Merkenrecht  

IEF 17057

Uitspraak ingezonden door Merle Hafkamp en Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.

Stichting STOPhersentumoren.nl is geen auteursrechthebbende op logo en SV3 heeft oudere merkinschrijving

Rechtbank Den Haag 23 aug 2017, IEF 17057; ECLI:NL:RBDHA:2017:9703 (SSH tegen SV3 c.s.), https://delex.nl/artikelen/stichting-stophersentumoren-nl-is-geen-auteursrechthebbende-op-logo-en-sv3-heeft-oudere-merkinschrij

Rechtbank Den Haag 23 augustus 2017, IEF 17057; ECLI:NL:RBDHA:2017:9703 (SSH tegen SV3 c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. Zie eerder [IEF 15161; IEF 15246; IEF 15804]. Stichting STOPhersentumoren.nl (hierna: SSH) organiseert sinds 2010 het evenement “a Ride for Hope”. Voor de organisatie werd gebruik gemaakt van de domeinnaam ventoux3.nl. Stichting Ventoux 3 (hierna: SV3) is in 2012 opgericht omstreeks de eerste editie van het evenement en heeft het SV3 Merk geregistreerd. SV3 laat “Ventoux3” en “RideForHope” registreren. SHH vordert zonder succes staking merkinbreuk “Ventoux3” en “RideForHope”. Het SV3 merk is te goeder trouw gebruikt door gedaagde. SSH komt geen auteursrecht toe op de naam Ventoux3 en het logo, doordat gedaagde X als maker beschouwd kan worden. Ook de stellingen in conventie dat SSH auteursrechthebbende is, slagen niet en spitsten zich toe op de juridische kwalificaties van het ie-creatie proces: ‘leiding en toezicht’  (art. 6 Auteurswet), eerste openbaarmaking (art. 8 Aw), mede-auteursrecht (art. 26 Aw), houden voor een ander (art. 3:110 BW), een merk indienen door een ander lastgeving (art. 7:414 BW). In reconventie wordt geoordeeld dat, nu SV3 zich op haar oudere merkinschrijving en auteursrechten kan beroepen, de vordering tot staking van het gebruik van domeinnaam met teken ‘ventoux3’ toegewezen kan worden. Staking auteursrechtinbreuk Ventoux3 logo komt eveneens toe aan SV3 c.s..

IEF 17052

Indicatietarieven normaal kort geding niet toepasselijk op buitenlandse vennootschap Sabon

Rechtbank Den Haag 22 aug 2017, IEF 17052; ECLI:NL:RBDHA:2017:9497 (Sabon Shel Pa’am Industries LTD tegen Orion Retail BV), https://delex.nl/artikelen/indicatietarieven-normaal-kort-geding-niet-toepasselijk-op-buitenlandse-vennootschap-sabon

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 augustus 2017, IEF 17052; ECLI:NL:RBDHA:2017:9497 (Sabon Shel Pa’am Industries LTD tegen Orion Retail BV) Merkenrecht. Kort geding bij vervroeging. Verstekvonnis. Noodzakelijke spoedeisendheid van staking merkinbreuk volgt uit de gestelde voortdurende en dreigende inbreuk op de ingeroepen merkrechten van eiseres. Eiseres voert aan dat zaak als normaal kort geding moet worden aangemerkt. Sprake van een eenvoudige zaak, nu het gaat om een onbestreden inbreuk op merkrechten. Onvoldoende aannemelijk dat eiseres als buitenlandse vennootschap substantieel meer kosten heeft moeten maken. Blijkt niet uit toelichting ter zitting en correspondentie tussen partijen dat onderhandelingen veel tijd hebben gevergd. Ambtshalve beoordeling proceskostenvordering op basis van laatste versie IE-indicatietarieven, te weten € 6.000,-. 

IEF 17041

Oordeel dat de bewijzen van European Food niet in aanmerking mochten worden genomen is onjuist

Gerecht EU (voorheen GvEA) 28 sep 2016, IEF 17041; ECLI:EU:T:2016:568 (European Food tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/oordeel-dat-de-bewijzen-van-european-food-niet-in-aanmerking-mochten-worden-genomen-is-onjuist

Gerecht EU 28 september 2016, ECLI:EU:T:2016:568; T-476/15; IEF 17041; IEFbe 2318 (European Food tegen EUIPO) Merkenrecht. Procesrecht. Nestlé heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan betreft het woordteken 'FITNESS' waarna dit merk werd ingeschreven. European Food heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend. Dit werd zowel door de oppositieafdeling als de beroepskamer van het EUIPO verworpen. De kamer van beroep heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bewijzen die verzoekster voor het eerst voor de kamer had overgelegd, niet in aanmerking mochten worden genomen omdat deze te laat waren aangedragen. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEF 17050

Vragen aan HvJEU over de wijziging van het productiegebied met betrekking tot het in plakken snijden en verpakken van Schwarzwälder Schinken

HvJ EU 13 jun 2017, IEF 17050; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken), https://delex.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-de-wijziging-van-het-productiegebied-met-betrekking-tot-het-in-plakken-snijden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 13 juni 2017, IEF 17050; IEFbe 2323; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken) Via Minbuza: Op verzoek van de aanvrager is de benaming “Schwarzwälder Schinken” (hierna: SWS) bij verordening nr. 123/97 sinds 25 januari 1997 geregistreerd als beschermde geografische aanduiding (hierna: BGA) voor “vleeswaren”. De aan de aanvraag ten grondslag liggende omschrijving bevatte geen voorschriften betreffende het versnijden en verpakken van het beschermde product. Verzoeker vroeg om een wijziging van het productdossier betreffende de BGA van SWS op grond waarvan het in plakken snijden en verpakken van de SWS alleen nog kon worden verricht in het productiegebied ervan. Tegen deze voorgenomen wijziging werden drie bezwaren ingediend. Het Duitse patentbureau heeft de aanvraag van verzoeker afgewezen stellende dat de aanvraag niet in overeenstemming was met verordening 510/2006. Ingevolge het door verzoeker tegen deze beslissing ingestelde beroep heeft de onderhavige rechterlijke instantie de beslissing van het patentbureau vernietigd en vastgesteld dat het verzoek om wijziging wel voldeed aan de vereisten van verordening 510/2006. De derde opposant is daartegen opgekomen via een “Rechtsbeschwerde” bij het Bundesgerichtshof, die de beslissing van de verwijzende rechter heeft vernietigd en de zaak naar hem heeft terugverwezen, op grond dat het recht op hoor en wederhoor van de derde opposant zou zijn geschonden. In het kader van de procedure na die terugverwijzing verzoekt de verwijzende rechter het Hof om uitlegging van het toepasselijke Unierecht. 

IEF 17040

Blauwe, springende poema maakt inbreuk op internationale PUMA-merken

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 sep 2016, IEF 17040; ECLI:EU:T:2016:457 (Puma tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/blauwe-springende-poema-maakt-inbreuk-op-internationale-puma-merken

Gerecht EU 9 september 2016, ECLI:EU:T:2016:457; T-159/15; IEF 17040; IEFbe 2317 (Puma tegen EUIPO) Merkenrecht. Gemma Group heeft bij het EUIPO een merkaanvraag ingediend van een blauwe, springende poema. Puma heeft hier oppositie tegen ingesteld, waarbij een beroep werd gedaan op de bekendheid van de twee oudere merken van Puma, 1 & 2. De oppositieafdeling heeft de oppositie afgewezen en de beroepskamer van het EUIPO heeft het beroep verworpen. Het gerecht stelt dat de beroepskamer niet mocht afwijken van de beslissingspraktijk van het EUIPO inzake de bekendheid van de oudere merken. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEF 17043

Uitspraak en bijdrage ingezonden door Jeroen Muyldermans en Paul Maeyaert, Altius.

Gedoogtermijn begint pas te lopen vanaf de kennisname van gebruik van de inschrijving van een jonger merk, niet het gebruik

Belgische gerechten 31 jul 2017, IEF 17043; (Merck Sharp & Dohme tegen MSD Europe), https://delex.nl/artikelen/gedoogtermijn-begint-pas-te-lopen-vanaf-de-kennisname-van-gebruik-van-de-inschrijving-van-een-jonger

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2319; IEF 17043 (Merck Sharp & Dohme tegen MSD Europe) Merkenrecht. Uit het feit dat MSD op de hoogte was van het gebruik van de niet-ingeschreven merken, en die merken nadien pas worden ingeschreven, volgt geen gedogen. De kennis in de periode vóór de inschrijving van gebruik van die merken is irrelevant. De termijn van gedogen begint pas te lopen vanaf de kennisname van het gebruik van de inschrijving van het jongere merk en dus niet vanaf de loutere kennisname van dat gebruik vóór de inschrijving van dat jongere merk. Verwerende partij bewijst niet dat MSD het concrete gebruik van haar ingeschreven merken bewust heeft gedoogd. Het voeren van een eerdere oppositie impliceert eveneens niet dat MSD het gebruik van dat ingeschreven merk gedoogt.

“Dit impliceert ipso facto niet dat MSD zich later niet zou kunnen verzetten tegen het concrete gebruik van dat merk, ook niet tegen de waren in andere klassen dan deze tegen welke MSD destijds oppositie heeft ingesteld. De oppositie toont aan dat er geen gedogen is en MSD zich heeft verzet tegen de inschrijving. Men mag er daarna logischerwijze van uitgaan dat verwerende partij zich houdt aan de gevolgen van haar schrapping, met name om het merk niet te gebruiken voor medische of orthopedische waren en, a fortiori, voor andere waren en diensten die zelfs niet onder het merk vallen.

IEF 17034

Woord- en beeldmerken IGL maken inbreuk op de merken van IGI

Belgische gerechten 18 okt 2016, IEF 17034; (GL tegen IGI), https://delex.nl/artikelen/woord-en-beeldmerken-igl-maken-inbreuk-op-de-merken-van-igi

Hof van beroep Brussel 18 oktober 2016, IEF 17034; IEFbe 2312 (GL tegen IGI) Merkenrecht. International Gemological Institue (IGI) houdt zich bezig met het verlenen van certificaten voor edelstenen, kleurstenen, juwelen en diamanten. Daarnaast verschaft IGI opleidingen in gemmologie. IGI is houder van verschillende merken waaronder 'IGI', 'International Gemological Institute' en het Uniemerk 'IGI'. Gemological Lab (GL) heeft als handelsnaam 'IGL International Gemological Laboratories'. De activiteit bestaat tevens uit het verlenen van certificaten voor edelstenen. Zij heeft het beeldmerk IGL. IGI stelt dat sprake is van verwarring wekken en dat GL probeert aan te haken aan de bekende naam en reputatie van IGI. De merken van IGI zijn in de Unie bekende merken. IGL stemt visueel en auditief in belangrijke mate overeen met IGI. Daarnaast is er ook overeenstemming tussen de samengestelde tekens. Het hof stelt dat GL door het gebruik van IGL inbreuk maakt op de merken van IGI.

IEF 17033

Merken 'BROWN' en 'PERFECTARC' nietig wegens depot te kwader trouw

Belgische gerechten 7 okt 2016, IEF 17033; (BROWN), https://delex.nl/artikelen/merken-brown-en-perfectarc-nietig-wegens-depot-te-kwader-trouw

Hof van Cassatie 7 oktober 2016, Hof van beroep Brussel 19 november 2013; IEF 17033; IEFbe 2311 (BROWN) Merkenrecht. Moco gebruikte sedert haar oprichting de tekens 'BROWN' en 'PERFECTARC'. X en Y waren werkzaam bij Moco tot Moco werd ontbonden. FP Brown werd opgericht door o.a. X en gebruikt sedert haar oprichting de tekens BROWN en PERFECTARC en deponeert hiervoor twee merken. Vaco werd opgericht door Y en gebruikt tevens de tekens BROWN en PERFECTARC. FP Brown vordert staking van het gebruik van de twee tekens door Vaco waarop Vaco een tegenvordering instelt, inhoudende de beide beeldmerken nietig te horen verklaren. Moco heeft vervolgens ook nietigverklaring van de tekens van FP Brown gevorderd voor de rechtbank Bergen. Het hof van beroep Brussel stelt dat de beeldmerken 'BROWN' en 'PERFECTARC' zijn ingeschreven ingevolge een depot te kwader trouw van FP Brown en spreekt de nietigverklaring uit. FP Brown stelt hierop cassatie in. Het Hof van Cassatie verwerpt dit cassatieberoep.

IEF 17031

Vragen aan HvJ EU: Verbod op het gebruik van elementen of kenmerken – inclusief merken – die verwijzen naar een smaak, geur- of smaakstoffen bij tabaksproducten

HvJ EU 21 apr 2017, IEF 17031; (Planta Tabak), https://delex.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-verbod-op-het-gebruik-van-elementen-of-kenmerken-inclusief-merken-die-verwijzen-na

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 april 2017, IEF 17031; RB 2941; LS&R 1488; IEFbe 2307; C-220/17-verwijzingsbeschikking (Planta Tabak) Merkenrecht. Tabak. Reclame. Het verbod op het gebruik van elementen of kenmerken – inclusief merken – die verwijzen naar een smaak, naar geur- of smaakstoffen of naar andere additieven, dan wel naar het ontbreken daarvan in artikel 13, lid 1, onder c), van de richtlijn. Na Philip Morris Brands [IEF 15923; IEFbe 1787, LS&R 1312; RB 2710] moet nog verduidelijkt worden of de etiketteringsverboden moeten worden opgevat als een „verbod om de smaakstof als reclame te gebruiken” dan wel als een „verbod om de smaakstof te vermelden. Via Minbuza: De prejudiciële vragen hebben betrekking op drie vraagcomplexen:

IEF 17024

AU CHATEAU MAGIQUE en LASER MAGIQUE zijn beschrijvend

Belgische gerechten 30 jun 2017, IEF 17024; (Au Château Magique tegen OBPI), https://delex.nl/artikelen/au-chateau-magique-en-laser-magique-zijn-beschrijvend

Hof van Beroep Brussel 30 juni 2017 en Hof van Beroep Brussel 30 juni 2017, IEFbe 2303 (Au chateau magique tegen BBIE) Benelux merkenrecht. Uitspraken alleen beschikbaar in het Frans. Au chateau magique is houdster de woordmerken AU CHATEAU MAGIQUE en LASER MAGIQUE. AU CHATEAU MAGIQUE bestaat uitsluitend uit beschrijvende tekens en is daarom beschrijvend in de zin van art. 2.11.1.c. BVIE, voor de attracties van een themapark in de vorm van een kasteel en tevens betreffende diensten van pretparken met een kasteelthema. Nu het teken beschrijvend is, blijft onderzoek naar het onderscheidend vermogen achterwege.

Het teken LASER MAGIQUE geeft niet de indruk dat het voldoende afwijkt van de samenvoeging van de woordelijke bestanddelen waaruit het bestaat, het is niet meer dan de som der delen. De consument zal het teken herkennen als een term ontworpen voor een product dat dient om lichtstralen te versterken met buitengewone effecten. De registratie van het teken is terecht geweigerd voor klasse 9. Het teken is beschrijvend voor de soort en kwaliteit van het product.