Modellenrecht  

IEF 20645

McCain maakt inbreuk op modelrecht van Simplot

Rechtbank Den Haag 23 mrt 2022, IEF 20645; ECLI:NL:RBDHA:2022:2476 (McCain tegen Simplot), https://delex.nl/artikelen/mccain-maakt-inbreuk-op-modelrecht-van-simplot

Rb Den Haag 23 maart 2022, IEF 20645; ECLI:NL:RBDHA:2022:2476 (McCain tegen Simplot) De vraag die in deze zaak centraal staat is of McCain Holland c.s. met haar product Rustic Twist friet inbreuk heeft gemaakt op het modelrecht van Simplot. De rechtbank oordeelt dat de draaiende Rustic Twists bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekken dan het model. De draaiende Rustic Twists vormen dus een inbreuk op het modelrecht van Simplot. De in conventie gevorderde verklaring voor recht van niet-inbreuk zal worden afgewezen. De rechtbank wijst een EU-wijd inbreukverbod toe, zoals in reconventie gevorderd.

IEF 20626

HvJ EU: Nevenvorderingen beoordeeld naar recht van land waar inbreukmakende handelingen zijn verricht

HvJ EU 3 mrt 2022, IEF 20626; ECLI:EU:C:2022:152 (Acacia tegen Bayerische Motoren Werke), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-nevenvorderingen-beoordeeld-naar-recht-van-land-waar-inbreukmakende-handelingen-zijn-verricht

HvJ EU 3 maart 2022, IEF 20626, IEFbe 3410; ECLI:EU:C:2022:152 (Acacia tegen Bayerische Motoren Werke) BMW is houder van een litigieus gemeenschapsmodel. Acacia produceert velgen voor motorvoertuigen en brengt deze op de markt in de EU. Dit zou volgens BMW inbreuk maken op het litigieuze gemeenschapsmodel, terwijl Acacia zich beroept op de reparatieclausule van artikel 110 VGM. De rechter in eerste aanleg wijst de vorderingen van BMW toe, met als gevolg dat Acacia de inbreuk op het modelrecht van BMW in Duitsland moet staken. De rechter heeft op de nevenvorderingen op grond van artikel 8(2) Rome II-verordening het Duitse recht toegepast. Volgens Acacia is het Italiaanse recht van toepassing. Hierover stelde het Oberlandesgericht Düsseldorf prejudiciële vragen [zie IEF 20282 voor de prejudiciële vragen].

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEF 20573

Ex parte verbod wordt niet opgeheven

Rechtbank Den Haag 16 feb 2022, IEF 20573; ECLI:NL:RBDHA:2022:1216 (Noraplant tegen Greencre8), https://delex.nl/artikelen/ex-parte-verbod-wordt-niet-opgeheven

Vzr. Rb Den Haag 16 februari 2022, IEF 20573; ECLI:NL:RBDHA:2022:1216 (Noraplant tegen Greencre8) Eerder heeft de voorzieningenrechter aan Noraplant een ex parte verbod opgelegd met betrekking tot de modelrechten op Sansevieria’s [IEF 20530]. Noraplant heeft gehoor gegeven aan de beschikking en heeft de inbreuken op de modelrechten onmiddellijk gestaakt. Nu vordert zij dat de voorzieningenrechter bij vonnis het bevel zal opheffen. Dit omdat Noraplant stelt dat het ex parte bevel herzien moet worden omdat Greencre8 in haar verzoekschrift de voorzieningenrechter op verschillende onderdelen niet volledig heeft voorgelicht en omdat de modelrechten voor vernietiging in aanmerking zouden komen. Dit laatste zou zijn omdat zij op natuurlijke organismen zien die geen onderdeel mogen vormen van een modelrecht en omdat de modelrechten onduidelijk zijn geregistreerd.

IEF 20530

Ex parte verbod

Rechtbank Den Haag 31 jan 2022, IEF 20530; ECLI:NL:RBDHA:2022:932 (GreenCre8 tegen Noraplant), https://delex.nl/artikelen/ex-parte-verbod

Vzr. Rb Den Haag 31 januari 2022, IEF 20530; ECLI:NL:RBDHA:2022:932 (GreenCre8 tegen Noraplant) Volgens GreenCre8 maakt Noraplant inbreuk op haar modelrechten met betrekking tot Sansevieriaplanten. Deze inbreuk is voldoende aannemelijk gemaakt. Het verzoek tot een ex parte verbod wordt toegewezen, gelet op hetgeen is aangevoerd ten aanzien van het spoedeisend belang en de mate van aannemelijkheid van de inbreuk. Op andere onderdelen wordt het verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende aanleiding voor de verzochte maatregelen bestaat, dan wel omdat een wettelijke grondslag ontbreekt, het verzochte niet specifiek genoeg is of ter voorkoming van executiegeschillen. De voorzieningenrechter oordeelt dat Noraplant de inbreuk moet staken en gestaakt moet houden op straffe van een dwangsom.

IEF 20476

Prejudiciële vragen over alternatieve modellen

HvJ EU 21 dec 2021, IEF 20476; (Papierfabriek Doetinchem), https://delex.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-alternatieve-modellen

Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) 21 december 2021, IEF 20476, IEFbe 3359; C-684/21 (Papierfabriek Doetinchem) via MinBuza. Verzoekster is houder van het recht op een gemeenschapsmodel dat is ingeschreven en gepubliceerd (litigieus model) met betrekking tot een packing device. Verweerster verkocht een concurrerend product dat door verzoekster wordt beschouwd als een inbreuk op het litigieuze model. Verweerster is van mening dat het litigieuze model nietig is omdat alle kenmerken van het model uitsluitend worden bepaald door de technische functie van het voortbrengsel. Zij heeft een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoeksters gemeenschapsmodel ingesteld. De rechter in eerste aanleg heeft haar vordering in reconventie afgewezen. Hij was van oordeel dat de kenmerken van het litigieuze model gezien het bestaan van een groot aantal ontwerpalternatieven niet uitsluitend worden bepaald door de technische functie ervan. In het hiertegen ingestelde hoger beroep heeft de verwijzende rechter de reconventionele vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model toegewezen.

IEF 20466

EUIPO vernietigt beslissing

EUIPO - OHIM 29 nov 2021, IEF 20466; (Volkswagen Aktiengesellschaft), https://delex.nl/artikelen/euipo-vernietigt-beslissing

EUIPO First Board of Appeal 29 november 2021, IEF 20466, IEFbe 3352; Case R 2421/2020-1 (Volkswagen Aktiengesellschaft) In een verzoekschrift in 2017 verzocht Volkswagen tot inschrijving van een beeldmerk. Bij beslissing van 25 april 2018 is de aanvraag afgewezen. Op 1 juni 2018 is tegen die beslissing beroep ingesteld. Bij beslissing van 30 oktober 2020 heeft de onderzoeker de aanvraag voor alle goederen en diensten die het onderwerp zijn van deze procedure afgewezen. The First Board of Appeal vernietigt de bestreden beslissing en wijst de vordering tot voortzetting van de inschrijvingsprocedure terug o.a. omdat verzoekster had bewezen dat het Bureau alle aanzichten van het vormmerk als beeldmerken al had ingeschreven. Uit het besluit blijkt niet waarom tot een andere conclusie is gekomen. 

IEF 20348

Litigieuze model wekt déjà-vu-indruk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 nov 2021, IEF 20348; ECLI:EU:T:2021:782 (Eternit tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/litigieuze-model-wekt-d-j-vu-indruk

Gerecht EU 10 november 2021, IEF 20348 , IEFbe 3322 ; ECLI:EU:T:2021:782 (Eternit tegen EUIPO) Verzoekster, Eternit is houdster van het gemeenschapsmodel dat in 2014 bij EUIPO is aangevraagd en ingeschreven. In 2016 heeft interveniënte, Eternit Österreich GmbH een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model ingediend. Interveniënte voerde aan dat het litigieuze model niet nieuw was in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, dat het geen eigen karakter had in de zin van artikel 6 van deze verordening en dat de uiterlijke kenmerken ervan uitsluitend door de technische functie werden bepaald in de zin van artikel 8, lid 1, van deze verordening. De nietigheidsafdeling verklaarde het litigieuze model nietig omdat het geen eigen karakter heeft ten opzichte van een model dat in 2013 openbaar was gemaakt in een brochure. Verzoekster heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft het beroep verworpen op grond dat het litigieuze model geen eigen karakter had aangezien het voor de geïnformeerde gebruiker in het algemeen overeenstemde met het oudere model. Eternit verzoekt nu het Gerecht deze beslissing te vernietigen. Het beroep wordt verworpen omdat het litigieuze model bij de geïnformeerde gebruiker een déjà-vu-indruk ten opzichte van het oudere model wekt.

IEF 20335

Opeising van modelrechten scooters

Rechtbank Den Haag 11 aug 2021, IEF 20335; ECLI:NL:RBDHA:2021:8800 (Sanyang tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/opeising-van-modelrechten-scooters

Rechtbank Den Haag 11 augustus 2021, IEF 20335; ECLI:NLRBDHA:2021:8800 (Sanyang tegen gedaagden) Zie ook [IEF 20220]. Sanyang produceert en verkoopt scooteronderdelen. Gedaagde sub 2 is statutair directeur en enig aandeelhouder van een BV, een holdingsmaatschappij van intellectuele eigendomsrechten. De rechtszaak draait om de vraag wie de ontwerper van scootertype 1 (model-01 en model-03) en type 2 ( model-02 en model-04) is. De BV heeft de modelrechten van beide scootertypen. Sanyang stelt dat zij de ontwerper is van de vormgeving van de scooters en vordert een bevel om de modelrechten aan haar over te dragen. De rechtbank oordeelt dat het bij de vormgeving van scooter type 1 niet duidelijk is of Sanyang de ontwerper is. De BV hoeft deze modelrechten daarom niet over te dragen. Betreffende scooter type 2 oordeelt de rechtbank, vanwege een ouder Chinees modelrecht op naam van Sanyang, dat de modelrechten van dit type aan Sanyang moeten worden overgedragen.

IEF 20278

HvJ EU: Ferrari tegen Mansory Design

HvJ EU 28 okt 2021, IEF 20278; ECLI:EU:C:2021:889 (Ferrari tegen Mansory Design), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-ferrari-tegen-mansory-design

HvJ EU 28 oktober 2021, IEF 20278, IEFbe 3307; ECLI:EU:C:2021:889 (Ferrari tegen Mansory Design) Het Duitse Bundesgerichtshof waarbij Ferrari beroep in Revision heeft ingesteld, heeft het Hof verzocht te verduidelijken of de beschikbaarstelling voor het publiek van afbeeldingen van een voortbrengsel, zoals de publicatie van foto’s van een voertuig, de beschikbaarstelling voor het publiek van een model van een deel of onderdeel van dat voortbrengsel met zich mee kan brengen, en, zo ja, in hoeverre de verschijningsvorm van dat deel of onderdeel zelfstandig moet zijn ten opzichte van het voortbrengsel in zijn geheel, teneinde te kunnen onderzoeken of deze verschijningsvorm een eigen karakter heeft [IEF 19172].
In zijn prejudiciële beslissing oordeelt het Hof met name dat het Unierecht aldus moet worden uitgelegd dat de beschikbaarstelling voor het publiek van afbeeldingen van een voortbrengsel, zoals de publicatie van foto’s van een voertuig, met zich meebrengt dat een model van een deel van dat voortbrengsel of van een onderdeel van dat voortbrengsel als samengesteld voortbrengsel voor het publiek beschikbaar wordt gesteld, op voorwaarde dat bij die beschikbaarstelling de verschijningsvorm van dat deel of onderdeel duidelijk herkenbaar is. Zie ook de officiële samenvatting van deze uitspraak en de conclusie van de A-G [IEF 20129].

IEF 20273

Nietigheidsprocedure spiraalvormig haarelastiekje

Gerecht EU (voorheen GvEA) 20 okt 2021, IEF 20273; ECLI:EU:T:2021:718 (JMS Sports tegen Inter-Vion), https://delex.nl/artikelen/nietigheidsprocedure-spiraalvormig-haarelastiekje

Gerecht EU 20 oktober 2021, IEF 20273, IEFbe 3303; ECLI:EU:T:2021:718 (JMS Sports tegen Inter-Vion) Verzoekster JMS Sports is houdster van een gemeenschapsmodel in de klasse 'haarspelden'. Het litigieuze model betreft een spiraalvormig haarelastiek. Inter-Vion heeft een vordering tot nietigverklaring van dit model ingediend, op grond van het ontbreken van nieuwheid en een eigen karakter. Hiervoor voert zij aan dat in 2009 al op een blog verschillende foto's zijn gepubliceerd van soortgelijke elastieken van het merk SwirliDo. Het ingeschreven model van JMS Sports wordt nietig verklaard. In deze procedure bestrijdt JMS deze beslissing. Ze betwist dat het model van SwirliDo gelijk is aan haar model. Meer specifiek betwist zij de bewijskracht van het bewijs dat interveniënte heeft overgelegd om aan te tonen dat deze openbaarmaking eerder had plaatsgevonden. Volgens vaste rechtspraak wordt een model geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld wanneer de partij die de openbaarmaking aanvoert, het bewijs heeft geleverd van de feiten die deze openbaarmaking opleveren. JMS slaagt er niet in om de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de screenshots van de blogs succesvol te betwisten. Het beroep wordt verworpen.