of intellectual property law to suit the needs of the Internet age is a major issue in both the EU and China. Governments are facing the growing challenge of finding a balance between copyright protection in the digital environment and access to information. The Copyright Law in the Making – Chinese and European Perspectives sought to contribute towards the identification and resolution of the most important issues relating to the application and enforcement of intellectual property rights within an on-line context through enhancement of knowledge on issues of copyright law, regulatory choice and methods of comparative research.

"This book is a welcome attempt to do a comparative analysis of EU and Chinese copyright Laws and the approach that the EU and China has taken to this particular branch of IP law. It will be a valuable source of reference in shaping future developments and for practitioner who specialise in copyright law."

IEF 11038

Geschriftenbescherming voor databanken uitgesloten: Geen groot nieuws

T. Cohen Jehoram, 'Copyright in non-original-writings. Past – present – future?', in: J.J.C. Kabel & G.J.H.M. Mom, Intellectual property and Information Law. Den Haag: Kluwer Law International 1998.

Met bijgaand commentaar van Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Commentaren [red. bijv. IEF 11002] die suggereren dat het groot nieuws is dat de geschriftenbescherming voor databanken uitgesloten is als gevolg van het Football Dataco arrest [red. IEF 10977]. Dat is het natuurlijk niet. Ik hecht aan een artikel uit 1998. Zie met name pagina 107-108:

The Present: the tide does, however, seem to have turned on the pseudo-copyright in non-original writings.

Software Directive
The first indications thereof can be found in the Software Directive. This directive set an important precedent for exclusively originality-based copyright protection. Article 1 paragraph 2 of that directive states that the idea and principle contained in computer prorams and in interfaces are not protected. Furthermore a computer program will be copyright protected (par. 3) only if it is original in the sense that it constitutes the author's own intellectual creation. No other criteria may be applied to determine the eligibility of a computer program for this protection. This made it perfectly clear that copyright protection for non-original computer programs would not be allowed under the directive. In the Netherlands, this subject hadled to a fiery dispute about a pseudo-copyright protection for computer programs. With the implementation of the Software Directive, computer programs were excluded from pseudo-copyright in the Dutch Copyright Act, simply by stating that computer programs arer not part of 'all other writings'.

Database Directive

During that time, the need for protection of database became more urgent. After the Feist decision it became clear to the negotiators working on the European Database Directiv that copyright is not the proper tool with which to protect databases. The Database Directive therefore contains a sui generi protection for those databases that are not original. This directive in a first draft only related to electronic databases, but now covers all collections of works, data or other independent elements that are organized systematically or methodically, and that can be accessed through electronic eans or in any other way. This is a broad definition of databases. Indeed it seems to cover all non-original writing to which pseudo-copyright has been granted in the Netherlands. If the obtaining, the checking or th presentation of the content of a database in respect of quality or quantity represents a substantial investment, then sui generis protection is granted. This seems to create a protection for all the non-original writings that have been considered worthy of protection under the pseudo-copyright. If non substantial investment was made, protection falls outside the quintessence of the copyright protection in non-original writings. Therefore, with the implementation of the Database Directive the needd for such a pseudo-copyright protection seems to have disappeared.

IEF 11033

Teeven steunt sterker toezicht op auteursrechtorganisaties

Toezicht op CBO's Uit't persbericht: De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven aanvaard voor een breder en sterker toezicht op de zogeheten collectieve beheersorganisaties die zich bezighouden met de incasso, het beheer en de verdeling van vergoedingen voor bijvoorbeeld film en muziek. Ook komt er een toetsing vooraf van eenzijdige tariefstijgingen door het College van Toezicht Auteursrechten in combinatie met een individuele toetsing door de geschillencommissie of rechter achteraf. Update 14 maart: NOS-item; werkwijze Buma/Stemra wordt transparanter; zie de Handelingen II voor verslag.

Het College van Toezicht controleert nu vijf collectieve beheersorganisaties met een wettelijke taak. Dat zijn de vereniging Buma, de Stichting Exploitatie Naburige Rechten (Sena) alsmede de stichtingen De Thuiskopie, Leenrecht en Reprorecht. Straks houdt het College ook toezicht op organisaties die op vrijwillige basis gelden innen of verdelen, zoals Videma en de Stichting Naburige Rechtenorganisatie voor Musici en Acteurs (Norma).

De nieuwe wet schept een strak kwaliteitskader voor en zal leiden tot meer transparantie bij de activiteiten van de auteursrechtorganisaties, zodat ze beter kunnen worden gecontroleerd. Het groeiende economische belang van de sector rechtvaardigt een veel sterker onafhankelijk toezicht op de activiteiten van deze instanties, aldus Teeven.

Straks moet het College vooraf instemmen met een eenzijdige stijging van de tarieven en moeten de tarieven, de licentievoorwaarden, kortingsregelingen, de beheerskosten en nevenfuncties van de bestuurders openbaar worden gemaakt. Ook wordt het mogelijk om grenzen te stellen aan de beheerskosten van de auteursrechtorganisaties, worden topsalarissen aangepakt en mag het College zonodig een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete opleggen. Boetes kunnen oplopen tot 5% van de jaarlijkse incasso.

Ten slotte wordt voorzien in een snelle, gespecialiseerde en laagdrempelige afdoening van tariefgeschillen door de aanwijzing van een onafhankelijke Geschillencommissie auteursrecht. Bedrijven die klachten hebben over de hoogte van hun rekening kunnen daar straks terecht voor een snelle afdoening van hun bezwaren.

Met de maatregelen van de bewindsman kent straks ook de auteursrechtsector een sectorbreed en onafhankelijk kwaliteitstoezicht, met inbegrip van een concrete tarieventoetsing in het individuele geval door een Geschillencommissie.

IEF 11017

Kunst & IE-Recht

Van Abbemuseum Eindhoven, 5 april 2012 van 14.00 tot 17.15 uur, volledige uitnodiging.

Op donderdag 5 april 2012 organiseert deLex, uitgever van onder meer IE-Forum.nl, een interessante themamiddag op de scheidslijn van Intellectuele Eigendomsrechten en de wereld van de Kunst. Tijdens deze bijeenkomst brengen juridisch adviseur en raadsheer-plv. mr. René Klomp en advocaat mr. Marianne Korpershoek u op de hoogte van actuele ontwikkelingen in o.a. het intellectuele eigendomsrecht, valse kunst, volgrecht.

Het evenement zal geheel in stijl plaatsvinden in het Van Abbemuseum te Eindhoven. Aansluitend heeft u de gelegenheid na te borrelen en het museum te bezoeken tijdens de avondopenstelling.

Aanmelden hier

Hof Den Bosch (Duijssens/Broeren) IEF 10502
Auteursrecht op figuren op schilderijen / slaafse nabootsing. Over de bescherming van karakters.

Hof Den Bosch (Canvas-Transfer) IEF 10737
Middels een chemisch procedé wordt een afbeelding van kunstenaars als Matisse, Picasso en Miro van een poster (waarvoor licentie is betaald) overgezet op een canvasdrager. Auteursrechtelijk is dit niet toegestaan.

Kosten
Deelname per persoon € 325 (excl. BTW).
Sponsors van IE-Forum / ITenRecht / Reclameboek € 285 (excl. BTW).
Leden rechterlijke macht / wetenschappelijk personeel (fulltime) € 95 (excl. BTW).
Geen jurist? Stuurt u dan een email voor de speciale voorwaarden: dsterenborg@delex.nl.
Hierin zijn begrepen de kosten koffie, thee, documentatie, vrij bezoek Van Abbemuseum en de borrel.