Rb. Alkmaar 14 juli 2005, beschikking inz. Machinefabriek Duyvis - Teckru (met dank aan Otto Swens van Steinhauser Hoogenraad)
Duyvis wil Teckru aanspreken wegens inbreuk op haar octrooi op een cacaoscheidingsmachine, maar wenst eerst middels een voorlopig getuigenverhoor onder andere uit te vinden wie zij van alle Teckru ondernemingen moet aanspreken. Het levert een interessante beschkking op over de ogenschijnlijke onverenigbaarheid van art. 187 Rv en art. 80 ROW. Het eerste artikel biedt de verzoeker de mogelijkheid een voorlopig getuigenverhoor te houden bij de rechter binnen wiens arrondissement de te horen getuigen woonachtig zijn. In casu zou dat Alkmaar zijn. Art. 80 ROW bepaalt echter dat de Haagse rechter exclusief bevoegd is in octrooikwesties.
De Alkmaarse rechter meent dat deze exclusieve bevoegdheid ook geldt voor voorlopige getuigenverhoren, ondanks het feit dat dergelijke verhoren niet genoemd staan in de opsomming van art. 80 ROW lid 1:
"3.4 (...) Het verzoek van Duyvis is immers gericht op het verkrijgen van informatie, met betrekking tot het vaststellen van inbreuk makende handelingen alsmede tegen welke partij een vordering kan worden ingesteld. Deze informatie moet er mede toe bijdragen dat een vordering tot handhaving van het octrooi, als bedoeld in art. 80, tweede lid onder a ROW 1995 jegens één of meerdere van de verweerders kan worden ingesteld." Lees beschikking hier.