Octrooirecht  

IEF 954

Bepaalde bescheiden

Vzngr. Rechtbank Den Haag, 21 september 2005, KG 05/845. Wijbenga Machines tegen Eisenkolb. In dit kort geding doet eiseres, Wijbenga Machines, een verrassend en succesvol beroep op artikel 843a Rv (de exhibitieplicht). Gedaagden, Eisenkolb en Inprotec, hebben een Europees octrooi ingeroepen tegen Wijbenga waarover door Eisenkolb en Inprotec in het recente verleden een procedure is gevoerd tegen hun eigen octrooigemachtigde.

Inzet van die procedure, waarin op 28 april 2004 vonnis is gewezen, was de aansprakelijkheid van de octrooigemachtigde voor de aan Eisenkolb en Inprotec toegebrachte schade tengevolge van de mogelijke nietigheid van het Octrooi. Door de publicatie van het modeldepot voor het geoctrooieerde product vóór de prioriteitsdatum, en ook nog eens door terinzagelegging van een eerder Nederlands octrooi voor dezelfde uitvinding, zou de nieuwheid van het octrooi van Eisenkolb en Inprotec zijn geschaad.

Wijbenga stelt nu dat Eisenkolb en Inprotec onrechtmatig handelen door een octrooi tegen haar in te roepen waarvan al in de eerdere procedure tegen de octrooigemachtigde (nota bene ook door Eisenkolb en Inprotec zelf!) is aangenomen dat het nietig is, en vordert afgifte van een kopie van alle processtukken uit deze eerdere procedure.

Het verzoek van Wijbenga is succesvol. De voorzieningenrechter volgt Wijbenga in haar stelling dat een rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad een rechtsbetrekking is in de zin van artikel 843a Rv en dat het inroepen van een octrooi in de wetenschap dat dit octrooi (waarschijnlijk) nietig is een onrechtmatige daad is. Bovendien is volgens de voorzieningenrechter geen sprake van de 'fishing expedition, omdat het verzoek voldoende bepaald is.

Lees het vonnisLees het vonnis

IEF 946

In de eigen Nederlandse taal

Kamerstukken 29874 (R 1777), nr. 13, Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 i.v.m. goedkeuring en uitvoering van een drietal verdragen. Amendement van het lid Gerkens (SP).

"Dit amendement maakt de wijzigingen, aangebracht door de nota van wijziging (stuk nr. 8), ongedaan. Hiermee blijft de in het oorspronkelijke wetsvoorstel bestaande vertaling van octrooiconclusies in het Nederlands bestaan, waardoor deze vertalingen behouden blijven als signaal functie voor het MKB. Een Nederlands bedrijf kan hierdoor de octrooiconclusie in de eigen Nederlandse taal blijven lezen en daardoor gemakkelijker beoordelen of men inbreuk maakt op een octrooi."

TWEEDE  KAMER  DER STATEN-GENERAAL
Vergaderjaar 2005-2006


 
29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 2002, 64)
 
 
Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID GERKENS
 Ontvangen 21 september 2005
 
  De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

  In artikel II, onderdeel T, wordt artikel 52 als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: Daarnaast doet degene aan wie een Europees octrooi is verleend het bureau binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen termijn een vertaling in het Nederlands toekomen van de conclusies van het verleende octrooi.

  2. In het tweede lid wordt “De in het eerste lid bedoelde vertalingen voldoen” vervangen door: De vertaling voldoet.

  3. In het derde lid wordt “de in het eerste lid bedoelde vertalingen” vervangen door: de vertaling.

  4. In het vierde lid, onderdeel a, wordt “de in het eerste lid bedoelde vertalingen niet door het bureau zijn ontvangen” vervangen door: de vertaling niet door het bureau is ontvangen”.

 Toelichting
 
  Dit amendement maakt de wijzigingen, aangebracht door de nota van wijziging (stuk nr. 8), ongedaan. Hiermee blijft de in het oorspronkelijke wetsvoorstel bestaande vertaling van octrooiconclusies in het Nederlands bestaan, waardoor deze vertalingen behouden blijven als signaal functie voor het MKB. Een Nederlands bedrijf kan hierdoor de octrooiconclusie in de eigen Nederlandse taal blijven lezen en daardoor gemakkelijker beoordelen of men inbreuk maakt op een octrooi.

 Gerkens

IEF 938

zonder aarzeling

Peter Mandelson, EU Trade Commissioner,:"First, intellectual property. We desperately need better recognition of IPRs and an improved enforcement of IPR protection both multilaterally and bilaterally.  This is of outmost importance for promoting innovation in our industries and to sustaining our position as a top of the range producer. I want to avoid issuing threats to developing countries: our stress in on technical cooperation and assistance to help third countries fight counterfeiting and piracy.

We are not singling out any one country, but we will not hesitate to trigger bilateral and multilateral sanctions against any country involved in systematic IPR violations."

Peter Mandelson, EU Trade Commissioner: Open markets, open trade: Europe’s global challenge. Market Access Symposium. European Parliament, Brussels, 19 September 2005. Lees volledige speech hier.

IEF 932

In de hoogste versnelling

Een octrooi-inbreuk is reden voor het bedrijf Antonov, ontwerper van automatische versnellingsbakken, om de Japanse autofabrikant Toyota in Duitsland voor de rechter te slepen. Duitsland werd door Antonov als forum gekozen omdat juridische procedures daar volgens het bericht relatief sneller en daardoor goedkoper kunnen worden afgewikkeld.

Volgens Antonov maakt Toyota in een tweetal nieuwe hybride auto’s gebruik van de versnellingsbaktechnologie van Antonov.Er vonden nog onderhandelingen plaats over een mogelijke schikking, maar “Toyota heeft geen toereikend voorstel gedaan”, aldus Antonov-directeur John Moore. De zaak dient daarom deze week voor de rechter in Düsseldorf.

De financiële belangen zijn groot: "Het gaat om honderdduizenden verkochte auto's waarbij je moet denken aan gemiste royalty’s van enkele tientallen dollars per stuk", meldt Moore. Na het naar buiten komen van het persbericht schoot het aandeel Antonov direct met 10 procent omhoog. (Bron: Nu.nl)

IEF 922

Vrijdagmiddagberichten

- Wel een beeldmerk, maar nog geen klankmerk? SoundOfAnImage converts images into music. Sometimes the "music" even sounds like music, especially if you play images with a lot of structure and/or symmetry to them. Lees hier meer.

- Iraqi Trademark Office Resumes Trademark Filing. Tthe expected date to resume filing of trademark applications in Iraq is September 19, 2005. The Trademark Office at the Iraqi Federation of Industries moved to the Ministry of Industry on May 30, 2005. The relocation came pursuant to the decision of the Iraqi Council of Ministers and Order Number 80, stipulating the amendment of the Iraqi Trademarks and Descriptions Law No. 21 of 1957. However, trademark applications at the Trademark Office will be processed according to the old Law No. 21 of 1957, in order to avoid any possible delays, while taking Law No. 80 into consideration. Lees hier iets meer.

- In case you hadn't heard, carb is out, over and done for, and zero is in — or at least it was last year. Those are among the key findings in the 2005 Trends in Trademarks report, an annual project of Philadelphia law firm Dechert LLP and partner Glenn Gundersen that analyzes what is being registered with the United States Patent and Trademark Office. Lees hier meer.

- It's the kind of plot twist that will send some critics screaming into the aisles: Why not let writers patent their screenplay ideas? The U.S. Patent and Trademark Office already approves patents for software, business methods--remember Amazon.com's patent on "one-click" Internet orders?--even role-playing games. So why not let writers patent the intricate plot of the next cyberthriller? Lees hier meer.

- De Letse Nationale Opera heeft de uitvoering opgeschort van het ballet Assepoester van Sergej Prokofjev. De nazaten van de Russische componist hadden bezwaar gemaakt tegen het feit dat de versie van het Letse gezelschap zich afspeelt in een bordeel dat gerund wordt door de stiefmoeder van Assepoester en waar de stiefzussen als prostituées werken. (Politiebonden.nl)

IEF 916

Geen conclusie in octrooidebat

Vandaag in het FD: 'Kamer hikt aan tegen einde octrooivertaling. Staatssecretaris Karien van Gennip krijgt nog niet voldoende steun in de Tweede Kamer voor haar voorstel om de vertaalplicht voor octrooien in Nederland af te schaffen. Behalve oppositiepartijen PvdA en SP bleek ook regeringspartij VVD woensdag bezwaren te hebben. VVD-woordvoerder Fadime Örgü heeft een amendement ingediend, waarin het kabinet wordt verzocht voorlopig niet tot ondertekening over te gaan van een internationale overeenkomst die de afschaffing van de vertaaleis regelt.'

Volgens het artikel verbaasde Van Gennip zich gisteren hogelijk over de opstelling van de VVD, een partij die de administratieve lastenverlichting hoog in het vaandel heeft staan. Volgens VVD-woordvoerder Örgü gaat het echter niet om de de inhoud van het vertalingenprotocol, maar om de procedure. Landen die het verdrag niet ratificeren zouden wel  kunnen wel profiteren van het schrappen van de vertaalplicht in onder andere Nederland. Van Gennip gaf wel aan eventueel te kunnen leven met het behoud van de vertaalplicht voor de octrooiconclusies. Lees hier meer.

Update: Amendement Örgü en Blom, Kamerstukken 29874 (R1777), nr. 12: 'Dit amendement voorziet erin dat Nederland het Vertalingenprotocol niet eerder bekrachtigt dan nadat de andere staten dat protocol hebben bekrachtigd.' Lees Amendement hier.

IEF 902

een zogenoemde collisiebepaling

Kamerstuk 29874, nr. 11. 2e Kamer 2004-2005. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien . Amendement Kamerlid Hessels over het introduceren van een overgangsrechtelijke voorziening.

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel IIA Op onderzoek naar de stand van de techniek met betrekking tot de inhoud van een octrooiaanvraag die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet is ingediend en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, alsmede op onderzoek naar de stand van de techniek ingevolge artikel 75 van de Rijksoctrooiwet 1995 met betrekking tot de inhoud van een voor dat tijdstip verleend octrooi blijven de artikelen 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 en 54 van het Europees Octrooiverdrag van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidden.

Toelichting: Artikel 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 is een zogenoemde collisiebepaling en strekt ertoe om dubbele octrooiering te voorkomen. Of er sprake is van collisie tussen ingediende octrooiaanvragen wordt vastgesteld aan de hand van een onderzoek naar de nieuwheid van die octrooien. Ingevolge het thans nog van kracht zijnde artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 wordt dat onderzoek verricht nadat aan twee eisen is voldaan, t.w. «(...), mits het Koninkrijk in de gepubliceerde aanvrage is aangewezen en het voor de aanwijzing verschuldigde bedrag is betaald». Uit het voorgestelde artikel 4, vierde lid, (zie artikel II, onderdeel D, onder 1) blijkt dat deze twee eisen zullen vervallen, zonder dat voor de lopende octrooiaanvragen een overgangsrechtelijke voorziening is getroffen. Om te voorkomen dat op zulke octrooiaanvragen het nieuwe regime van artikel 4 bij de inwerkingtreding ervan onmiddellijk van toepassing wordt – onder het nieuwe regime is een octrooi dus minder gauw nieuw dan onder het huidige – is het noodzakelijk een overgangsrechtelijke voorziening te treffen. Artikel IIA strekt daartoe. Dit artikel heeft zowel betrekking op lopende nationale octrooiaanvragen als op Europese octrooiaanvragen en internationale aanvragen in het kader van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien. Bovendien is dit artikel van toepassing op het onderzoek naar de nieuwheid van reeds verleende octrooien.

IEF 898

nawerking van de row 1910

Hoge Raad 9 september 2005, LJN: AT3135, C04/085HR, Navcom tegen Philips. Concurrerende routeplanners voeren de Hoge Raad terug in de tijd.
 
Het betwiste EP octrooi van Navcom betreft  'a vehicle guidance system', een navigatiesysteem voor automobilisten. Philips heeft, ondermeer in Nederland en Duitsland en Nederland, onder de naam 'Carin' een navigatiesysteem geïntroduceerd dat, anders dan dat van Navcom, op GPS is gebaseerd. Philips vordert in deze procedure nietigverklaring van het Nederlandse gedeelte van het octrooi van Navcom wegens gebrek aan inventiviteit, onvoldoende openbaarmaking en ongeoorloofde uitbreiding.

Rechtbank en hof oordeelden eerder tot nietigverklaring van het Nederlandse deel van het octrooi van Navcom, omdat "de gemiddelde vakman niet in staat is de daarin beschreven uitvinding na te werken en het daarom niet strekt tot verkrijging van enige uitkomst op het gebied van de nijverheid, zodat het octrooi niet had behoren te worden verleend." 
Philips voert in het incidentele beroep een uit twee onderdelen bestaand middel aan. Het eerste onderdeel betreft het overgangsrecht, het tweede de uitlegging van de ROW 1910 (het octrooi is in 1983 verleend). Onderdeel 1 strekt ertoe dat, hoewel de wetgeving die gold tijdens de looptijd van het onderhavige octrooi (waarvan de geldigheidsduur is verstreken op 6 januari 1999) niet de mogelijkheid kende tot nietigverklaring of vernietiging van het Nederlandse gedeelte van een Europees octrooi, zulks met ingang van 15 maart 2003 alsnog anders is, op grond van de op die datum van kracht geworden wijziging van art. 103 lid 1 ROW 1995. 
 
Dit betoog is in strijd met het grondbeginsel van overgangsrecht dat wanneer een nieuwe wet van toepassing wordt, dit niet tot gevolg heeft dat alsdan iemand een vermogensrecht verliest dat hij onder het tevoren geldende recht rechtsgeldig had verkregen. Zulks klemt in het onderhavige geval temeer nu die toepasselijkheid zou meebrengen dat een octrooi dat gedurende de gehele looptijd daarvan rechtsgeldig is geweest, alsnog zou worden vernietigd krachtens een bepaling die pas na het verstrijken van de geldigheidsduur van dat octrooi in werking is getreden.  
 
Het tweede onderdeel houdt kort gezegd in dat het hof het octrooi ten onrechte niet heeft nietig verklaard op grond van gebrek aan inventiviteit. Het hof had dit wel behoren te doen, zo betoogt Philips, omdat art. 51 lid 1 ROW 1910, zoals dat vóór 1987 luidde, de eis van inventiviteit stelde, Philips op het ontbreken van inventiviteit een beroep heeft gedaan, en de uitvinding niet zodanig in de oorspronkelijke stukken is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken. Dit onderdeel faalt, aldus de Hoge Raad, "omdat het uitgaat van de onjuiste opvatting dat de eis van inventiviteit besloten ligt in de eis van nawerkbaarheid. De eis van inventiviteit heeft immers blijkens de artikelen 2 en 2A van de ROW 1910 zelfstandige betekenis, ook ten opzichte van de eis van nawerkbaarheid, omdat enerzijds een uitvinding niet-inventief kan zijn maar wel nawerkbaar kan zijn beschreven, terwijl anderzijds een uitvinding die aan de eis van inventiviteit voldoet, in het octrooischrift zodanig kan zijn beschreven, dat zij niet aan de eis van nawerkbaarheid voldoet."
 
Het principale beroep houdt samengevat weergegeven in dat het hof zijn oordeel, dat de onderhavige uitvinding in de oorspronkelijke stukken van het Navcom-octrooi niet zodanig is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken, ten onrechte zonder voorafgaande deskundige voorlichting heeft gevormd.  Als uitgangspunt bij de beoordeling van de onderdelen dient dat het aan het inzicht van de rechter die over de feiten oordeelt, is overgelaten of hij behoefte heeft aan deskundige voorlichting en dat de wijze waarop hij van die vrijheid gebruikmaakt, in cassatie niet kan worden getoetst. De enkele omstandigheid dat de Technische kamer van beroep het octrooi in gewijzigde vorm in stand heeft doen houden, brengt daarin geen wijziging (waarbij valt op te merken dat het Duitse Bundespatentgericht in een tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp in Duitsland aanhangig gemaakte zaak tot hetzelfde oordeel is gekomen als rechtbank en hof in deze zaak). Het hof is daarnaast ook niet in zijn motiveringsplicht tekortgeschoten door te overwegen dat de onderhavige uitvinding in de oorspronkelijke stukken van het Navcom-octrooi niet zodanig is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken.  
 
De Hoge Raad vernietigt het eindarrest van het hof te 's-Gravenhage en verwijst het geding naar dat hof  ter verdere behandeling en beslissing. Lees hier het arrest en de conclusie van AG Huydecoper, die de uitkomst van zijn door de HR overgenomen conclusie zelf ‘als weinig bevredigend’ ervaart.
IEF 896

ter verdere harmonisatie

Kamervragen met antwoord nr. 2322. 2e Kamer 2004-2005.  Eerder bericht hier. Vragen van de leden Kortenhorst en Hessels (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de toepassing van octrooiregels. (Ingezonden 30 juni 2005); Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken). (Ontvangen 6 september 2005) "Ja, ik ken de berichten inzake Cordis. De gerechtelijke procedure tussen Cordis B.V. en Schneider Gmbh is onderdeel van een octrooigeschil tussen hun moederondernemingen, de farmaceutische multinationals Johnson & Johnson en Boston Scientific. Deze ondernemingen zijn sinds 1995 wereldwijd verwikkeld in octrooigeschillen en hebben deze in meerdere landen voor de rechter gebracht.

Ik heb geen informatie of signalen waaruit zou blijken dat de toepassing van octrooiregels in Nederland strenger is dan die in andere landen van de EU. Rechters kunnen overigens in individuele zaken in verschillende landen wel tot een verschillend oordeel komen. Naar huidige inzichten heb ik geen reden om aan te nemen dat het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen als gevolg van de Nederlandse rechtspraak in een ongunstiger positie verkeert dan concurrenten in andere EU-landen. Binnen Europa kennen we (nog) geen gemeenschappelijke rechtsgang voor octrooigeschillen. Als gevolg hiervan zijn het de nationale rechters die zich uitspreken over octrooizaken.

Naar mijn mening zou de consistentie van rechterlijke uitspraken in Europa verbeteren, wanneer bijvoorbeeld de Gemeenschapsoctrooiverordening met de daarin opgenomen centrale rechtsgang voor geschillen over gemeenschapsoctrooien, of de gecentraliseerde rechtsgang van het Europees Octrooiverdrag, zoals neergelegd in de zogenaamde «European Patent Litigation Agreement» (EPLA), tot stand zou komen. Ik zet me nadrukkelijk in voor de totstandkoming van deze verdragen. Tot op heden is over beide nog geen politieke overeenstemming bereikt. Momenteel ligt overigens ter verdere harmonisatie van het octrooirecht in algemene zin het voorstel voor implementatie van drie verdragen (Europees Octrooiverdrag-herziening, Vertalingenprotocol en Verdrag inzake Octrooirecht) in de Rijksoctrooiwet 1995 ter behandeling in de Tweede Kamer."