Auteursrecht  

IEF 6345

De ontwerper vogelvrij

fs.gifFloortje Smits, Pellicaan Advocaten (als jurist gelieerd aan Fatboy the Original): De ontwerper vogelvrij. Kort commentaar bij Fatboy / Sitting Bull.

De voorzieningenrechter miskent hier dat zowel de vraag naar ontlening als de inbreukvraag beoordeeld wordt door te kijken naar de overeenstemming tussen de producten.

In de recent gewezen uitspraak tussen Fatboy the Original B.V. en Sitting Bull Gmbh (Vzr. Rb ’s-Hertogenbosch 17 juni 2008, KG ZA 08-212, IEF 6301) stond de vraag centraal of het ontwerp van de FATBOY THE ORIGINAL auteursrechtelijke bescherming geniet en of de zitzak van Sitting Bull daar inbreuk op maakt. De voorzieningenrechter brak met eerdere rechtspraak (Vzr. Rb. Haarlem 21 september 2007, KG ZA 07-435 en Rb. ’s-Hertogenbosch 6 juni 2007, HA ZA 06-718) en oordeelde dat FATBOY THE ORIGINAL geen auteursrechtelijke bescherming geniet. Een van de eerste ontwerpschetsen zou “overgetekend” zijn van een eerder product: de AIRBAG. Belangrijk is hier te vermelden dat Fatboy de (auteurs)rechten op de AIRBAG heeft.

Het is interessant op basis van welk materiaal de voorzieningenrechter tot dit oordeel is gekomen en welk onderscheid (niet) wordt gemaakt tussen ruwe schets en uiteindelijk ontwerp.

Centraal stond een eerste ruwe ontwerpschets van ontwerper J. Setäla. Deze schets diende om het ontwerpproces van FATBOY THE ORIGINAL in stappen weer te geven. De eerste werkelijk aantoonbare verschijningsvorm dateert van 1999, met een fotoreportage in een Fins blad. Deze eerste ruwe schets is door Sitting Bull c.s. gekopieerd en over een van het internet gehaalde foto van de Airbag geplaatst. 

De Airbag doet volgens de voorzieningenrechter dus af aan de originaliteit van de FATBOY THE ORIGINAL. Maar: tegelijkertijd oordeelt de voorzieningenrechter, bij behandeling van de inbreukvraag, dat de Airbag slechts minimale gelijkenis vertoont met de werkelijke uitvoering van FATBOY THE ORIGINAL! (rov. 4.5): “ (…) de (uiteindelijke) uiterlijke verschijningsvorm van de Airbag door zijn karakteristieke banden en de gestikte naad in het midden, waardoor meer de vorm van een stoel ontstaat en de rug door de banden de functie van rugleuning vervult, [is] zo afwijkend van de Sitzsack van Sitting Bull c.s, dat reeds hierom niet kan worden gezegd dat de FATBOY THE ORGINAL en/of de Sitzsack inbreuk maken op eventuele auteursrechten op de Airbag.”

Enerzijds oordeelt de rechter dus dat de FATBOY THE ORIGINAL niet auteursrechtelijk beschermd is, doordat die zou zijn ontleend aan de AIRBAG. Volgens de rechter stemmen de AIRBAG en de FATBOY THE ORIGINAL dus sterk overeen. Anderzijds oordeelt de rechter echter dat de zitzakken van Sitting Bull (die op hun beurt weer zeer sterk overeenstemmen met de FATBOY THE ORIGINAL) geen inbreuk maken op die AIRBAG. Dat lijkt tegenstrijdig: óf de AIRBAG stemt overeen met de FATBOY THE ORIGINAL (wat maakt dat de FATBOY THE ORIGINAL niet origineel is), óf de AIRBAG stemt niet overeen met de FATBOY THE ORIGINAL en de Sitting Bull producten (maar dan is de FATBOY THE ORIGINAL dus wel origineel). De voorzieningenrechter miskent hier dat zowel de vraag naar ontlening als de inbreukvraag beoordeeld wordt door te kijken naar de overeenstemming tussen de producten.

Aan een eerste ontwerpschets is zeer zwaar in deze procedure gehecht en die schets bleek voor Fatboy fataal. Ontwerpers kunnen maar beter gewaarschuwd worden: neem pas het potlood ter hand zodra je zeker bent van de precieze uiterlijke kenmerken, details en maatvoering van het product… 

FS

Afbeeldingen Airbag en Fatboy hier.

IEF 6342

Vers uit Arnhem

vntnl.gifGerechtshof Arnhem, 24 juni 2008, zaaknr. 200.002.754, Openbareverkopen.nl B.V. tegen Internetnotarissen B.V. (met dank aan Mark Jansen, Dirkzwager).

Databankenrecht. Geschriftenbescherming. Auteursrecht. Hof vernietigt  kort- gedingvonnis Rechtbank Almelo in databankenzaak (zie IEF 5599). Objectbeschrijvingen op veilingsite en veilingvoorwaarden komen wel in aanmerking voor bescherming op grond van de Databankenwet.

“5.16 Internetnotarissen heeft onbetwist gesteld dat zij per maand 150 veilingadvertenties aan haar website toevoegt. Gelet op de omvang van de hiervoor in rechtsoverweging 5.15 vermelde overname door Openbareverkopen van de veilingadvertenties van Internetnotarissen, in verhouding tot de door Internetnotarissen per maand op haar website geplaatste veilingadvertenties en mede gelet op de eerder vermelde omvangrijke investeringen die Internetnotarissen zowel in technisch, financieel en menselijk opzicht met betrekking tot haar databank heeft gepleegd, is het hof van oordeel dat Openbareverkopen zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht een substantieel deel van de databank van Internetnotarissen heeft opgevraagd dan wel heeft hergebruikt. Daarbij is van belang dat, gelet op de door de Notarissen te betalen - geringe - bijdrage voor het gebruik van de website, de door Internetnotarissen gepleegde investeringen pas geruime tijd na de exploitatie van de databank kunnen worden terugverdiend. Openbareverkopen daarentegen heeft met haar handelwijze in korte tijd en op eenvoudige wijze geprofiteerd van de commerciële waarde van de databank van Internetnotarissen waardoor zij schade heeft toegebracht aan de door Internetnotarissen verrichte investeringen.

5.17 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen heeft Internetnotarissen zich dan ook terecht beroepen op de in artikel 2 lid 1 sub a Dw bedoelde bescherming. “

Lees het arrest hier.

IEF 6341

ACI / Thuiskopie - Solatube / Atlas - Sun Company / Sol - Izumi / Philips

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. (20 eisers) tegen Stichting De Thuiskopie c.s.

Auteursrecht. “4.4.3. De rechtbank stelt voorop dat het maken van een privé-kopie van illegaal materiaal een illegale handeling is. Deze handeling valt niet onder de werkingssfeer van artikel 16c Aw. In de parlementaire geschiedenis zijn weliswaar aanknopingspunten te vinden voor een andere uitleg, maar de door de minister voorgestane en door de regering onderschreven uitleg, waarbij ervan wordt uitgegaan dat een privé-kopie van een illegale bron legaal is, is in strijd met de drie-stappen-toets van artikel 5 lid 5 van de Richtlijn."

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, KG ZA 08-492, Solatube International Inc. tegen Atlas-Acomfa B.V.

Merkenrecht, vergelijkende reclame, onrechtmatige mededelingen. Daglichtsystemen.

“4.9. Atlas-Acomfa kan zich niet beroepen op de in artikel 12 lid 1 sub b GMeVo genoemde beperking van de aan het Gemeenschapsmerk verbonden rechtsgevolgen, alleen al omdat voorshands aannemelijk is dat geen sprake is van gebruik volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Het teken wordt immers primair aangewend om potentiële klanten van Solatube, die bij het invoeren van het merk in een zoekmachine een kennelijke verschrijving hebben gemaakt, naar de website van Atlas-Acomfa te leiden. Deze intentie blijkt uit de oorspronkelijke tekst: “De naam Solartube, die bestaat niet. Maar uw ‘tikfoutje’ heeft u toch mooi op het spoor gezet van Solarspot”. Het feit dat deze zinnen inmiddels zijn verwijderd, verandert niets aan de intentie van Atlas-Acomfa.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 06-3533, The Sun Company Benelux B.V. tegen Sol de Mallorca B.V.

Merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht huisstijl. Zo te zien het 6e vonnis in dit zonnestudiofranchisegeschil.

“4.41. Sol de Mallorca c.s. (…) vorderen daarom in reconventie primair een verklaring voor recht dat zij binnen twee weken na de betekening van voormeld vonnis het gebruik van de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun hebben gestaakt en gestaakt hebben gehouden.

(…) 4.44. Hierboven onder 4.8 heeft de rechtbank al overwogen dat de kwestie van de inbreuk in 2006 juist door Sol de Mallorca c.s. in reconventie aan de orde is gesteld. Sun kan zich daaraan niet onttrekken door te stellen dat zij dat debat gaarne in een andere door haar nog te initiëren procedure had gevoerd. Het dient dan ook voor rekening van Sun te komen dat zij geen of summier verweer heeft gevoerd in reconventie.

4.45. Zodanig verweer lag in het bijzonder op de weg van Sun nu de voorzieningenrechter al het voorlopig oordeel had gegeven dat de verbeurde dwangsommen hooguit zouden kunnen zien op een tweetal cadeaubonnen met het beeldmerk. In het licht van hetgeen hierboven met betrekking tot het beeldmerk is overwogen ligt het niet in de rede deze bonnen als inbreukmakend, dat wil zeggen inbreukmakend op enig recht van Sun, aan te merken.

4.46. Bij gebreke aan onderbouwd verweer zal dan ook de primair gevoerde verklaring
voor recht worden gegeven.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 05-447, Izumi Products Company tegen Philips Electronis N.V. c.s.

Octrooirecht. EP elektrisch scheerapparaat. ‘Verjongde messen’. GAT/LuK, Roche /Primus.

“4.3. Het feit dat Philips de nietigheid inroept van EP 043 brengt, ondanks het gegeven dat de buitenlandse rechter op grond van artikel 22 lid 4 EEX-Vo exclusief bevoegd is tot kennisneming van geschillen betreffende de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 043 (HvJ EG 13 juli 2007, C04-03, Jur. 2006 I-06509, GAT/LuK), niet mee dat de Nederlandse rechter zijn voornoemde grensoverschrijdende bevoegdheid verliest (HR 30 november 2007, LJN BA9608, Roche-Primus).

4.4. Aanhouding van het oordeel over de inbreuk op de buitenlandse delen van EP 043 totdat de bevoegde buitenlandse rechter over het nietigheidsverweer heeft geoordeeld, is in deze zaak ook niet nodig. Zoals hierna zal blijken, kan de Nederlandse rechter in dit geval namelijk over de vorderingen van Izumi beslissen zonder te hoeven oordelen over de geldigheid van EP 043.

4.5. De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht ten aanzien van gedaagden 4, 5, 7 en 8. Deze gedaagden zijn niet in Nederland gevestigd.

(…) 4.16. Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de scheerapparaten van Philips waarin verjongde messen zijn aangebracht, niet alle elementen van conclusie 1 van EP 043 bevatten, en daarmee evenmin van de van die conclusie afhankelijke volgconclusies 2 en 3.

4.17. De scheerapparaten van Philips kunnen ook niet worden beschouwd als equivalenten. Voor zover met de verjongde messen van Philips al hetzelfde resultaat kan worden bereikt als het resultaat dat de uitvinding beoogt, te weten de vermindering van de ophoping van scheerafval, wordt dat resultaat in ieder geval niet bereikt door een equivalente maatregel. Zoals hiervoor reeds is geoordeeld, is volgens het octrooischrift de specifieke wijze van aanbrenging van de uitsparing immers wezenlijk voor de uitvinding. Een op die wijze aangebrachte uitsparing ontbreekt in de verjongde messen van Philips. Sterker nog, het octrooischrift leert de vakman dat met een uitsparing zoals die is aangebracht in de verjongde messen van Philips, het beoogde resultaat juist niet wordt bereikt. Gelet daarop kan niet worden volgehouden dat de uitsparing in de verjongde messen van Philips in wezen dezelfde functie vervult op in wezen dezelfde wijze.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6337

Formaliteitenverbod

bernc.gifRechtbank 's-Hertogenbosch, 11 juni 2008, LJN: BD3658, Adobe Systems Inc. & Microsoft Corp. tegen Patch Marketing B.V.

Incident zekerheidstelling proceskosten. Het vereiste van 224 Rv is geen formaliteit als bedoeld in artikel 5 lid 2 Berner Conventie. De schadevergoeding waar artikel 224 lid 1 Rv op doelt betreft de schade die een rechtstreeks gevolg is van het in rechte opkomen van gedaagde. Het gaat niet om de schadevergoeding die eventueel in reconventie gevorderd zou kunnen worden. Vordering toegewezen. 

Adobe c.s. hebben - kort gezegd - Patch in de hoofdzaak gedagvaard vanwege het zonder toestemming gebruik maken van en verveelvoudigen van hun auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s. Patch vordert bij deze incidentele conclusie dat Adobe c.s., als in de V.S. gevestigde rechtspersonen, op grond van artikel 224 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) worden veroordeeld om zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding, tot betaling waarvan Adobe c.s. in de hoofdzaak veroordeeld zouden kunnen worden. Adobe c.s. stellen zich primair op het standpunt dat de uitzondering van artikel 224, lid 2, sub a Rv aan de orde is.

Volgens hen verzet in het onderhavige geval artikel 5 van de Berner Conventie zich tegen het opleggen van een verplichting tot het stellen van zekerheid. Aan een Amerikaanse procespartij zouden, in een Nederlandse procedure over auteursrechten tegen een Nederlandse procespartij, geen eisen mogen worden gesteld die niet ook aan de Nederlandse procespartij worden gesteld. Met het stellen van zekerheid zou bovendien een door de BC niet toegestane formaliteit aan de uitoefening van het auteursrecht worden gesteld. De rechtbank volgt het standpunt van Adobe c.s. niet.

Bij het eerste lid van artikel 5 BC gaat het erom dat die buitenlandse auteur, waar het zijn auteursrecht betreft, in Nederland dezelfde bescherming geniet als een Nederlandse auteur. Het Nederlands recht maakt op dat punt geen onderscheid naar de nationaliteit van de auteur of het land van oorsprong van het betreffende werk. De verplichting tot zekerheidstelling in het kader van een gerechtelijke procedure doet aan die bescherming niet af.

Daarnaast is het doel van formaliteitenverbod van het tweede lid van artikel 5 BC te voorkomen dat aan het auteursrecht afbreuk wordt gedaan doordat niet aan bepaalde formaliteiten is voldaan. De verplichting tot zekerheidstelling is naar het oordeel van de rechtbank niet een dergelijke formaliteit. Immers, er veronderstellenderwijs van uitgaande dat Adobe c.s. in Nederland auteursrechtelijke bescherming genieten, verandert het vereiste van zekerheidstelling daar niets aan. Het auteursrecht vervalt niet, noch wordt het anderszins beperkt wanneer geen zekerheid wordt gesteld.

Adobe c.s. hebben zich subsidiair op het standpunt gesteld dat er, naast de zekerheid voor de proceskosten, geen sprake kan zijn van een veroordeling tot zekerheidstelling voor de eventuele schadevergoeding, waar Adobe c.s. tot veroordeeld zouden kunnen worden. Patch heeft daartoe immers geen eis van reconventie ingesteld. Dit verweer faalt. De schadevergoeding waar artikel 224 lid 1 Rv op doelt, betreft de schade die een rechtstreeks gevolg is van het in rechte opkomen van Patch. Het betreft dus niet de schadevergoeding die eventueel in reconventie gevorderd zou kunnen worden.

De rechtbank wijst de incidentele vordering tot zekerheidsstelling toe. De rechtbank acht daarbij het door Patch gestelde bedrag van EUR 15.300,-- aan werkelijk te maken proceskosten vooralsnog niet onredelijk hoog, gelet op de stand waarin de procedure zich bevindt,  in de beginfase,  en de door advocaten gebruikelijk te hanteren uurtarieven. Dit laat uiteraard onverlet dat de rechtbank, indien Adobe c.s. in de hoofdzaak in het ongelijk zouden worden gesteld, de door Patch daadwerkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand aan de hiervoor bedoelde toets van artikel 1019h Rv dient te onderwerpen. Adobe c.s.worden, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van het incident veroordeeld (€452,00).

Lees het vonnis hier.

IEF 6314

Faits Divers

IP wereldleiders op topbijeenkomst in Amsterdam. “Kopstukken uit de hele wereld van het zakelijk intellectueel eigendomsrecht komen deze maand in Amsterdam bijeen voor het eerste IP Business Congress. Het congres op 25 en 26 juni belooft een van de belangrijkste gebeurtenissen van 2008 te worden op het gebied van het intellectuele eigendom. Het congres start met een topontmoeting van anderhalve dag van 'Chief Intellectual Property Officers' (cipo's) georganiseerd door het gezaghebbende vakblad Intellectual Asset Management (IAM). Daarop volgt ween veiling van IP rechten onder leiding van Ocean Tomo LLC.

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.”

Lees hier meer (Businesswire). 

Groepsportret. “Directeur Dré Peters van Weekblad De Trompetter zegt geen inbreuk te maken op het portretrecht van de KNVB. (…) Het weekblad heeft zeventien organisaties en ondernemers gestrikt voor een advertentie in een speciale EK-uitgave. Hun namen stonden onder een getekende versie van de groepsfoto van het elftal en op de shirts van de spelers die herkenbaar zijn afgebeeld. De voetbalbond gaat stappen ondernemen tegen De Trompetter, omdat het blad het merkenrecht schendt.”

Lees hier meer (Omroep Brabant).

Telegraaf dreigt eigenaar Sexspeurders. “De Telegraaf wil dat het domein Sexspeurders.nl niet langer wordt gebruikt. De naam zou inbreuk maken op het merkrecht van De Telegraaf. (…)  B. de Haan, bedrijfsjurist van De Telegraaf: "Het maakt ons niet uit waar de heer Van Diejen zijn domein gebruikt. We willen gewoon dat hij ermee stopt. De term leidt hoe dan ook tot verwarring."  Van Diejen is niet van plan om mee te werken met De Telegraaf. "Ik vind de eis bezopen. Ik denk dat ze me niets kunnen maken." De Haan bestrijdt dat. "Hier zijn in het verleden al zaken over geweest."

Lees hier meer (Webwereld).

Bellen met befjes. “Maar sluwe horecamannetjes uit de regio Rotterdam surfen plotseling mee op onze titel [Quote]. Volgens eigenaren Willem en Teun van Rij is de naam een raak gekozen eerbetoon aan ons blad vanwege de ‘vele vrienden’ die erin figureren. (…) Maar eens gebeld met de befjes die onze titel beschermen. ‘Hoewel horecadiensten in het verleden zijn opgenomen in de omschrijving, zijn de betreffende merkrechten ouder dan vijf jaar en derhalve gebruiksplichtig’, kwam er na enkele dagen spitten over de mail terug. Fijn. Toch kijken we nog even verder.”

Lees hier meer (Quotenet).

Brood in Beyoncé. ”Als superbelegger kijkt APG, de vermogensbeheerder voor pensioenfonds ABP, altijd naar lucratieve beleggingen naast de traditionele bulk (aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen). Begin dit jaar stapte APG voor ongeveer 300 miljoen euro in muziekrechten. En de vermogensbeheerder ziet nog meer kansen op het gebied van intellectuele eigendommen.”

Lees hier meer (Z24).

Lingerie-wars: ”Heilbron-advocaten vs. Dekkers-advocaat (...) Wij van 925 zouden 925 niet zijn als wij in een kekke voorbeschouwing geen duidende analyse van de strijdende advocatenteams zouden geven. Want zo zijn wij.

(...) Aan de linker zijde vinden wij de pratende toga van Marlies Dekkers. Zij naam is Charles Gielen, een topadvocaatje van het advocatenwarenhuis Nauta Dutilh. Baasje Gielen heeft zich gespecialiseerd op het gebied van patenten en trademarks en klust part time bij als hoogleraar intellectueel eigendom. Advocaatje Gielen is een waar goudhaantje, adviseert regelmatig de Nederlandse regering, wordt door iedereen die er verstand van heeft bejubeld als dé man op dé plek als het om merkenrechtenzaken gaat, staat binnen nu en tien jaar als co-presentator in RTL Boulevard en draagt het liefst niet al te ruim zittende slipjes van de Enige Echte Marlies Dekkers.

Aan de rechter zijde vinden wij het twee man sterke team Sapph-advocaten, te weten het immer komische maar oersterke duo Koets en Kaaks. (...) Hans Koets heeft zich gespecialiseerd in de gezaghebbende professionele entrepreneursdisciplines Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht, Bank- en Effectenrecht, Vastgoedrecht en uiteraard Intellectueel Eigendomsrecht. (...) Matthijs Kaaks was ooit hoofdredacteur van het gezaghebbende advocatenfoldertje Amice en richtte in 2005 samen met avocaatje Marc de Boer het kantoor Boekx Advocaten op. Kaaks is een veteraan op het gebied van merkengeschillen, modellenrechten en smaad danwel laster in gedrukte media. Zo is hij een graag geziene consigliere bij diverse uitgeverijen en behartigde hij regelmatig de belangen voor het voor ons verder volstrekt onbekende tijdschriftje Quote. Matthijs Kaaks klust bij als columnist en maakt het liefst lange eenzame wandelingen door een geurig herfstbos om aansluitend rijkelijk te dineren met een flesje goede rode Chablis ’89. Kaaks draagt nooit ondergoed behalve borstrokken en slaapt naakt.

Rob Heilbron zelf: “Ik laat de modellen in een toga naar de rechtszaal komen. Als ze binnen zijn gaan de toga's uit en zie je onze lingerie. Nou ja, laat ik sportief zijn, ik doe er ook één een setje van Marlies aan.”

Lees hier meer (925people).

Modden. “Modden is het schenden van het copyright van uitgevers. Het modden van je Xbox 360 bijvoorbeeld. Dat is toch iets waar Microsoft niet blij van wordt. Tevens vervalt de garantie als je ‘m uit elkaar haalt. Een Britse rechter heeft echter bepaald dat het gebruiken van een chip niet strafbaar is. De chip importeur werd namelijk aangeklaagd, schuldig bevonden, maar in hoger beroep weer vrijgescholden.”

Lees hier iets meer (Powerweb.nl).

Bakker. “Dat collega Sonja Bakker hem beschuldigd heeft van plagiaat, steekt eetgoeroe Mathijs Vrieze. ‘Jatwerk? Hoe komt ze erbij? Dit boek is helemaal Mathijs.’  Vrieze, ooit werkzaam voor Bakker, bracht onlangs zijn boek ‘Lekker eten en gezonder afvallen’ uit. Sonja Bakker beschuldigde hem vervolgens van plagiaat in het Noordhollands Dagblad. (…) Sonja Bakker laat in een reactie weer een heel ander geluid horen. ‘Ik juich elke poging van schrijvers om mensen te laten afvallen toe, dus ook die van Mathijs. Van plagiaat is geen sprake.’ Bakker ontwijkt in de krant de vraag of ze de afgelopen weken verkeerd is geciteerd of dat ze haar beschuldigingen heeft ingetrokken.”

Lees hier meer (Distrifood.nl).

Open standaard. “Eurocommissaris Neelie Kroes heeft tijdens een toespraak bij het Openforum Europe bedrijven en overheden opgeroepen open standaarden te gebruiken. Het was feitelijk een aanval op Microsoft zonder dat dit bedrijf bij de naam werd genoemd.”
Lees hier meer (Tweakers.net).

Vlaggenzee. “Het is een kunstwerk waarmee het Graphic Design Museum Beyerd Breda stilstaat bij de eigen opening. Het werk was even omstreden. Het Rotterdamse ontwerpbureau Vollaerszwart betichtte Castelein namelijk van plagiaat. Het leek volgens het bureau te veel op vergelijkbare vlaggenstellages waarmee Vollaerszwart al jaren panden aankleedt. Uiteindelijk besliste Pictoright, een organisatie die het auteursrecht van kunstenaars beschermt, dat van plagiaat geen sprake was.”

Lees hier meer (BN De Stem).

Verboden boek. “De cover was al klaar. Maar het boek over De Gouden Kooi van ex-bewoonster Ilona mag niet van John de Mol. „Uitbrengen van het boek betekent een boete van 50.000 euro”, zegt de schrijfster. „Ik vind het heel jammer, want in mijn beleving zeg ik geen onvertogen woord.” (…) Thomas Notermans van Talpa is duidelijk. „Alle bewoners van De Gouden Kooi hebben van tevoren een contract ondertekend waarin zij verklaren dat zij niks over het programma naar buiten mogen brengen. De columns van Ilona zijn veelal onschuldig, maar er staan ook dingen in die het format kunnen schaden.”

Lees hier meer (De Telegraaf).

Omslag. Het omslag van Het recht op terugkeer (De Bezige Bij) van Leon de Winter vertoont gelijkenis met dat van Joost Zwagermans roman Vals licht (De Arbeiderspers) uit 1991. Het gaat vooral om de illustratie Night Windows van de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper, die beide boeken lijkt te sieren. Zwagerman laat in HP/De Tijd weten dat hij dacht aan ‘een studentengrap' toen hij de uitnodiging ontving voor de presentatie van De Winters nieuwste boek: ‘Als je heel goed kijkt, zie je dat er bij Leon een gordijntje is bijgeschilderd. Maar niet alleen de Hopper is hetzelfde, ook de kleurstelling en de belettering, tot de titel aan toe.'

(…) Bezige Bij-directeur Robbert Ammerlaan blijft kalm: ‘De illustratie is een keuze van Leon de Winter zelf. Voor God's gym koos hij ook al een Hopper-pastiche op de cover, dat wilde hij nu weer. Aan Vals licht hebben we geen van beiden gedacht, dat is ook al zo lang geleden. We hebben het in de catalogus gezet en hoorden er niets over, tot Zwagerman er ineens mee op de proppen kwam. Toen ik het zag herinnerde ik het me ook weer. Als zijn boek vorig jaar was verschenen en nog volop werd verkocht was het misschien een andere zaak geweest, maar deze editie is allang niet meer verkrijgbaar, dus we gaan geen aanpassingen plegen.”

Lees hier meer (Boekblad).

Nieuwe topleveldomeinen. “Deze week besluit de Icann of de strikte regels rond het verstrekken van toplevel domeinnamen worden versoepeld. Dat kan alsnog de weg vrijmaken voor het xxx-domein. Als de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (Icann) donderdag instemt met het wijzigingsvoorstel, kan dat een van de grootste veranderingen van het webadressensysteem betekenen, zo meldt de BBC. (…) Volgens Icann-baas Paul Twomey zouden de voorstellen een enorme omwenteling kunnen betekenen. "Groepen, gemeenschappen en bedrijven kunnen hun identiteiten online uitdragen." Dat zou een grote toename van het aantal domeinnamen betekenen: tegen het eind van het jaar zullen dat er honderden zijn, meent de Icann. Een bedrijf als eBay staat bijvoorbeeld al klaar om de .ebay-extensie te registreren.

Lees hier meer ( Webwereld).

Mupi-project. “De wijze waarop mupi-exploitant JCDecaux tot twee maal toe uit eigen beweging een poster liet verwijderen uit een billboard dat de gemeente huurde, stuit het Bredase college tegen de borst. Het gemeentebestuur wil dan ook een gesprek aangaan met de verhuurder. Dit, om duidelijke afspraken te maken. De gewraakte affiches maakten deel uit van het Graphic Design Festival. Het waren kunstobjecten. De ene verbeeldde Geert Wilders die zogenaamd reclame maakte voor H&M, de ander Rita Verdonk die een mantelpakje voor Zeeman aanprees. JCDecaux vond dit in strijd met het merkrecht en haalde ze weg. De posters keren niet terug. Het mupi-project van het festival is namelijk afgelopen.”

Lees hier meer (BN De Stem).

VOI©E. Met als prioriteit een verbetering van het bestaande imago hebben de Nederlandse rechtenorganisaties zich verenigd in een branche-organisatie. Deze Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren, kortweg VOI©E, zal een antwoord moeten vinden op de kritiek van het bedrijfsleven en politiek.

Lees hier meer.

Google Adwords. “Vraag aan Europees Hof: wanneer zijn Adwords legaal? “Verkopen van “genuine replica” merkproducten is een populaire bezigheid. Je moet natuurlijk wel kunnen adverteren, en onlangs maakte Google het met haar nieuwe Adwords-policy bedrijven een stuk gemakkelijker. In de EU is het nu toegestaan om advertenties te kopen op andermans merknaam. Daar maken verkopers van “echte replicaproducten” handig gebruik van. In Frankrijk werd Louis Vuitton daar erg boos om. Zij stapte naar de rechter, en deze heeft nu vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over hoe het Europese merkenrecht moet worden geinterpreteerd als het gaat om gesponsorde koppelingen. Het Hof stelt drie vragen, die ik niet letterlijk ga overnemen.”

Lees hier meer (Engelfriets Internetrecht).

IEF 6307

Verbod om illegale muziek ten gehore te brengen

Rechtbank Zwolle, 28 april 2008, LJN: BD4445, BUMA /STEMRA tegen Gedaagde

BUMA-zaak. Auteursrecht.

“4.4.  De voorzieningenrechter is met Buma c.s. van oordeel dat de in geding zijnde van Audio Player B.V. afkomstige computer met harde schijf waarop muziekwerken zijn vastgelegd, die met behulp van software als achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht, een illegaal muzieksysteem kan worden genoemd. Voor de vastlegging van die muziekwerken is de op grond van art. 1 jo. 13 jo. art. 14 Aw en art. 2 en 6 WNR vereiste voorafgaande toestemming door of vanwege Stemra en/of de leden van NVPI niet verkregen.

4.5.  De voorzieningenrechter is tevens van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden sprake is van onrechtmatig handelen door [gedaagde] jegens Buma c.s. doordat [gedaagde] - welbewust - gebruik maakt van het voornoemde illegale muzieksysteem van Audio Player B.V. [gedaagde] is door Buma c.s. op 22 mei en 11 juni 2007 uitdrukkelijk gewezen op het feit dat noch [de heer A], noch [mevrouw C], noch de direct of indirect aan hen gelieerde ondernemingen waaronder Audio Player B.V., over de benodigde licenties van Stemra of NVPI beschikken voor het aan [gedaagde] geleverde muzieksysteem. Daarbij is [gedaagde] ook gewezen op de strafrechtelijke en civielrechtelijke veroordelingen van [de heer A] en [mevrouw C]. Op 5 december 2007 heeft [gedaagde] zelfs een onthoudingsverklaring ondertekend waarin hij verklaart dat hij per 2 januari 2008 het ten gehore brengen van muziekwerken met gebruikmaking van een illegaal muzieksysteem zal staken en gestaakt zal houden (…)  Door deze onthoudingsverklaring niet na te leven en het gebruik van het illegale muzieksysteem niet te staken, maar daarentegen daarmee juist bewust door te gaan, handelt [gedaagde] naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid en daarmee onrechtmatig jegens Buma c.s. en de door hen vertegenwoordigde rechthebbenden.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6303

Volgens Gielen

De Telegraaf bericht: “Marlies Dekkers spant een bodemprocedure aan tegen het lingeriemerk Sapph en wil bovendien dat Livera de lingerielijn van Yolanthe Cabau van Kasbergen uit de winkels haalt. Dat heeft haar advocaat Charles Gielen donderdag gezegd.

Volgens Gielen lijkt een aantal bh's en broekjes van Sapph te veel op de exclusieve ontwerpen van Marlies Dekkers. Ook de onlangs geïntroduceerde lingerielijn van Yolanthe Cabau van Kasbergen en de collectie van het bedrijf Syl Design vertonen sterke gelijkenissen met de ontwerpen van Dekkers.

(…) Als reactie op de juridische stappen van Dekkers, doet Heilbron op zijn beurt aangifte tegen Dekkers wegens bedrijfsspionage. „Een van haar medewerkers probeerde tijdens een lingeriebeurs in het Britse Harrogate een bedrijfsmap van Sapph te stelen”, zegt Heilbron. „Als Marlies wat van me wil hebben, kan ze het me ook gewoon vragen.”

Lees hier meer.

IEF 6301

Uit een oud Fins boek

sittbull.gifVzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 17 juni 2008, KG ZA 08-212, Fatboy-The-Original B.V. tegen Sitting Bull GmbH. c.s. en Zet BVBA (met dank aan Fleur Folmer, NautaDutilh, Peter Claasssen (AKD Prinsen van Wijmen) en Jeff Keustermans (De Bandt Keustermans & van den Brande).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Auteursrecht en slaafse nabootsing. Over weinig producten zal zo vaak zijn geprocedeerd met zoveel verschillende uitkomsten. In de serie wel-niet-wel komt de Rechtbank Den Bosch nu, na een eerder eigen ja, nu met een ietwat ontstemd niet. De Fatboy-the-Original komt geen auteursrechtelijke bescherming toe nu het ontwerp hiervan is overgetrokken van een foto van een ander zitkussen. Het zitkussen van Fatboy heeft wat vormgeving betreft geen eigen plaats in de markt, zodat ook van een onrechtmatige nabootsing in casu geen sprake is.

De Finse ontwerper Setälä pretendeert de ontwerper te zijn van een zitzak, de Fatboy-the-Original. Setälä heeft al zijn intellectuele eigendomsrechten op de Fatboy-the-Original overgedragen aan Fatboy. Sitting Bull c.s. brengen een zitzak op de markt genaamd “Sit on it” (zie bij afbeeldingen links, allen Sitting Bull).

Zet heeft zich gevoegd als partij. Voor voeging in kort geding is reeds voldoende dat de gevoegde partij een rechtstreeks en in rechte erkenbaar belang heeft om met eigen argumentatie als partij in het geding op te komen (HR 15 november 1996, NJ 1997, 482). Zet heeft in casu een dergelijk belang nu zij met fatboy in België in een soortgelijke procedure is verwikkeld.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Fatboy-the-Original niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Volgens de voorzieningenrechter tonen Sitting Bull c.s. en Zet overtuigend aan dat de schetstekening van Setälä uit 1998, waaromtrent deze zelf heeft verklaart dat het één van de oudste ontwerp-tekeningen van de Fatboy-the-Original betreft, is overgetrokken van de foto van J. Suppanen van een ander zitkussen genaamd Airbag. “Het over elkaar leggen van de schets van Setälä op de foto van de Airbag van J. Suppanen maakt pijnlijk duidelijk dat de karakteristieke belijning van de Airbag precies onder de schets van Setälä valt. Klaarblijkelijk heeft Setälä deze schets vervaardigd door simpelweg overtrekken van de foto van Suppanens ontwerp. Aldus mist het ontwerp van Setälä originaliteit, zodat aan de Fatboy-the-Original op basis hiervan geen auteursrechtelijke bescherming toekomt.”

De voorzieningenrechter hecht slechts beperkte waarde aan het vonnis van 7 juni 2007 van de meervoudige kamer van zijn eigen  rechtbank (zie: IEF 4110), omdat volgens hem niet kan worden uitgesloten dat dat vonnis slechts is uitgelokt om een vorm van precedent te verkrijgen. De gedaagde in deze zaak en fatboy hadden immers al voor het vonnis een vaststellingsovereenkomst gesloten en de betreffende foto van de Airbag is toen niet meer door de gedaagde ingebracht. De rechtbank heeft haar vonnis dus gewezen op grond van onvolledige informatie en een naar het zich, volgens de voorzieningenrechter, laat aanzien onware mededeling van Setälä.

Saillant detail is dat Fatboy ook de rechten op de Airbag heeft verworven en roept deze bij wijzing van haar eis in tegen Sitting Bull c.s. De Voorzieningenrechter gaat hierin niet mee. “Nog afgezien van de vraag of aan de Airbag auteursrechtelijke bescherming toekomt (het debat tussen partijen is hierover niet gevoerd en Setälä meende kennelijk van niet, anders had hij niet overgetrokken) is de (uiteindelijke) uiterlijke verschijningsvorm van de Airbag, door zijn karakteristieke banden en gestikte naad in het midden, waardoor meer de vorm van een stoel ontstaat en de rug door de banden de functie van rugleuning vervult, zo afwijkend van de Sitzsack van Sitting Bull c.s., dat reeds hierom niet kan worden gezegd dat de Fatboy-the-Original en/of de Sitzsack inbreuk maken op eventuele auteursrechten op de Airbag.”

Ook de vordering op basis van slaafse nabootsing strandt. Het zitkussen van Fatboy heeft volgens de voorzieningenrechter wat vormgeving betreft geen eigen plaats in de markt, zodat ook van een onrechtmatige nabootsing in casu geen sprake is. Van nabootsen van 'de lijn' van Fatboy kan geen sprake zijn, het moet gaan om concrete producten. Ook bij de slaafse nabootsing laat de voorzieningenrechter zich weinig gelegen liggen aan het eerdere vonnis van zijn rechtbank, onder meer omdat de gedaagde in die zaak een weinig serieus verweer zou hebben gevoerd.

De proceskostenveroordeling wordt teruggebracht naar EUR 20.000,- en de kosten van de gevoegde partij worden afgewezen omdat zij “niets extra bijgedragen aan dat wat zijdens Sitting Bull c.s. reeds werd aangevoerd en aan producties overgelegd. De voeging was verregaand overbodig en kon slechts dienen om te voorkomen dat Sitting Bull c.s. verweren zouden laten liggen”.

Lees het vonnis hier. Inmiddels ook op rechtspraak.nl: LJN BD4200.

IEF 6293

Auteursrechtelijke kwesties

Kamerstukken II 2007/08, 28989, nr. 80. Cultuurnota 2005-2008; Brief minister met reactie op advies Commissie Cultuurprofijt 'Meer draagvlak voor cultuur'

"Rond het auteursrecht worden de laatste jaren verschillende discussies gevoerd, onder andere rond convergentie, digitalisering en de positie van auteurs. De Commissie signaleert knelpunten op dit gebied en doet aanbevelingen gericht op de samenwerking tussen culturele instellingen en de publieke omroep. Digitalisering leidt tot vragen rond auteurs en exploitatierechten. Er ontstaan nieuwe «platforms», de oude distributieschaarste verdwijnt, verdienmodellen verschuiven en mediagebruik verandert ingrijpend. Voorlopig biedt het bestaande juridische kader, de Auteurswet, voldoende mogelijkheden om ook in het digitale domein goede afspraken tussen rechthebbenden en gebruikers te kunnen maken. Ik zie vooralsnog geen noodzaak hier grote veranderingen in te bepleiten.

De positie van onafhankelijke makers vraagt echter wel bijzondere aandacht en waakzaamheid, zoals aangegeven in de beleidsbrief over auteursrecht van 20 december 2007 (Kamerstukken II 2007–2008, 29 838, nr.6). Makers hebben immers vaak een relatief zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van grote uitgevers, omroepen en andere media. Versterking van hun positie kan tot meer gelijkwaardige onderhandelingen met deze exploitanten leiden. Dat is gunstig voor de economische exploitatie van het werk en voor culturele diversiteit. Het kabinet bereidt in 2009 een wetsvoorstel voor dat voorziet in een wettelijke regeling van het auteurscontractenrecht.

Daarnaast is het belangrijk dat juist de publieke omroep redelijke en realistische contracten met makers afsluit voor het multimediaal gebruik van hun werk. Dit is de omroep aan zijn publieke status verplicht. Het is aan beide partijen en hun vertegenwoordigers om in goede onderhandeling hiervoor passende kaders te ontwikkelen.

In voornoemde beleidsbrief over auteursrecht wordt ook aandacht gevraagd voor de regeldruk waar culturele organisaties en andere bedrijven mee geconfronteerd worden bij de incasso van auteursrechtvergoedingen. Mede met oog daarop zal het toezicht op collectieve beheersorganisaties versterkt en verbreed worden. Ook aan de orde zijn de oprichting van een geschillenkamer en de invoering van één gezamenlijke factuur van alle inningsorganisaties (voor bedrijven en instellingen).

De Commissie Cultuurprofijt oppert verder dat het gebruik van Creative Commons-licenties door de publieke omroep onderzocht zou moeten worden. Dit systeem van licenties wordt ondersteund vanuit het lopende Programma voor de Creatieve Industrie. Ik zal deze interessante suggestie aan de orde stellen in mijn gesprekken met de initiatiefnemers (Creative Commons Nederland) en de publieke omroep."

Lees de hele brief hier

IEF 6289

Het beschrijven van vage termen met andere vage termen

dvk.gifDirk Visser, Noot bij HR 30 mei 2008, LJN BC2153, Endstra / Nieuw Amsterdam; De Endstra Tapes.

“De academische discussie over wat precies gelezen moet worden in elk woord dat de Hoge Raad in dit arrest heeft gebruikt zal ongetwijfeld uitvoerig zijn. In deze noot ligt de nadruk op een korte analyse van de belangrijkste punten en de (eventuele) consequenties voor de praktijk.

(…) Aan het slot van ov. 4.5.2 geeft de Hoge Raad aan dat, anders dan Spoor, Hugenholtz en Nieuw Amsterdam c.s. meenden, in het arrest Van Gelder / Van Rijn van tweeënzestig jaar geleden zijns inziens geen steun te vinden is voor een bewustheidseis.

‘Hetgeen is beslist in HR 28 juni 1946, NJ 1946, 712 kan, anders dan het hof oordeelde, niet dienen ter ondersteuning van de bewustheidseis, aangezien in de door het hof aangehaalde zinsnede tot uitdrukking is gebracht dat het (slechts) de vorm van de afzonderlijke door Van Gelder vervaardigde voorwerpen was, die voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kwam, niet het 'bijzondere kunsteffect' daarvan. De bijzin 'die uiting is van datgene, wat den maker tot zijn arbeid heeft bewogen' bedoelde de voorafgaande term 'vormgeving' dus niet te beperken’.

Ten aanzien van de vraag wat nu wél het (enige) vereiste is voor auteursrechtelijke bescherming brengt de Hoge Raad ons echter weinig verder. We weten nu dat het ‘EOK & PS’ eenvoudig te splitsen valt en dat ‘EOK’ niet meer betekent dan ‘niet ontleend’. ‘Persoonlijk stempel’ is het vereiste van creativiteit, niet zijnde een zo grote mate van banaliteit of trivialiteit dat van creativiteit geen sprake meer is.”

Lees de volledige noot hier.