Rechtbank 's-Gravenhage 21 september 2011, HA ZA 08-3969 (Bacardi tegen Entys C.s.)
Met gelijktijdige dank aan Niels Mulder, DLA Piper
Merkenrecht. Bacardi brengt op haar producten productcodes aan, dat doet zij zowel op de flessen, de dozen en de pallets om deze te kunnen traceren in geval van een product recall. In de eerste plaats gaat het om parallelimport van rum onder het merk BACARDI door Entys. Entys c.s. is betrokken bij handel in BACARDI producten die niet door en/of met toestemming van Bacardi binnen de EER in het verkeer zijn gebracht. en tevens pleegt Entys c.s. merkinbreuk pleegt en handelt onrechtmatig door verhandeling van BACARDI producten waarvan de productcodes geheel of gedeeltelijk zijn verwijderd.
Provisionele vordering: verbod merkinbreuk en verhandeling producten waarvan de productcodes (geheel of gedeeltelijk) zijn verwijdert; dit is onrechtmatig. Incidentele vorderingen: doen van accountantsgecontroleerde en gecertificeerde opgave op straffe van dwangsom, inzagebevel in bewijsbeslag zonder dwangsommen, in de hoofdzaak
Niet communautaire goederen die fysiek in de EER worden gebracht met een T1 status en vervolgens worden geleverd en opgeslagen in een AGP om daarna te worden doorgeleverd aan anders AGP in de EER gelden als gebruik in economisch verkeer ex 9(1)GMVo en 2.20(1)(a) BVIE.
Dat er sprake is van ongeautoriseerde handel in Bacardi-producten "aangezien parallelimporteurs in de regel (doos)codes verwijderen" is zonder onderbouwing of toelichting, maar wel betwist, en dus niet onrechtmatig. Een beroep op uitputting treft geen doel, omdat er geen sprake is van uitputting in eigenlijke zin.
Incidentele vorderingen afgewezen, in de hoofdzaak: verbod met dwangsom €25.000 of €500 per product, met maximum van €750.000, nevenvorderingen: doen van opgave , onvoorwaardelijke toestemming tot afgifte van gedetailleerde beschrijving, afdracht nettowinst en/of betaling schadevergoeding, proceskosten á €28.000. Afwijzing provisionele eis.
4.8. (...) Hebben niet communautaire merkgoederen die niet door of met toestemming van de merkhouder voor eerste verhandeling in de EER zijn bedoeld, die vervolgens door Entys fysiek in de EER worden gebracht aanvankelijk als T1 (niet communautaire) goederen en vervolgens onder een AGD worden geleverd en opgeslagen in een AGP in Rotterdam (bij Mevi) om daarna te worden doorgeleverd naar een andere AGP elders in de EER (bijvoorbeeld Spanje, bij Aquilar) – of daarbuiten – te gelden als merkenrechtelijk in de EU (...) "gebruikt in het economisch verkeer".
4.14. Uit de als prods. 11-47 door Bacardi overgelegde documentatie blijkt dat de betreffende Bacardi-producten telkens als niet communautaire goederen (T1) binnenkwamen bij Mewi en na bij Mewi in haar douane-entrepot te zijn opgeslagen, vervolgens in het vrije verkeer moeten zijn gebracht (en niet als T1-goederen weer zijn doorgevoerd tot buiten de EER). Mewi heeft deze goederen ten behoeve van Entys aangegeven voor het vrije verkeer, want de douane heeft telkens voor iedere partij overeenkomstig art. 47 CDW een “toestemming tot wegvoering” afgegeven, zoals Bacardi met juistheid en onvoldoende steekhoudend weersproken aanvoert. Daaruit blijkt (impliciet) dat de invoerformaliteiten zijn vervuld. Immers, dit is een bevestiging van de douane dat de betreffende goederen de oorspronkelijke opslagplaats mogen verlaten (op de betreffende formulieren aangegeven met “controle bij uitslag/wegvoering”), volgend op aangifte tot in het vrije verkeer brengen van Mewi. Vervolgens kunnen de betreffende goederen fysiek worden weggevoerd, dat wil zeggen: in het vrije verkeer gebracht. Daarna kunnen deze goederen hetzij rechtstreeks naar afnemers en dan is (meteen) accijns verschuldigd, danwel in een AGP worden opgeslagen (accijnsafdracht wordt uitgesteld). Ter comparitie kenschetste Bacardi een AGP naar het oordeel van de rechtbank met juistheid als een “fiscaal entrepot”, geen “douane entrepot”. Ook bevat de betreffende door Bacardi overgelegde documentatie AGD’s voor partijen die bestemd zijn voor buiten de EER waarop staat aangegeven dat de betreffende handeling wordt gekwalificeerd als: “uitvoer uit de Gemeenschap”, hetgeen duidelijk maakt dat deze zich in het in het vrije verkeer binnen de EER bevinden, omdat anders niet van uitvoer sprake is. Ook dit is door Entys c.s. onvoldoende gemotiveerd weersproken.
4.15. Nu in ieder geval met betrekking tot de in prods. 11 t/m 47 door Bacardi overgelegde leveringen zodoende vaststaat dat Entys Bacarditekens gebruikt in de zin van art. 9(1)(a) jo. en art. 2.20(1)(a) jo. (2)(c) BVIE, pleegt zij daarmee merkinbreuk. Dat daarvan in beginsel sprake is, is door Entys c.s. overigens (buiten haar verweer dat de betreffende goederen vanwege de accijnsstatus niet in het vrije verkeer zouden zijn gebracht) ook niet inhoudelijk weersproken. In beginsel is daarmee een merkinbreukverbod met nevenvorderingen toewijsbaar.
Verwijdering/beschadiging codering en overig inbreukmakend of onrechtmatig handelen?
4.18. (...) Zij stelt daar slechts dat het handelen door Entys in Bacardi producten waarvan de dooscodes zijn verwijderd een aanwijzing zou zijn van betrokkenheid van Entys bij ongeautoriseerde handel in Bacardi-producten “aangezien parallelimporteurs in de regel (doos)codes verwijderen.” Zonder nadere onderbouwing of toelichting – die niet steekhoudend is verschaft – is dit enkele gegeven van verwijdering van dooscodes – zo daar al sprake van zou zijn, hetgeen niet vaststaat gegeven de feitelijke betwisting daarvan door Entys – evenwel niet onrechtmatig. Voor zover Bacardi hiermee heeft willen betogen dat geen beroep kan worden gedaan op uitputting vanwege wijziging van de toestand van de waar in de zin van art. 13(2) GMVo en art. 2.23(3) BVIE, wordt daar niet aan toegekomen, omdat uit het vorenoverwogene al volgt dat aan uitputting in eigenlijke zin niet wordt toegekomen.