Mediarecht  

IEF 16584

Blijvende beschikbaarheid in digitaal archief is onvoldoende voor onrechtmatigheid

Hof Amsterdam 7 feb 2017, IEF 16584; ECLI:NL:GHAMS:2017:365 (Erdee Media tegen geïntimeerde), https://delex.nl/artikelen/blijvende-beschikbaarheid-in-digitaal-archief-is-onvoldoende-voor-onrechtmatigheid

Hof Amsterdam 7 februari 2017, IEF 16584; ECLI:NL:GHAMS:2017:365 (Erdee Media tegen geïntimeerde) Mediarecht. In het Reformatorisch Dagblad (RD) is een artikel verschenen onder de titel: "Hij is zo christelijk, ik dacht, dat zit wel goed". Geïntimeerde en zijn vader hebben vanaf de jaren 90 bemiddeld bij de emigratie van Nederlandse agrariërs naar Oost-Europa, daar zijn conflicten bij ontstaan. De rechtbank [IEF 14849] heeft staking bevolen van plaatsing op digibron.nl en vindbaarheid in zoekresultaten van Google op de naam van geïntimeerde. Het hof: De publicatie van het artikel is niet onrechtmatig. De beschuldigingen zijn duidelijk toegeschreven aan derden en weerwoorden zijn daar tegenover gesteld. De blijvende beschikbaarheid in het digitaal archief is onvoldoende voor onrechtmatigheid, daarvoor zijn bijzondere omstandigheden nodig. Er is geen grond voor het toewijzen van de vordering jegens RD gericht op onvindbaar maken artikel door zoekmachines. De verwerking van persoonsgegevens, bestaande uit het zoeken van gegevens bij de naam van geïntimeerde en het weergeven van de zoekresultaten, wordt uitgevoerd door de exploitant van de zoekmachine en niet door Erdee.

 

IEF 16576

Bedreigende en onnodige grievende woorden op Facebook over (ex)huisarts

Rechtbank Rotterdam 8 feb 2017, IEF 16576; ECLI:NL:RBROT:2017:1031 ('Zij heeft mij een nier gekost'), https://delex.nl/artikelen/bedreigende-en-onnodige-grievende-woorden-op-facebook-over-ex-huisarts

Vzr. Rechtbank Rotterdam 8 februari 2017, IEF 16576; ECLI:NL:RBROT:2017:1031 (Ze heeft mij een nier gekost) Mediarecht. Op Facebook meldt voormalig patiënt herhaaldelijk dat zijn (ex)huisarts slecht werk heeft verricht en dat heeft hem een nier gekost. De klachten begonnen in mei 2016, inmiddels is het februari 2017. Gedaagde heeft inmiddels ruim voldoende tijd gehad om zijn standpunt te schragen met relevant bewijsmateriaal. Mocht de huisarts slechts werk hebben verricht, hetgeen niet vaststaat, zijn woorden als 'eigenwijze troll' en 'met zo'n stomme kop' onnodig grievend. De woorden 'ik ga haar de nek omdraaien' en 'de huisarts X gaat er voor bloeden' zijn bedreigingen. De vrijheid van meningsuiting staat hier tegenover recht op eer en goede naam (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). Gedaagde kan niet worden veroordeeld tot het doen van mededeling dat het niet zijn bedoeling was, omdat dat wel precies wel de bedoeling was; in een rectificatie worden geen onwaarheden verkondigd. De voorzieningenrechter gelast gedaagde direct te stoppen met de lastercampagne en de berichten te verwijderen op Facebook of ieder ander sociaal medium.

IEF 16565

Uitspraak mede ingezonden door Sander Dikhoff, Dikhoff Van Dongen Advocaten.

Biografie over oud-wielrenner, 'Mijn gevecht', hoeft niet uit de handel

Rechtbank Amsterdam 2 feb 2017, IEF 16565; ECLI:NL:RBAMS:2017:570 (biografie oud-Wielrenner 'Mijn gevecht'), https://delex.nl/artikelen/biografie-over-oud-wielrenner-mijn-gevecht-hoeft-niet-uit-de-handel

Vzr. Rechtbank Amsterdam 2 februari 2017, IEF 16565; ECLI:NL:RBAMS:2017:570 (biografie oud-Wielrenner 'Mijn gevecht') Mediarecht. Gedaagde heeft het boek “Mijn gevecht” geschreven waarin over het leven van wielrenner [de wielrenner] in de ik-vorm wordt verteld. De voorzieningenrechter zal gezien het faxbericht van 18 januari 2017 de beoordeling in dit geschil overigens beperken tot “het vermeende aanzetten tot doping door cliënt, zijn vermeende eigen dopinggebruik en zijn vermeende contacten met [naam 2]”. Daarbij is uitdrukkelijk meegewogen dat het gaat om een biografie van [de wielrenner], die als eerste verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn beweringen. Het door gedaagde en uitgeverij Overamstel aangevoerde, in samenhang met de overgelegde verklaringen, is voldoende geverifieerd en vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. 'Mijn gevecht',de biografie over een oud-wielrenner, hoeft niet uit de handel te worden genomen. Ook hoeft het boek niet te worden gerectificeerd.

IEF 16531

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan.

Onderzoeksjournalistiek leidt niet zelden tot indringende publicaties, getoontzet in soms opgeklopte bewoordingen

Rechtbank Overijssel 19 jan 2017, IEF 16531; ECLI:NL:RBOVE:2017:211 (Stichting LOOP tegen NRC), https://delex.nl/artikelen/onderzoeksjournalistiek-leidt-niet-zelden-tot-indringende-publicaties-getoontzet-in-soms-opgeklopte

Vzr. Rechtbank Overijssel 19 januari 2017, IEF 16531 ; ECLI:NL:RBOVE:2017:211 (Stichting LOOP tegen NRC) Mediarecht. De kop van NRC-artikel “Podologenclub in handen van de Noorse broeders” van het artikel is niet te negatief of onnodig grievend. De voorzieningenrechter overweegt daarbij dat onderzoeksjournalistiek niet zelden leidt tot indringende publicaties, getoonzet in soms opgeklopte en wellicht overdreven bewoordingen met de bedoeling om de conclusies die de onderzoeksjournalist trekt te benadrukken en enigszins uit te vergroten. Voor zover de grenzen van het toelaatbare daarbij niet worden overschreden en het lijdend voorwerp van de publicatie voldoende gelegenheid krijgt om weerwoord te geven, voorziet dit soort journalistiek in een maatschappelijke taak en behoefte die niet snel tot onrechtmatigheid zal leiden. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid mag echter van een onderzoeksjournalist worden verwacht dat hij in het kader van zijn onderzoek bij voorgenomen artikelen, waarbij beschuldigingen worden geuit, de betrokkene in de gelegenheid stelt zijn of haar eigen visie te geven. Aan het beginsel van hoor en wederhoor is voldoende invullen gegeven. Afwijzing van de gevraagde voorzieningen.

IEF 16530

Boete overtreding dienstbaarheidsverbod 'Heel Holland Bakt' van tafel

CvdM 17 jan 2017, IEF 16530; ECLI:NL:RBMNE:2017:178 (Omroep Max tegen CvdM), https://delex.nl/artikelen/boete-overtreding-dienstbaarheidsverbod-heel-holland-bakt-van-tafel

Rechtbank Midden-Nederland 17 januari 2017, IEF 16530; ECLI:NL:RBMNE:2017:178 (Omroep Max tegen CvdM) Mediarecht. Commissariaat voor de Media heeft Omroep Max een boete opgelegd omdat zij zich met het programma Heel Holland Bakt heeft schuldig gemaakt aan dienstbaarheidverbod (artikel 2.141, eerste lid, van de Mediawet) [IEF 15754, IEF 14834]. Omroep Max heeft het format voor het programma Heel Holland Bakt gekocht van BBCW. CvdM verwijt Omroep Max dat zij het gebruik van het woordbeeldmerk ‘Heel Holland Bakt’ ongeclausuleerd heeft overgedragen aan BBCW. BBCW heeft met Ahold een overeenkomst gesloten. Ahold exploiteert het woord-beeldmerk‘Heel Holland Bakt’. Hierdoor heeft Omroep Max, volgens CvdM het dienstbaarheidsverbod, overtreden. De rechtbank oordeelt dat het ongeclausuleerd overdragen van een woordbeeldmerk, onder omstandigheden een overtreding van het dienstbaarheidverbod kan opleveren. In deze zaak is de rechtbank echter van oordeel dat eiseres het dienstbaarheidverbod niet heeft geschonden omdat voor eiseres niet voorzienbaar was dat haar handelwijze ertoe zou (kunnen) leiden dat BBCW een overeenkomst met Ahold zou sluiten op grond waarvan Ahold meer dan normale winst of ander economisch voordeel zou kunnen behalen, of dat haar zorgplicht zover reikte als CvdM heeft gesteld. Van belang is daarbij dat er geen sprake is geweest van een directe (contractuele) relatie tussen eiseres en Ahold. Eiseres is ook op geen enkele wijze betrokken bij de overeenkomst tussen BBCW en Ahold. Er is geen sprake geweest van (een vorm van) samenwerking tussen Omroep Max en Ahold. Weliswaar is samenwerking geen vereiste voor het kunnen vaststellen van een overtreding van het dienstbaarheidverbod, maar dat betekent niet dat de omstandigheid dat géén samenwerking heeft plaatsgevonden, geen rol kan spelen bij de beantwoording van de vraag of in het concrete geval de publieke media-instelling zich schuldig heeft gemaakt aan verboden dienstbaarheid. De rechtbank acht voorts van belang dat Omroep Max in de uitzendingen van ‘Heel Holland Bakt’ geen aandacht heeft besteed aan de productlijn van Ahold en er daarentegen juist voor heeft zorg gedragen dat in de STER-reclameblokken voor en na de uitzending géén reclame werd gemaakt voor de producten.

IEF 16495

Cassatieberoep over rectificatie tv-uitzending Ryanair met krap gepland brandstofvoorraad verworpen

Hoge Raad 23 dec 2016, IEF 16495; ECLI:NL:HR:2016:2996 (Ryanair tegen KRO), https://delex.nl/artikelen/cassatieberoep-over-rectificatie-tv-uitzending-ryanair-met-krap-gepland-brandstofvoorraad-verworpen

HR 23 december 2016, IEF 16495; ECLI:NL:HR:2016:2996 (Ryanair tegen KRO) Onrechtmatige daad, mediarecht. Art. 6:167 lid 2 BW. Rectificatie tv-uitzending over luchtvaartmaatschappij met (te) krap geplande voorraad brandstof aan boord. Het hof Amsterdam oordeelde eerder dat KRO Brandpunt Reporter niet onrechtmatig waren. De Hoge Raad doet de zaak ex artikel 81 RO af, omdat de aangevoerde klachten niet tot cassatie leiden.

IEF 16514

Uitspraak ingezonden door Erik de Vos, Kracht advocatuur.

 

Links naar onderzoeken vermeende misstanden Blijf-huizen en reacties niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 12 jan 2017, IEF 16514; ECLI:NL:RBDHA:2017:254 (Stichting Blijf Groep tegen Stichting Femmes for Freedom), https://delex.nl/artikelen/links-naar-onderzoeken-vermeende-misstanden-blijf-huizen-en-reacties-niet-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Den Haag 12 januari 2017, IEF 16514; ECLI:NL:RBDHA:2017:254 (Stichting Blijf Groep tegen Stichting Femmes for Freedom) Geen onrechtmatige publicaties. Blijf Groep is een stichting die hulp en opvang biedt aan slachtoffers en betrokkenen van huiselijk geweld. FFF streeft huwelijkse gelijkheid tussen en mannen en vrouwen na en zet zich in dat verband in voor vrouwen die te maken hebben met geweld door hun partner of familie. FFF verwijst vrouwen door naar opvanglocatie. Over de Blijf Groep zijn er klachten. Op de FFF-website is gelinkt naar de onderzoeken naar de (vermeende) misstanden en publicaties in diverse media. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen van FFF jegens Blijf Groep. Het recht van FFF op vrije meningsuiting prevaleert in dit geval boven het door Blijf Groep ingeroepen recht op bescherming van haar eer en goede naam. Vordering afgewezen.

IEF 16494

Bijdrage ingezonden door Jens van den Brink en Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.

EHRM in Telegraaf/Nederland: inbeslagneming bij journaliste schending artikel 10 EVRM

EHRM , IEF 16494; (TMG tegen Staat der Nederlanden), https://delex.nl/artikelen/ehrm-in-telegraaf-nederland-inbeslagneming-bij-journaliste-schending-artikel-10-evrm

EHRM 22 september 2016, IEF 16494; IEFbe 2051; appl.no. 33847/11 (TMG tegen Staat der Nederlanden) In maart 2009 publiceert De Telegraaf het artikel “AIVD faalde rond Irak” en in juni 2009 het artikel “Beveiliging fors opgeschroefd. Dalai Lama bedreigd”. De AIVD vermoedt dat er staatsgeheime documenten zijn gelekt naar de journaliste van de Telegraaf en stelt een onderzoek in. Er wordt een huiszoekingsbevel afgegeven en op 18 juni 2009 vindt een huiszoeking plaats bij de journaliste waarbij allerlei objecten en (elektronische) documenten in beslag worden genomen. Ook wordt de telefoon van de journaliste afgeluisterd. Via deze documenten en gesprekken komt de AIVD twee van haar medewerkers op het spoor, die beide worden aangeklaagd. Over deze strafrechtelijke processen werd op Media Report al eerder geschreven (MR 2013-14256 en MR 2014-083).

 

IEF 16493

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam.

Informatie over het telemarketinggesprek, dat volgens Pretium niet authentiek is, valt onder de journalistieke bronbescherming

Hof Den Haag 27 dec 2016, IEF 16493; (Pretium tegen AvroTros), https://delex.nl/artikelen/informatie-over-het-telemarketinggesprek-dat-volgens-pretium-niet-authentiek-is-valt-onder-de-journa

Hof Den Haag 27 december 2016, IEF 16493 (Pretium tegen Avrotros) Mediarecht. In een uitzending van Radar op 6 oktober 2014 is aandacht besteed aan de niet-naleving van het schriftelijkheidsvereiste van art. 6:230v lid 6 BW door Pretium. De uitzending ving aan met een 6,5 minuut durend telemarketinggesprek. Ook werd aandacht besteed aan klachten van gedupeerden over Pretium. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Pretium afgewezen [IEF 15167]. Dit wordt in beroep bevestigd. Het hof is van oordeel dat het AVROTROS vrij staat de invulling van het schriftelijkheidsvereiste door Pretium kritisch te belichten. Het staat AVROTROS vrij om ook aandacht te besteden aan meer algemene klachten over Pretium aangezien die de noodzaak voor de invoering van het schriftelijkheidsvereiste illustreren. Pretium beschikt niet over bepaalde informatie over het telemarketinggesprek en voert aan dat deze niet authentiek zou zijn. AVROTROS heeft terecht gewezen op het belang van journalistieke bronbescherming en heeft daarmee een gegronde reden om hierover geen informatie te verschaffen. Met betrekking tot wederhoor wordt door het hof overwogen dat AVROTROS niet verplicht was alle elementen die zij in de uitzending gebruikt afzonderlijk voor te leggen aan Pretium noch Pretium de gelegenheid te geven onderzoek te doen. AVROTROS heeft Pretium voldoende gelegenheid geboden te reageren op de essentie van de uitzending. De kern van die reactie is voldoende duidelijk in de uitzending getoond.

 

IEF 16464

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS c.s.

Geen rectificatie uitzending over btw-ontduiking bij cash betaling botoxinjectie

Rechtbank Amsterdam 21 dec 2016, IEF 16464; ECLI:NL:RBAMS:2016:8614 (Etienne L tegen SBS-Noordkaap), https://delex.nl/artikelen/geen-rectificatie-uitzending-over-btw-ontduiking-bij-cash-betaling-botoxinjectie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 december 2016, IEF 16464; ECLI:NL:RBAMS:2016:8614 (Etienne L tegen SBS-Noordkaap) Mediarecht. L. is plastisch chirurg en geeft tijdens inloopspreekuren ter plekke botox-injectie of een filler. In het programma Undercover in Nederland wordt aandacht besteed aan de kosten, cosmetische behandelingen zijn BTW-plichtig en medische behandelingen zijn vrijgesteld. De contante betalingen werden zonder BTW afgerekend, de betalingen met de pinpas wordt btw wel toegerekend. Door het weglaten van bepaalde beelden is de uitzending echter niet gemanipuleerd of zijn uitlatingen uit hun verband gerukt. Uit de beelden is genoegzaam gebleken dat zowel L. als zijn assistente bij herhaling meedeelt dat zij bij cash betaling geen en bij pin betaling wel BTW moeten betalen. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde rectificatie. L. is zelf met zijn (achter)naam naar buiten gekomen, omdat hij van mening is niets laakbaars te hebben gedaan.