Auteursrecht  

IEF 4548

Een goede naam komt te voet, maar gaat te paard

plh.gifRechtbank ’s-Gravenhage 21 augustus 2007, KG 07/827, Longbranch Corporation tegen Benga B.V.

Beëindiging licentieovereenkomst. Inbreuk op IE-rechten. Langhout en Benga hebben een licentieovereenkomst gesloten ter zake van onder meer het klantenbestand, de intellectuele eigendomsrechten, de software, kennis en gegevens omtrent productiemethoden en knowhow met betrekking tot en verbandhoudende met de ‘Peter Langhout’ naam en de daarmee te voeren reisondernemingen.

Langhout heeft de licentieovereenkomst opgezegd, wegens het niet op tijd voldoen van de
royalty’s en de negatieve publiciteit die de naam “Peter Langhout Reizen” door Benga heeft gekregen. Langhout heeft de intellectuele eigendomsrechten verkocht aan Longbranch. Benga is namens Longbranch onder meer gesommeerd om het gebruik van de onderhavige intellectuele eigendomsrechten te staken.

Longbranch vordert thans een inbreukverbod en afgifte van het klantenbestand, de software, knowhow en overige gegevens die in het kader van de licentieovereenkomst aan Benga ter beschikking zijn gesteld, met nevenvorderingen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de publicaties voldoende ernstige grond voor ontbinding, althans onmiddellijke opzegging om dringende reden, opleveren.

 “Het is immers aan Benga om de aan haar gelicentieerde rechten als een goed licentienemer te behandelen, waaronder begrepen dergelijke negatieve publiciteit te voorkomen. Hierbij geldt het adagium dat een goede naam “te voet komt maar te paard gaat”. Hieraan kan worden toegevoegd dat Benga ook niet gemotiveerd heeft aangegeven waarom deze grond niet de ontbinding of opzegging zou rechtvaardigen.”

Nu de ontbinding/beëindiging gerechtvaardigd is te achten, kan Benga zich niet op een aan haar verleende licentie beroepen.

Gezien de voormalige relatie tussen partijen, het gerede belang van Benga om enige tijd te krijgen een nieuw merk te adopteren en het feit dat Longbranch ter zitting heeft aangegeven daartegen geen bezwaar te hebben, wordt een toekomstig verbod uitgesproken (per 1 december 2007), mits Benga:
a. maandelijks bij vooruitbetaling een kennelijk door partijen in beginsel als redelijk geoordeelde licentievergoeding van € 12.500,-- (exclusief BTW) zal betalen aan Longbranch, zonder enig beroep op verrekening, nu in dit kort geding niet gesteld en ook niet anderszins aannemelijk is geworden dat Benga jegens Longbranch bevoegd is om zich op enige verrekening te beroepen;
b. alles zal doen dat redelijkerwijs in haar macht ligt om te voorkomen dat de naam ‘Peter Langhout’ opnieuw negatief in de publiciteit zal komen.

De nevenvorderingen worden (deels) toegewezen en Benga wordt veroordeeld in volledige proceskosten. Benga heeft in dit verband nog gesteld dat de overgelegde declaratie van de advocaat van Longbranch à € 15.601,88 inclusief BTW “absurd hoog” is, maar niet aangegeven op welke punten die declaratie te hoog zou zijn (bijvoorbeeld door gemotiveerd aan te geven dat de hoeveelheid bestede uren te groot is of het gehanteerde uurtarief te hoog) terwijl dit voorshands evenmin op andere wijze valt in te zien.

Lees het vonnis hier.

IEF 4547

In de hortus der beeldende kunsten

bbe.gifVanavond wordt in Amsterdam het eerste exemplaar gepresenteerd van het boek “Buiten Beeld. Het auteursrecht van fotografen.” Dit boek is in opdracht van Stichting Burafo en de FotografenFederatie geschreven door advocaat Philippe van Wijnen. Dinsdag 21 aug, 18.00 -19.30 u. Hortus Botanicus, Plantage Middenlaan 2a, Amsterdam.

Lees hier iets meer. 

IEF 4546

Moderne wetenschap

mw.gifHet Nederlands Dagblad bericht: “Uitgeverij Gideon gaat de volgende druk van het boek Moderne wetenschap in de Bijbel aanpassen nu blijkt dat auteur Ben Hobrink plagiaat heeft gepleegd. Het boek is een bestseller in christelijk Nederland. (…) Het gaat om de paragrafen over de Hongaarse arts Semmelweis en over de besnijdenis. Hobrink verwijst alleen achter in het boek naar het boek van McMillen. Daarnaast staat None of these diseases boven aan de lijst van 'speciaal aanbevolen boeken' achterin het boek.

Volgens Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat, is er sprake van ondeugdelijke bronvermelding. (…) Zijn collega Jaap Spoor, emeritus hoogleraar auteursrecht aan de Vrije Universiteit, is het daar helemaal mee eens. ,,Als het nou alleen om erg algemene zinnen zou gaan, zou ik er wat minder moeite mee hebben, maar hij heeft ook persoonlijke formuleringen overgenomen.''

Ben Hobrink zegt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld.(…)  Hij zegt dat hij van nog meer auteurs passages en ideeën overgenomen heeft, wat logisch is: hij heeft in het boek 'wetenschappelijke kennis uit de Bijbel' op een leesbare wijze bijeen willen brengen. (...) De auteurs van wie hij passages heeft overgenomen, beschouwt hij als 'vrienden', zegt hij.

Lees hier meer.

IEF 4545

De nerd-exceptie

Webwereld.nl bericht: Aanbieders van betaalde usenetservers maken zich nog niet druk over een nieuwe aankondiging van stichting Brein dat nieuwsgroep-aanbieders worden aangepakt. Brein zag afgelopen jaar een verschuiving van het downloaden via Bittorrent naar nieuwsgroepen. Computerbladen schreven de laatste tijd volgens Brein-directeur Tim Kuik veel over downloaden via nieuwsgroepen. "Daardoor is de nerd-factor van usenet danig omlaag gegaan en daardoor gaat het als prioriteit voor Brein omhoog."

Lees hier meer.

IEF 4530

Flodder in faillissement

f3.JPGRechtbank Amsterdam 16 augustus 2007, KG ZA 07-1261 AB/RV mr. Schaink q.q. tegen CNR Music B.V. (Met dank aan Vincent Rutgers, Fruytier & Van Bremen). 

Kort geding uitspraak inzake de auteursrechten op de film Flodder III in faillissement, inclusief volledige proceskostenveroordeling.

Er hebben een aantal overdrachten op het filmwerk Flodder plaatsgevonden, van Flodder Televisie B.V. naar Almerica Film B.V. naar First Floor Features B.V. Vóór de eerste overdracht heeft Flodder Televisie B.V. een licentieovereenkomst gesloten met CNR, waarin zij aan (de rechtsvoorganger van) CNR het reproductie- en exploitatierecht, alsmede het recht tot verlening van sublicentie, heeft verleend. Eveneens vóór de eerste overdracht is het faillissement van FFF uitgesproken. Op 1 juni 2007 heeft de curator met verwijzing naar het Nebula-arrest (IEF 2951) CNR gesommeerd het gebruik van de haar verleende licentie te staken en gestaakt te houden, hetgeen thans van CNR in rechte wordt gevorderd.

De curator stelt dat uit het Nebula-arrest volgt dat de curator ook bij verbintenissen waar hij niet verplicht is iets te doen, niet gehouden is de overeenkomst na te komen. Hij is dus ook niet gehouden de licentieovereenkomst nog langer na te komen. Zou hij dat wel doen, dan zou dat CNR een voordelige positie ten opzichte van de gezamenlijke crediteuren verschaffen. Zonder last van de licentie kan de curator beschikken over de auteursrechten op Flodder III, hetgeen meer geld voor de boedel zal opleveren, aldus de curator. Er hebben zich gegadigden voor de auteursrechten op de film gemeld, maar die willen de rechten alleen onbezwaard overnemen.

CNR stelt daarentegen dat de curator niet meer kan vorderen dan dat zij de exploitatie van de licentie gedurende het faillissement staakt, hetgeen zij al heeft toegezegd. Wat er na faillissement gebeurt hangt af van het al dan niet overdragen van de rechten door de curator.

De Rechtbank stelt CNR in het gelijk. “Op zichzelf kan de curator de rechten thans aan een derde overdragen. Daar heeft hij noch de medewerking van CNR Music noch een voorziening als gevorderd voor nodig.” De curator heeft aldus geen belang bij het gevorderde.

De Rechtbank oordeelt vervolgens: “Een voorziening voor langere duur gaat het kader van dit kort geding te buiten, aangezien nu niet met voldoende zekerheid valt te zeggen of de rechten inderdaad tijdig aan een derde zullen zijn verkocht en of CNR Music de exploitatie in dat geval desondanks weer ter hand zal gaan nemen. Mocht dat zo zijn, dan is het maar de vraag wat die derde heeft aan een veroordeling ten gunste van de curator in het dan inmiddels opgeheven faillissement. De curator lijkt een veroordelend vonnis te willen gebruiken om aan potentiële kopers te laten zien en zo een hogere koopprijs te kunnen bedingen. Daarmee wordt het echter een verkapte verklaring voor recht en die is in kort geding niet mogelijk.”

Artikel 1019h Rv, de volledige proceskostenveroordeling, is van toepassing: “Blijkens artikel 1019 Rv strekt het toepassingsgebied zich uit over handaving van (onder meer) rechten van intellectuele eigendom ingevolge de Auteurswet 1912, dus ook over licentierechten op auteursrechten, en is toepassing niet beperkt tot bodemprocedures”

Lees het vonnis hier.

IEF 4524

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 7 augustus 2007, LJN: BB1707, Eiseres tegen Gedaagde.

Centraal staat de vraag of het gebruik van de aanduidingen TEXTID en/of TEXT-ID door gedaagde in al haar verschijningsvormen jegens eiseres onrechtmatig is. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.

Lees het vonnis hier.

- Gerechtshof 's-Hertogenbosch , 3 juli 2007, LJN: BB1688, Appelante tegen Geïntimeerde.

Auteursrecht. “Appellanten baseren onderdeel 2. van hun gewijzigde vorderingen kennelijk op de stelling dat de siliconen-mal van 'de nachtwacht' is vervaardigd door de dochter ten behoeve van de vof en met materiaal van de vof.”

Lees het arrest hier.

IEF 4517

Vragen om moeilijkheden

Lex Bruinhof (Wieringa): Jaap.nl moet inbinden. “Maarrr… dat kan dus alleen gelden voor de tekst, niet voor de uitgebreid door Jaap overgenomen foto’s. Willen die beschermd zijn dan moeten ze wel oorspronkelijk zijn. Althans… tot nog toe. In een opmerkelijke passage in de uitspraak zegt de rechter hierover echter: “Indien zou moeten worden geoordeeld dat losse foto´s niet onder "geschriften" zijn te rangschikken, dan nog helpt dat Plazacasa (de exploitant van Jaap; LB) niet verder. In geding zijn documenten die bestaan uit tekst én foto´s. Deze elementen ondersteunen elkaar en vormen tezamen één geheel. Dit geheel is wel degelijk aan te merken als een geschrift in de hiervoor bedoelde zin.

Een foto kan dus tot geschrift worden (althans onder dezelfde bescherming vallen) als deze samen met tekst één geheel vormt. Aldus de rechter, althans. Dat gaat mij veel te ver. De geschriftenbescherming is al een buitenbeentje in ons auteursrecht; het ook nog eens gaan oprekken daarvan is mijns inziens vragen om moeilijkheden. En ook helemaal niet nodig. In mijn beleving zijn foto’s op makelaarssites doorgaans oorspronkelijk genoeg om voor bescherming in aanmerking te komen. Maar goed, de rechter erkent thans dus ook "fotogeschriften".”

Lees hier meer.

IEF 4516

De Benelux is meer dan Nederland alleen

Joris Deene: Intellectuele rechten kroniek 2006. “De auteur geeft een overzicht, een juridische kroniek, van de voornaamste gebeurtenissen van 2006 in het domein van de intellectuele rechten. Hij behandelt zowel het auteursrecht en de naburige rechten, het tekeningen- en modellenrecht, het octrooirecht, het merkenrecht als de bescherming van de handelsnaam en domeinnaam. Hij situeert de materie binnen de wetgeving en de rechtspraak.”

Lees de kroniek (30 pagina's) hier.

IEF 4514

In een crisis

"Het mag niet, maar wie doet je wat? Het beleid om het auteursrecht te handhaven zit in het slop. Dat bewijzen de duizenden rechtszaken die wereldwijd worden gevoerd om het illegaal kopiëren van auteursrechtelijk beschermd werk tegen te gaan. 'Maar het zit dieper, het auteursrecht zelf verkeert in een crisis,' stelt Marcel Creemers, hoogleraar Information Systems Management aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Nyenrode Business University." (Staatscourant nr. 154, maandag 13 augustus 2007)

IEF 4513

Alternatieve stands

sky.bmpRechtbank 's-Gravenhage, 10 augustus 2007, KG ZA 07-924. Sky-Lite Holland B.V. tegen Audipack Verkoop B.V. (Met dank aan Ricardo Dijkstra en Rogier de Vrey, Van Doorne)

Auteursrechtelijk executiegeschil. Dreigende executie. Reikwijdte van een in algemene termen vervat verbod.

Zowel Audipack als Sky-Lite verhandelen statieven ("stands") voor het ophangen van platte televisieschermen of presentatieschermen. Op 7 juni 2007 oordeelde de voorzieningenrechter te Dordrecht dat de stand van Sky-Lite inbreuk maakt op de auteursrechten van Audipack. Sky-Lite heeft tegen dit vonnis spoedappèl ingesteld.

Hangende het spoedappèl start Sky-Lite een executiegeschil. In dit executiegeschil vordert Sky-Lite primair Audipack te verbieden tot executie van het eerdere vonnis over te gaan ten aanzien van de alternatieve stand I, en subsidiair ten aanzien van de alternatieve stand II, beide op straffe van een dwangsom. Tevens vordert zij na eiswijziging een volledige proceskostenveroordeling. Audipack stelt dat de verhandeling van de alternatieve stands die Sky-Lite heeft voorgesteld onder het verbod van het vonnis zou vallen. Sky-Lite betwist dit, omdat zij met alternatieve stand I maar zeker met stand II voldoende afstand neemt.

 

De voorzieningenrechter stelt voorop dat bij de bepaling van de reikwijdte van een in algemene termen vervat verbod, zoals het onderhavige, een redelijke uitleg met zich brengt dat de draagwijdte ervan niet beperkt behoeft te zijn tot de herhaling van de handelingen die aanleiding vormden voor de eerdere procedure, maar zich ook kan uitstrekken tot toekomstige handelingen, met dien verstande dat voor zover het toekomstige handelingen betreft, als maatstaf geldt dat de draagwijdte van het verbod beperkt is te achten tot handelingen waarvan in ernst niet kan worden betwijfeld dat zij, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, inbreuken, als door de rechter verboden, opleveren.

Deze maatstaf toepassend, oordeelt de voorzieningenrechter dat de verhandeling van alternatieve standaard I geen overtreding van het verbod oplevert. Op een aantal punten, dat de voorzieningenrechter te Dordrecht voor de inbreukvraag van belang achtte, heeft Sky-Lite onmiskenbare veranderingen aangebracht. Gelet voorts op de relatief beperkte speelruimte vanwege technische eisen, kan volgens de voorzieningenrechter zelfs serieus de vraag worden gesteld of deze nieuwe standaard I (nog) inbreuk maakt op de auteursrechten van Audipack. Dit geldt te sterker nu in eerste instantie nadrukkelijk het aanvankelijk in nog algemenere termen geformuleerde verbod is afgewezen.

Het betoog van Audipack dat in de beslissing tevens Sky-Lite wordt verboden onderdelen van de verboden standaard te verhandelen en dat in standaard I nog een aantal onderdelen is verwerkt die ook in de oude standaard zat, zodat deze om die reden door het verbod zouden worden bestreken, gaat niet op. De voorzieningenrechter acht het duidelijk dat het verbod eerst en vooral ziet op de standaard als geheel, nu de voorzieningenrechter te Dordrecht de totaalindrukken daarvan gelijkend heeft geoordeeld en ook slechts de auteursrechtelijke beschermbaarheid van de gehele staander van Audipack heeft beoordeeld.

Hoewel Audipack nog niet heeft geprobeerd dwangsommen te innen met betrekking tot eventuele verkopen van de alternatieve standaard I, acht de voorzieningenrechter een spoedeisend belang gegeven, aangezien het voor Sky-Lite van belang is te weten of zij met de verhandeling van deze standaard dwangsommen verbeurt, terwijl Audipack desverzocht niet heeft willen aangeven daarop geen aanspraak te zullen doen en het vonnis betekend is.

Audipack wordt in de redelijke en evenredige proceskosten veroordeeld. De voorzieningenrechter overweegt dat ook de proceskosten gerezen in verband met de executie van een vonnis dat als voorwerp heeft de handhaving van rechten van intellectuele eigendom, conform artikel 14 Handhavingsrichtlijn/artikel 1019h jo. 1019 Rv worden vastgesteld, nu de executie is te beschouwen als een verlengstuk van deze handhaving.

Lees het vonnis hier.