Vervolgens werden in 2000 door de Spaanse autoriteiten een partij zaden Toro bij de spaanse afnemer van de BV in beslag genomen. Hierna wees de BV NAKT erop dat Toro nog wel in stand werd gehouden. NAKT spande zich in om Toro zo snel mogelijk weer in de B lijst te krijgen. Op 4 april 2001 werd Toro opnieuw in de B lijst en de EU rassenlijst opgenomen. In dit geding vordert de BV schade doordat Toro ten onrechte van de B lijst en de EU rassenlijst was afgehaald.
NAKT en de Staat beriepen zich op de formele rechtskracht van het besluit van 8 juni 1999 tot schrapping van Toro van de B lijst. Op 16 maart 2005 overwoog de rechtbank dat zij geen uitsluitsel hoeft te geven over de vraag of tegen het Besluit bezwaar en beroep heeft opengestaan (in welk geval het Besluit formele rechtskracht zou hebben als er geen uitzondering zou zijn), omdat zij van oordeel is dat, als dit zo is, een uitzondering op het beginsel van formele rechtskracht gerechtvaardigd is.
De rechtbank heeft vervolgens overwogen dat NAKT onrechtmatig heeft gehandeld door te adviseren om Toro van de B-lijst te schrappen en dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door dit advies zonder meer op te volgen. De rechtbank heeft de vorderingen tot verklaring voor recht en betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat, toegewezen. De vordering tot betaling van een voorschot heeft zij afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang. (zie 2.2)
NAKT en de Staat hebben beroep ingesteld tegen de overwegingen van de rechtbank inhoudend kort gezegd dat NAKT onrechtmatig heeft gehandeld door haar onderzoek naar de instandhouding van Toro te beperken tot de briefwisseling met Zeraim in plaats van tevens bij de BV te informeren alvorens een advies tot schrapping van Toro te (laten) geven en dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door het onzorgvuldig tot stand gekomen advies te volgen.
Het Hof oordeelt dat het besluit tot schrappen van teeltmateriaal van de B-lijst geen beschikking is in de zin van de Awb. Voor zover de rechtbank in haar overwegingen uitgaat van de mogelijkheid dat het Besluit wel een beschikking is, kunnen deze overwegingen niet als dragend voor de beslissing worden beschouwd.
Artikel 14, eerste lid van Richtlijn 70/458/EG (inmiddels vervangen door Richtlijn 2002/55/EG) bepaalde dat de toelating van een ras wordt ingetrokken door de Lid Staten a) indien bij het onderzoek is aangetoond dat een ras niet meer onderscheidbaar, bestendig of voldoende homogeen is en b) op verzoek van de voor het ras verantwoordelijke persoon of personen, tenzij een instandhouding verzekerd blijft. Artikel 14, tweede lid, bepaalde dat de Lid-Staten de toelating van een ras kunnen intrekken: a) wanneer de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die uit hoofde van deze richtlijn zijn vastgesteld, niet worden nagekomen, en b) wanneer bij de aanvraag tot toelating of bij het onderzoek onjuiste of misleidende inlichtingen zijn verstrekt ten aanzien van feiten waarvan de toelating afhankelijk is gesteld.
Het Hof stelt vast dat artikel 14, tweede lid en artikel 14, eerste lid onder b geen grond voor de intrekking boden. Met betrekking tot artikel 14, eerste lid overweegt het hof dat NAKT uit het onderzoek bij de instandhouder niet kon afleiden dat Toro in stand gehouden was. "Dit leidt echter niet automatisch tot de conclusie dat door het onderzoek voldoende was aangetoond dat Toro niet in stand gehouden was. Alleen dit laatste – bij onderzoek is het niet in standgehouden zijn van het ras aangetoond – moet ingevolge artikel 14, eerste lid, tot intrekking leiden." het Hof is van mening dat NAKT onzorgvuldig is geweest en de conclusie dat Toro niet meer in stand werd gehouden te snel heeft getrokken. Hierbij neemt het hof de volgende omstandigheden in aanmerking:
- Het door NAKT gedane onderzoek had alleen de melding opgeleverd dat Zeraim geen Toro meer in voorraad had of produceerde. Zeraim heeft zich niet expliciet uitgelaten over het niet meer bestaan van Toro. Zeraim heeft ook niets over de wenselijkheid van schrapping van Toro van lijsten gemeld, waar zij dit wel had gedaan met betrekking tot twee andere rassen. NAKT heeft hiernaar ook op geen enkele wijze bij Zeraim geïnformeerd. Het was eenvoudig mogelijk om Zeraim aan te schrijven met de vraag of (ook) Toro volgens Zeraim moest worden geschrapt of dat de productie en/of de instandhouding van Toro aan een ander was overgedragen.
- Toro is een hybride en het ligt voor de hand dat bij het in het verkeer brengen daarvan niet alleen de vermeerderaar betrokken is. NAKT had door eenvoudig informeren bij Zeraim en ook door het raadplegen van haar eigen administratie kunnen traceren dat [de bv] in Nederland bemoeienis met dit ras heeft of heeft gehad en ook de eerdere wijzigingen van instandhouder bij NAKT had opgegeven. [de bv] was bij NAKT aangesloten en haar adres was bij NAKT bekend.
- In de periode rond het advies tot schrapping van Toro werd Toro door NAKT onderzocht in een proeftuinonderzoek. Het doen van onderzoek op (forse) partijen Toro door NAKT ook al zou dit privaatrechtelijk zijn rijmt niet met de conclusie van NAKT dat Toro niet meer bestaat.
Met het advies van NAKT om Toro van de B lijst te schrappen, heeft NAKT onrechtmatig gehandeld.
Lees het vonnis hier.