Mediarecht  

IEF 17710

Gedaagde kan zich niet verschuilen achter (uitlatingen van) derden als deze ernstige beschuldigingen bevatten

Gerecht EU (voorheen GvEA) 2 mei 2018, IEF 17710; ECLI:NL:OGEAA:2018:256 (manager afvalinzameling tegen VOF), https://delex.nl/artikelen/gedaagde-kan-zich-niet-verschuilen-achter-uitlatingen-van-derden-als-deze-ernstige-beschuldigingen-b

Gerecht in EA van Aruba 2 mei 2018, IEF 17710 ; ECLI:NL:OGEAA:2018:256 (manager afvalinzameling tegen VOF) Rectificatie, vrijheid van meningsuiting minder zwaar dan het recht bescherming van eer en goede naam. Het gewraakte artikel betreft de publicatie van een verklaring van een grote groep werknemers van Serlimar, waarin zij verneemde misstanden bij Serlimar aan de kaak stellen en ten aanzien van die misstanden opheldering vragen aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. De uitlatingen suggereren onder meer dat eiser, die thans een hoge managersfunctie bij Serlimar vervult, in het verleden via een derde persoon een contract is aangegaan met Serlimar voor het wassen van trucks voor een vergoeding van zevenduizend florin per maand.

Voor zover gedaagde heeft bedoeld om te betogen dat zij alleen de mening van de werknemers van Serlimar heeft gepubliceerd, slaagt dit verweer niet. Gedaagde heeft een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot haar publicaties en kan zich niet verschuilen achter (uitlatingen van) derden, als deze ernstige beschuldigingen bevatten die niet op feitelijk juiste informatie zijn gebaseerd en schade kunnen toebrengen aan iemands reputatie. In de publicatie is onvoldoende afstand genomen van de uitlatingen van de werknemers en tijdens de mondelinge behandeling ook blijk van heeft gegeven achter de uitlatingen te staan. De uitlatingen hadden op hun feitelijke juistheid moeten worden onderzocht. Rectificatie wordt bevolen.

IEF 17709

Met samenvatting van Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan/Mediareport.

EHRM in tweede Guja-arrest: wederom schending rechten klokkenluider

EHRM 27 feb 2018, IEF 17709; application no. 1085/10 (Guja tegen Moldavië 2), https://delex.nl/artikelen/ehrm-in-tweede-guja-arrest-wederom-schending-rechten-klokkenluider

EHRM 27 februari 2018, IEF 17709; IEFbe 2574; application no. 1085/10 (Guja tegen Moldavië 2) Mediarecht. Klokkenluiders kunnen bescherming ontlenen aan de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Het standaard-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hierover is het Guja-arrest uit 2008. Deze zaak draaide om Iacob Guja, een ambtenaar in Moldavië die twee opzienbarende brieven had gelekt naar de media waaruit bleek dat vanuit de regering druk was uitgeoefend op het OM op strafzaken stop te zetten. Guja werd daarop ontslagen, wat naar het oordeel van het EHRM een schending van artikel 10 EVRM opleverde. Guja werd daarop weer in dienst genomen, maar kort daarop wéér ontslagen. Hij wendde zich wederom tot het EHRM, dat ook nu weer oordeelt dat zijn rechten onder artikel 10 EVRM zijn geschonden.

IEF 17705

Publicist krijgt contactverbod, moet rectificeren en privéfoto's verwijderen

Rechtbank Noord-Holland 9 mei 2018, IEF 17705; ECLI:NL:RBNHO:2018:3898 (rechtiskrom.nl), https://delex.nl/artikelen/publicist-krijgt-contactverbod-moet-rectificeren-en-priv-foto-s-verwijderen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 9 mei 2018, IEF 17705; ECLI:NL:RBNHO:2018:3898 (rechtiskrom.nl) Mediarecht. Aan een publicist die op zijn website artikelen heeft geplaatst waarin hij eiser beschuldigt van betrokkenheid bij dan wel van het zijn van getuige van de moord op X, wordt een contactverbod opgelegd. Daarnaast dient hij een aantal artikelen van zijn website te verwijderen en verwijderd te houden. Bij diverse artikelen zijn foto’s geplaatst waarop eiser en vrienden van hem herkenbaar zijn afgebeeld, gedaagde dient de vakantiefoto’s en andersoortige foto's uit de privésfeer eveneens te verwijderen. De beschuldigingen aan het adres van eiser zijn ook vervat in een boek. Verdere publicatie en te koop aanbieden van dit boek wordt gedaagde verboden. Daarnaast dient gedaagde op zijn website een rectificatie te plaatsen.

IEF 17704

Handhaving last onder dwangsom voor afspraken NPO met concert- en evenementenorganisaties om concerten en nieuwe CD’s te promoten

CvdM 19 apr 2018, IEF 17704; kenmerk 686015/704730 (NPO inzake acties 3FM en Radio 2), https://delex.nl/artikelen/handhaving-last-onder-dwangsom-voor-afspraken-npo-met-concert-en-evenementenorganisaties-om-concerte

Beslissing op bezwaar CvdM 19 april 2018, kenmerk 686015/704730 (NPO inzake acties 3FM en Radio 2) Mediarecht. Dienstbaarheidsverbod. Uit het persbericht: Het Commissariaat voor de Media handhaaft de aan de NPO opgelegde last onder dwangsom, die is opgelegd om te voorkomen dat de NPO afspraken zou blijven maken die concert- en evenementenorganisaties een platform zouden bieden op NPO Radio 2 en 3FM om onder andere concerten en nieuwe CD’s te promoten. Het Commissariaat blijft van oordeel dat de NPO de concert- en evenementorganisaties een concurrentievoordeel heeft gegeven en daarmee het zogenoemde dienstbaarheidsverbod heeft overtreden. Dat verbod stelt dat derde partijen uit de samenwerking met een publieke omroep niet een meer dan normale winst of andere concurrentievoordelen mag behalen. De NPO heeft de verantwoordelijkheid om het niet-commerciële karakter van het publieke bestel te verzekeren.

IEF 17693

Geen spoedeisend belang meer bij voorschot op schadevergoeding en digitale kopie

Hof 's-Hertogenbosch 3 apr 2018, IEF 17693; ECLI:NL:GHSHE:2018:1404 (Appellant tegen vals Facebook-profiel), https://delex.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-meer-bij-voorschot-op-schadevergoeding-en-digitale-kopie

Hof 's-Hertogenbosch 3 april 2018, IEF 17693; ECLI:NL:GHSHE:2018:1404 (Eiseres tegen vals Facebook profiel) Hoger beroep. Zie eerder IEF 17376. Schadevergoeding i.v.m. digitale verspreiding intieme beelden en/of chatgesprekken. Het vonnis in kort geding van 13 februari 2017 (IEF 16598) wordt vernietigd voor zover het de veroordeling van een voorschot op schadevergoeding en verstrekking van een digitale kopie betreft. Geïntimeerde heeft bij die voorzieningen geen spoedeisend belang meer, omdat de rechtbank in het vonnis van 11 oktober 2017 (IEF 17217) Appellant heeft veroordeeld tot schadevergoeding in verband met de door hem gepleegde onrechtmatige daad. Het bodemvonnis levert voor Geïntimeerde al een executoriale titel op.

IEF 17669

Gemeente Emmen meldt terecht dat een inwoner 50 tot 60 overlastzaken aanhangig heeft gemaakt

Rechtbank Noord-Nederland 26 apr 2018, IEF 17669; ECLI:NL:RBNNE:2018:1486 (eiser tegen Gemeente Emmen), https://delex.nl/artikelen/gemeente-emmen-meldt-terecht-dat-een-inwoner-50-tot-60-overlastzaken-aanhangig-heeft-gemaakt

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 26 april 2018, IEF ; ECLI:NL:RBNNE:2018:1486 (eiser tegen Gemeente Emmen) Mediarecht. De uitlating van De Gemeente in het Dagblad van het Noorden van 14 maart 2018, naar aanleiding van vragen van een journalist, dat er bij De Gemeente sinds 2015 zo'n 50 tot 60 zaken door eiser aanhangig zijn gemaakt, is niet onrechtmatig jegens eiser. Het artikel 'Eén Emmenaar, zestig zaken' opent als volgt: "Op het gemeentehuis van Emmen zijn ambtenaren bezig met in totaal zestig zaken, aangespannen door één inwoner." Eiser heeft onvoldoende gesteld voor de conclusie dat de uitspraken niet waar zijn. De Gemeente heeft in het gewraakte krantenartikel een uitleg gegeven over wat zij bedoelt met het begrip zaken. Verder heeft zij aan de hand van een uitdraai uit haar registratiesysteem uitgelegd hoe ze bij het genoemde aantal komt. De vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

IEF 17687

Geen rectificatie van artikel over zaaddonor die zwijgt over Asperger

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2018, IEF 17687; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep), https://delex.nl/artikelen/geen-rectificatie-van-artikel-over-zaaddonor-die-zwijgt-over-asperger

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2018, IEF 17687 ; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep) Onrechtmatige perspublicatie artikel in het AD en op haar website. Niet onrechtmatig jegens eiser. Dat eiser als spermadonor verzwijgt dat bij hem de diagnose Asperger is gesteld is een maatschappelijke misstand. Zie eerder de afgewezen klacht bij de RvdJ [2011/78]. Bij eiser is in 2008 de diagnose ‘syndroom van Asperger’ gesteld en biedt via internet aan als zaaddonor te fungeren en gebruikt daarbij afwisselend zijn drie officiële voornamen. AD publiceert artikelen (2011) met als titel: “Zaaddonor (30) zwijgt over ziekte” en "Asperger-patiënt [eiser] heeft zeker twintig donorkinderen". Hoewel onduidelijk is in welke mate het syndroom van Asperger enige erfelijke component kent. De blote betwisting van eiser is onvoldoende om dit te ontkrachten. Nu deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden. Vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

Misstand?
4.9. Vaststaat dat [eiser] in zijn gesprekken met wensmoeders niet – althans niet altijd – heeft verteld dat bij hem de diagnose syndroom van Asperger is gesteld. Dit strookt ook met zijn standpunt dat hij vindt dat deze informatie niet behoeft te worden gedeeld met de wensmoeders. Nu, zoals hiervoor reeds is overwogen, deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden in het kader van haar taak informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en haar vitale rol van publieke waakhond te spelen. Dit is slechts anders, indien in dit geval het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] zwaarder zou moeten wegen. Ter beantwoording van die vraag wordt het volgende overwogen.

4.15. De conclusie is dan ook dat de inhoud van de publicaties voldoende steun in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal vindt. Voor zover al van enige feitelijke onjuistheid in de publicaties sprake zou zijn, is die niet van zodanige aard dat daarmee de belangenafweging in dit geval in het voordeel van [eiser] zou moeten uitvallen.

Wederhoor?
4.16. Ten aanzien van het betoog van [eiser] dat geen deugdelijke wederhoor heeft plaatsgevonden, wordt het volgende overwogen. Vaststaat dat voorafgaand aan de publicaties een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen de journalist van het AD en [eiser] . In dat telefoongesprek is [eiser] gehoord. Dat, zoals [eiser] stelt, afgesproken zou zijn dat hij ook nog voorafgaand aan de publicatie(s) inzage zou hebben in het artikel, heeft de Persgroep c.s. betwist en heeft [eiser] niet voldoende onderbouwd. Maar ook als dat anders was, wordt bij gebrek aan belang geen gevolg gegeven aan het bewijsaanbod dat [eiser] ter gelegenheid van de comparitie ten aanzien van dit geschilpunt heeft gedaan. De rechtbank acht het, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, namelijk niet waarschijnlijk dat [eiser] de Persgroep c.s. ervan had kunnen overtuigen dat haar voorgenomen publicaties zó onjuist waren dat die publicaties achterwege dienden te blijven of minst genomen anders moesten worden geredigeerd. De situatie zou dus niet anders zijn geweest, indien [eiser] de concepttekst had kunnen inzien. Een eventueel verzuim op dit punt kan daarom niet tot de gevolgtrekking leiden dat de Persgroep c.s. onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld.

Mate van inbreuk
4.17. [eiser] is door de opgenomen afbeelding waarbij zijn ogen en een groot deel van zijn gezicht door middel van blokjes zijn afgeschermd, slechts in kleine kring herkenbaar. De Persgroep c.s. heeft ter zitting naar voren gebracht dat [eiser] bij het boodschappen doen in de supermarkt niet zal worden herkend. [eiser] heeft dit niet betwist. Wel zal hij - in overeenstemming met een van de doelen die de Persgroep c.s. met de publicaties heeft gehad - door de combinatie van zijn op internet gebruikte namen, woonplaats en leeftijd worden herkend door de wensmoeders die met hem in contact zijn getreden en bij wie de inseminatie al heeft plaatsgevonden, respectievelijk die nog overwegen tot inseminatie over te gaan. De rechtbank acht deze herkenbaarheid in kleine kring een beperkte inbreuk op de privacy van [eiser] . Bovendien weegt het maatschappelijk belang dat met de publicaties is gediend - in het bijzonder het waarschuwend effect op de wensmoeders - in dit geval zwaarder.

4.18. Ten overvloede wordt nog overwogen dat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting niet van toepassing is op de pers. [eiser] doet dan ook tevergeefs een beroep op de daarin opgenomen waarborgen ter bescherming van de privacy van een zaaddonor.

IEF 17685

Geen aantasting van de nagedachtenis van betrokkene met BNN-VARA-documentaire over stalking

Rechtbank Amsterdam 16 apr 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara), https://delex.nl/artikelen/geen-aantasting-van-de-nagedachtenis-van-betrokkene-met-bnn-vara-documentaire-over-stalking

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 april 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara) Onrechtmatige perspublicatie. Verbod uitzending (deel) documentaire. Aantasting van de nagedachtenis van betrokkene. Halal Docs heeft een documentaire gemaakt over wijlen betrokkene die door de strafrechter is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor stalking. Eiseres, moeder van de overleden man, vindt dat haar zoon eenzijdig negatief in beeld wordt gebracht en vordert verwijdering van de beelden van de arrestatie; de beelden waarin de suggestie ligt dat hij X zal vermoorden; de beelden die zonder toestemming van de familie op de uitvaart zijn gemaakt; en de beelden waarin portretrecht wordt geschonden. Van aantasting in de persoon of schaden eer of goede naam van moeder is onvoldoende gebleken. Betrokkene heeft kennelijk op enig moment ingestemd met het opnemen van bewegende beelden van hem ten behoeve van de film. De arrestatiescène stelt betrokkenen niet ten onrechte in een negatief daglicht. De afweging tussen de belangen van betrokkene, ware hij nog in leven geweest, en die van Halal Docs c.s. leidt ertoe dat een beperking van de uitingsvrijheid niet gerechtvaardigd zou zijn geweest (ex artikel 6:106, eerste lid, onder c BW). Daaruit volgt dat eiseres zich niet op die grond kan verzetten tegen de uitzending.

IEF 17681

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, IP-Atelier.

Uitlatingen FNV over loon en krakkemikkige stoelen vinden geen steun in feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681; (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV), https://delex.nl/artikelen/uitlatingen-fnv-over-loon-en-krakkemikkige-stoelen-vinden-geen-steun-in-feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681 (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV) Onrechtmatige publicatie. Arrest in kort geding. FNV verwijt dat medewerkers van Ten Have c.s. niet het cao-loon krijgen dat zij verdienen. Uit de door FNV overlegde producties blijkt niet dat haar uitlatingen ter zake voldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. Ook indien met FNV moet worden aan aangenomen dat een medewerker na één jaar dient door te stromen, is er geen misstand die de in de publicaties gebezigde kwalificaties rechtvaardigt. Het tweede verwijt van FNV is dat Ten Have c.s. verouderde en krakkemikkige stoelen heeft. Ten Have c.s. heeft het gemaakte verwijt gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de stoelen voldeden aan de geldende Arbo normen. Dat de uitlating in de flyer voldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal is derhalve ook in hoger beroep niet komen vast te staan. Het hof bekrachtigt het vonnis [IEF 16034] waarvan beroep.

IEF 17682

Geen verbod op voorhand van publicatie Quote-artikel

Rechtbank Amsterdam 26 jan 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote), https://delex.nl/artikelen/geen-verbod-op-voorhand-van-publicatie-quote-artikel

Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 januari 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote) Mediarecht. Zie eerder IEF 17452. Van de voorgenomen publicatie die het onderwerp van dit geschil is, is de inhoud nog niet bekend. Weliswaar heeft Quote erkend een artikel over eiser te zullen publiceren, dat in concept vrijwel gereed is, maar hoe dat artikel er precies uit zal zien staat nog niet vast. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de publicatie niettemin onrechtmatig zal zijn. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat Quote zich schuldig maakt aan suggestieve vraagstelling. De vragen uit de in het geding gebrachte vragenlijst bevatten onvoldoende aanknopingspunten om daaraan het predicaat suggestief te verbinden, door het stellen van die ingebrachte vragen maakt een op handen zijnde onrechtmatige publicatie zeer waarschijnlijk maakt. De vordering tot verbod op voorhand van publicatie artikel over eiser wordt afgewezen.