Auteursrecht  

IEF 2941

Lichtproject

gloeilamp.gifRechtbank Breda, 15 november 2006, KG ZA 06-495, Karma Design BV en Van Gelderen Beheer BV tegen Immen Consultancy BV en Paul Jacques Benjamin van Gelderen (Met dank aan Rutger van Rompaey, Rassers) .
 
Schending auteursrechten op verlichtingsprojecten en op de foto’s ervan.
 
Wat ging er aan vooraf. Twee broers Fred en Paul werken samen in het bedrijf Karma. Karma houdt zich onder andere bezig met advies omtrent lichttoepassingen en armaturenontwerp. Na beëindiging van de samenwerking, start Paul het bedrijf Immen dat zich eveneens bezig houdt met adviezen omtrent lichttoepassingen. Op de website van Immen staan foto’s van situaties waarin Paul heeft geadviseerd. Een aantal foto’s is door Paul gemaakt in de tijd dat hij nog medebestuurder was van Karma. Op deze foto’s staan diverse door Karma ontworpen en gerealiseerde verlichtingsprojecten afgebeeld.
 
Karma en Beheer vorderen onder meer de rechter Immen en Paul te bevelen de foto’s van de door Karma ontworpen en gerealiseerde verlichtingsprojecten van haar website te verwijderen en hen te gebieden iedere verwijzing naar door Karma gerealiseerde projecten te staken en gestaakt te houden. De rechtbank wijst de vorderingen toe.

De rechter stelt vast dat op de foto’s de lichtarmaturen zijn afgebeeld die door Karma zijn ontworpen en vervaardigd en dat deze armaturen werken zijn in de zin van de Auteurswet. “Nu de foto’s de lichteffecten beogen af te beelden en daarmee noodzakelijkerwijs tevens die armaturen, is reeds om die reden sprake van inbreuk op de auteursrecht van Karma op die armaturen, zodat publicatie daarvan op de website van Immen als inbreuk op de auteursrechten van Karma op die armaturen dient te worden aangemerkt”.
 
De rechter acht ook de verlichtingsprojecten auteursrechtelijk beschermd. “Dit blijkt onder meer uit de keuzes voor het aantal lichtbronnen, de sterkte daarvan, de wijze waarop Karma de armaturen heeft geplaatst en andere keuzes die samen de beoogde lichteffecten toe stand hebben gebracht. Karma heeft om tot deze lichteffecten te geraken creatieve arbeid moeten verrichten en de lichteffecten verdienen daarom als werk auteursrechtelijke bescherming”.
 
Dat de foto’s zijn gemaakt door Paul verandert de zaak niet. Volgens de rechter is de creatieve inbreng van Paul niet voldoende om van een nieuw werk in de zin van de Auteurswet te kunnen spreken.
 
De stelling dat Paul in strijd met de overnameovereenkomst zou hebben gehandeld, kan in dit kortgeding niet met voldoende zekerheid worden beantwoord. De geldvordering wijst de Voorzieningenrechter af.
 
De werkelijk gemaakte proceskosten worden toegewezen en vastgesteld op € 8.500,=.

Lees het vonnis hier.

IEF 2940

Verbiedt en beveelt

cd.bmpRechtbank 's-Gravenhage, 15 november 2006, Stichting De Thuiskopie tegen Vinh Quang Dang en Quan Dai Dang

Kort maar krachtig vonnis naar aanleiding van de jarenlange strijd van Stichting de Thuiskopie tegen Dang over de betaling van de thuiskopieheffing over blanco informatiedragers. Dang weigert al jaren de heffing te betalen (eerder bericht hier).

Dang c.s. voeren tegen de vorderingen van de Stichting in hoofdzaak de volgende verweren:
(a) de Stichting valt aan te merken als een bestuursorgaan, zodat zij niet in haar vorderingen kan worden ontvangen;
(b) de heffingssystematiek van de Stichting is in strijd met de Auteurswet;
(c) Dang c.s. hebben zich voor wat betreft de opgave van importen van blanco informatiedragers, alsmede afdracht van de verschuldigde thuiskopievergoeding, steeds aan de wet gehouden;
(d) de door Dang jr. ondertekende onthoudingsverklaring is door misbruik van omstandigheden tot stand gekomen, subsidiair onder invloed van dwaling;
(e) De Stichting heeft de hoogte van haar vorderingen niet bewezen;
(f) er is aanleiding tot matiging van de op basis van de onthoudingsverklaring gevorderde boete.

 

De rechtbank verwerpt alle verweren en:
- VERBIEDT gedaagden illegale blanco informatiedragers in Nederland te verhandelen;
- BEVEELT gedaagden om gespecificeerd opgave met een verklaring van een registeraccountant te doen van de in Nederland geïmporteerde blanco informatiedragers;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van een bedrag
van € 414.090,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 36.800,--;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van de door
hen verschuldigde thuiskopievergoeding;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van een bedrag
van € 8.089.960,-- ter zake door gedaagden verbeurde boetes,
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de
kosten van het geding, de kosten van het gelegde derdenbeslag daaronder begrepen.
Lees hier het vonnis.

IEF 2931

Er is een commissie auteursrecht.

Tweede Kamer, Kamerstuk 30868, nr. 2 en 3. Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht

In verband met de permanente instelling van de commissie auteursredcht dient artikel 3 van de de Wet adviesstelsel jsutitie gewijzigd te worden. Het artikel komt te luiden:

1. Er is een commissie auteursrecht.
2. De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.
3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het auteursrecht en de naburige rechten.

Lees het kamerstuk hier. Lees de MvT hier.

IEF 2929

De brug tussen creativiteit en economie

2k.bmpTweede Kamer, Kamerstuk  27406, nr. 98, bijlage. Voortgangsrapportage "Ons creatieve vermogen, brief Cultuur en Economie".

Het Programma voor de Creatieve Industrie heeft als doel de economische potentie van cultuur en creativiteit te versterken door het creatieve vermogen van het  Nederlandse bedrijfsleven een impuls te geven. Een van de actielijnen betreft het versterken van de actielijnen rondom intellectueel eigendom. De Voortgangsrapportage gaat in op Creative Commons, Auteurscontractenrecht en het verbeteren van de voorlichting.

Over het algemeen is het veld enthousiast over het Creative commons initiatief. In de praktijk blijkt echter dat sectoren die veel met auteursrecht in aanraking komen, bijvoorbeeld uitgevers en collectieve rechtenorganisaties, soms terughoudend staan ten opzichte van Creative Commons-licenties.

Het kabinet ondersteunt CCNL met € 700.000. CCNL gebruikt de subsidie om in de periode tot en met 31 december 2007 de volgende activiteiten te ontplooien:

1. voorlichting over Creative Commons-licenties in Nederland;
2. het gebruik van deze licenties ondersteunen;
3. onderzoek naar de toepassing in specifieke sectoren en naar bestaande belemmeringen voor het gebruik van de licenties. Zo heeft auteursrechtenorganisatie Buma met CCNL een werkgroep geformeerd om knelpunten bij het licenseren van intellectuele eigendom van muziek op te lossen.
4. uitwisseling van kennis bevorderen, en coördinatie van activiteiten op Europees niveau.

In het auteurscontractenrecht zal het huidige kabinet geen wijzigingen meer aanbrengen omdat zij nog wacht  op het advies van de Raad voor Cultuur.
Lees het rapport hier.

IEF 2925

Marktkramers van het dubieuze soort

cb.JPGRechtbankverslag NRC, zaterdag 11 november:  Op een bakfiets zit ook auteursrecht. De advocaat van Maarten van Andel weet precies met wat voor types zijn cliënt te maken heeft. Tussenmannetjes. Marktkramers van het dubieuze soort, noemt hij hen. Nadat Van Andel het ,,denkwerk” en ,,de investering” had gedaan, maakten deze mensen de populaire bakfiets van zijn cliënt ,,voor een prikkie” na. (…) In 2001 ontwierp hij een bakfiets op twee wielen. Hij werd vader en wilde een veilige en wendbare bak-fiets om zijn kind in te vervoeren.

(…) Maar inmiddels wordt de markt overspoeld met klonen. Exacte kopieën van zijn fiets, zegt Van Andel. Inbreuk op het auteursrecht en slaafse nabootsing, stelt hij. Hij heeft zelfs gehoord dat zijn fiets naar China is opgestuurd om zo een adequate kopie te kunnen laten maken. New Viper, heet die fiets. Hij probeert zoveel mogelijk handelaren op te sporen om hen aan te pakken. Zijn advocaat heeft zelfs een collega in Hongkong ingeschakeld om een fabriek aan te schrijven. Daarna ontving hij van die fabriek een excuusbrief: ze wisten niet dat er sprake was namaak. Naar andere fabrikanten én verkopers zijn ze nog op zoek. Maar het begin is er.

Van de vijf gedagvaarde ‘marktkramers’ zijn er twee komen opdagen. Zonder advocaat. Onzin, reageren ze op de beschuldigingen. Hoezo heeft Van Andel de bakfiets ontworpen? In 1888 reed het eerste model bakfiets al rond, is hun verdediging. (…) Buiten loopt Van Andel als een verkoper om de fietsen heen en somt de gelijkenissen op. Gedaagde De Vos kijkt ernaar en schudt z’n hoofd. Hij weet ook nog genoeg verschillen en begint met op- sommen: de versnellingen, de remmen, de naaf. Maar hij is niet aan de beurt, vertelt de rechter hem.

(..)  Veertig jaar geleden fietsten melkboeren ook met een bakfiets rond. (…) Een verlengde fiets, met een soort verlaagd plateau achter het voorwiel, waar de melkbussen op stonden. Van Andel: ,,Dat waren geen fietsen met een bakje voor kinderen.” De Vos: ,,Wat maakt dat uit, melk, brood of kinderen?”  De rechter: ,,Dat is nou net de vondst. Mijn ouders hebben mij vroeger nooit op een fiets voor melkbussen gezet.”

IEF 2896

Vergelijkbaar met een fietsenwinkel

Persbericht consumentenbond  “Online muziekwinkels die door de platenindustrie zelf worden aangeprezen als ‘legale’ downloadsites, voldoen niet altijd aan de wet. De Consumentenbond heeft de winkels dringend verzocht hier een einde aan te maken. De Consumentenbond heeft drie webwinkels een brief gestuurd met de eis de sites zo spoedig mogelijk aan te passen. 

Music Store, Toost Music en Compuserve maken het erg bont. In hun algemene voorwaarden staat dat zij niet kunnen garanderen dat hun muziekaanbod legaal is. Dat is vergelijkbaar met een fietsenwinkel die in de etalage een briefje hangt met de tekst niet te kunnen garanderen dat er geen gestolen fietsen worden verkocht. Terwijl de platenindustrie juist deze muziekwinkels promoot als ‘legale’ sites.

Bovendien geven zij geen helderheid over de kenmerken van de muziekbestanden, zodat je er na de koop bijvoorbeeld kunt achterkomen dat je de liedjes niet kunt afspelen op jouw speler. Tot slot zeggen ze persoonlijke gegevens door te geven aan partners en actiepartners, terwijl klanten daar geen toestemming voor geven.”

Lees hier meer.

IEF 2895

Auteursrechtelijke vistripje

Voorzieningenrechter Rechtbank Breda,  25 oktober 2006, LJN: AZ1374. SLC Holding B.V. tegen R.L. Stakenburg Beheer B.V. & Valar Groep B.V. 

Vordering ex art. 843a Rv tot inzage van in beslag genomen bescheiden in verband met auteursrechtelijke inbreuk.

Bij vonnis in kort geding van 20 februari 2006 heeft de voorzieningenrechter Breda aan gedaagden (en een aantal andere (rechts-)personen) ondermeer een verbod opgelegd om nog langer inbreuk te maken op de in eigendom aan SLC toebehorende intellectuele en industriële eigendom en op de auteursrechten van het softwarepakket Commerce, met alle daarbij behorende broncodes en documentatie. Gedaagden hebben inmiddels hoger beroep ingesteld. SLC heeft beslag gelegd op gegevens en gegevensdragers.

SLC grondt haar vordering i.c. op de stelling dat zij spoedeisend belang heeft bij inzage in de in beslag genomen gegevens en gegevensdragers om te kunnen verifiëren of Valar Groep dwangsommen heeft verbeurd ingevolge overtreding van het bij vonnis in kort geding opgelegde verbod. SLC stelt dat zij daartoe dient te controleren of de programma’s C-XE en VBS van Valar Groep een ongeoorloofde verveelvoudiging vormen van het programma Commerce en tevens wenst te onderzoeken welke inkomsten door Valar Groep met de in eigendom aan SLC toebehorende software en/of software rechten zijn gerealiseerd.

Als uitgangspunt geldt dat voor toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv is vereist dat daarvoor een rechtmatig belang komt vast te staan, alsmede dat het gaat om bepaalde bescheiden. Daarnaast heeft te gelden dat de twee beperkingen vermeld in lid 4 van art. 843a Rv duidelijk maken dat er grenzen zijn aan de verplichting tot het produceren van stukken. De eerste houdt in dat gewichtige redenen daaraan in de weg kunnen staan. De tweede houdt in dat er geen goede grond voor een exhibitieplicht bestaat indien productie van bewijsmiddelen uit oogpunt van een behoorlijke rechtsbedeling kan worden gemist. Daarbij zal in het algemeen aangenomen kunnen worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook gewaarborgd is indien bewijs van de onderwerpelijke feiten redelijkerwijs ook langs andere weg kan worden verkregen.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat SLC een rechtmatig belang heeft bij inzage in de beslagen gegevens om vast te kunnen stellen of de programma’s C-XE en/of VBS in de zin van de Auteurswet kunnen worden aangemerkt als een ongeoorloofde verveelvoudiging of openbaarmaking van het programma Commerce. Ten aanzien van het programma C-XE heeft de voorzieningenrechter immers bij vonnis in kort geding geoordeeld dat aannemelijk is dat het programma C-XE een ongeoorloofde bewerking of nabootsing is van het programma Commerce. Dat dit een voorlopig oordeel is, doet aan voornoemd belang niet af.

Ten aanzien van de overige gegevens die SLC wenst in te zien teneinde vast te stellen of Valar Groep pakketten Commerce, C-XE en/of VBS heeft verkocht of gelicenseerd is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bewijs redelijkerwijs ook langs andere weg kan worden verkregen, waarbij vooral aan het deskundigenbericht kan worden gedacht.

Teneinde te onderzoeken of sprake is van inbreuk op auteursrechten is het niet noodzakelijk om alle in bewaring genomen gegevens te onderzoeken. Uitsluitend dient inzage te worden verkregen in de softwarematige opbouw en inhoud van de pakketten C-XE en VBS. Teneinde geheimhouding van vertrouwelijke gegevens van de Valar Groep te waarborgen, zal de machtiging tot inzage uitsluitend aan de door SLC in te schakelen derde: de 4i Trust Group B.V. worden verleend en worden beperkt tot uitsluitend die gegevens die noodzakelijk zijn om vast te kunnen stellen of de softwareprogramma’s C-XE en VBS inbreuk maken op de auteursrechten op het computerprogramma Commerce.

Lees het vonnis hier.

IEF 2893

Juristen van de Nederlandse eredivisie

Mediamagazine bericht dat  “Juristen van de Nederlandse eredivisie ’s werelds populairste videowebsite ter wereld Youtube afspeuren, op zoek naar illegaal beeldmateriaal uit onze voetbalcompetitie. De Engelse Premier League en de Duitse Bundesliga. dreigen Youtube-eigenaar Google inmiddels met juridische stappen. (…) Sinds internetreus Google vorige maand 1,3 miljard euro neerlegde voor de site, zien partijen hun kans schoon om schadeclaims neer te leggen. Om claims over auteursrechten te voorkomen, sloot Youtube vlak voor de deal met Google licentieakkoorden met Universal Music Group, Sony en CBS. (o.a. Telegraaf).”

Lees hier meer.

IEF 2886

Een wetenschappelijk auteur

Stichting SURF en haar Britse tegenhanger JISC hebben een modelovereenkomst ontwikkeld “waarmee een wetenschappelijk auteur het publiceren van een artikel met een uitgever goed kan regelen. Deze ‘Licence-to-publish’ is het resultaat van jarenlang internationaal overleg en is bedoeld om een evenwicht tussen rechten en belangen te realiseren in de zich sterk ontwikkelende wereld van wetenschappelijke communicatie.” De auteur regelt met de Licence-to-publish dat:

- het auteursrecht van het wetenschappelijk werk bij de auteur blijft,
- de auteur de uitgever een licentie geeft om het wetenschappelijk werk uit te geven,
- de licentie ingaat zodra de uitgever heeft laten weten het werk te willen publiceren, 
- op verzoek van de uitgever deze openbare toegankelijkheid met maximaal 6 maanden kan worden uitgesteld,
- de auteur het artikel na de publicatie, in de vorm zoals het door de uitgever is gepubliceerd, openbaar toegankelijk kan maken door het ter beschikking te stellen van een digitale wetenschappelijke collectie (een repository).

Lees hier meer. Licentie hier. Meer informatie over de licentie hier.

IEF 2883

Plexificeren

dsec.gifRechtbank Amsterdam, 2 november 2006, KGO6-1730P. Alrane Inventing AG, Diasec Sovilla S.A. & V.o.f. Wilcovak tegen Welsing.  (met dank aan Vincent Rutgers, Fruytier & Van Bremen Lawyers in Business )

Forum-shoppers opgelet. Het lijkt erop dat de Rechtbank Amsterdam haar standpunt over de werkelijke proceskostenveroordeling heeft bepaald. Nadat
vice-president mr Orobio de Castro in de zaak Hema (vonnis hier) stelde dat richtlijnconforme proceskostenveroordeling in kort geding in beginsel niet mogelijk was en vice-president mr Poelmann in de zaak Voor Kinderen (vonnis hier) een dergelijke proceskostenveroordeling in kort geding wel zonder meer toewees, kwamen beide vice-president gisteren met eenzelfde uitspraak en motivering. 

Zowel mr Orobio de Castro in de Elwood-PRL zaak (vonnis hier) als mr. Poelmann in de onderhavige zaak stellen nu dat een vordering tot vergoeding van alle gemaakte kosten moet worden aangemerkt als een geldvordering. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure eveneens zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de bodemprocedure afwacht.

Inhoudelijk betreft de onderhavige zaak het volgende: Alrane en het gelieerde Diasec zijn eigenaar van enkele internationale registraties van het woordmerk Diasec. Het merk wordt gebruikt voor het verlijmen van plexi op foto’s met gebruikmaking van speciaal daarvoor ontwikkelde, slechts bij de merkhouder bekende primer en lijm. Alrane houdt zich bezig met het beheer van de rechten op het merk Diasec en op een geoctrooieerde uitvinding, te weten een methode om fotoafdrukken te bewaren. Het octrooi is in 1992 vervallen. Exploitatie van methode én merk vindt plaats door middel van een netwerk van licentienemers. Wilcovak is sinds 1982 exclusief licentienemer in Nederland.

Welsing verkoopt vergelijkbare producten, vervaardigd volgens een vergelijkbare methode als Diasec, zij het met gebruikmaking van een andere primer en een andere lijm. Namens Alrane is Welsing gesommeerd inbreuk op het woordmerk Diasec te staken en de domeinnamen diasec.com en diasec.us over te dragen.

De voorzieningenrechter concludeert dat Diasec niet tot een soortnaam is verworden. In Nederland is slechts één andere firma die volgens hetzelfde procedé werkt en die firma gebruikt de term plexificeren. Nationaal en internationaal worden verschillende termen gebruikt en eiseressen zijn eerder (met succes) opgetreden tegen gebruik van het woord Diasec als merk.

Eiseressen doen terecht een beroep op artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE aangezien hier sprake is van een teken dat gelijk is aan het merk en het wordt gebruikt voor dezelfde waren of diensten. Dat Welsing bij het verlenen van die diensten van andere grondstoffen gebruik maakt, doet hier niet aan af. Welsing gebruikt het teken op praktisch al zijn websites. Dit heeft tot gevolg dat de vordering die er op ziet Welsing te veroordelen merkinbreuk te staken toewijsbaar is.

Overigens betekent toewijzing van deze vordering niet dat Welsing niet meer volgens de Diasec-methode mag werken. Het octrooi op die werkwijze is immers vervallen. Welsing mag alleen het teken Diasec niet langer gebruiken voor de door hem verleende diensten. Van een geldige reden voor gebruik van het merk is geen sprake. Voorshands blijkt immers niet dat het woord Diasec de enige manier is waarop de betreffende werkwijze kan worden aangeduid.

Het exploiteren van de website diasec.com door Welsing wordt als merkinbreuk aangemerkt aangezien het teken in de naam van die website voorkomt en de tekst van die website, althans tot voor kort, mede in het Nederlands was opgesteld, zodat die website voorshands geacht kan worden zich te richten op de Benelux. Dat die Nederlandse tekst onlangs, na het uitbrengen van de dagvaarding, is verwijderd en vervangen door Engelse en Japanse teksten doet hieraan niet af. Dit is onvoldoende om aan te nemen dat die website zich thans niet meer op Nederland of de Benelux zou richten. Welsing zal daarom worden veroordeeld deze website uit de lucht te halen in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure. Gebruikers van het internet die deze domeinnaam intypen mogen evenmin worden doorgeleid naar een andere website van Welsing.

Verder is gebleken dat Welsing in de VS het merk Diasec heeft gedeponeerd. Of dit een rechtsgeldig depot is, is hier niet aan de orde. Nu ervan wordt uitgegaan dat de website diasec.us zich richt op de Amerikaanse markt en eiseressen ter zitting hebben verklaard deze markt niet te (willen) bedienen, is er voorshands onvoldoende aanleiding Welsing te veroordelen deze domeinnaam uit de lucht te halen en aan eiseressen over te dragen. Wel dient Welsing ervoor zorg te dragen dat deze website niet in de Benelux te zien is of opgeroepen kan worden of dat bezoekers van deze website worden doorgeleid naar een andere website van Welsing.

Welsing zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Eiseressen hebben in dit verband een beroep gedaan op artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Een vordering tot vergoeding van alle gemaakte kosten moet worden aangemerkt als een geldvordering. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure eveneens zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de bodemprocedure afwacht. Aangezien eiseressen hun kosten niet hebben gespecificeerd of op andere wijze onderbouwd en Welsing de omvang daarvan heeft betwist, kan niet worden beoordeeld of deze kosten voldoen aan het criterium van “redelijke en evenredige kosten” als bedoeld in de genoemde richtlijn. Dit betekent dat de vordering niet voldoet aan de eisen voor toewijzing van een geldvordering in kort geding en dus zal worden afgewezen. De kosten zullen dan ook worden berekend volgens het liquidatietarief.

Lees het vonnis hier.