Auteursrecht  

IEF 3910

Formatrechten

O.a. de NRC bericht dat  “Een nieuwe tv-serie rond de familie Flodder dreigt te stranden door een conflict over de rechten en over het budget. Dick Maas, schrijver en regisseur van drie Flodder-films en van tal van afleveringen van de gelijknamige tv-serie, is een rechtszaak begonnen tegen Armada Productions, die zichzelf beschouwt als de rechtmatige eigenaar van het ‘Flodder-format’.

(…) Maas meent dat alleen hij het recht heeft om nieuwe Flodder-films en -tv-series te maken: „Ik ben nog steeds eigenaar van het Flodder-format en ik heb dat ook nooit verkocht.”
Klapwijk is van mening dat hij sinds twee jaar deze zogenoemde ‘formatrechten’ bezit: „Daar heb ik geen twijfel over. Twee advocaten hebben dat bevestigd.”

De onduidelijkheid over de rechten is een erfenis van First Floor Features. Het door Dick Maas en Laurens Geels opgerichte filmproductiebedrijf ging in 2004 failliet. De curator verkocht in 2005 de rechten van twee bestaande Flodder-series aan RTL en een restant van film- en tv-rechten aan Armada Productions. Klapwijk gaat ervan uit dat hij met deze transactie alle auteursrechten heeft verworven."

Lees hier meer. 

IEF 3905

Geen strategische adviesraad

Kamerstuk 30868, nr. B, 1e Kamer. Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht; memorie van antwoord. O.a:

“Wanneer aan deze functionele kwalificaties is voldaan, wordt er binnen het aanwezige potentieel van kandidaat-leden uiteraard gestreefd naar een evenredige deelneming van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen.”

Lees het volledige kamerstuk hier.

IEF 3904

Auteursrechten op muziek

2k.bmpKamervragen met antwoord nr. 1337, 2e Kamer. Antwoorden van de Minister van Justitie mede namens de Minister van Onderwijs , Cultuur en Wetenschap op de kamervragen van het lid Gerkens (SP) over de auteursrechten op muziek. (Ingezonden 20 maart 2007, nr. 2060709910). O.a:

“Het rapport-Levai en de motie-Dittrich stemmen zowel qua inhoud als strekking in grote lijnen met elkaar overeen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en ik onderschrijven de inhoud en strekking daarvan. In het rapport-Levai en de motie-Dittrich staat dat de regulering van het grensoverschrijdende collectieve beheer bij voorkeur plaats dient te vinden middels een juridisch bindend instrument zoals een richtlijn. Nederland zal daarop in de raadswerkgroep auteursrecht bij de Europese Commissie blijven aandringen.  ”

Lees het volledige kamerstuk hier.

IEF 3897

Op straffe van lijfsdwang of dwangsom

Rechtbank Amsterdam, 25 april 2007, HA ZA 06-3272. Stichting Brein en 123 anderen tegen gedaagde (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

De rechtbank legt gedaagde een verbod tot handelen in illegale kopieen op, op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN.

Gedaagde is twee maal eerder (15 mei 2005 en 5 juni 2005) op een markt door BREIN aangesproken op het verhandelen van dvd's met ongeautortiseerde kopieen van werken waarop aangeslotenen bij BREIN rechthebbende zijn. Beide keren zijnn de dvd's afgestaan en heeft verdachte een Anti Piraterij Verklaring (APV) ondertekend.

Op 4 maart 2007 wordt hij voor de derde keer betrapt op het handelen in illegale cd's en dvd's met muziek, films en videogames en heeft daardoor een fors bedrag aan boetes verbeurd.

Nu gedaagde geen verweer voert, wijst de rechtbank de gevorderde geldsom toe. Het gevorderde verbod wordt eveneens toegewezen. Met betrekking tot de mogelijkheid van gijzeling, geeft de rechtbank aan dat dit slechts als uiterste middel in aanmerking komt om veroordeelden tot naleving van een opgelegd bevel of verbod te bewegen. De rechtbank vindt in de feiten aanleiding gijzeling toe te passen. Gedaagde is al twee keer eerder aangetroffen met illegale kopien en heeft al twee keer eerder een Anti Piraterij Verklaring ondertekend. Tevens had verdachte in een persoonlijk aan de rechtbank gericht schrijven toegezegd de handel in ongeautoriseerde kopieen verder na te laten.

"In die omstandigheden moet ervan worden uitgegaan dat de dreiging van een dwangsom, die naar aannemelijk is ook niet zal kunnen worden verhaald, nu ...naar zijn eigen zeggen onvermogend is, onvoldoende is om ...te bewegen zijn onrechtmatige handelingen te staken, terwijl ook geen andere, minder ingrijpende, dwangmiddleen beschikbaar zijn om dat doel te bereiken"

De rechtbank legt gedaagde een verbod tot handelen in illegale kopieen op, op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN

Lees het vonnis hier.

IEF 3896

Implementatie handhavingsrichtlijn

Let op: Vandaag treedt in werking de Wet van 8 maart 2007 tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaaden plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195).

Lees alle wijzigingen hier nog eens na in Stb 2007, 108.

IEF 3892

Bouwdrogers

bdrgrs.gifRechtbank Arnhem, 7 april 2006 KG ZA 05-776. Calorex Heat Pumps Ltd. Tegen  Jako Bouwmachines B.V. en Airned B.V. (met dank aan Françoise Alsters, Poelmann van den Broek).

Geen auteursrechtinbreuk op en geen slaafse nabootsing van een bouwdroger. De belangrijkste overeenkomsten tussen de bouwdrogers van technische aard en het relevante publiek let niet primair op de vormgeving.

Calorex vervaardigt diverse klimaatbeheersingsproducten die temperatuur en vocht reguleren in gebouwen en industriële processen. Zij heeft een bouwdroger ontwikkeld, die in de bouw onder andere wordt gebruikt om het drogen van betonnen muren en vloeren te versnellen en om huizen en andere gebouwen te drogen als er waterschade is opgetreden. Airned is actief op het gebied van de luchtbehandeling en koudetechniek en heeft recentelijk ook een bouwdroger ontwikkeld (de BT800S). Jako is exclusief distributeur in Nederland.

Calorex vordert een verbod met nevenvorderingen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het belangrijkste onderdeel van de bouwdroger van Calorex - zoals zij zelf ook heeft betoogd - de gekantelde toestand betreft, welke toestand mogelijk wordt gemaakt door aan de achterzijde van de bouwdroger een beugelstandaard aan te brengen. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze standaard onmiskenbaar een constructie is die is gericht op het bereiken van een functioneel resultaat:

“De vormgeving wordt in dit opzicht dus bepaald door technische eisen. De keuze voor een beugelstandaard, die maakt dat de bouwdroger in een diagonale stand kan worden geplaatst, is derhalve niet een uiting van datgene wat de maker, Calorex in dit geval, tot zijn arbeid heeft bewogen.’ Ook de beugel aan de voorzijde is niet beschermd, omdat deze ‘het immers mogelijk maakt dat de bouwdroger rechtop kan worden gezet en dat deze makkelijk kan worden getransporteerd.”

Het glooiende oppervlak van de beugel is sterker en beschermd beter tegen aantasting door de omgeving waarop deze is geplaatst. Ook de ronding van de bouwdroger en de beugel aan de voorzijde komt dus niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.

De voorzieningenrechter oordeelt vervolgens dat de voorgaande kenmerken echter in combinatie met de overige kenmerken van de bouwdroger van Calorex toch een eigen oorspronkelijk karakter geven aan de bouwdroger, ‘zij het dat de reikwijdte van de auteursrechtelijke bescherming zeer gering wordt geacht en zich slechts uitstrekt tot identieke of nagenoeg identieke werken, waarbij de totaalindruk overeenstemmend is.’ De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de BT800S verschilt van de bouwdroger van Calorex en dat Calorex daarmee geen bescherming aan haar bouwdroger kan ontlenen.

Slaafse nabootsing wordt ook niet aangenomen, omdat onvoldoende duidelijk is wanneer Calorex haar bouwdroger op de markt heeft gebracht en vooralsnog niet kan worden gezegd dat de verschijningsvorm van de bouwdroger van Calorex zich in zijn verschijningsvorm duidelijk onderscheidt van soortgelijke producten. Bovendien zijn de belangrijkste overeenkomsten tussen de bouwdrogers van technische aard en hebben zij met de vormgeving van de bouwdrogers als zodanig niets van doen. Tenslotte gaat het volgens de voorzieningenrechter bij het publiek op de relevante markt (de bouwvakkers) primair om de kwaliteit en functionaliteit van de bouwdroger en niet om de uiterlijke verschijningsvorm.

Calorex wordt veroordeeld in de forfaitaire proceskosten van Jako en Airned.

Lees het vonnis hier.

IEF 3887

Eerst even voor jezelf lezen

- HvJ EG, 26 april 2007, in zaak C-348/04. Prejudiciële vragen in procedures Boehringer Ingelheim KG & diverse farmaceuten.

Het HvJ spreekt zich uitgebreid uit over het ompakken van geneesmiddelen.

Lees het arrest hier.

- HvJ EG, 26 april 2007, In zaak C-412/05 P. Alcon Inc tegen OHIM/ Biofarma SA.

Oppositieprocedure. Gemeenschapsmerkaanvrage voor het woordmerk TRAVATAN, oppositie door houder van ouder nationaal woordmerk TRIVASTAN.

Lees het arrest hier.

-Rechtbank Amsterdam, 26 april 2007, KG ZA 07-480 OdC/SK. Jensen tegn Google (met dank aan Madeleine de Cock Buning, De Brauw Blackstone Westbroek).

Het is de eigenaar van de website die de inhoud van de website bepaalt en ook invloed kan uitoefenen op het resultaat van de zoekopdracht. Dat wellicht de eigenaar van de websites onrechtmatig handelt jegens Jensen  door haar naam ten onrechte aan de sekswebsites te verbinden, brengt niet mee dat Google een daarvan afgeleide onrechtmatige daad jegens Jensen pleegt en daarom de plicht jegens Jensen zou hebben om tot verwijdering van de zoekresultaten over te gaan.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank Arnhem, 7 april 2006 KG ZA 05-776. 7 april 2006 is gewezen tussen Calorex Heat Pumps Ltd. Tegen  Jako Bouwmachines B.V. en Airned B.V. ( met dank aan Françoise Alsters, Poelmann van den Broek).

Bouwdroger. Geen auteursrecht en slaafse nabootsing.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank Amsterdam, 25 april 2007, HA ZA 06-3272. Stichting Brein en 123 anderen tegen gedaagde (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Markthandelaar is al drie keer betrapt op het handelen in illegale cd's en dvd's met muziek, films en videogames en heeft  daardoor een fors bedrag aan boetes verbeurd. Krijgt nu een verbod opgelegd op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN

Lees het vonnis hier. Persbericht Brein hier.

- Rechtbank Utrecht, 27 april 2007, KG ZA 07-254. Heering Kunststof Profielen B.V. tegen Milin B.V.(met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam).

Vonnis over slaafse nabootsing. Verkoop valt niet onder “slaafse nabootsing”, maar verkoop van onrechtmatig nagebootst product kan toch onrechtmatig zijn tegenover degene van wie het product is nagebootst. Geen volledige proceskostenveroordeling.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 april 2007, KG ZA 07-0382. ID/FARMA B.V. tegen KNMP.

ID/farma stelt o.a.  dat dreigt dat KNMP met haar nieuwe product de KNMP Kennisbank inbreuk zal maken op het auteursrecht dat ID/farma toekomt.

Lees het vonnis hier.

IEF 3883

een volkomen nieuw terrein

NRC Handelsblad, zaterdag 21 april, Hollands Dagboek, Konrad Boehmer, componist, muziekcriticus en muziekfilosoof verbleef een week in Noord-Korea voor het bijwonen van een muziekfestival.

Woensdag 18 april: ”De telefoon rinkelt mij letterlijk het bed uit. Een hoge ambtenaar van het Noord-Koreaanse ministerie voor Cultuur wil mij spreken. Het hand is recentelijk toegetreden tot de Berner Conventie, de grondwet  van wereldwijde bescherming van auteursrechten. Ze hebben in hun ministerie een afdeling opgericht om  het project verder te ontwikkelen. Terwijl bij mijn vorige bezoek ministers of hoge ambtenaren langdradig de lof op de Grote Leider zongen omdat in de KVDR alles beter is, hoor ik nu volledig andere taal. Ze weten totaal niet hoe ze de zaak moeten aanpakken en vragen om hulp. 

Ik geef een geïmproviseerd college over de beginselen en de praktische inrichting van het auteursrecht, vertel uitvoerig over hoe wij liet bij BUMA doen en hoe het internationaal geregeld is. De ambtenaar stelt sommige vragen zelfs drie keer: hij betreedt een volkomen nieuw terrein.  Het is het allereerste gesprek dat Noord-Korea in deze materie met een buitenlander voert. Ik beloof ze alle hulp, geef de nodige adressen en druk ze nog eens op hun hart dat liet auteursrecht het  recht van de individuele auteur is. Ook tijdens deze lange ontmoetingen geen woord propaganda. Alweer heb ik het goede gevoel dat het land bezig is om zich in kleine stappen van binnenuit te openen.”

IEF 3882

Het object van bescherming

vva.bmpProgramma Ledenvergadering Vereniging voor Auteursrecht , 11 mei 2007. 

- Wetenschappelijk gedeelte: Het object van bescherming (voorzitter: Prof. mr. A.A. Quaedvlieg).

Professor Jaap Spoor signaleerde in 1990 een gestage groei van het intellectuele eigendomsrecht. Terwijl bepaalde zaken principieel buiten het domein van het auteursrecht worden gehouden (vertolkingen en sportprestaties), dijt het werkbegrip op andere fronten steeds verder uit. De enige eis die lijkt te worden gesteld is de oorspronkelijkheideis, in de rechtspraak hier en daar gereduceerd tot de eis dat er gebruik moet zijn gemaakt van een keuze (J.H. Spoor, De gestage groei van merk, werk en uitvinding, Rede VU 1990).

Nu, zeventien jaar later, kunnen we vaststellen dat de grenzen van het auteursrecht nog steeds niet zijn bereikt. Het werkbegrip blijkt nog steeds onderdak te kunnen bieden aan nieuwe, soms triviale en soms wonderlijke, objecten van bescherming. Valt er een lijn in deze ontwikkeling te ontdekken? Is er een grens?

Naast het auteursrecht, kennen we sinds de jaren negentig ook naburige rechten op uitvoeringen, fonogrammen, omroepprogramma’s en eerste vastleggingen van films. De eerste twee naburige rechten zijn succesvol gebleken, de laatste twee leiden een slapend bestaan. De laatste spruit in de aan het auteursrecht verwante rechten, het sui generis databankenrecht, dreigt na een onstuimig begin ook in de marge te verdwijnen. Hebben we hier een grens bereikt? Of biedt het auteursrecht wellicht reeds voldoende bescherming?

Tijd om de balans op te maken.

14.00 - 14.30  Antoon Quaedvlieg (RU Nijmegen)

Subjectieve werken van kunst, keuze en creatie: een verkenning van het ongrijpbare werkbegrip anno 2007

14.30 - 15.00  Jacqueline Seignette (Vogel en Ruitenberg advocaten)

Het object van het naburig recht en het sui generis databankenrecht

15.00 - 15.30  Discussie o.l.v. Antoon Quaedvlieg

15.30 - 16.00  Theepauze

16.00 - 16.30   Annemarie Beunen (Universiteit Leiden)

Auteursrecht op databanken: marginaal of niet?

16.30 - 17.00   Discussie o.l.v. Antoon Quaedvlieg

17.00 - 18.00   Borrel

IEF 3873

Met krullen bewerkte diabolo

accessa-fuwang.jpgRechtbank Arnhem, 19 april 2007, rolnr. KG ZA 07-128, Accessa B.V. tegen Fuwang Imports c.s.

Auteursrecht op sieraden. Geen slaafse nabootsing vanwege negatieve reflexwerking Auteurswet. Gestelde reputatieschade vormt geen bijkomende omstandigheid. Afbeeldingen in vonnis.

Accessa ontwerpt en produceert sieraden en verkoopt deze onder onder meer onder de sinds 1984 in Nederland geïntroduceerde merknaam BULATTI. In de Bulatti-collectie bevinden zich onder meer een colliers en een armband. Gedaagde, Fuwang, is een groothandel en im- en exporteert non-food consumentengoederen, waaronder sieraden, riemen, tassen en sjaals. Volgens Accessa maakt Fuwang maakt door het aanbieden van nabootsingen van, in het bijzonder, twee colliers en een armband inbreuk op haar auteursrechten. Ook zou Fuwang onrechtmatig handelen door het aanbieden van slaafse nabootsingen van deze sieraden. Fuwang’s belangrijkste verweer is dat de sieraden niet auteursrechtelijk beschermd zijn, maar dat er sprake is van de toepassing van bekende stijl- en mode-elementen, een trend.

Auteursrechtelijk beschermde werken

Bij de beoordeling of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk, is van belang dat de maker van het werk bij de vormgeving van het werk keuzes heeft gemaakt die subjectief zijn bepaald. Fuwang betwist dit en stelt dat er een trend is.

De voorzieningenrechter deelt dit standpunt van Fuwang niet. “Auteursrechtelijke bescherming voor een stijl is volgens vaste rechtspraak niet mogelijk. Binnen die trend geven de specifieke selectie van kralen of stenen, de volgorde en samenstelling daarvan, de kleurstelling en de proportionalisering daarvan bij het in het geding zijnde Bulatti-collier voorshands geoordeeld voldoende blijk van een persoonlijke, subjectieve keuze van de maker en is er sprake van een creatie met een eigen uitstraling, die het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het is niet goed denkbaar dat een andere ontwerper onafhankelijk van Accessa bij het maken van een dergelijk werk tot precies hetzelfde resultaat zou komen.”

Inbreuk

Bulatti collier nummer 10293: “Bij vergelijking van collier F1 met het Bulatti collier 10293, is er naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een sterk overeenstemmende totaalindruk. Er is sprake van vanaf de sluiting van het collier in beide richtingen steeds groter wordende parels, die worden afgewisseld met eerst drie kleine slanke diabolo’s naast elkaar en dan weer een grotere, met ‘krullen’ bewerkte diabolo, terwijl op het zwaarste punt van het collier sprake is van de volgende afwisseling:  parel, kleine diabolo, grote bewerkte diabolo, kleine diabolo, parel. De beide colliers zijn nagenoeg identiek, zij het dat de sluitingen van de colliers anders zijn, het Bulatti collier iets meer blinkt en het ‘oud zilver’ bij de F1 iets donkerder is. Het F1 collier kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet als nieuw zelfstandig werk worden aangeduid maar moet worden aangemerkt als een verveelvoudiging van de Bulatti 10293, hetgeen een inbreuk oplevert op het auteursrecht van Accessa.”

Bulatti collier en armband 10289: “Bij vergelijking van de ketting en armband type F2 met het Bulatti collier 10289, is er naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende sprake van een overeenstemmende totaalindruk. Zoals hierboven reeds overwogen wordt de reikwijdte van de auteursrechtelijk bescherming van dit collier en deze armband geringer geacht binnen de door Fuwang aannemelijk gemaakte trend waarin de afwisseling van een parel met drie gelijkvormige diabolo’s op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd is en strekt deze zich slechts uit tot identieke of nagenoeg identieke werken. Daarvan is hier onvoldoende sprake.”

Slaafse nabootsing

Dit beroep stuit af op de negatieve reflexwerking van de Auteurswet. Er is reeds geoordeeld dat er geen sprake is van een ongeoorloofde nabootsing in de zin van de Auteurswet. Voor de aanvullende bescherming van artikel 6:162 BW is slechts ruimte als er sprake is van bijkomende omstandigheden. Accessa heeft geen bijkomende omstandigheden gesteld. De gestelde reputatieschade kan niet als een dergelijke bijkomende omstandigheid worden aangemerkt.

Het een en ander leidt tot de conclusie dat de vordering alleen met betrekking tot het Bulatti collier met artikelnummer 10293 zal worden toegewezen op grond van het auteursrecht daarop van Accessa.

Lees het vonnis hier.