Auteursrecht  

IEF 13946

Green Streaming

Bart Wirtz, 'Green Streaming', Muziekwereld 2, 2014: 20 juni.
Ik zit met een dilemma. Of laat ik beginnen te zeggen dat ik eerst blij verrast was, en in een later stadium pas aan het wankelen werd gebracht. Het zit zo. Op Spotify kun je zien hoeveel een track van een bepaalde artiest gestreamd is. Toen ik er achter kwam dat een stuk van mij ongeveer 200.000 keer was beluisterd, werd ik meteen vrolijk en heb in mijn enthousiasme Buma/Stemra gebeld om te vragen hoeveel dat dan ongeveer zou opleveren. Zij lieten mij weten dat er met Spotify een percentage is onderhandeld dat uitkomt op 0,00001137 cent per gespeelde track. Met mijn getemperde blijdschap ben ik toen van mijn 2 welverdiende euro’s een espresso gaan kopen.

(...) Samen met mijn collega en mede-radiopresentator Rolf Delfos kwam ik daarom op het volgende idee: ‘Green Streaming’, een muziekplatform à la Spotify maar dan geënt op het idee van ‘groene stroom’. Het idee is dat de gebruiker er zeker van is dat het maandelijkse contributiebedrag goed terecht komt; bij de muzikanten dus. Het betekent tegelijkertijd dat het voor het grootste deel ook geïnitieerd moet worden door muzikanten zodat er een eerlijk 1 op 1 en transparent systeem ontstaat. Het lastige is dat een concurrent van Spotify met voldoende aanbod alleen is op te zetten met toestemming van de aandeelhouders van Spotify, te weten: de grote platenmaatschappijen. De oude economie dicteert nog altijd de nieuwe en houdt een concurrerend model met een andere verdeling van de opbrengsten tegen. Dit komt omdat de Europese Richtlijn die maatschappijen feitelijk een monopolie op on demand digitale diensten heeft gegeven.

Bovendien hebben veel Spotifygebruikers er geen idéé van dat hun geld niet bij de muzikanten terecht komt. Het heeft wat mij betreft dus prioriteit om dat bewustzijn te creëren. Ik weet niet hoe jullie er over denken, maar het lijkt mij goed om de financiële misstanden van dit systeem breed uit te meten. Het is belangrijk dat musici de voorstellen van de muzikantenbonden om de macht van de major platenmaatschappijen te doorbreken steunen, zich laten horen en mensen erop wijzen dat het beter kan en moet. En het zou wenselijk zijn als ook de platenlabels zich mengen in deze discussie zodat - en misschien hebben sommige grootverdieners hier geen zin in - er meer openheid komt over de gang van zaken. Want voor mij is er ook nog heel veel onduidelijk. Ik weet alleen dat ik 10 euro per maand neertel en dat ik van de 200.000 streams slechts mijn iets te bittere espresso kan betalen.

Bart Wirtz

IEF 13945

Sublicentienemer Bollywoodfilms succesvol tegen illegale dvd-verkoop

Rechtbank Den Haag 24 juli 2013, IEF 13945 (Dasoptical tegen KMI)
Auteursrecht. Sublicentie. Bollywood. Dasoptical exploiteert geluids- en beelddragers, met name op het gebied van Bollywoodfilms, en heeft van 2006 tot 2008 samengewerkt met KMI. Adlabs heeft een exclusief mondiaal licentierecht van verschillende auteursrechthebbende van Bollywoodfilms verkregen. Dasoptical heeft een exclusieve sublicentie voor Europa om de films te exploiteren en auteursrechten te handhaven. KMI verhandelt illegale kopieën en maakt volgens de rechtbank inbreuk, staking wordt bevolen evenals toekenning van winstafdracht ex artikel 27a AW.

De beoordeling
Licentie- en handhavingsrechten
4.11. Uit de documenten blijkt voldoende duidelijk dat [X] voor de films beschikt over exclusieve licentierechten voor Europa behalve het Verenigd Koninkrijk en dat hij het recht heeft bedongen om op eigen naam op te treden tegen inbreuk op de auteursrechten. Dit volgt uit de aanhef van de hiervoor in 3.6 vermelde enforcement of copyright aktes waarin de betreffende producenten bevestigen dat [X] deze rechten heeft.
4.12. Terecht wijst [X] op de zinsnede ‘In case during and because of such infringement proceedings the Courts accord any compensation, this will only be due to DASOPTICAL’ die in de enforcement of copyright aktes staat. Uit deze zinsnede gelezen in samenhang met de aanhef van de aktes, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [X] daarmee het recht heeft bedongen om rechtstreeks de door hem als licentienemer geleden schade vergoed te krijgen.

Inbreuk

4.21 De rechtbank verwerpt ook dit verweer van KMI. KMI betwist dat een film, inclusief alle geluidskanalen en al het bonusmateriaal, niet in zijn geheel op een dvd 5 format past, zoals [X] heeft gesteld, maar heeft die betwisting niet onderbouwd. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij. Ook als juist is, zoals KMI stelt, dat van iedere film meerdere originele versies zijn gemaakt van de hoesjes en van de dvd’s die niet met de Dasoptical dvd’s overeenstemmen, zodat niet gezegd kan worden dat gelet op het verschillende uiterlijk van de Dasoptical dvd’s en de KMI dvd’s sprake moet zijn van illegale dvd’s, baat dit verweer KMI niet. KMI heeft immers niet betwist dat de KMI dvd’s van het dvd 5 format zijn en dat daarop wel de films staan maar met een slechtere
geluidskwaliteit terwijl bonusmateriaal ontbreekt. Tot slot verwerpt de rechtbank het betoog van KMI dat het wel moet gaan om originele dvd’s omdat de naam van de producent op de KMI dvd’s staat vermeld. Met [X] is de rechtbank van oordeel dat als de (hoezen van de) dvd’s zijn nagemaakt dat dan juist ook de naam van de producent op die hoes wordt vermeld. Nu KMI heeft nagelaten nader te onderbouwen waarom de vermelding van de producent op de hoes enig bewijs oplevert dat het gaat om originele van de producent of zijn
distributeur afkomstige dvd’s, wordt aan dit argument voorbijgegaan.

4.28. Het door [X] gevorderde bevel om rekening en verantwoording af te leggen over het aantal verhandelde inbreukmakende dvd’s, de door KMI gehanteerde verkoopprijs en de door haar gemaakte winst is op grond van artikel 27a Aw toewijsbaar. (…)
IEF 13944

Kenmerken ingraaftrampoline zijn technisch en functioneel

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 juni 2014, IEF 13944 (Dutch Toys Group tegen Tol outdoor Leisure)
Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, De Gier|Stam & advocaten. Niet-geregistreerd modellenrecht. Auteursrecht. DTG heeft een ingraaftrampoline op de markt gebracht onder de naam EXIT InTerra. Avyna biedt ook een (ingraaf)trampoline aan onder de naam Pro-Line Model 1 en 2, waarop zij door DTG wordt aangesproken. Avyna geeft gemotiveerd aan dat door DTG genoemde kenmerken technisch en functioneel bepaald zijn; de verbinding van telkens twee poten ligt voor de hand omdat daarmee stabiliteit wordt verkregen en onnodig materiaalgebruik wordt voorkomen. De vorderingen worden afgewezen.

 

4.8. De verbinding tussen de poten draagt zonder twijfel bij aan de stabiliteit van het frame van de trampoline. Dit geeft DTG bij kenmerk e) ook zelf aan (Dit heeft als voordeel dat de krachten op het frame worden verdeeld tijdens het springen op de trampoline). Verbinding van telkens twee poten ligt voorshands oordelend voor de hand omdat daarmee voldoende stabiliteit wordt verkregen en onnodig materiaalgebruik (door alle vier de poten met elkaar te verbinden) wordt voorkomen. De voorzieningen rechter kan hierin geen vormgevingskeuze ontdekken.
4.9. Voor de vorm van de luchtroosters geldt evenzeer dat niet is gemotiveerd welke vormgevingskeuze op dit moment gemaakt zou zijn, nog daargelaten de vraag of uitsluitend de gekozen vorm van de luchtroosters kan leiden tot een voortbrengsel met een eigen karakter. (...)
Auteursrecht
4.10. Verwijzend naar dezelfde kenmerken die de trampoline een eigen karakter in modelrechtelijke zin geven, stelt DTG dat de EXIT InTerra-trampoline een oorspronkelijk werk is dat het persoonlijk stempel van de maker draagt en dus (ook) auteursrechtelijk beschermd is. Ook hier geldt evenwel dat voorshands wordt geoordeeld dat deze kenmerken technisch bepaald zijn, zodat die kenmerken niet kunnen bijdragen aan de door DTG ingeroepen auteursrechtelijke bescherming.

Lees hier:
KG ZA 14-362 (pdf)
IEF 13944 (link)

 

IEF 13943

Information Influx

Link
Join us and a host of renowned scholars in beautiful Amsterdam for our 25th birthday conference on the myriad challenges facing information law today. When IViR set up its research 25 years ago, the digital transition was just starting to gather speed. Since then, our societies have been undergoing enormous changes in the modes of expression, organization and (re)use of information. Traditional roles of producers, intermediaries, users and governments blur and are recast. Information is the central building block of market economies. New ways of creating, disseminating and using it impact the workings of democracy, of science and education, creativity and culture.

Information Influx will bridge disciplines, regions and institutional perspectives to confront the major challenges of developing the rules that govern the expression, organization and re(use) of information in our society – as the central aspects of IViR’s Research Programme.

Inschrijven: link
Waar: locaties UvA, Oude Luthersekerk, Rode Hoed, Brasserie Harkema.
Wanneer: 2-4 juli
Prijs: Academic / non-profit: € 295 (€ 308 incl. 4,5% transaction costs)
Business: € 550 (€ 575 incl. 4,5% transaction costs)

Inclusief: The conference fee includes admission to the academic programme on all days, lunches and refreshment breaks, and a conference dinner and farewell drinks.
Ordepunten: opvragen: informationinflux-ivir@uva.nl


Programma: pdf
Wednesday 2 July

13.00 – 16.30

Information Influx Young Scholars Competition

17.00 – 18.30

Information Influx public opening
Welcome Louise Gunning-Schepers (University of Amsterdam), Edgar du Perron (University of Amsterdam) and Bernt Hugenholtz (Institute for Information Law)
Keynote – Degrees of Freedom: Sketches of a political theory for an age of deep uncertainty and persistent imperfection – prof. Yochai Benkler (Harvard)
Young Scholars Award ceremony

19.00 – 22.00

IViR 25th birthday soirée – by invitation


Thursday 3 July

9.00 – 10.00

Keynote – Governance, Function and Form – prof. Deirdre Mulligan (University of California, Berkeley)

10.30 – 12.30

Parallel sessions
Rights in the mix
Behavioural targeting – If you cannot control it, ban it?
Tomorrow’s news: bright, mutualized and open?
Filtering Away Infringement: Copyright, Injunctions and the Role of ISPs

12.30 – 13.45

Lunch

13.45 – 14.30

Presentation – Julian Oliver & Danja Vasiliev

14.30 – 16.30

Parallel sessions
Mass-digitization and the conundrum of online access
The Algorithmic Public: towards a normative framework for automated media
Accountability and the public sector data push
A new governance model for communications security?

17.00 – 18.00

Keynote – Copyright as Innovation Policy – Fred von Lohmann (Google)

Evening

Conference Dinner


Friday 4 July

9.00 – 10.00

Keynote – Datafication, dataism and dataveillance – prof. José van Dijck (University of Amsterdam)

10.30 – 12.30

Parallel sessions
Global information flows and the nation state
United in diversity – the future of the public mission
Legalizing file-sharing: an idea whose time has come – or gone?

12.30 – 14.00

Lunch

14.00 – 15.00

Keynote – Intellectual Property: Two Pasts and A Future – prof. James Boyle (Duke Law School)

15.30 – 17.30

Parallel sessions
Assembly (Information.influx) by Agency
Big brother is back
Who owns the World Cup? The case for and against property rights in sports events

17.30 – 19.00

Farewell drinks

IEF 13940

Brief thuiskopieregeling en EU consultatie Auteursrecht

Brief Platform Makers voor AO Auteursrecht 19 juni 2014.
(...) EU consultatie Auteursrecht Platform Makers is met het kabinet van mening dat hervorming van met name het auteurs en naburig recht online in Europa van belang is. Op diverse punten menen wij echter dat hierbij meer ambitie op zijn plaats is en enkele accenten anders gelegd zouden moeten worden. Als bijlage bij deze brief zenden wij u ter informatie de reactie namens onze leden op de EU Consultatie. Enkele belangrijke hoofdlijnen:

- auteurs en artiesten zijn (evenals overigens consumenten) nadrukkelijk niet gebaat bij een systeem van open normen (‘fair use’); een systeem dat immers louter rechtsonzekerheid voor met name de zwakkere marktpartijen zou creëren;

- Platform Makers bepleit harmonisatie van de verschillende Thuiskopieregimes in de verschillende lidstaten –zie o.m. Hoofdstuk IV. Private copying and reprography (vooruitlopend daarop is overigens goed te constateren dat de huidige thuiskopietarieven in Nederland gebaseerd zijn op een benchmark van de tarieven in de vergelijkbare landen om ons heen);

- Tevens bepleiten wij diverse aanpassingen van het auteurs- en naburig recht ter versterking van de positie van auteurs en artiesten en ter verbetering van de werking van het auteurs en naburig recht online (zie onder meer beantwoording van de vragen 7, 20, 22, 23, 36, 37, 40, 41 en 72).

IEF 13939

Brief thuiskopieregeling en downloadverbod

Brief Consumentenbond, mede namens Ntb en FNV KIEM aan Vaste Kamercommissie V&J tbv AO Auteursrecht 19 juni 2014.
(...) Consumenten-, auteurs- en artiestenorganisaties bepleiten daarom wijziging van Europese Regelgeving middels introductie van wettelijke vergoedings- en licentiemodellen (die in Frankrijk, Nederland en de meest andere lidstaten voor radio-uitzendingen, voor uitlenen door bibliotheken en voor thuiskopiëren al jaren succesvol ingezet worden). Alleen op deze wijze is het naar onze overtuiging mogelijk een duurzaam evenwicht te creëren tussen de betrokken belangen en is het mogelijk zowel de privacy van consumenten, de vrijheid van meningsuiting, ondernemerschap, innovatie, als het recht van makers en producenten op een eerlijke vergoeding te respecteren.
Alleen op deze wijze kunnen 'Amerikaanse/Duitse' praktijken de Nederlandse samenleving bespaard blijven en is de criminalisering van consumenten te verhelpen.
Bijlage: 3-(C)DA Consumenten en Makers: Een Raamwerk om Cultureel aanbod te bevorderen en te reguleren, november 2012.

Lees verder

IEF 13935

Definitief toezeggingsbesluit Buma/Stemra

ACM besluit 3 juni 2014, IEF 13935 (Toezeggingsbesluit Buma/Stemra) (!Let op! 55 Mb)
Media. Misbruik machtspositie. Collectief beheer. Uit het persbericht: Auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra gaat meer keuze bieden aan componisten en tekstschrijvers voor het beheer van hun auteursrechten op muziek. Dat heeft Buma/Stemra de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toegezegd. Op 3 juni 2014 heeft ACM het definitieve toezeggingsbesluit voor Buma/Stemra vastgesteld. Een onafhankelijke derde zal toezicht houden op de toezeggingen van Buma/Stemra. ACM heeft ingestemd met de benoeming van Marco Pastors als onafhankelijke derde.

Het ontwerpbesluit heeft zes weken ter inzage gelegen en hierop is één zienswijze ingediend. Die zienswijze gaf geen aanleiding om het ontwerpbesluit te wijzigen.

Zie meer: Buma/Stemra zegt ACM toe meer keuze te bieden bij beheer auteursrechten

IEF 13931

Inbreuk op auteursrecht erotische lingeriefoto's

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juni 2014, IEF 13931 (Dreamgirl tegen Petshop Insulinde)
Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen. Auteursrecht. Foto's. Winstafdracht. Dreamgirl is ontwerper en producent van erotische lingerie. Gedaagde exploiteert een webshop voor erotische kledingproducten op www.sexyfashionshop.nl en gebruikt foto's van Dreamgirl. De rechtbank verklaart voor recht dat gedaagde zowel inbreuk maakt op de auteursrechten van Dreamgirl als op de licentie van de Nederlands distributeur. De vordering tot winstafdracht ex artikel 27a Aw wordt afgewezen, dit moet in een schadestaatprocedure worden opgemaakt.

3.3 (...) De door Dreamgirl c.s. gestelde onrechtmatige gedragingen vloeien voort uit de, door Petshop Insulinde gepleegde, inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Dreamgirls c.s. ingevolge artikel 8 van de Rome II-Verordening is, nu de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten in Nederland is gepleegd, Nederlands recht van toepassing.

3.6 (...) Nu Dreamgirls c.s. tevens vordert Petshop Insulinde te veroordelen tot vergoeding van de door Dreamgirls c.s. geleden c.q. te lijden schade als gevolg van de in de dagvaarding omschreven inbreuk op hun auteursrechten, althans als gevolg van de in de dagvaarding omschreven onrechtmatige daad, deze schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgends de wet, zal in de schadestaatprocedure kunnen worden beoordeeld of en tot welk bedrag een vordering van Dreamgirl c.s. toewijsbaar is. De rechtbank wijst de hiervoor beschreven vordering tot afdracht van behaalde winst dan ook af.
IEF 13930

Overeenkomsten tussen interfaces is nog geen inbreuk op software

Rechtbank Den Haag 11 juni 2014, IEF 13930 (Zoorobotics tegen Labelsoft)
Uitspraak ingezonden door Wouter Seinen en Nathalja Doing, CMS. Auteursrecht. Software. Zoorobotics heeft auteursrecht op software genaamd Meditra NTS en de daartoe behorende gebruikersinterface. Zij stelt dat Labelsoft inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrecht en dat Labelsoft onrechtmatig handelt door de Zoorobotic software en de interface daarvan te gebruiken voor een eigen module die onnodig verwarring bij het publiek wekt. Uit de overeenkomsten tussen beide interfaces leidt de rechtbank derhalve een redelijk vermoeden van inbreuk door Labelsoft op de interface van de Zoorobotics software af. Een dergelijk vermoeden kan niet zonder nadere motivering een redelijk vermoeden van inbreuk op de software zelf bewerkstelligen.

4.4. Labelsoft heeft in dit incident niet bestreden dat de door Zoorobotics opgesomde en in productie 5 bij dagvaarding weergegeven overeenkomsten tussen de beide interfaces daarin aanwezig zijn. Ook heeft zij niet bestreden dat die overeenkomsten auteursrechtelijk beschermde trekken van de Zoorobotics interface betreffen. Labelsoft bestrijdt weliswaar de ontlening maar heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd, uitgelegd hoe die gelijkenissen tussen beide interfaces dan wel verklaard kunnen worden. Uit de overeenkomsten tussen beide interfaces leidt de rechtbank derhalve een redelijk vermoeden van inbreuk door Labelsoft op de interface van de Zoorobotics software af. Zoorobotics maakt echter onderscheid tussen de gestelde auteursrechtelijke inbreuk op de Zoorobotics interface en de gestelde inbreuk op de Zoorobotics software zelf en wil inzage in bescheiden die betrekking hebben op die laatste gestelde inbreuk. Een vermoeden van inbreuk op de Zoorobotics interface kan dan ook niet zonder nadere motivering, die ontbreekt, een redelijk vermoeden van inbreuk op de software zelf bewerkstelligen.

4.6 Zoorobotics heeft de inbreuk op de software voorlopig derhalve alleen maar gemotiveerd gesteld, terwijl Labelsoft die motivering betwist. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook niet voldaan aan het vereiste redelijk vermoeden van auteursrechtinbreuk op de Zoorobotics software. Nu onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat Labelsoft een non-obfuscated versie van de Zoorobotics software heeft ontvangen, is er evenmin sprake van een redelijk vermoeden dat Labelsoft anderszins onrechtmatig jegens Zoorobotics heeft gehandeld. Van een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv is derhalve geen sprake.

Lees de uitspraak:
IEF 13930 (pdf/link)

IEF 13929

Brede steun voor afschaffing geschriftenbescherming

Nota afschaffing geschriftenbescherming, Kamerstukken II 2013-2014, 33 800, nr. 6.
Redenen voor afschaffing van de geschriftenbescherming. Relatie tussen dit wetsvoorstel en de bescherming van programmagegevens. Het kabinet ziet in de afschaffing van de geschriftenbescherming dan ook geen reden voor het vervallen van de grondslag voor de vastgestelde wettelijke tarieven voor programmagegevens en evenmin voor de aanpassing van de mediawettelijke regeling over programmagegevens of voor een daling van de wettelijke tarieven voor programmagegevens tot nul. Nu ook na afloop van de internetconsultatie dergelijke belangen niet naar voren zijn gebracht en uit de literatuur en de praktijk is gebleken dat de afschaffing van de geschriftenbescherming op brede steun kan rekenen, meent het kabinet dat de door de Afdeling advisering gestelde vraag zo moet worden beantwoord dat een nader onderzoek inderdaad niet aangewezen is.

De vraag of programmagegevens auteursrechtelijk worden beschermd dan wel of overname daarvan op zichzelf een onrechtmatige daad op grond van het Burgerlijk Wetboek zou betreffen is onderdeel geweest van een gerechtelijke procedure tussen de NPO en een dagblad waarin recent uitspraak is gedaan door het Gerechtshof Amsterdam (20 mei 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:798). Het oordeel van het hof over deze vraag luidde dat de programmagegevens niet in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming waaronder geschriftenbescherming. Het kabinet hecht er in dit kader aan op te merken dat nu de regeling van de verplichte en tijdige beschikbaarstelling in de Mediawet 2008 een zelfstandige functie heeft die los staat van het al dan niet bestaan van auteursrechtelijke bescherming, de omstandigheid dat volgens het hof geen sprake kan zijn van auteursrechtelijke bescherming van programmagegevens de omroepen niet verplicht om die programmagegevens actief beschikbaar te stellen alvorens zij openbaar zijn gemaakt.

De omstandigheid dat programmagegevens niet auteursrechtelijk worden beschermd en dat de overname daarvan op zichzelf geen onrechtmatige daad vormt, leidt er in combinatie met het wegvallen van geschriftenbescherming toe dat programmagegevens zonder vergoeding kunnen worden overgenomen indien en voor zover zij door vrije nieuwsgaring zijn verkregen. Dat gegeven zou van invloed kunnen zijn op de hoogte van de marktconforme prijs van de programmagegevens. Indien en voor zover dat het geval is, zou het Commissariaat voor de Media daarmee rekening kunnen houden bij zijn periodieke herberekening van de marktconforme waarde.

4. Advies en consultatie
De reacties op de internetconsulatie over het wetsvoorstel waren bijna allemaal positief. Slechts de NPO en SBS Broadcasting BV hebben enige kritische kanttekeningen geplaatst. Zij maken gebruik van de geschriftenbescherming en hebben de vraag gesteld in hoeverre de traditionele bescherming tegen ongeoorloofde mededinging op basis van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) bescherming biedt. Daarbij hebben zij de vraag gesteld of het niet veel meer voor de hand ligt om een bijzondere regeling te introduceren voor wat zij omschrijven als “oneerlijke concurrentie en parasitering.” Uit de praktijk en de literatuur hebben het kabinet echter geen andere signalen bereikt dat een dergelijke regeling toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de bestaande mogelijkheid in een dergelijke situatie een beroep te doen op de onrechtmatige daad actie. Ook is zulks niet in de consultatie of daarna door andere partijen voorgesteld. Aldus wordt een dergelijke regeling niet aangewezen geacht.

De geschriftenbescherming, met inbegrip van de juridische aspecten en economische belangen, vormt reeds sinds de invoering van de huidige Auteurswet in 1912 onderwerp van debat. In dat debat is niet gebleken van zwaarwegende belangen die zich tegen de afschaffing van de geschriftenbescherming verzetten. De Afdeling advisering van de Raad van State constateert dat ook uit het advies van de Commissie Auteursrecht volgt dat niet van dergelijke belangen sprake is. In dat kader merkt de Afdeling advisering op dat het de vraag is of het wel nodig is onderzoek te doen naar aanwijzingen dat van zwaarwegende belangen die zich tegen de afschaffing van de geschriftenbescherming verzetten. Nu ook na afloop van de internetconsultatie dergelijke belangen niet naar voren zijn gebracht en uit de literatuur en de praktijk is gebleken dat de afschaffing van de geschriftenbescherming op brede steun kan rekenen, meent het kabinet dat de door de Afdeling advisering gestelde vraag zo moet worden beantwoord dat een nader onderzoek inderdaad niet aangewezen is.