Modellenrecht  

IEF 21240

HvJ EU: onderkant fietszadel zichtbaar bij 'normaal gebruik'?

HvJ EU 16 feb 2023, IEF 21240; ECLI:EU:C:2023:105 (Monz tegen Büchel), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-onderkant-fietszadel-zichtbaar-bij-normaal-gebruik

HvJ EU 16 februari 2023; IEF 21240; IEFbe 3620; ECLI:EU:C:2023:105, C‑472/21 (Monz tegen Büchel) Monz is een Duitse vennootschap die houder is van een model dat reeds sinds 2011 is ingeschreven bij het Duits octrooi- en merkenbureau (hierna: het DPMA). Het model is ingeschreven voor de voortbrengselen ‘fiets- en motorfietszadels’ met één enkele afbeelding van de onderkant van een zadel. Büchel heeft het DPMA verzocht dit model nietig te verklaren. Het zou namelijk niet voldoen aan de voorwaarden, nu het model is toegepast op een zadel – een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel zoals een (motor)fiets – dat bij normaal gebruik van dat voortbrengsel niet zichtbaar is.

IEF 21233

Fiche Commissievoorstel Design Law Package

Op 28 november 2022 zijn de voorstellen van de Europese Commissie omtrent de hervorming van het modellenrecht gepubliceerd. Het zogenaamde ‘Design law package’ betreft een voorstel voor een nieuwe Gemeenschapsmodellenverordening, een herschikking van de Modellenrichtlijn en een intrekking van de Taksenverordening. Met de voorstellen beoogt de Commissie het Europese, de nationale en regionale modellenstelsels te verbeteren aan de hand van drie doelstellingen. Ten eerste, het moderniseren van de modellenstelsels door deze toegankelijker, doeltreffender en betaalbaarder te maken. Ten tweede, het vergroten van de complementariteit en onderlinge samenhang tussen de Europese en nationale/regionale modellenstelsels. Tot slot, het harmoniseren van belangrijke aspecten van het modelsysteem, zoals op het gebied van vervangingsonderdelen. Onlangs is het Fiche omtrent de Nederlandse positie aangaande de voorstellen gepubliceerd op de website van de Tweede Kamer.

Het gehele fiche vindt u hier.

IEF 21219

Noot bij uitspraak ingezonden door Allard Ringnalda, Klos c.s.

Toepasselijk recht en de verschillende betekenissen van het plaats-van- inbreuk-criterium

HvJ EU 3 mrt 2022, IEF 21219; ecli:EU:C:2022:152 (Acacia tegen BMW), https://delex.nl/artikelen/toepasselijk-recht-en-de-verschillende-betekenissen-van-het-plaats-van-inbreuk-criterium

Noot van A. Ringnalda bij Hof van Justitie EU 3 maart 2022, IEF 21219; ECLI:EU:C:2022:152 (C-421/20) (Acacia tegen BMW) De regels voor het bepalen van het toepasselijke recht in gevallen van inbreuken op intellectueel eigendomsrechten binnen de Europese Unie worden in deze noot van A. Ringnalda besproken. Er zijn drie principes van toepassing: het territorialiteitsbeginsel, het beginsel van nationale behandeling en de locatie van inbreuken op unitaire IE-rechten. In het arrest Nintendo heeft het Hof van Justitie een nieuwe benadering gegeven voor het begrip 'land waar de inbreuk is gepleegd' in de zin van artikel 8 lid 2 Rome II-Vo. Het Hof richt zich op de feitelijke handeling die de oorsprong is van de inbreuk, in plaats van op de juridische inbreuk zelf. In het arrest AMS Neve is geoordeeld dat het recht van het land waar de inbreuk is gepleegd, toepasselijk is en niet verwijzen naar het recht van een ander land. Vervolgens wordt de bevoegdheid van een rechter in gevallen van inbreuk op intellectueel eigendomsrechten en de mogelijke problemen met de toepassing van de Nintendo-regel besproken. Er wordt gesuggereerd dat het niet mogelijk is om beide bevoegdheidsregels tegelijkertijd te volgen en dat de specifieke omstandigheden van de zaak zorgvuldig bekeken moeten worden om te bepalen welk criterium van toepassing is.

IEF 21214

Uitspraak ingezonden door Noa Naaman en Niels Mulder, DLA Piper

Enkel de springtafel geniet auteursrechtelijke bescherming

Hof Den Haag 31 jan 2023, IEF 21214; ECLI:NL:RBDHA:2021:973 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.), https://delex.nl/artikelen/enkel-de-springtafel-geniet-auteursrechtelijke-bescherming

Gerechtshof Den Haag 31 januari 2023, IEF 21214; 200.309/01 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.) In deze zaak hebben JFS c.s. diverse vorderingen ingesteld jegens Taishan c.s. op grond van inbreuk op auteursrecht, modellenrecht en slaafse nabootsing met betrekking tot door Taishan c.s. geproduceerde en verhandelde turntoestellen. In de hoofdzaak heeft de rechtbank de vorderingen ten aanzien van alle turntoestellen (grotendeels) toegewezen. Het hof beslist dat JF Sports de oorspronkelijke maker en rechthebbende van de springtafel is. Het hof oordeelt verder dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de auteursrechten en de beschuldiging van slaafse nabootsing door JF Sports, maar niet bevoegd is om grensoverschrijdende maatregelen te nemen. Als de turntoestellen van Taishan ongeoorloofde kopieën zijn, zou het aanbieden hiervan op Nederlandse websites een inbreuk op JF Sports distributierecht vormen. Het hof oordeelt verder dat de vormgeving van de turntoestellen van Taishan, op de drievoudig gelaagde stijlen na, niet als intellectuele schepping kan worden beschouwd. Het hof is verder van oordeel dat de springtafel van JFS een intellectuele schepping is en het auteursrecht op het ontwerp bestaat. Verder oordeelt het hof dat JFS zich alleen voor de springtafel op auteursrechtelijke bescherming kan beroepen en de vorderingen voor de overige turntoestellen niet toewijsbaar zijn. Ten slotte is het nabootsen van een product dat niet langer beschermd wordt door intellectuele eigendom in beginsel toegestaan, tenzij dit tot verwarring bij het publiek leidt.

IEF 21198

Eis tot zekerheidstelling

Rechtbank Den Haag 20 jan 2023, IEF 21198; ecli:NL:RBDHA:2023:547 (OBO tegen Kubus), https://delex.nl/artikelen/eis-tot-zekerheidstelling

Rechtbank Den Haag 20 januari 2023, IEF 21198; ECLI:NL:RBDHA:2023:547 (OBO tegen Kubus) In kort geding vordert OBO dat het Kubus verboden wordt inbreuk te maken op het geregistreerde Gemeenschapsmodel. OBO legt aan deze vorderingen ten grondslag dat Kubus inbreuk maakt op het model. Kubus vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis OBO beveelt om overeenkomstig artikel 224 Rv zekerheid te stellen ter hoogte van € 26.676,-. OBO is een partij zonder woon- of verblijfplaats in Nederland en is daarom volgens artikel 224 lid 1 Rv verplicht zekerheid te stellen. De voorzieningenrechter beslist dat OBO zekerheid moet stellen van €26.676,- en geeft OBO de keuze tussen persoonlijke of zakelijke zekerheid, waarbij de aangeboden zekerheid zodanig moet zijn dat de vordering behoorlijk gedekt is en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen. OBO biedt aan zekerheid te stellen door middel van het storten van een bedrag op een derdengeldenrekening en Kubus stemt hiermee in onder de voorwaarde dat er bewijs wordt geleverd van deze storting.

IEF 21179

HR: DR c.s. tegen Samsung

Hoge Raad 23 dec 2022, IEF 21179; ECLI:NL:HR:2022:1943 (DR c.s. tegen Samsung), https://delex.nl/artikelen/hr-dr-c-s-tegen-samsung

HR 23 december 2022, IEF 21179; (DR c.s. tegen Samsung) Zie [IEF 20767] en [IEF 19415]. In lijn met de conclusie van P-G Van Peursem verwerpt de Hoge Raad het beroep van Samsung tegen de uitspraak van het hof van 21 april 2020. Het hof heeft terecht geoordeeld dat de uiterlijke kenmerken van de Gemeenschapsmodellen, bestaande in ribbels en rasters, uitsluitend door de technische functie worden bepaald, zodat deze van bescherming op grond van het gemeenschapsmodellenrecht zijn uitgesloten. Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard dat het voor het overige niet op juistheid kan worden onderzocht. Het oordeel strookt met de uitleg die het HvJEU in het hiervoor in 4.3 genoemde Doceram-arrest heeft gegeven aan de Gemeenschapsmodellenverordening. 

IEF 21139

Dirk Visser: Modelrecht voor Metaverse mogelijk

Advocaat en hoogleraar Dirk Visser bespreekt in zijn column op Mr-online een voorstel van de Europese Commissie van 28 november 2022 voor aanpassing van het Europese modellenrecht. Tot nu toe geldt de bescherming van ‘design’ via het modellenrecht alleen voor fysieke 3D-voorwerpen en verpakkingen en voor 2D-ontwerpen, zoals behang, stoffen, lettertypes en logo’s. In het besproken voorstel wordt de definitie van ‘model’ uitgebreid en daarmee wordt het mogelijk om voorwerpen in digitale vorm te beschermen. Het wordt ook mogelijk om ‘beweging, de transitie of elk ander type animatie’ van kenmerken via een modelregistratie te beschermen. Voor de 3D- en 2D-voorwerpen die alleen bestaan in ‘Metaverse’ en vergelijkbare virtuele werelden wordt modelbescherming dus ook mogelijk.

IEF 21130

Gemeenschapsmodel onterecht nietig verklaard

HvJ EU 30 nov 2022, IEF 21130; ECLI:EU:T:2022:739 (ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/gemeenschapsmodel-onterecht-nietig-verklaard

Gerecht EU 17 november 2022; IEF 21130, IEFbe 3589;T‑611/21, ECLI:EU:T:2022:739 (ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk tegen EUIPO) Op 7 december 2017 heeft verzoekster bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een gemeenschapsmodel ingediend, op dezelfde is het litigieuze model ingeschreven. Op 20 mei 2019 heeft de andere partij in de procedure bij de kamer van beroep van het EUIPO een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model ingesteld. Op 6 april 2020 heeft de nietigheidsafdeling de vordering tot nietigverklaring afgewezen. Op 27 mei 2020 heeft de andere partij bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling. Bij de bestreden beslissing heeft de derde kamer van beroep van het EUIPO het beroep toegewezen, de beslissing van de nietigheidsafdeling vernietigd en het litigieuze model nietig verklaard. Verzoekster verzoekt het Gerecht deze beslissing van de kamer van beroep te vernietigen. Het Gerecht vernietigt de beslissing van de kamer van beroep.

IEF 21122

Uitspraak ingezonden door Gert Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.

Waterballonvuller geen auteursrechtelijk werk, geen sprake van inbreuk modelrechten

Hof Den Haag 29 nov 2022, IEF 21122; (Tinnus tegen Koopman), https://delex.nl/artikelen/waterballonvuller-geen-auteursrechtelijk-werk-geen-sprake-van-inbreuk-modelrechten

Gerechtshof Den Haag 29 november 2022, 200.295.977/01 (Tinnus Enterprises LLC tegen Koopman International B.V.) Tinnus is houdster van de op 10 maart 2015 onder nummers 0001431829-0001 tot en met 0001431829-0010 geregistreerde Gemeenschapsmodellen voor een waterballonvuller en een octrooi EP 948 getiteld “Apparatus, system and method for filling containers with fluids”. Tinnus stelt dat het gebruik van de waterballonvuller van gedaagde inbreuk maakt op Model 0001 tot en met 0010, en op haar auteursrechten op de vormgeving van de Bunch O Balloons, en vordert onder meer een verbod binnen de Europese Unie inbreuk te maken op deze model-en auteursrechten.

IEF 21121

Ingezonden door Maarten Haak, Hoogenraad & Haak.

Design package gepubliceerd

De Design Package is eindelijk gepubliceerd. Dit zijn ontwerpen voor een nieuwe verordening en richtlijn voor het modellenrecht in de Europese Unie. Dit initiatief gaat om een actualisering van de EU-regels inzake modelbescherming. Het initiatief heeft de volgende doelen; de Design Package gaat de modelbescherming te moderniseren, te verduidelijken en versterken. Verder moet modelbescherming toegankelijker en betaalbaarder worden in de hele EU. Ook gaat de Design Package ervoor zorgen dat de EU-regels en de nationale regels inzake modelbescherming beter op elkaar afgestemd worden. Tot slot worden de EU-regels inzake modelbescherming voor reserveonderdelen verder gestroomlijnd. De Europese Commissie ontvangt graag feedback voor 23 januari 2023.