Auteursrecht  

IEF 2972

Vertraagde cultuurontwikkeling.

Artikel FD van vandaag: Thuiskopiesysteem Moet Snel Weg, door Mr Alexander Hent (voorzitter Stobi), Mr André Habets (directeur Fiar), Drs Bernd Taselaar (directeur ICT-Office) en Drs Titia Siertsema (Uneto-VNI), met een weerwoord van André Beemsterboer (directeur Stichting de Thuiskopie).

Een samenvatting in citaten: “Het huidige thuiskopievergoedingsysteem moet vanwege economische en technologische ontwikkelingen zo snel mogelijk gaan verdwijnen. (…) Na de introductie van het systeem is altijd voorzien dat de heffingen konden worden afgebouwd. Dat zou kunnen zodra economische en technologische ontwikkelingen rechtstreeks afrekenen mogelijk maken tussen auteursrechthebbende en consument, via digitaal rechtenbeheer. De minister van Justitie bevestigde dat nog eens in zijn auteursrechtnotitie aan de Tweede Kamer, op 13 oktober 2004. Die tijd is nu gekomen.”

“De legale verkopen via een sterk toenemend aantal online muziekwinkels groeien spectaculair. (…) De betaalde online diensten zijn volledig gebaseerd op digitale rechtenbeheersystemen.

Deze ontwikkeling maakt dat traditionele auteursrechtelijke heffingen en daarmee het bestaande systeem veel minder gerechtvaardigd zijn geworden. Bovendien is de prijs van blanco dragers dramatisch gedaald, waardoor, bij praktisch gelijk gebleven heffing, de verhouding tussen prijs en heffing totaal is scheefgetrokken. Grijze handel in dragers zónder heffing neemt daardoor in Europees verband toe: 40 procent van alle betalingen van de Nederlandse heffing wordt omzeild. (..) Waar wachten we nog op?”

Weerwoord van de Stichting de Thuiskopie:  Handhaaf Regeling Thuiskopie, door André Beemsterboer (directeur St. de Thuiskopie).

“Auteurs, artiesten en producenten verlangen handhaving van de regeling. Door het afnemen van gerechtvaardigde inkomsten van rechthebbenden komt de creatie en productie van nieuw werk in gevaar. Dan vertraagt de verdere ontwikkeling van onze cultuur. Die inkomsten lopen gevaar door de acties van de ict-sector.

Voorts functioneren de technische hulpmiddelen om het kopiëren door consumenten tegen te gaan in het geheel niet. (…) Een, weliswaar theoretisch, alternatief voor de thuiskopieregeling zou moeten zijn dat auteurs, artiesten en producenten weer het recht krijgen het massale kopiëren door consumenten te verbieden. (…) Pas dan zal de industrie ontdekken dat nauwelijks nog blanco schijven, mp3-spelers en dvd-harddisk recorders zullen worden verkocht. De consument zal zich realiseren dat de thuiskopieregeling een enorm gemak oplevert en uitblinkt door eenvoud. Helaas valt zo'n regeling in de praktijk niet te handhaven.

Het enige alternatief voor de komende jaren is dan ook het handhaven van de thuiskopieregeling. Daarin staat Nederland overigens helemaal niet alleen. Van de 25 lidstaten in de Europese Unie kennen 20 landen een thuiskopieregeling. (…) Daarbij hoort dan bijvoorbeeld ook de introductie van een thuiskopievergoeding op mp3-spelers en dvd-harddisk recorders.

Lees de volledige artikelen hier (alleen abonnees FD).

IEF 2970

Vrijdagmiddagberichten

- Weer Linda

bo&lin.bmpNa eerdere creatieve ontleningen hier en hier is Linda de Mol opnieuw in het nieuws.

Voor het nieuwe programma M/V met Beau Van Erven Dorens en Linda de Mol heeft Talpa deze advertentie geplaatst. Ook het artwork van deze advertentie komt bekend voor. Talpa heeft zich verdiept in het artwork van Drillem... en de boel regelrecht gekopieerd, aldus Arjo Klingens van Drillem, die er alleminst over te spreken is: "Dat MTV de Driplets druppel ook al eens pikte is tot daaraan toe, maar heel ons artwork regelrecht kopiëren gaat echt te ver! Ik heb de publishers van Talpa een email gestuurd. Ik ben heel benieuwd wat zij erop te zeggen hebben. Ik laat het er in elk geval niet bij zitten!" Ontwerper en Drillem partner Jan Willem van den Ban die onlangs nog werd genomineerd met zijn artwork van Drillem voor de Dutch Design Prijzen noemt het allemaal "geen toeval". Wordt vervolgd? Lees hier iets meer.

 

- Intellectueel eigendom op taal?

Microsoft heeft zich de woede van de Chileense Mapuche-indianenstam op de hals gehaald. Het softwarebedrijf heeft besloten het Windows-besturingssysteem in het Mapuzugun te vertalen. Volgens de Mapuche schendt Microsoft daarmee het culturele erfgoed van de stam. De taal wordt gesproken door circa 400 duizend mensen, vooral in het zuiden van Chili. De Mapuches beschouwen de vertaling als een vorm van 'intellectuele piraterij', schrijven ze in een brief aan Microsoft-oprichter Bill Gates. Ze hebben een rechtszaak tegen het bedrijf aangespannen.

IEF 2967

Stoeipoes (2)

Tweede Kamer, Kamervragen nr. 2060703510.  Vragen van het lid Van Oudenallen (Groep van Oudenallen) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het gebruik en beeldrecht van het logo van de Tweede Kamer en de stoelen van de Tweede Kamer. (zie eerder bericht hier)

1 Deelt u de mening dat een architect of ontwerper die een bekend overheidsgebouw of het interieur mag ontwerpen van bijvoorbeeld de Kamer daardoor veel meer gratis bekendheid en publiciteit krijgt dan bij een opdracht van een «onbekende» opdrachtgever? Zo neen, waarom niet?

2 Wie heeft het logo, het gebouw, de stoelen en het interieur voor de huidige Tweede Kamer ontworpen? Wie is de eigenaar van het ontwerp geworden?

3 Wie is eigenaar van het beeldrecht van de stoelen waarop het logo van de Kamer afgebeeld is en waarop de Kamerleden plaatsnemen?

4 Zijn er contractuele bepalingen die voorschrijven dat deze stoelen of afbeeldingen hiervan slechts in de Kamer mogen worden gebruikt en nergens anders?

5 Moet een filmer of fotograaf die een stoel met een logo van de Kamer filmt of fotografeert betalen voor de film- of beeldrechten? Zo neen, waarom niet?

6 Is het contract met de ontwerper van de stoelen in de Kamer dusdanig opgesteld dat een kunstenaar1 of een vormgever2 deze stoelen niet mag gebruiken voor een affiche zonder toestemming van of slechts door middel van een betaling aan de eigenaar of vormgever van de stoelen (Pi de Bruijn)?

7 Zijn in het contract tussen ontwerper en opdrachtgever of eigenaar regels opgenomen die zorgen dat campagneteams tijdens verkiezingen voor de Kamer geen beeld van de Kamer of haar stoelen of delen van deze stoelen zouden mogen gebruiken voor een affiche?

8 Kan elke verandering in het gebouw van de Kamer slechts geschieden via de oorspronkelijke architect? Met andere woorden, is men de architect geld verschuldigd en moet de architect worden betrokken bij deze veranderingen?

9 Bent u bereid een overheidsbepaling of afspraak in het leven te roepen, zoals in het bedrijfsleven gebruikelijk is, dat als men ontwerpt voor de overheid het beeldrecht afgekocht wordt zodat de overheid landelijk en plaatselijk zelf kan bepalen wat zij wil met aanpassingen? Zo neen, waarom niet? Waarom gaat de overheid niet in zee met architecten die daartoe wel bereid zijn, aangezien hiermee overheidsgeld kan worden bespaard?

Lees de kamervragen hier.

 

IEF 2966

Amateurkoren

Tweede Kamer. Kamervragen met antwoord, nr. 297. Vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok en Atsma (beiden CDA) aan de ministers van Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over extra auteursrechten voor amateur muziekverenigingen en amateurkoren (ingezonden 16 oktober 2006)

1 Bent u op de hoogte van het feit dat de Stichting Musicopy, gehuisvest bij Buma/Stemra, een landelijke actie voert om alle amateur muziekverenigingen en amateurkoren – op straffe van extra controle – tegen betaling lid te laten worden van de stichting?

2 Erkent u dat deze gedwongen contributie voor amateurverenigingen een forse aderlating kan betekenen?

3 Hoe verhoudt deze nieuwe heffing zich tot het feit dat amateur muziekverenigingen en amateurkoren jaarlijks al een fors bedrag aan Buma/Stemra betalen en bovendien ook al hoge bedragen betalen voor het aanschaffen van bladmuziek?

 

4 Hoe verhoudt deze maatregel zich tot het kabinetsbeleid tot vermindering van administratieve lasten, aangezien ,voor de uitoefening van deze nieuwe heffing weer een omvangrijke administratie en controle noodzakelijk is?

5 Zou het – met oog op het maatschappelijk belang van amateurkunst – geen beleid moeten zijn om ernaar te streven amateur muziekverenigingen en amateurkoren juist minder in plaats van meerauteursrechten te laten betalen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dat bereiken?

6 Bent u bereid om te bewerkstelligen dat de gedwongen bijdrage aan de Stichting Musicopy achterwege blijft? Zo neen, waarom niet?

Mededeling van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (Ontvangen 7 november 2006)
 
Met verwijzing naar uw brief van 17 oktober 2006, nr. 2060701410, deel ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede dat de vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok en Atsma van de Tweede Kamer over extra auteursrechten voor amateur muziekverenigingen en amateurkoren niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord. De interdepartementale afstemming over de beantwoording is nog niet afgerond.

Lees de Kamervragen en antwoord hier.

 

IEF 2965

Parodie

parodie.bmpF.W. Grosheide, Parodie: parodie en kunstcitaat, BjU Den Haag 2006

'Parodie en kunstcitaat' was het thema waarover de leden van de Vereniging voor Auteursrecht zich tijdens het wetenschappelijk gedeelte van de bijeenkomst van 30 januari 2004 het hoofd braken. In De Parodie zijn deze uitgewerkte en geactualiseerde voordrachten bijeengebracht.

"'Parodie en kunstcitaat' is om ten minste twee verschillende redenen actueel:
- In de eerste plaats neemt in de huidige kunstopvattingen het voortbouwen op, en het incorporeren van citaten in het eigen werk een bijzondere plaats in. Parodiëren van andermans werk ligt daar dicht tegenaan, maar verschilt daarvan niettemin. Citaat en parodie komen in de praktijk dan ook veelvuldig voor.
- In de tweede plaats kende het Nederlandse auteursrecht tot voor kort wel een regeling van het citaatrecht, maar moest wat rechtens gold ter zake van de parodie worden opgediept uit een niet altijd even heldere rechtspraak op dat punt. Om voor de hand liggende redenen is de omvang van die rechtspraak min of meer evenredig toegenomen met het parodiëren zelf. Inmiddels is bovendien op instigatie van Europa een daadwerkelijke parodie-exceptie in ons auteursrecht opgenomen."

IEF 2964

Arrogante Houding (3)

Uit de NJF 2006/538: de uitspraak van de voorzieningenrechter in het geschil tussen Targetmedia en Buma Stemra. Over de monopoliepositie van Buma Stemra en vermeende onhoudbare standpunten van de monopolist.

Tagetmedia is een aanbieder van beltonen die naast de klassieke geluidjes (telfoongerinkel) ook gedeeltes van (de melodielijn) muziekwerken bevatten. Targetmedia heeft in de jaren 2002 tot en met 2004 netjes een afdracht gedaan aan Buma Stemra. Vanaf 1 januari 2005 betaalt Targetmedia echter niets meer aan Buma Stemra omdat zij van mening is dat Buma Stemra misbruik maakt van haar positie als monopolist door als vergoeding een percentage te eisen van het gehele repertoir dat Targetmedia aanbiedt terwijl daar ook werken in zitten waar geen auteursrecht op rust of waar het auteursrecht van is verlopen. Ook is Targetmedia van mening dat zij Buma Stemra niet hoeft te betalen voor beltonen die zijn aangevraagd maar niet zijn gedownload door de klanten. Buma Stemra vordert in conventie Targetmedia te verbieden inbreuk te maken op de auteursrechten van Buma Stemra en Targetmedia vordert in reconventie dat Buma Stemra aan moet geven welke werken in de door Targetmedia verstrekte lijst behoren tot het repertoire van Buma Stemra.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat Buma Stemra haar monopoliepostie niet misbruikt nu Targetmedia per 1 januari 2005 in het geheel geen vergoeding aan Buma Stemra betaald heeft.
"Dit zou mogelijk anders zijn geweest indien Targetmedia zou hebben aangetoond welk deel van haar omzet in ieder geval niet onder het Buma Stemra repertoire valt en zij over het resterende deel van de omzet wel een vergoeding van 12 % zou hebben betaald".

De voorzieningenrechter vindt het geen onhoudbaar standpunt dat Buma Stemra aan Targetmedia tijdens de onderhandelingen te kennen heeft gegeven dat zij werkt met een omzetgerelateerd systeem. Buma Stemra rekent dus niet per product van Buma Stemra af, maar brengt een percentage over de gehele omzet in rekening, waarbij het irrelevant is of al dan niet een Buma Stemra repertoire wordt gebruikt. De voorzieningenrechter is van mening dat op voorhand niet gezegd kan worden dat deze stelling onhoudbaar is.

"In hoeverre mogelijk wel een correctie dient plaats te vinden op grond van het feit dat bij beltonen naast muziek ook sprake is van geluiden (zoals ambualnce, dierengeluiden en rinkelende telefoons) die geen auteursrechtelijk beschermde werken zijn en in dat opzicht een verschil bestaat ten aanzien van openbaarmaking in café's waar het doorgaans uitsluitend muziek betreft, kan in dit kort geding niet worden beoordeeld. Van de zijde van targetmedia is op dit punt geen enkele concrete informatie verschaft zodat de voorzieningenrechter niet op een beslisisng in de bodemprocedure voor uit kan lopen."

De voorzieningenrechter wijst de eis van Buma Stemra toe. Targetmedia heeft met betrekking tot de vermeende onverschuldigde betalingen in de periode 2002 tot en met 2004 een bodemprocedure aanhangig gemaakt. Deze heeft, voor zover mij bekend, tot op heden nog niet tot een vonnis geleid.

Lees eerdere berichten hier en hier.

 

IEF 2960

Offline na bezoek BREIN

brein2.bmpStichting BREIN meldt op haar website dat zij maandagavond opnieuw in persoon een sommatie betreffende een illegale p2p-site heeft overhandigd. Het betrof een provider die hostingdiensten verleende aan de illegale p2p-site Extremepowertorrents. Gisteravond ging de site offline nadat zij nogmaals door hun hosting provider waren gesommeerd.

Op de website werden op gecontroleerde wijze ongeveer 1500 torrentlinks naar speelfilms, muziek, computerspellen en andere auteursrechtelijk beschermde werken aangeboden. De site met zo'n 20.000 geregistreerde gebruikers werd eerder dit jaar opgericht in reactie op het neerhalen door BREIN van een andere illegale bittorrentsite NLexperience.

Zowel site als provider waren reeds eerder door BREIN gesommeerd, maar de eigenaar van de website reageerde niet en de hosting provider betwistte zijn juridische verplichting mee te werken aan het beëindigen van de inbreuk en zijn klant te identificeren.

De later door de hosting provider overhandigde naam- en adresgegevens kwamen uit het domeinnaamregister en bleken onjuist. Omdat de service provider daar al enige weken van op de hoogte was en willens en wetens doorging met het hosten van de illegale site, eist BREIN schadevergoeding van de provider die voorlopig begroot is op tenminste 280.000 euro.

Verder eist BREIN de namen en adressen van de voornaamste uploaders en opgave van de inkomsten die de site heeft gegenereerd. Bij grootschalige inbreuk of volhardende inbreukmakers vordert BREIN schadevergoeding die in de honderdduizenden euro’s kan lopen. Schikkingen van BREIN schadeclaims liepen inmiddels op tot meer dan 100.000 euro. “Veel illegale sites vinden onderdak bij obscure hosting providers die het niet zo nauw nemen met de wet”, aldus BREIN-directeur Tim Kuik, “die kunnen op een harde aanpak rekenen”. Naast hoge schadeclaims is ook strafrechtelijke actie niet uitgesloten.

Lees hier iets meer.

 

IEF 2959

Motormanagementsysteem

1-0.bmpGerechtshof Arnhem 7 november 2006, LJN: AZ2563

Geen gezamenlijk auteursrecht op tijdens een stage ontwikkelde software.

Appellant vordert dat het hof voor recht zal verklaren dat appellant en geïntimeerde gemeenschappelijk de auteursrechten van het motormanagementssteem ECU 3.00 bezitten. Vaststaat dat geïntimeerde in het kader van zijn afstudeeropdracht aan de HTS tijdens zijn stage bij appellant samen met appellant heeft gewerkt aan de ontwikkeling van een zogenaamd motormanagementsysteem, waarbij geïntimeerde zich heeft bezig gehouden met de ontwikkeling van de besturingssoftware daarvoor.

Nu uit de door de getuigen afgelegde verklaringen niet anders volgt dan dat geïntimeerde de software voor het motormanagementsysteem heeft ontwikkeld en evenmin blijkt dat tussen partijen over het auteursrecht van de software andersluidende afspraken zijn gemaakt dient ook volgens het hof geïntimeerde en niet appellant als maker, en daarmee als auteursrechthebbende, van de software te worden aangemerkt. De enkele omstandigheid dat "Dutch Radio Engineering" (kennelijk appellant, red. IEF) op de broncode staat vermeld kan niet tot een ander oordeel leiden, mede gelet op het feit dat geïntimeerde daartegen onder meer heeft aangevoerd dat hij met die vermelding slechts de samenwerking (in het kader van de stage) tussen hem en appellant heeft willen benadrukken en dat hij nimmer de bedoeling heeft gehad te erkennen dat appellant mede auteursrechthebbende zou zijn.

 

Ook de stelling van appellant dat uit de vermelding van "Dutch Radio Engineering" op de broncode van  blijkt dat geïntimeerde uitdrukkelijk heeft erkend dat appellant in ieder geval voor de helft, althans gemeenschappelijk rechthebbende is ten aanzien van (de software van) het motormanagementsysteem kan hem niet baten. De tekst op de broncode vermeldt niet dat geïntimeerde en appellant de gezamenlijke makers van de software voor de ECU 3.00 zijn, en evenmin dat zij gezamenlijk houder zijn van de exclusieve rechten op die software.

Door appellant is overigens niets gesteld waaruit kan volgen dat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat geïntimeerde door de vermelding van 'Dutch Radio Engineering' op de broncode heeft willen erkennen dat hij en appellant gezamenlijk auteursrechthebbenden zouden zijn. Weliswaar heeft appellant in eerste aanleg bij herhaling gesteld dat (de software van) het motormanagementsysteem 'onder zijn leiding en toezicht en met behulp van zijn kennis en kunde' is ontwikkeld en dat 'het intellectuele gedeelte' van hem afkomstig is, maar in het midden is gebleven welke concrete bijdragen hij dan precies heeft geleverd aan de (gezamenlijke) ontwikkeling van die software, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. De enkele omstandigheid dat geïntimeerde tijdens zijn stageperiode met appellant heeft samengewerkt aan de ontwikkeling van een motormanagementsysteem waarbij geïntimeerde zich heeft beziggehouden met de ontwikkeling van de software daarvoor is onvoldoende, want het zegt niets over feitelijke bijdragen van appellant aan de ontwikkeling van die software. De grief faalt.
Tot slot nog een kennelijke verschrijving (zie immers het dictum): "4.9  Als de in het ongelijk gestelde partij zal [geïntimeerde] worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep."
Lees hier het arrest.

 

IEF 2955

Stoeipoes

kat123.bmp"Ontwerper/architect Pi de Bruin is boos op de Partij voor de Dieren, die de door hem ontworpen blauwe Kamerzetel op haar verkiezingsposters heeft staan. Hij eist een gebruiksvergoeding van EUR 1000 voor elke keer dat 'zijn' stoel in beeld wordt gebracht.

Op de posters staat een katje op een Kamerzetel. De stoel is flink toegetakeld door de nagels van het beestje. De tekst erbij luidt: "Schud Den Haag nú wakker, kies Partij voor de Dieren".

De partij onder leiding van Marianne Thieme heeft De Bruin laten weten niet van plan te zijn om in te gaan op de claim. Volgens haar gaat het om overheidsmeubilair, dat deel uitmaakt van het publieke domein en bovendien heel vaak in de media te zien is.

De partij heeft Kamervoorzitter Weisglas gevraagd om te bemiddelen."

Voor de echte dierenliefhebbers is hier de raamposter.

IEF 2947

Esthetisch bepaald hoger beroep

tent.bmpGerechtshof Arnhem 17 november 2006 LJN: AZ2369, Appellanten tegen Gerjak

Hoger beroep in kort geding tegen dit vonnis met betrekking tot de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van tenttrailers.

Appellanten stellen zich op het standpunt dat ten aanzien van de drie in het geding zijnde Holtkamper tenttrailers (respectievelijk de Holtkamper Astro model1992, de Holtkamper Cocoon 1997 en de Holtkamper Astro Membrane Airco 2004) sprake is van een unieke en karakteristieke vormgeving met betrekking tot de (nader te noemen onderdelen van de) uitvouwbare tent van elk van deze vouwwagenmodellen. Gerjak maakt volgens hen met haar tenttrailer model Tago Settler (model 2005) inbreuk op de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van voornoemde tenttrailers van appellanten. Tevens handelt Gerjak volgens appellanten in dit verband onrechtmatig. Zij heeft de kenmerkende vormgeving van de tenten van de Cocoon en de Astro (modellen 1992 en 2004) overgenomen en sticht bij het publiek onnodig verwarring over de herkomst van de Tago Settler, wat slaafse nabootsing oplevert. Appellanten vorderen - kort weergegeven - onder meer dat Gerjak deze inbreuk en/of de ongeoorloofde nabootsing staakt.

Appellanten voeren aan dat voor de drie modellen driehoekige tentramen en driehoekige luifels, die op een bepaald manier zijn gepositioneerd en geaccentueerd, kenmerkend zijn. Deze - voor tenttrailers ongebruikelijke - elementen en de patronen van de combi-naties daarvan zijn volgens haar auteursrechtelijk beschermd.

Het hof beantwoordt de vraag of bij de bovengenoemde op zichzelf staande elementen sprake is van auteursrecht voorshands ontkennend. Toepassing van driehoekige vlakken in het tentdoek van tentramen is bij vouwwagens niet uniek. Dat bij de modellen van appellanten sprake is van (bovendien) een raam en/of raamluifel met een driehoekvorm en een iets andere positionering van de driehoeken op het tentdoek dan bij voornoemde voorbeelden, acht het hof niet een zodanig verschil uitmaken dat daardoor bij deze elementen wel sprake zou zijn van een werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt.
Het hof neemt voorshands wel aan dat aan de drie verschillende patronen - met in elk geval twee tegenover elkaar geplaatste driehoeken, al dan niet omkaderd door banden in contrasterende kleuren - bij elk van de drie genoemde modellen wel auteursrechtelijke bescherming toekomt.

De conclusie is dat, gelet op de totaalindrukken (waarbij onder meer gekeken is naar de
kleurstelling,  de "spatrand” en de spiegeling van driehoeken), Gerjak met betrekking tot de Tago Settler voldoende afstand heeft gehouden ten opzichte van de modellen van appellanten en dat dus geen sprake is van de gestelde inbreuk op het voorshands aangenomen auteursrecht van appellanten. Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Het hoger beroep slaagt aldus niet. Lees hier het arrest.