DOSSIERS
Alle dossiers

Woord- en of beeldmerk  

IEF 1505

Daarmee is echter alles ook wel gezegd

Rechtbank Middelburg, 18 januari 2006, KG 242/2005. Sara Lee/DE N.V. tegen Capriole Coffee Services. Interessant vonnis in kort geding in de zaak tussen Sara Lee/DE en haar dealer Capriole Coffee-service, in de zaak over het gebruik van het merk Douwe Egberts in zoekmachine advertenties (gesponsorde koppelingen) en in de metatags.

Bij een aantal zoekmachines heeft Capriole voor, onder andere, het trefwoord ‘douwe egberts’ gesponsorde hyperlinks verworven. Dit leidt ertoe dat wanneer bij de desbetreffende zoekmachine het trefwoord ‘douwe egberts’ wordt ingetikt, bovenaan de resultatenpagina de gesponsorde hyperlink van Capriole naar haar website verschijnt. Op deze website staat geen directe link naar Douwe Egberts, wel aparte reclamebuttons voor drie concurrende merken. Capriole gebruikt de aanduiding ‘douwe egberts’ ook als metatag.

De rechtbank Middelburg oordeelt dat het genoemde gebruik van het merk Douwe Egberts op internet door Capriole geen gebruik van het merk betreft en geen inbreuk oplevert op de merkrechten van Sara Lee en evenmin onrechtmatig is jegens Sara Lee. De gevraagde voorzieningen zijn dus afgewezen.

Allereerst stelt de rechtbank vast dat Sara Lee er (terecht) geen bezwaar tegen heeft dat Capriole in haar reclame-uitingen en op haar websites melding maakt van het feit dat Capriole producten van Sara Lee in haar assortiment in haar assortiment heeft en ook niet tegen de wijze waarop Capriole dit doet. Vervolgens oordeelt de rechtbank: "Het gebruik van het merk Douwe Egberts door Capriole voor en in de gesponsorde hyperlinks en metatags, waartegen de bezwaren van Sara Lee zich uitsluitend richten, is evenwel niet wezenlijk verschillend van de overige wijzen waarop Capriole informatie verstrekt over en reclame maakt voor producten van Douwe Egberts en voor het leveren van die producten door de eigen onderneming". De websites van Capriole worden op deze manier slechts eerder bereikt dan anders het geval zou zijn, en “daarmee is echter alles ook wel gezegd.

Voorts stelt de rechtbank: "Capriole maakt gebruik van de mogelijkheden die het internet biedt om hoog op de resultatenpagina's te komen en daardoor de kans te vergroten dat de eigen website wordt bezocht. Dat is, zonder bijkomende omstandigheden waarvan in dit geval niet is gebleken, ten opzichte van anderen die die mogelijkheden niet wensen te benutten niet als misbruik te kwalificeren."

De rechtbank is daarnaast van mening dat Capriole het merk niet zonder geldige reden gebruikt in de zin van artikel 13A lid 1 onder d BMW. Het feit dat er ook producten van andere leveranciers op de website van Capriole worden aangeboden doet daaraan niet af.

Tenslotte stelt dat de rechtbank dat van onrechtmatig handelen van Capriole geen sprak is. "Door Sara Lee/DE is in ieder geval vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het gewraakte handelen van Capriole dient te worden aangemerkt als misleiding, afleiden, aanleunen of profiteren van het bedrijfsdebiet van een ander." Lees het vonnis hier  (met dank aan Theo Bosboom, Dirkzwager advocaten & notarissen).

IEF 1500

Zeker niet uit te sluiten

Rechtbank Amsterdam, 22 december 2005, KG 05-2184 P. GTI German Travel Int GmbH / DTI Dutch Travel Int. B.V. tegen Lastminuteturkije.nl B.V.

GTI en DTI zijn reisorganisaties die gespecialiseerd zijn in reizen naar Turkije. De vluchten zelf worden uitgevoerd door de Turkse chartermaatschappij SKY Airlines, een zusteronderneming die echter geen partij is in dit geding. GTI is sinds februari 2005 voor de Benelux en Polen houder van het Internationale woord- en beeldmerk ‘german sky airlines.’ GTI maakt gebruik van diverse domeinnamen met ‘skyairlines.’ Het in oktober 2005 door GTI in de Benelux gedeponeerde woordmerk ‘SKY Airlines’ is nog niet ingeschreven. Lastminuteturkije.nl heeft in de 2003 de domeinnaam www.skyairlines.nl geregistreerd en gebruikt de domeinnaam als rerouter naar haar hoofdwebsite.

De rechtbank verwerp het  betoog van GTI en DTI dat Lastminuteturkije.nl inbreuk maakt op het merk ‘SKY Airlines’, aangezien dit merk nog niet in ingeschreven. Verwarringsgevaar tussen www.skyairlines.nl en ‘german sky airlines’’ is daarnaast gering, omdat veel ondernemingen in deze branche zich bedienen van de, daardoor weinig onderscheidende, combinatie sky en airlines en ook het bestanddeel german in het merk bepaald geen ondergeschikte rol speelt. 

Beroep op artikel 5 Handelsnaamwet faalt eveneens. Het valt zeker niet uit te sluiten dat GTI en DTI oudere rechten op de handelsnaam hebben, maar uitsluitsel daarover vergt een nader onderzoek naar de feiten waartoe dit kort geding zich niet leent.  Lees het vonnis hier (met dank aan Till Kolle, Heitmann · von Meding).

IEF 1482

Hoge bomen

HvJ EG, 12 januari 2006, zaak C-361/04, Picaro - Picasso. Succession Picasso (de erven van de schilder Picasso) verzet zich met haar merk PICASSO in hoogste instantie tegen het volgens haar verwarringwekkende merk Picaro van DaimlerChrysler, beide (o.a.) ingeschreven voor automobielen en hun onderdelen. Helaas niet zo lyrisch, maar de strekking is hetzelfde als die van de conclusie van de AG.

Eerder oordeelde het Gerecht: "Daaruit volgt dat de twee tekens visueel en fonetisch overeenstemmen, maar dat de mate van auditieve gelijkenis zwak is. Begripsmatig is het woordteken PICASSO bij het relevante publiek bijzonder goed bekend als zijnde de naam van de beroemde schilder Pablo Picasso. Het woordteken PICARO kan door Spaanstalige personen worden opgevat als de aanduiding van onder meer een personage uit de Spaanse literatuur, terwijl het geen semantische inhoud heeft voor het (overwegend) niet-Spaanstalige deel van het relevante publiek. Begripsmatig stemmen de tekens dus niet overeen. Daaruit volgt dat de begripsmatige verschillen tussen de betrokken tekens in casu opwegen tegen de hiervoor in punt 54 genoemde visuele en fonetische overeenkomsten." Geen gevaar voor verwarring.

Picasso stelt dat het Gerecht ten onrechte heeft geoordeeld dat, aangezien een beroemde familienaam als PICASSO een duidelijke en vaste betekenis heeft, die het relevante publiek dus onmiddellijk kan begrijpen, een dergelijk groot begripsmatig verschil tussen de twee tekens kan ontstaan dat de visuele en fonetische gelijkenissen die eveneens tussen deze tekens bestaan, erdoor worden geneutraliseerd. Zij stelt dat het begripsmatige verschil tussen de twee tekens er niet groter op kan worden doordat een teken een duidelijke en vaste betekenis heeft, die het relevante publiek dus onmiddellijk kan begrijpen.

Deze omstandigheid is bijgevolg niet relevant voor de beoordeling of dat begripsmatige verschil kan opwegen tegen de visuele en fonetische gelijkenissen tussen de betrokken tekens. Bovendien moet het belang van eventuele visuele, fonetische of begripsmatige verschillen tussen twee merken worden beoordeeld met inachtneming van de categorie van de waren waarop het merk betrekking heeft, en van de omstandigheden waaronder zij in het economisch verkeer worden gebracht (Lloyd). Bijgevolg is de betekenis die de naam van een beroemd persoon los van deze waren kan hebben, niet relevant voor deze beoordeling. Het Gerecht heeft derhalve ten onrechte op basis van deze betekenis geconcludeerd dat de tussen de betrokken tekens vastgestelde visuele en fonetische gelijkenissen worden geneutraliseerd, zonder daarbij rekening te houden met de categorie van de waren en met de marktsituatie.

Het Hof gaat met het Gerecht mee en stelt dat "wanneer ten minste een van de twee betrokken tekens voor het relevante publiek een duidelijke en vaste betekenis heeft, die dit publiek dus onmiddellijk kan begrijpen, de tussen deze tekens vastgestelde begripsmatige verschillen kunnen opwegen tegen de visuele en fonetische gelijkenissen ervan."

"Daarna heeft het Gerecht zich uitgesproken over de door deze tekens opgeroepen totaalindruk en, na een feitelijke beoordeling geconcludeerd dat het in casu bijzonder uitgesproken en voor de hand liggende begripsmatige verschil opwoog tegen de visuele en fonetische gelijkenissen. Daarbij heeft het Gerecht bij zijn globale beoordeling van het verwarringsgevaar met name rekening gehouden met de bijzonder grote mate van oplettendheid van het relevante publiek bij de aankoop van waren zoals personenauto’s."

"Aldus is het Gerecht in punt 62 van het bestreden arrest, pas na onderzoek van verscheidene elementen op basis waarvan het het verwarringsgevaar globaal heeft kunnen beoordelen, tot de slotsom gekomen dat de mate van overeenstemming van de betrokken merken onvoldoende groot is om te concluderen dat het relevante publiek kan menen dat de betrokken waren van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn, zodat er geen gevaar van verwarring bestaat.

Voor het overige behoeft slechts te worden opgemerkt dat waar rekwiranten stellen dat het Gerecht bij zijn beoordeling van de overeenstemming van de betrokken tekens geen acht heeft geslagen op de categorie van betrokken waren, zij het bestreden arrest verkeerd lezen. Blijkens de punten 55 en 57 van dat arrest heeft het Gerecht, eveneens na feitelijke beoordelingen die het Hof in het kader van een hogere voorziening niet mag toetsen, immers geoordeeld dat wanneer het relevante publiek wordt geconfronteerd met het woordteken PICASSO, het daarin onvermijdelijk een verwijzing naar de schilder ziet, en dat, gelet op het feit dat deze schilder bij dat publiek bekend is, deze bijzonder nadrukkelijke begripsmatige verwijzing de pregnantie van dit teken als merk – naast andere – voor personenwagens grotendeels kan temperen." Hieruit volgt dat het eerste onderdeel van het middel ongegrond is.

Verder stelt Picasso dat het Gerecht artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 onjuist heeft toegepast door te oordelen dat bij de beoordeling van het verwarringsgevaar in het kader van een oppositieprocedure tegen een inschrijvingsaanvraag rekening dient te worden gehouden met de mate van oplettendheid van de gemiddelde consument wanneer hij zijn keuze tussen verschillende waren of diensten voorbereidt of maakt. Volgens rekwiranten is deze uitlegging te restrictief, aangezien ze voorbijgaat aan de regel die het Hof in punt 57 van het reeds aangehaalde arrest Arsenal Football Club heeft geformuleerd, namelijk dat het merk niet alleen tegen eventuele verwarring op het tijdstip van aankoop van de betrokken waar, maar ook tegen eventuele verwarring ervoor of erna moet worden beschermd.

Het Hof oordeelt: "Bijgevolg heeft het Gerecht in punt 59 van het bestreden arrest terecht geoordeeld dat bij de in artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 bedoelde beoordeling van een eventueel gevaar van verwarring van merken voor personenauto’s rekening dient te worden gehouden met het feit dat, gelet op de aard van de betrokken waren en met name op de prijs en de sterk technologische aard ervan, de mate van oplettendheid van het relevante publiek bij de aankoop van dergelijke waren bijzonder groot is.

Zodra feitelijk is aangetoond dat de gemiddelde consument een bepaalde waar wegens de objectieve eigenschappen ervan pas na een bijzonder aandachtig onderzoek aankoopt, dient immers rechtens ermee rekening te worden gehouden dat hierdoor het gevaar van verwarring van de merken voor dergelijke waren kleiner kan worden op het beslissende moment waarop de consument tussen deze waren en merken kiest.

Met betrekking tot het feit dat het relevante publiek dergelijke waren en de daarop betrekking hebbende merken ook kan waarnemen los van de aankoop ervan en, in voorkomend geval, in deze situaties minder oplettend kan zijn, heeft het Gerecht [...] eveneens terecht opgemerkt dat deze mogelijkheid niet in de weg staat aan de inaanmerkingneming van de bijzonder grote mate van oplettendheid van de gemiddelde consument wanneer hij zijn keuze tussen verschillende waren van de betrokken categorie voorbereidt en maakt."

De hogere voorziening wordt afgewezen. Lees hier het arrest.

IEF 1477

Eerst even voor jezelf lezen

In de kille dagen na kerst is het fijn dat het Hof en het Gerecht er weer zijn:

- Arrest  HvJ EG 12 januari 2006, zaak C-361/04, Ruiz-Picasso e.a. tegen OHIM. Lees arrest hier.

- Arrest GvEA 12 januari 2006, zaak T-147/03, Devinlec tegen OHIM/  Time Art (QUANTUM). Lees arrest hier.

- Arrest HvJ EG 12 januari 2006, zaak C-173/04 P, Deutsche SiSi-Werke GmbH & Co. Betriebs KG tegen OHM. Lees arrest hier.

IEF 1466

Koffieconflict

Sara Lee wil via de rechter voorkomen dat zijn klant, Capriole Coffie-Service uit Delft, de merknaam Douwe Egberts gebruikt als zoekwoord voor zoekmachine-advertenties. Daarnaast wil het voedingsmiddelenconcern ook het gebruik van Douwe Egberts in de tekst van de advertenties tegenhouden.

Capriole verkoopt koffie en koffieautomaten van Douwe Egberts, maar ook van concurrenten als Nescafé, Illy en Max Havelaar. Om meer bezoekers nar hun website te krijgen, adverteert Capriole bij onder meer Google, Ilse, Lycos en MSN met alle merken uit het assortiment.

De relatie met Sara Lee zou ondanks het meningsverschil overigens nog goed zijn. Desalniettemin deelt Capriole de bezwaren van Sara Lee niet: "In de afgelopen tachtig jaar hebben we met Douwe Egberts geadverteerd in folders, op briefpapier en op auto's. Op internet mogen we als dealer niet adverteren van Douwe Egberts. We zijn op internet vaak beter te vinden dan de grote multinationals. Blijkbaar steekt dat bij onze leverancier.", aldus commercieel directeur P. Ultee. Namens Douwe Egberts is nog niet gereageerd. Wordt vervolgd?

IEF 1421

Straf

Rechtbank Almelo, 23 december 2005, parketnummer: 08.993030/05. Illegale Hengelose sigrettenfabriek. Drie strafzaken tegen verdachten T, G & O, die zich schuldig hebben gemaakt aan het vervaardigen en voorhanden hebben van 34.000.000 sigaretten in strijd met de Wet op de accijns, aan het bedrijfsmatig voorhanden hebben van waren met vervalste merken en aan het deelnemen aan een criminele organisatie. De rechtbank legt hem drie jaar gevangenisstraf op. Verder wordt een aantal inbeslaggenomen goederen aan het verkeer onttrokken.

"Opzettelijk vervalste en wederrechtelijke vervaardigde merken in voorraad hebben gehad, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen, opzettelijk waren die zelf op hun verpakking valselijk voorzien waren van de handelsnaam van een ander en een merk waarop een ander recht heeft in voorraad hebben gehad, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen, opzettelijk waren waarop op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander en een merk waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking was nagebootst in voorraad hebben gehad en de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent en terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen." Lees de uitspraken hier, hier en hier.

IEF 1390

Vers uit Den Haag

Nieuwe BMB nieuwsbrief, vandaag verschenen. Met o.a aandacht voor het volgende:

- "In de zaak EUROPOLIS die dient bij het HvJEG hebben Nederland en de Europese Commissie opmerkingen ingediend. Het BMB heeft om mondelinge behandeling gevraagd."

- "In Nederland heeft het Gerechtshof zich inmiddels uitgesproken over het onderscheidend vermogen ab initio van het teken FITLINE, waarvoor een uiteindelijk oordeel wordt aangehouden en het teken SUPER CHAMPION."

- Tweede oppositiebeslissing FIRST tegen 1: "De oppositieafdeling heeft op 5 september 2005 de tweede oppositiebeslissing genomen in de zaak FIRST (gebaseerd op B 401146) tegen het gecombineerde woord- en beeldmerk
(I 829911). De oppositie werd ingesteld tegen waren in de klassen 14 en 34 en werd gebaseerd op waren in de klasse 34."
Beslissing: "Gezien de verschillen tussen de tekens in visueel, fonetisch en conceptueel opzicht, het hoge aandachtsniveau van het in aanmerking komend publiek en het feit dat het eerder recht geen hoog onderscheidend vermogen heeft en ondanks het feit dat de waren identiek respectievelijk soortgelijk zijn, is er geen verwarringsgevaar voor de waren in klassen 14 en 34." Zie eerder bericht (in het Frans) hier.

IEF 1362

(Merk-)naam [A]

Hoge Raad der Nederlanden, 16 december 2005, Nr. C04/256HR,  in de zaak van Eiser c.s. tegen EHV Medizinisch Technische Geräte GmbH c.s. Geding met betrekking tot de (merk-)naam [A].

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Conclusie van AG Verkade levert wat meer op, namelijk een geanonimiseerde internationale kluwen van depots, rechtszaken, licenties en faillissementen. De zaak betreft volgens Verkade, kort gezegd en hoofdzakelijk, de uitleg van een bepaling in een overeenkomst voor wat betreft rechten en bevoegdheden in de Benelux met betrekking tot de (merk-)naam [A] na beëindiging van de contractuele relatie, alsmede vragen omtrent hetgeen de wettelijke merk- en handelsnaamrechten op tekens waarin het woord [A] voorkomt (nog) zouden inhouden.

In deze procedure staat centraal de vraag welke betekenis moet worden toegekend aan het Generalvertretervertrag van 6 januari 1993, meer in het bijzonder aan het daarin aan [B] GmbH, de Duitse tak van de ondernemingen van [eiser], verleende "unwiderrufliche Recht" om het teken [A] te gebruiken bij het door [eiser] ontwikkelde zonnestudio-franchise-concept in Nederland, later uitgebreid tot de Benelux. Lees arrest en conclusie hier. Een uitgebreidere bespreking volgt, wellicht.

IEF 1353

Kookles

Rechtbank Utrecht, 15 december 2005. Tefal tegen Ballarini.

Sinds 2000 brengt Tefal pannen op de markt voorzien van een warmte-indicator op de bodem van de pan, de Termo-Spot. Tefal is eveneens houdster van het beeldmerk Thermo-Spot. Ballarini produceert pannen voorzien van een warmte-indicator, de Thermopoint. Deze indicator bevindt zich in de steel van de pan. Ballarini heeft Thermopoint als woord/beeldmerk en als beeldmerk geregistreerd. Op de verpakking van de Ballarini's pan staat vermeld "energiebesparend -25%" en "langere levensduur anti-aanbaklaag +30%".

De rechter acht beide claims misleidend daar Ballarini de juistheid van de stellingen met het door haar overgelegde onderzoek niet kon bewijzen. Uit het onderzoek blijkt dat "niet alleen twee verschillende pannen maar ook twee verschillende bakwijzen zijn getest". Interessant is - vooral na de conclusie van Leger inzake Roche/Primus - dat Tefal een verbod voor de gehele EU heeft gevraagd en dat dit verbod wordt afgewezen omdat gebruik van de misleidende claims in andere landen dan Nederland niet is gesteld of gebleken tengevolge waarvan Tefal geen belang bij deze vordering heeft. Blijkbaar acht de rechter zich dus wel  bevoegd grensoverschrijdend op te treden.

In rov 4.7 overweegt de rechter: "Uit het voorgaande volgt dat het gebruik van de beide claims inzake de langere levensduur van 30% en de energiebesparing van 25% misleidend en om die reden ontoelaatbaar worden geacht. Deze conclusie leidt tot toewijzing van de vordering tot het staken en gestaakt houden van deze misleidende claims. De voorzieningenrechter zal dit verbod echter niet toewijzen voor het gebruik daarvan in de hele Europese Unie nu niet is gesteld of gebleken dat Ballarini de misleidend geoordeelde claims ook in andere landen gebruikt. Voorshands moet het ervoor worden gehouden dat Tefal derhalve geen belang bij dit onderdeel van haar vordering heeft".

De vorderingen van Tefal met betrekking tot haar merkrecht worden afgewezen. 
"Het gebruik door Ballarini van het teken Thermopoint wijkt wat betreft de woorden, het lettertype, de kleurstelling en totaalbeeld af van het door tefal gedeponeerde beeldmerk, mitsdien is er geen sprake van gerechtvaardigde vrees dat er verwarring bij het publiek zal ontstaan..." 

Lees het vonnis hier (met dank aan Bird & Bird)