Merkenrecht  

IEF 16828

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, Hoyng Rokh Monegier.

Hof: SPARTAN RACE heeft op zijn best een zeer beperkt onderscheidend vermogen voor obstacle races

Hof Den Haag 30 mei 2017, IEF 16828; ECLI:NL:GHDHA:2017:1533 (Spartan Race tegen TV Entertainment Reality Network), https://delex.nl/artikelen/hof-spartan-race-heeft-op-zijn-best-een-zeer-beperkt-onderscheidend-vermogen-voor-obstacle-races

Hof Den Haag 30 mei 2017, IEF 16828; IEFbe 2193; ECLI:NL:GHDHA:2017:1533 (Race tegen TV Entertainment Reality Network) Merkenrecht. Voorzieningenrechter oordeelde dat 'Spartan Race' beschrijvend is en dat het merk nietig moest worden gehouden [IEF 15997]. In hoger beroep waren twee merken in het geding SPARTAN RACE en SPARTAN UP. Het beroep van Spartan Race op het woord- en beeldmerk SPARTAN wordt verworpen omdat het niet voor dezelfde categorie is ingeschreven als van TERN, ook geen sprake van soortgelijkheid tussen de tv-programma's van TERN en de waren en diensten van Spartan Race. SPARTAN X bevat het bestanddeel SPARTAN maar het teken bevat ook de X die visueel, auditief en begripsmatig duidelijk verschilt van het element RACE. SPARTAN RACE heeft een zeer beperkt onderscheidende vermogen voor obstacle races. RACE is puur beschrijvend en SPARTAN kan verwijzen naar de eigenschappen 'disciplined, courageous, showing great endurance'. De samenstelling kan dus duiden op een race van of voor personen met discipline, moed en uithoudingsvermogen. Beroep op het merk SPARTAN UP wordt op vergelijkbare gronden verworpen. Proceskosten worden gematigd.

IEF 16823

Uitspraak ingezonden door Matthijs Schonewille, DLA Piper.

'MEMORY' is niet beschrijvend en geen soortnaam

Hof Amsterdam 23 mei 2017, IEF 16823; (Ravensburger tegen Jaludo), https://delex.nl/artikelen/memory-is-niet-beschrijvend-en-geen-soortnaam

Hof Amsterdam 23 mei 2017, IEF 16823; IEFbe 2191 (Ravensburger tegen Jaludo) Merkenrecht. Ravensburger is houdster van het Benelux-woordmerk 'MEMORY'. Jaludo heeft online spellen met een woordcombinatie met memory. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af, omdat het publiek begrijpt dat met het woord memory wordt gedoeld op de inhoud van het spel, niet op het merk. Het hof acht het woordmerk 'MEMORY' onderscheidend en rechtsgeldig. Het feit dat het bij het spelen van een spel aankomt op gebruik van het geheugen, maakt het woord 'memory' niet zuiver beschrijvend. De onderscheidende kracht van het woordmerk is door het wijdverbreide gebruik van het merk door Ravensburger in de Benelux aanzienlijk toegenomen. Ravensburger heeft actief opgetreden tegen derden die het teken 'memory' gebruiken, waardoor het merk niet tot soortnaam is verworden. Gebruik van 'memory' in verband met spellen kan door het relevante publiek als herkomstaanduiding worden opgevat, waardoor de suggestie kan ontstaan van een verband tussen merkhouder Ravensburger en de desbetreffende spellen. Ook het gebruik van het woord 'memory' in beschrijvende zin ("een leuke Memory-variant" en "net als in Memory") moet als inbreuk worden aangemerkt. Het hof vernietigt het vonnis en beveelt staking van gebruik van het merk/teken MEMORY op last van een dwangsom.

IEF 16822

Mercedesstickers op imitatievelgen is misleidend

Rechtbank Amsterdam 24 mei 2017, IEF 16822; ECLI:NL:RBAMS:2017:3578 (Mercedesstickers), https://delex.nl/artikelen/mercedesstickers-op-imitatievelgen-is-misleidend

Rechtbank Amsterdam 24 mei 2017, IEF 16822; ECLI:NL:RBAMS:2017:3578 (Mercedesstickers) Misleiding Mercedesstickers. BVA Auctions heeft imitatievelgen met Mercedesstickers online aangeboden en daarmee de koper misleid. BVA Auctions moet de koper een bedrag van bijna €1.500 terugbetalen.

IEF 16820

Gerecht EU: Verwarringsgevaar geen vereiste voor artikel 8 lid 5

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 mei 2017, IEF 16820; (Environmental Manufacturing/EUIPO - Wolf), https://delex.nl/artikelen/gerecht-eu-verwarringsgevaar-geen-vereiste-voor-artikel-8-lid-5

Gerecht EU 3 mei 2017, IEF 16820; IEFbe 2188; zaak T‑681/15 (Environmental Manufacturing/EUIPO - Wolf) Verwateringsgevaar. Gevaar voor free-riding. Voor het vergelijken van de tekens moet naast de visuele, auditieve en begripsmatige aspecten gekeken worden naar de totaalindruk. Visueel zijn de tekens redelijk gelijk, auditief is er geen vergelijking mogelijk en begripsmatig zijn ze ook redelijk gelijk.  Verder is er sprake van een kans op verwarringsgevaar. In voorgaande beschikkingen zijn alleen de litigieuze tekens onderzocht in het licht van artikel 8 lid 5. Het verwarringsgevaar ex artikel 8 lid 1 sub b is niet onderzocht en er zal niet verder op in worden gegaan. In voorgaande beschikkingen [IEF 14639, IEF 13223 en IEF 11342] werd alleen het probleem van verwatering en free-riding aangehaald. In die context is er geen onderzoek nodig naar het verwarringsgevaar, aangezien het bestaan van een gelijkenis tussen de betrokken tekens voldoende is. Het verzoek tot schending wordt daarom ongegrond worden verklaard. Het beroep wordt in zijn geheel afgewezen.

IEF 16809

Conclusie AG: Toevoeging Charlotte aan de term Port doet op ernstige wijze afbreuk aan de BOB Porto/Port

HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16809; ECLI:EU:C:2017:394 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-toevoeging-charlotte-aan-de-term-port-doet-op-ernstige-wijze-afbreuk-aan-de-bob-porto-p

Conclusie AG HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16809; IEFbe 2182; ECLI:EU:C:2017:394 ; C‑56/16 P (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Geografische aanduidingen. Woordmerk ‚Port Charlotte’. Mogelijkheid van erkenning van een aanvullend niveau van bescherming door het nationale recht. BOB voor wijn en een Uniemerk dat volgens de houders van de BOB op ongerechtvaardigde wijze gebruik heeft gemaakt van de kenmerkende geografische naam van de BOB Porto/Port. Het EUIPO heeft eerst het onderscheidende teken „Port Charlotte” ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe; de hogere voorziening geeft blijk van een onjuiste opvatting dat, a) volgens EUIPO, BOB's bescherming ook door nationaal recht wordt geregeld en, b) volgens IVDP, bevestiging dat het merk PORT CHARLOTTE verenigbaar is met BOB Porto/Port. Conclusie AG: vernietig de beslissingen.

IEF 16803

Beschikkingen ingezonden Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Ex parte beschikkingen tegen 'opblaasbare loungers' van Blokker, Leen Bakker en Makro

Rechtbank Den Haag 3 mei 2017, IEF 16803; (Fatboy tegen Blokker; Leen Bakker en Makro), https://delex.nl/artikelen/ex-parte-beschikkingen-tegen-opblaasbare-loungers-van-blokker-leen-bakker-en-makro

Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank Den Haag 3 mei 2017 (Fatboy tegen Blokker), 9 mei (tegen Leen Bakker) en 18 mei 2017 (tegen Makro), IEF 16803. Merkenrecht. Modellenrecht. Grijsmaking volgens 1019b-d en 1019e Rv. Gestelde inbreuk op merken- en modellenrechten op de LAMZAC THE ORIGINAL door de verkoop van de 'opblaasbare lounger'. Voorzieningenrechter beveelt staking binnen 4 uur na betekening voor aanbieden via Blokker.nl als in de winkelfilialen en verwijdering van afbeelding van de website en in de folder. Op last van een dwangsom van €25 per product of €5000 per dag(deel), met maximum van €250.000. Leen Bakker blijkt een zustervennootschap van Blokker te zijn, het is Fatboy niet bekend of Blokker de voorraden heeft doorgespeeld aan Leen Bakker. Staking binnen 24 uur door Leen Bakker, en 12 uur door Makro met dwangsom van €250 per product of €5000 per dag(deel), met maximum van €250.000.

IEF 16799

Verkoper vervalste parfums mag strafrechtelijk vervolgd worden

Hoge Raad 18 apr 2017, IEF 16799; ECLI:NL:PHR:2017:270 (Namaak merk-parfums), https://delex.nl/artikelen/verkoper-vervalste-parfums-mag-strafrechtelijk-vervolgd-worden

HR 18 april 2017, IEF 16799; ECLI:NL:HR:2017:700 (Namaak merk-parfums). Strafrecht en merkenrecht. Verdachte heeft op 31 mei 2013 in de gemeente Littenseradiel opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken verkocht en in voorraad gehad, bestaande uit parfums voorzien van onder meer logo's van Armani, Cacharel en Kenzo. De raadsman van de verdachte heeft in hoger beroep bepleit dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Volgens de Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude (2005A022) is het uitgangspunt bij inbreuk op IE-rechten civielrechtelijke handhaving door de rechthebbende zelf. Strafrecht is slechts in bepaalde gevallen inzetbaar, waaronder grootschalige namaak en piraterij, gepleegd in beroep of bedrijf, die de markt verstoren. Het Hof verklaart het OM ontvankelijk, de Hoge Raad bevestigt dit.

IEF 16798

Uitspraak ingezonden door Radboud Ribbert, Greenberg Traurig en Léon Dijkman, Laura Fresco, HOYNG ROKH MONEGIER.

Spirits cs dienen per land aan te tonen te goeder trouw de wodka-merken te hebben verkregen

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, IEF 16798; ECLI:NL:RBDHA:2017:5223 (FKP cs tegen Spirits cs), https://delex.nl/artikelen/spirits-cs-dienen-per-land-aan-te-tonen-te-goeder-trouw-de-wodka-merken-te-hebben-verkregen

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, IEF 16798; ECLI:NL:RBDHA:2017:5223 (FKP cs tegen Spirits cs) Merkenrecht. Zie eerder: IEF 14795. De zaak wordt op de rol gezet voor akte. Spirits cs dienen bij per land een uiteenzetting te geven van de toepasselijke rechtsregels op verkrijging te goeder trouw van merken van een niet beschikkingsbevoegde vervreemder.

Merkenrecht. Goederenrecht. Internationaal privaatrecht. Uitspraak in langlopende zaak over iconische Russische wodkamerken. Zie eerder IEF 14795 over aanspraak op Beneluxmerken; thans worden door eiser FKP dertien merken in verschillende EU-lidstaten teruggevorderd. Rechtbank komt niet terug op eerder oordeel omtrent bevoegdheid, hiertegen kan alleen in hoger beroep worden opgekomen (r.ov. 4.8; zie eerder IEF 13888 en IEF 14302); grensoverschrijdende bevoegdheid voor opleggen verbod bestaat ook als dat gevorderd wordt op basis van dertien nationale merken (r.ov. 4.198). Rechtbank honoreert FKP's beroep op gezag van gewijsde van de uitspraken over de Beneluxmerken, maar enkel in de procedure tegen Spirits International (r.ov. 4.14 en 4.15; zie eerder IEF 13355). Ten aanzien van de andere Spiritsvennootschappen stelt de rechtbank opnieuw vast dat er geen rechtsgeldige transformatie heeft plaatsgevonden van VVO (rechtsvoorganger FKP) naar VAO (rechtsvoorganger Spirits) (r.ov. 4.44-4.87). Vraag of Spirits de merken te goeder trouw heeft verkregen wordt beheerst door het nationale recht van het land voor het grondgebied waarvoor de merkenrechtelijke bescherming wordt ingeroepen (lex loci protectionis; r.ov. 4.94). Rechtbank vraagt partijen om per land een uiteenzetting te geven over toepasselijke regels op verkrijging te goeder trouw van een niet beschikkingsbevoegde vervreemder (r.ov. 4.100). Oordeel omtrent inbreuk, schade en doorhaling merken aangehouden; partijen dienen zich eerst nader uit te laten over de inhoud van de relevante rechtsstelsels (r.ov. 4.218 e.v.).

IEF 16797

Uitspraak ingezonden door Kirian Claeyé, Altius.

Geen vermelding van ompakker of heretiketteerder, maakt inbreuk op merkenrechten MSD

Belgische gerechten 27 apr 2017, IEF 16797; (MSD tegen PI Pharma), https://delex.nl/artikelen/geen-vermelding-van-ompakker-of-heretiketteerder-maakt-inbreuk-op-merkenrechten-msd

Voorz. NL Rechtbank van KH Brussel 27 april 2017, IEF 16797; IEFbe 2175 (MSD tegen PI Pharma) BMS (Bristol-Myers Squibb)-voorwaarden [C-427/93, C-429/93 en C-436/93] Ompakken geneesmiddelen. Merkenrecht. De voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van koophandel te Brussel bevestigt in de eerste plaats de schending van de derde BMS-voorwaarde. De voorzitter past daarbij het arrest van het Hof van Justitie inzake Orifarm (C-400/09) toe en bevestigt dat ofwel de daadwerkelijke ompakker/heretiketteerder moeten worden vermeld, ofwel de entiteit die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Het volstaat niet dat één van deze entiteiten louter wordt vermeld (bijvoorbeeld voorafgegaan door “ingevoerd door”); er dient wel degelijk ook vermelding te worden gemaakt van “omgepakt door”. Ook een bevestiging vanwege het FAGG dat de term “omgepakt door” mag worden weggelaten, vormt geen rechtvaardiging om één van de BMS-voorwaarden te negeren.

 

IEF 16795

Aanvraag beeldmerk AIR HOLE FACE MASKS YOU IDIOT te kwader trouw

Gerecht EU (voorheen GvEA) 16 mei 2017, IEF 16795; ECLI:EU:T:2017:335 (Airhole Facemasks tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/aanvraag-beeldmerk-air-hole-face-masks-you-idiot-te-kwader-trouw

Gerecht EU 16 mei 2017, IEF 16795;  IEFbe 2174; ECLI:EU:T:2017:335 (Airhole Facemasks tegen EUIPO) Uniebeeldmerk AIR HOLE FACE MASKS YOU IDIOT. Nietigheidsprocedure. Kwade trouw. Artikel 52, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 – Wijzigingsbevoegdheid. De nietigheidsafdeling heeft het betwiste merk in zijn geheel nietig verklaard en sindustrysurf verwezen in de kosten. In het bijzonder heeft de nietigheidsafdeling geoordeeld dat sindustrysurf bij de indiening van de aanvraag van het betwiste merk te kwader trouw was. Sindustrysurf beschikte niet over een legitieme reden om het betwiste merk op haar eigen naam aan te vrage. De kamer van beroep heeft ten onrechte heeft besloten dat zij niet te kwader trouw was. De beslissing wordt vernietigd en het beroep van sindustrysurf wordt verworpen.