Merkenrecht  

IEF 17106

Groot begripsmatig verschil tussen SITA en SINA rijst

Rechtbank Den Haag 13 sep 2017, IEF 17106; ECLI:NL:RBDHA:2017:10421 (Sita tegen Sina), https://delex.nl/artikelen/groot-begripsmatig-verschil-tussen-sita-en-sina-rijst

Rechtbank Den Haag 13 september 2017, IEF 17106; IEFbe 2342; ECLI:NL:RBDHA:2017:10421 (SITA tegen SINA) Merkenrecht. Eiser is houder van het Benelux en internationale woordmerk SITA voor rijst. Gedaagde importeert en verkoopt in Nederland rijst onder de naam SINA. Eiser vordert een merkinbreukverbod, opgave van informatie en een voorschot op schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat tussen SITA en SINA geen sprake is van gevaar voor directe- of indirecte verwarring. Het relevante publiek zijn mensen met een achtergrond in Islamitsiche culturen. Sina is een Islamitische mannelijke geleerde en welbekend in Islamitische kringen. Sita is de naam van een vrouw uit een bekend mythologisch verhaal. Dit levert een groot begripsmatig verschil op en weegt op tegen de fonetische en visuele overeenstemming. De vorderingen van eiser worden afgewezen. 

IEF 17107

De bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens Vo. 1234/2007 genieten kan niet worden aangevuld door nationaal recht

HvJ EU 14 sep 2017, IEF 17107; ECLI:EU:C:2017:693 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto), https://delex.nl/artikelen/de-bescherming-die-beschermde-oorsprongsbenamingen-en-geografische-aanduidingen-krachtens-vo-1234-20

HvJ EU 14 september 2017, IEF 17107; IEFbe 2343; ECLI:EU:C:2017:693; C‑56/16 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Merkenrecht. Geografische aanduidingen. Zie eerder: IEF 16809. Het EUIPO heeft het teken 'Port Charlotte' ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe. Het Hof oordeelt dat het Gerecht geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting heeft gegeven door de beginselen die het Hof in het arrest van 8 september 2009 heeft geformuleerd inzake de uniformiteit en exclusiviteit van de beschermingsregeling van verordening nr. 510/2006, toe te passen op de regeling van verordening nr. 1234/2007 aangezien hun doelstellingen en kenmerken vergelijkbaar zijn. Het Gerecht heeft wel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens verordening nr. 1234/2007 genieten kan worden aangevuld door het toepasselijke nationale recht dat aanvullende bescherming biedt. Het Gerecht heeft terecht geoordeeld dat merk Port Charlotte geen gebruik van de oorsprongsbenaming 'Porto' of 'Port' inhoudt en dat de gemiddelde consument het merk niet zal associëren met portwijn met de betrokken oorsprongsbenaming. 

IEF 17102

Bijdrage ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen, Merkenbureau Abcor

Testarossa vogelvrij? Normaal gebruik van een merk - bekend merk

Met een merk krijgt een bedrijf een monopolie op het gebruik van die naam. De wetgever heeft echter wel een aantal randvoorwaarden geformuleerd om dit gebruik aan banden te leggen. Een belangrijke eis is, dat een merk na vijf jaar ook echt normaal moet worden gebruikt.Maar, merken hebben niet het eeuwige leven. Denk maar aan V&D, Free record Shop, de SRV wagen etc. Als het merk vijf jaar niet meer normaal gebruikt is, kan in principe iedereen (die daarbij belang heeft) de doorhaling hiervan aanvragen. De vraag is daarom, wat is normaal gebruik en kan nu iedereen zomaar met een bekend merk aan de haal gaan als dit merk niet meer wordt gebruikt? Deze vraag staat centraal in de rechtszaak tegen Ferrari over het merk TESTAROSSA. Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC-kranten.

IEF 17100

Yoghurt Farm maakt auteurs-, woordmerk- en handelsnaaminbreuk op Yoghurt Barn

Rechtbank Noord-Nederland 13 sep 2017, IEF 17100; ECLI:NL:RBNNE:2017:3480 (Yoghurt Barn tegen EcoToko), https://delex.nl/artikelen/yoghurt-farm-maakt-auteurs-woordmerk-en-handelsnaaminbreuk-op-yoghurt-barn

Rechtbank Noord-Nederland 13 september 2017, IEF 17100; ECLI:NL:RBNNE:2017:3480 (Yoghurt Barn tegen EcoToko) Inbreuk auteursrecht, woordmerk en handelsnaam. Yoghurt Barn verkoopt (biologische) yoghurt en heeft de term 'LOEI LEKKER' gedeponeerd als Benelux woordmerk en de afbeelding als Benelux beeldmerk. EcoToko opent een horecabedrijf onder de handelsnaam Yoghurt Farm. Op de website van Yoghurt Barn staat bij de omschrijving van de high tea, brunch en picknick de foto. Dezelfde foto wordt door EcoToko als profielfoto op Facebook en website gebruikt. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van beeldmerkinbreuk. De woordbestanddelen Yoghurt Barn missen onderscheidend vermogen en zouden als woordmerk moeten zijn geweigerd. Wel is sprake van handelsnaamrechtinbreuk. Het toegevoegde woord 'Farm' lijkt visueel, auditief en begripsmatig sterk op het woord 'Barn'. Beide woorden roepen bij het publiek de associatie op met een gebouw dat onderdeel uitmaakt van een boerenbedrijf. Hierdoor is verwarringsgevaar te duchten. EcoToko heeft zonder toestemming de foto van de auteursrechthebbende Yoghurt Barn op haar Facebook en website geplaatst. Deze verveelvoudiging levert een auteursrechtinbreuk op. De totaalindrukken van de bedrukking van de etalageruiten van beide partijen stemmen sterk overeen. De bedrukking van EcoToko, waaronder het woord 'Loei lekker' wordt als een verveelvoudiging c.q. nabootsing aangemerkt en levert inbreuk op het auteursrecht van de Yoghurt Barn op. 

IEF 17093

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Kennedy Van der Laan
 

T-shirts met nagemaakt beeldmerk BALR mogen niet meer verkocht worden

Rechtbank Overijssel 8 sep 2017, IEF 17093; ECLI:NL:RBOVE:2017:3721 (BALR/namaak t-shirts), https://delex.nl/artikelen/t-shirts-met-nagemaakt-beeldmerk-balr-mogen-niet-meer-verkocht-worden

Vzr. Rechtbank Overijssel 8 september 2017, IEF 17093; IEFbe 2340; ECLI:NL:RBOVE:2017:3721 (BALR/namaak t-shirts) Merkenrecht. BALR is houdster van het Benelux beeldmerk "BALR" en brengt onder meer kleding op de markt. Gedaagde drijft een kledingwinkel die t-shirts verkoopt met een nagemaakt beeldmerk van BALR. Er bestaat een spoedeisend belang bij BALR, aangezien er een reële dreiging bestaat dat gedaagde doorgaat met de verhandeling van inbreukmakende goederen, omdat hij weigert de aangeboden onthoudingsverklaring te ondertekenen en weigert de in- en verkoopgegevens van de t-shirts te verstrekken. De voorzieningenrechter gebiedt gedaagde in de Benelux onmiddelijk ieder inbreukmakend gebruik van het BALR-merk en daarmee overeenstemmende tekens te staken en gestaakt te houden, waaronder het invoeren, uitvoeren, in voorraad hebben of houden, aanbieden, in de handel brengen en in ontvangst nemen van de goederen en verpakkingen voorzien van het BALR-merk. 

IEF 17076

Begripsmatige, visuele en auditieve overeenstemming tussen HEKSENKAAS en WITTE WIEVEN

Hof Den Haag 28 feb 2017, IEF 17076; ECLI:NL:GHDHA:2017:2388 (Levola tegen Fanofinefood), https://delex.nl/artikelen/begripsmatige-visuele-en-auditieve-overeenstemming-tussen-heksenkaas-en-witte-wieven

Hof Den Haag 28 februari 2017, IEF 17076; ECLI:NL:GHDHA:2017:2388 (Levola tegen Fanofinefood) zie ook: [IEF 16623] Merkenrecht. Op basis van haar woordmerk HEKSENKAAS heeft Levola oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woord-/beeldmerk WITTE WIEVENKAAS. Deze wordt afgewezen. Gelet op de overeenstemming tussen het teken en het merk en de omstandigheid dat de waren identiek, althans soortgelijk zijn, acht het hof verwarringsgevaar aanwezig. Er is begripsmatige overeenstemming tussen 'heksen' en 'witte wieven': beide zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie.  Het hof is van oordeel dat er, gelet op het in merk en het teken voorkomende woordelement KAAS en de daarvoor voorkomende letters EN, die beide met een stomme e-klank worden uitgesproken, sprake is van een geringe mate van visuele en auditieve overeenstemming. Levola heeft er terecht op gewezen dat de toegevoegde beeldelementen, met name de vleermuis, de begripsmatige overeenstemming versterken: omdat vleermuizen worden gezien als attributen van heksen en worden geassocieerd met onheil. De beslissing van het Bureau wordt vernietigd en de oppositie wordt alsnog toegewezen. 

IEF 17075

Verwarringsgevaar tussen RELEASE THE BEAST-ijs en UNLEASH THE BEAST-dranken

Hof Den Haag 25 jul 2017, IEF 17075; ECLI:NL:GHDHA:2017:2345 (Monster Energy Company tegen Unilever), https://delex.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-release-the-beast-ijs-en-unleash-the-beast-dranken

Hof Den Haag 25 juli 2017, IEF 17075; IEFbe 2338; ECLI:NL:GHDHA:2017:2345 (Monster Energy Company tegen Unilever) Merkenrecht. Soortgelijkheid van waren. Bij beslissing van 1 september 2016 heeft het BBIE de oppositie van Monster tegen inschrijving van het Benelux woordmerk RELEASE THE BEAST van Unilever afgewezen. De oppositie is gebaseerd op het woordmerk UNLEASH THE BEAST. Het Bureau heeft overwogen dat er geen sprake is van soortgelijkheid van waren, zodat er geen sprake kan zijn van verwarringsgevaar. Het hof oordeelt dat de waren 'non-alcoholic beverages' in geringe mate soortgelijk zijn aan de waren 'ice cream; water ices; frozen yoghurt' waarvoor het teken is gedeponeerd. De waren zijn gemaakt voor menselijke consumptie en bestemd ter verfrissing en verkoeling. Onder deze dranken vallen ook frisdranken, gekoelde dranken en zuiveldranken. Het hof oordeelt dat het teken RELEASE THE BEAST en het merk UNLEASH THE BEAST in grote mate overeen stemmen door grote gelijkenis op visueel, auditief en begripsmatig vlak. Er is sprake van gevaar voor verwarring bij het relevante publiek. De beslissing van het Bureau wordt vernietigd en de oppositie van Monster gedeeltelijk toegewezen voor zover het de de waren 'ice cream; water ices; frozen yoghurt' betreft. 

IEF 17071

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, BANNING.

Indirect verwarringsgevaar tussen tijdschriften WIJ en WijSr

Rechtbank Midden-Nederland 30 aug 2017, IEF 17071; ECLI:NL:RBMNE:2017:4442 (Wij Special Media tegen Ouderenbond), https://delex.nl/artikelen/indirect-verwarringsgevaar-tussen-tijdschriften-wij-en-wijsr

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 30 augustus 2017, IEF 17071; IEFbe 2335; ECLI:NL:RBMNE:2017:4442 (Wij Special tegen Ouderenbond) Merkenrecht. WSM is houdster van diverse WIJ-merken voor tijdschriften. Leden van KBO en PCOB ontvangen een ledenmagazine Nestor en respectievelijk Perspectief, vanwege de samenvoeging is dat onder de titel WijSr. Met succes vordert Wij Special Media de staking van drukken, aanbieden en distribueren van het ledenmagazine onder het teken WijSr. Er is geen sprake van overeenstemming dat er direct verwarringsgevaar te duchten is, maar gezien de soortgelijkheidheid van de betrokken waren en de mate van overeenstemming en de sterke onderscheidingskracht en de bekendheid van het merk WIJ, is er sprake van indirect verwarringsgevaar. Het bijschrift "het magazine van KBO/PCOB" maakt dit niet anders. De vordering tot vernietiging van reeds bestaande ledenmagazines is wel te verstrekkend, nu het terughalen van ruim 250.000 grote financiële gevolgen zal hebben en er minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn om schade te beperken of te compenseren.

IEF 17068

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis en Tjeerd Overdijk, Vondst Advocaten.

Sum-merlot en ZoMerlot: een in de zomer te drinken merlotwijn

Rechtbank Midden-Nederland 30 aug 2017, IEF 17068; (Sum-merlot vs ZoMerlot), https://delex.nl/artikelen/sum-merlot-en-zomerlot-een-in-de-zomer-te-drinken-merlotwijn

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 30 augustus 2017, IEF 17068; ECLI:NL:RBMNE:2017:4358 (LFE tegen Chateau de la Garde) Merkenrecht. LFE is houdster van het woordmerk Sum-merlot voor wijnen, maar heeft nog geen wijn op de markt gebracht. Sinds 2017 brengt Chateau de la Garde flessen rode merlot wijn op de markt voorzien van etiketten met de aanduiding ZoMerlot, ZOMERLOT en Zomerlot. Wat de tekens ZOMERLOT en Zomerlot betreft wordt de vordering afgewezen omdat de tekens geen onderscheidend vermogen hebben. De overeenstemming tussen Sum-merlot en ZoMerlot zijn niet dusdanig dat daardoor gevaar voor verwarring te duchten is bij het publiek. De beschermingskracht die aan het merk Sum-merlot toekomt is gering omdat het merk in aanmerkelijke mate beschrijvend is, nu het duidt op een in de zomer te drinken merlotwijn. De woordspeling tussen de woorden summer, merlot en het koppelteken geven het merk enig onderscheidend vermogen. Chateau de la Garde gebruikt het teken ZoMerlot alleen in combinatie met haar woordmerk La Tulipe. LFE heeft nog geen flessen wijn onder de naam Sum-merlot op de markt gebracht, dus het merk heeft nog geen bekendheid verworven en het relevante publiek heeft zich nog geen beeld gevormd bij het merk. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af.

IEF 17063

Hof: De Nachtwacht terecht geweigerd als merk

Hof Den Haag 29 aug 2017, IEF 17063; ECLI:NL:GHDHA:2017:2446 (De Nachtwacht), https://delex.nl/artikelen/hof-de-nachtwacht-terecht-geweigerd-als-merk

Hof Den Haag 29 augustus 2017, IEF 17063; IEFbe 2328; ECLI:NL:GHDHA:2017:2446 (De Nachtwacht) Merkenrecht. Verzoek afgewezen. Ontbreken onderscheidend vermogen. Het BBIE weigerde een afbeelding van de Nachtwacht als merk gedeponeerd door merkenbureau Chiever [IEF 15567]. De Nachtwacht zou als merk te ingewikkeld zijn om als teken te gelden en bovendien niet als merk worden opgevat en ieder onderscheidend vermogen missen. Op 20 oktober 2016 heeft het Bureau de definitieve beslissing tot weigering medegedeeld: het gaat om één van de beroemdste schilderijen ter wereld dat door vrijwel iedereen zal worden herkend en om die reden zal het niet als onderscheidingsteken worden opgevat door het publiek. Het Hof wijst het verzoek van Chiever af. Het gaat om een depot dat verricht is als grap om een foto van de Nachtwacht op canvas van het Bureau te krijgen. Na weigering en publiciteit is besloten op verzoek van geïnteresseerde potentiële klanten, die zich afvragen of ze kunstwerken als merk kunnen claimen, om beroep tegen de weigering in te stellen. Dat beantwoording van deze vraag voor de praktijk van belang zou kunnen zijn, levert geen gerechtvaardigd belang op voor Chiever. Het Bureau heeft de inschrijving van de Nachtwacht als merk terecht geweigerd, aangezien Chiever geen voldoende gerechtvaardigd belang bij haar verzoek heeft en de Nachtwacht in de Benelux geen onderscheidend vermogen bezit.