DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 12330

Bewijslast en uitputting (in het merkenrecht)

P.G.F.A. Geerts, ‘Bewijslast en uitputting (in het merkenrecht)’, IER 2012/69, p. 571-576.

Een bijdrage van Paul Geerts, Universiteit Groningen.

In het Van Doren/Lifestyle-arrest heeft het Hof van Justitie beslist dat een nationale bewijsregel volgens welke de handelaar die zich op uitputting beroept moet bewijzen dat de door hem verkochte waren door de merkhouder zelf of met zijn toestemming in de EER in de handel zijn gebracht, in overeenstemming is met het gemeenschapsrecht. (...)

Op de gedaagde derde rust een zware bewijslast. Hij zal slechts zelden kunnen bewijzen dat de door hem verkochte waren door of met toestemming van de merkhouder in de EER in de handel zijn gebracht dan wel dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd wanneer hij het bewijs moet leveren dat de producten binnen de EER voor het eerst in het verkeer zijn gebracht. Maar is voor de gedagvaarde derde daarmee de kous af of kan zijn bewijspositie (onder omstandigheden) toch nog verlicht worden?

Ik zou willen verdedigen dat zijn bewijslast (onder omstandigheden) inderdaad verlicht kan worden en dat het Van Doren/Lifestyle-arrest in deze kwestie niet alles beslissend is.

Artikel is ingekort, lees het gehele artikel, inclusief verrijkte voetnoten, onder de link van de citeerwijze.

P.G.F.A. Geerts

IEF 12307

De beperkte kring van personen in social media

G.J.M.Buijnsters, De beperkte kring van personen in social media, IE-Forum.nl IEF 12307.

The Goodbye to Andi PhotoshootEen bijdrage van Mark Buijnsters, BRight Advocaten.

Even de nieuwste muziekvideo van Mumford & Sons, een scène uit Skyfall of een paar gelekte foto’s uit de Playboy delen met een paar vrienden op Facebook of YouTube, kan dat zomaar? Of resulteert deze bedoeling om meer ‘likes’ te krijgen in auteursrechtinbreuk? En hoe zit het als ik op mijn Facebookpagina alleen maar doorverwijs?

In de media en rechtspraak ligt de focus bij het delen van auteursrechtelijk beschermd materiaal met name op torrentbestanden en (alsmaar wisselende) filesharing websites, die steevast met wapperende ex parte bevelen achterna worden gezeten door stichting BREIN. Het (embedded) delen van materiaal kan echter net zo goed via social media plaatsvinden.

Het is allereerst belangrijk om te weten waar het hier om kan gaan. Op Facebook bestaat ten eerste de mogelijkheid (geheime) groepen aan te maken, waarbinnen slechts genodigden de daarin geplaatste berichten en dus het mogelijk inbreukmakend materiaal kunnen zien. YouTube heeft ook een dergelijke optie, waarbij video’s enkel zichtbaar zijn voor een geselecteerde groep personen. De genodigden krijgen niet per definitie de beschikking over het materiaal (YouTube biedt ook geen downloadoptie). In dit artikel ga ik niet in op het delen van materiaal in het openbaar of zichtbaar voor alle vrienden, maar in dergelijke besloten pagina’s met beperkte doelgroepen. Met andere woorden: is het auteursrechtinbreuk als ik het maar met een paar vrienden deel?

[dit artikel is ingekort, wilt u de gehele bijdrage lezen, klik op de de citeerwijze]

4. Alleen doorverwijzen dan maar?
Omdat sec de openbaarmaking in bovenstaand scenario geen auteursrechtinbreuk lijkt te maken ligt het pijnpunt voor de hierboven enthousiast gemaakte sharer dus bij het uploaden. Een eenvoudige exercitie waarbij de bovenstaande conclusies worden behouden, leidt dan ook tot de volgende gedachtegang: wordt er alleen doorverwezen naar auteursrechtelijk beschermd materiaal binnen een besloten social media groep en niet geüpload, dan kan dus worden betoogd dat sowieso geen sprake is van auteursrechtinbreuk. Er wordt immers geen materiaal openbaar gemaakt, maar nu ook niet verveelvoudigd. Hoewel het nu dan wel gaat om een doorverwijzende URL die mogelijk gemakkelijker kan worden gedeeld ook met mensen van buiten de besloten groep, ligt deze conclusie voor de hand omdat het niettemin gaat om het aanbieden van een eenvoudige hyperlink zonder verder bijzondere technische faciliteiten. Of een en ander ook zo geldt bij het meteen delen van de URL met pakweg 500 Facebookvrienden of 5.000 Twitter-followers is discutabel (dat lijkt mij immers geen besloten vriendenkring of kleine private groep), maar omdat de doorverwijzing in dat geval ook helemaal niet verder gaat dan het enkele aanbieden van een hyperlink is het aannemelijk dat er ook dan geen sprake is van openbaarmaking of mededeling aan het publiek.

Mark Buijnsters

IEF 12303

In de tijdschriften januari 2013

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen en jurisprudentie uit de bladen:

“Eenieder wordt geacht de wet te kennen”:
geldt dat ook voor NEN-normen? Beperkt
artikel 11 Auteurswet zich tot werken opgesteld en afkomstig van de openbare macht? – Mirjam Elferink (login)

Berichten uit het Buitenland
Frankrijk 2012 – Rein-Jan Prins (login)

Laatste editie: BerichtenIE 2013-1

Themanummer: Auteurscontractenrecht

B.J. Lenselink, Auteurscontractenrecht 2.0: het wetsvoorstel inzake het auteurscontractenrecht, AMI 2013-1, p. 1.

Th.J. Bousie en P. Lindhout, Opinie: Het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht:
de premisse en de relatie tot het commune
overeenkomstenrecht, AMI 2013-1, p. 12.


Rechtspraak
Merkenrecht

Nr. 1 HvJ EU 18 oktober 2012, Football
Dataco c.s./ Sportradar GmbH, IEF 11885.

Nr. 2 HvJ EU 25 oktober 2012, Bernhard
Rintisch/Klaus Eder, IEF 11926.

Rechtspraak in het kort
Merkenrecht
Nr. 3 Rechtbank ’s-Gravenhage 3 oktober
2012, Red Bull/Lamborghini, IEF 11821.

Nr. 4 Hoge Raad 19 oktober 2012
(Antilliaanse zaak) Diageo Brands B.V., e.a.
/Cardinal Gift Shop N.V., e.a., LJN BX5797,
IEF 11898.

Nr. 5 Rechtbank ’s-Gravenhage 24 oktober
2012, H&M Hennes & Mauritz Netherlands
B.V., c.s./G-Star Raw C.V., c.s, IEF 11923.

Handelsnaamrecht
Nr. 6 Rechtbank Arnhem 18 juli 2012,
Fietsplaza/ Tweewielers, IEF 11634.

Nr. 7 Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 oktober
2012, Kinderdagverblijf Bambini B.V. mede
h.o.d.n. (Medieval) Torture Museum/Aquaris
B.V., h.o.d.n. Museum of Medieval Torture
Instruments, IEF 11832.

Nr. 8 Vzr. Rechtbank Rotterdam 10 augustus
2012, Stichting Vestingdagen Hellevoetsluis
/Stichting Toerisme Evenementen Recreatie Hellevoetsluis en de Gemeente Hellevoetsluis,
IEF 11665.

Nr. 9 Vzr. Rechtbank Zutphen 31 juli 2012,
Eiser h.o.d.n. Het Onderdelenhuis/
Plentyparts Zutphen, IEF 11643.

Ongeoorloofde mededinging
Nr. 10 RCC 19 oktober 2012, Hans Anders/
Beter Horen, IEF 11934.

Procesrecht
Nr. 11 Rechtbank Arnhem 16 mei 2012,
TenneT c.s./ Alstom c.s. LJN BW7444,
IEF 11399
.

C.P.A. Holierhoek, Opinie: Auteurscontractenrecht: evenwicht hersteld?

Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht, AMI 2013-1, p. 23.

Jurisprudentie
Nr. 1 • HR 22 juni 2012 (Knooble/Staat e.a.) m.nt. M.H. Elferink
Nr. 2 • Rb. Amsterdam 9 mei 2012 (Nanada/Golden
Earring) m.nt. P. Katz

Berichten IE: website.
AMI: website.

IEF 12298

Kabinet wil hergebruik eenvoudiger maken

Een redactionele bijdrage van VOI©E.

Het kabinet wil hergebruik van beschermde werken eenvoudiger maken zonder afbreuk te doen aan de bescherming van creatieve prestaties van rechthebbenden. Bij voorkeur zou dit moeten leiden tot een aanpassing van de lijst met uitzonderingen in de Europese richtlijn.

Mededeling “Licensing Europe” (hier)
Aan de Tweede Kamer is de mededeling van de Europese Commissie inzake content in de digitale interne markt (“Licensing Europe”) aangeboden. De mededeling beschrijft het project “Licensing Europe” en is gericht op het tot stand brengen van een digitale interne markt op het terrein van het auteursrecht door middel van het bevorderen van online licenties. De Commissie zet in op twee parallelle werkterreinen. De inspanningen om het Europese wetgevingskader inzake het auteursrecht te herzien en te moderniseren worden voortgezet en afgerond. In 2014 zal besloten worden of het Europees regelgevend kader aangepast moet worden.

Daarnaast worden er voor 2013 vier terreinen aangemerkt waarop snelle en praktische oplossingen noodzakelijk zijn:

  • Ten eerste wil de Commissie voor consumenten de grensoverschrijdende toegang tot online aanbod verbeteren.

  • Ten tweede wil de Commissie verzekeren dat het voor eindgebruikers duidelijk is welk gebruik is toegestaan en welk gebruik niet. Ook wil de Commissie bekijken of 'user generated content' kan worden bevorderd met 'one click' licenties en wil zij de mogelijkheid onderzoeken van gratis licenties voor eindgebruikers.

  • Ten derde wil de Commissie de online beschikbaarheid van films in de EU voor commerciële en niet-commerciële (educatieve en culturele) doeleinden bevorderen. De Commissie constateert met name problemen bij het regelen van rechten voor films die niet meer in de handel zijn.

  • Ten vierde wil de Commissie werken aan een Europese oplossing voor tekst- en datamining (d.w.z. het elektronisch doorzoeken van grote hoeveelheden informatie) bij wetenschappelijk onderzoek. Voor tekst- en datamining moeten in de huidige situatie overeenkomsten met rechthebbenden worden gesloten, bijvoorbeeld voor het kopiëren van artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften.

Thuiskopieheffingen
In de mededeling wordt ook melding gemaakt van het rapport met de uitkomst van de lopende bemiddelingsprocedure over thuiskopieheffingen onder leiding van de heer Vitorino, zie verder dit bericht.

Daarnaast lopen er bij het Hof van Justitie van de EU een aantal prejudiciële zaken over het thuiskopiestelsel. Daarin spelen onder andere vragen over de relatie tussen heffingen en beschikbare technische voorzieningen die rechthebbenden kunnen toepassen om het kopiëren zelf te regelen en de vraag of kopiëren uit onrechtmatige bron onder de thuiskopie-uitzondering mag vallen. De uitkomst van het bemiddelingstraject en de lopende prejudiciële procedures zijn van belang voor de verdere gedachtevorming over het thuiskopiestelsel.

Nederlandse positie over de mededeling
In het ‘fiche’ over deze mededeling staat ook de primaire reactie van het kabinet.

Het kabinet is verheugd over deze initiatieven, mits deze binnen afzienbare tijd leiden tot concrete resultaten.

Met betrekking tot de gewenste verbetering van het legale aanbod van films op internet zou de Commissie volgens het kabinet ook voldoende aandacht moeten besteden aan mogelijkheden om de ontwikkeling van het legale aanbod van commerciële films te bevorderen.

Nederland heeft agendering van de problemen rond user generated content de laatste jaren actief bepleit. Het kabinet verwelkomt daarom de beslissing van de Europese Commissie om hier de komende tijd prioriteit aan te geven. Hetzelfde geldt voor de plannen inzake tekst- en datamining. In het onderzoek Flexible Copyright is bevestigd dat het huidige auteursrecht onvoldoende rekening houdt met user generated content, datamining, cloud computing, gebruik van werken binnen het onderwijs en creatief hergebruik door bijvoorbeeld documentairemakers.

Voor het kabinet staat voorop dat hergebruik van beschermde werken eenvoudiger moet worden zonder afbreuk te doen aan de bescherming van creatieve prestaties van rechthebbenden. Ook bij tekst- en datamining moet dit de doelstelling zijn. Bij voorkeur zou dit moeten leiden tot een aanpassing – in de vorm van flexibilisering – van de lijst met uitzonderingen op het auteursrecht in de richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij.

IEF 12297

Aanbevelingen uit een Europees rapport over thuiskopieheffingen

António Vitorino, Recommendations resulting from the mediation on private copying and reprography levies, Brussel 31 januari 2013, ec.europa.eu.

Uit ´t persbericht: The first part of Mr Vitorino’s recommendations relates to new business models and refers to the need to clarify that copies that are made by end-users for private purposes in the context of a service that has been licensed do not cause any harm that would require additional remuneration in the form of levies.

The second part of the Recommendations focuses on how to improve the functioning of levy systems in order to reconcile them with the free movement of goods and services in the Single Market. Mr Vitorino recommends to:

  • Collect levies in cross-border transactions in the Member State in which the final customer resides;
  • Shift the liability to pay levies from manufacturers and importers to retailers provided that the tariff systems are simplified and that manufacturers and importers are obliged to inform collecting societies about their transactions concerning goods subject to a levy; or, alternatively, establish clear and predictable ex ante exemption schemes for those operators that should in principle not bear liability ;
  • Place more emphasis, in the field of reprography, on operator levies than on hardware-based levies;
    Make levies visible for the final consumer;
  • Ensure greater consistency with regard to the process of setting levies, notably by defining "harm" (i.e. caused to right holders by acts of copying made by virtue of the private copying and reprography exceptions) uniformly across the EU and by simplifying the procedural framework in which levies are set, guaranteeing its objectiveness and ensuring the observance of strict time-limits.

Inhoudsopgave:
Introduction
Executive summary
I. New business models, licensed services and
The private copying exception
New business models in the digital environment
Copies made in the context of licensed services
II. Levy systems in the internal market
The general "leviability" of products
The country of destination principle in cross-border transactions
Double payments in cross-border sales and the liability to pay levies
Non-application of private copying levies to professional users
Specificities with regard to the reprography exception
Ex ante exemptions as a possible alternative to shifting the liability to pay
Levies to the final point of sale
The visibility of levies
Methodology
- the notion of harm
- establishment of the level of tariffs

Pagina 8, bevat een uitnodiging aan het adres van het Hof om uitleg te geven over zaken in de lopende VG Wort-zaken, IEF 12269:

My conclusions appear to be in line with the current legal framework (in particular Recitals 35 and 45 of Directive 2001/29/EC), as the latter allows for, and potentially favours, contractual relations that are designed to ensure the payment of rightholders. I also believe that my conclusion is supported by the decisions of the CJEU in Cases C-467/08 (Padawan vs SGAE) and C-462/09 (Stichting de Thuiskopie vs Opus). In these judgments the Court stressed that fair compensation must make good the harm rightholders suffer because of the unauthorised reproduction of their works. This could be seen as an indication that authorised – i.e. licensed - reproductions do not cause any 'harm' that would require fair compensation. The Court will have the opportunity to clarify this matter further in pending Cases C-457/11 – C-460/11 (VG Wort vs Kyocera Mita et al.).

Op andere blogs:
KluwerCopyrightBlog (EU: Private Copying Recommendations fall in January)

IEF 12290

Tweedehands digitale muziek. Oracle/UsedSoft: Koninginnedag op internet?

M.G. Schrijvers, Tweedehands digitale muziek. Oracle/UsedSoft: Koninginnedag op internet?, d.d. 29 januari 2013.

Een bijdrage van Marlous Schrijvers, NautaDutilh.

Met een verwijzing naar IE-Forum: IEF 11877 (Anke Verhoeven, Maakt het doorverkopen van muziekbestanden inbreuk op auteursrechten?) en Oracle/UsedSoft, IEF 11521.

In de (digitale) nieuwsmedia is recentelijk aangekondigd dat ReDigi, een Amerikaanse resale site voor gebruikte (i.e. eerder aangeschafte) digitale muziekbestanden (te vinden op https://www.redigi.com), zich aan het voorbereiden is op de lancering van haar service in Europa. De gedachte achter deze marktplaats voor gebruikte digitale liedjes is de volgende:

"[M]ost lawful users of music and books have hundreds of dollars of lawfully obtained things on their computers and right now the value of that is zero dollars." (quote van ReDigi's CEO op Techdirt)

(...) De prijs voor een liedje op ReDigi is naar verluidt gemiddeld twee-derde minder dan voor een liedje op iTunes moet worden betaald. De bedoeling van ReDigi is om naast tweedehands muziekbestanden onder meer ook gebruikte e-books aan te gaan bieden.

(...) Zit ReDigi in Europa dan wel veilig? Er valt op zich wel wat voor te zeggen natuurlijk, dat men in staat zou moeten zijn om zijn (rechtmatig verkregen) tracks die allang niet meer worden beluisterd tegen een vergoeding van de hand te kunnen doen. Tweedehands CD's kan men immers ook gewoon kwijt (bv. via Bol.com of andere kanalen). Maar werkt het (juridisch gezien) wel net zo met digitale muziekbestanden als met muziek die op een tastbare gegevensdrager, zoals een CD, is aangekocht? Sommige auteurs lijken van mening dat het antwoord hierop positief is, onder meer vanwege het (redelijk) recente arrest Oracle/Usedsoft van het Hof van Justitie (nr. C128/11 van 3 juli 2012). Ik heb daar echter mijn twijfels bij die ik in deze bijdrage uiteen zal zetten.

Rechtzaak in Amerika
Oracle/Usedsoft
Deur op een kier?
Praktisch
Conclusie

[bijdrage is ingekort, lees de gehele bijdrage hier]

Kortom, genoeg stof tot nadenken. Mijn eerste inschatting is dat ReDigi zich niet zo comfortabel kan voelen als sommige andere juristen wel menen. In een steeds wijzigend downloadlandschap met een bijbehorende andere kijk op (de exploitatie van) auteursrechten in het algemeen, en digitale muziek, films en e-books in het bijzonder is het laatste woord hier vast nog niet over gezegd. Wellicht is het mededelingsrecht zoals verwoord in de Auteursrechtrichtlijn wel enigszins achterhaald daar waar het dit specifieke geval betreft? Wie zal het zeggen. Wat mij betreft is het zeker de moeite waard om deze ontwikkeling nauwlettend te volgen, al is het maar omdat ik nog steeds de hoop koester ooit nog iemand blij te kunnen maken met diverse MB's aan (rechtmatig verkregen) jeugdherinneringen op een digitale Koninginnedag (of vanaf 2014, Koningsdag)…

IEF 12277

Wetsvoorstel implementeert Europese regels voor digitale consument

Een redactionele bijdrage van VOI©E.

Bij de Tweede Kamer is een voorstel van wet ingediend voor een wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijke Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van de Europese richtlijn consumentenrechten. Het wetsvoorstel bevat specifieke bepalingen voor levering en aanschaf van materiële dragers, zoals een CD of DVD, en van online diensten, zoals een muziekstream.

Schets op hoofdlijnen
De richtlijn consumentenrechten ziet met name op consumenteninformatie voor verkoop in de winkel, op afstand (via o.a. internet en telefoon) en buiten verkoopruimten (o.a. colportage). Daarnaast worden er voor verkoop op afstand en buiten verkoopruimten regels gesteld over het herroepingsrecht (bedenktijd voor de consument) en – bij alle overeenkomsten – over de wijze waarop een zaak wordt geleverd en het moment waarop het risico voor beschadiging en verlies van de betrokken zaak overgaat van de handelaar op de consument.

De richtlijn is gericht op volledige harmonisatie (uniforme regels in alle lidstaten).
De termijn waarbinnen, ingeval van een overeenkomst op afstand of een overeenkomst buiten de verkoopruimte, een beroep gedaan kan worden op het herroepingsrecht (de bedenktermijn) is verlengd naar 14 kalenderdagen en de richtlijn heeft duidelijke regels over de uitoefening van het herroepingsrecht en de gevolgen hiervan. Een standaardformulier voor de herroeping kan de uitoefening van dit recht voor zowel de consument als de handelaar aanzienlijk vergemakkelijken. Ten vierde voorziet de richtlijn in een uniforme regeling met betrekking tot de leveringstermijn, risico-overgang en remedies bij ontijdige levering.
Ten slotte kent de richtlijn een duidelijker regime voor digitale producten. Niet alleen is een definitie van digitale inhoud opgenomen; de richtlijn bevat ook specifieke informatieplichten bij de aankoop van digitale producten, aangevuld met een specifiek regime voor de herroeping bij dergelijke aankopen.

Regels voor digitale inhoud
Dit betreft gegevens die in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden. Het gaat hierbij onder meer om muziek, games, video’s, teksten, toepassingen (software) en dergelijke. De richtlijn maakt voor de begripsomschrijving geen onderscheid naar gelang de wijze waarop deze inhoud wordt verkregen (bijvoorbeeld door streaming of via een materiële drager).
De richtlijn – en mitsdien ook het Burgerlijk Wetboek – koppelt wel verschillende rechtsgevolgen aan de wijze waarop de digitale inhoud wordt geleverd. Beslissend is de vraag of er al dan niet sprake is van digitale inhoud op een materiële drager, zoals een CD of DVD. Een muziekstream wordt direct van een website of ander platform ten gehore gebracht en is in die vorm digitale inhoud die niet op een drager wordt geleverd.

Is er sprake van digitale inhoud op een drager, dan wordt deze aangemerkt als goed in de zin van de richtlijn – en als roerende zaak in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Het regime van de consumentenkoop is dan van toepassing ten aanzien van onderwerpen als het recht van ontbinding van de overeenkomst en de verplichting om bepaalde informatie te verstrekken.
Voor de overeenkomst die digitale inhoud betreft die niet op een materiële drager wordt geleverd, kent afdeling 2B op enkele punten afwijkende bepalingen. Voor deze overeenkomsten geldt bij onderwerpen als de levering, de informatieverplichtingen en
het recht om de overeenkomst te ontbinden een apart regime. Dit is bij de desbetreffende bepalingen verder toegelicht. Dit sluit aan bij het systeem van het Burgerlijk Wetboek en artikel 7:47 BW in het bijzonder, waarin is neergelegd dat de bepalingen van koop van toepassing zijn voor zover deze in overeenstemming zijn met de aard van het (vermogens)recht.

Thans is in opdracht van de Europese Commissie een onderzoek gaande naar de wenselijkheid voor nieuwe geharmoniseerde regels op het gebied van de levering van digitale inhoud binnen de interne markt. Naar aanleiding hiervan zal te zijner tijd worden bezien of de richtlijn verder wordt aangepast om de werking van de digitale interne markt te verbeteren.

Zie hier de tekst van het wetsvoorstel en de Memorie van Toelichting.

IEF 12267

Linke links - Auteursrechtinbreuk, onrechtmatig, of slechts een wegwijzer?

T.M. van den Heuvel, Linke links – Auteursrechtinbreuk, onrechtmatig, of slechts een wegwijzer?, IE-Forum.nl IEF 12267.

Een bijdrage van Thijs van den Heuvel, Bird & Bird.

Analyse. Drie recente hyperlinkuitspraken kort besproken en in Europees perspectief geplaatst. De mogelijkheid om “met één keer klikken naar een andere locatie op internet te gaan” (VanDale.nl)- staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Academici, advocaten, artiesten en actualiteitensites discussiëren over de vraag of verwijzen naar een specifieke plek op internet door middel van een hyperlink is toegestaan zonder expliciete toestemming van de 'rechthebbende'.

Deze discussie is het directe gevolg van drie recente uitspraken over de juridische kwalificatie van linken. Rechtbank Amsterdam oordeelde op 12 september jl. dat het plaatsen van een hyperlink “in beginsel” geen openbaarmaking is, maar dat de specifieke hyperlink van GeenStijl naar de Playboy foto’s van mevrouw Dekker dit wel was (IEF 11743).

Ruim twee maanden later, op 19 december 2012, volgde de uitspraak van Rechtbank Den Haag over de websites Nederland.FM en OP.FM (IEF 12159). Het plaatsen van links naar radiostreams houdt volgens de rechtbank een openbaarmaking in, kort gezegd omdat de streams konden worden beluisterd ‘in het kader van de websites’.

Vorige week, op 15 januari 2013, oordeelde Hof Amsterdam dat het plaatsen van een link naar de antwoordenboeken van verschillende schoolboeken geen openbaarmaking vormt. (IEF 12234). De (oud)leraar Wiskunde die de links had geplaatst had - aldus het hof - door het plaatsen van een eenvoudige hyperlink 'slechts de weg daarnaar gewezen'. “Dit [kan] niet worden aangemerkt als openbaar maken in de zin van artikel 12 Aw.” Omdat volgens het hof de kans groot was dat de uitgever als gevolg van de geplaatste links minder antwoordenboeken zou kunnen verkopen, werd het plaatsen van de links wel onrechtmatig bevonden. De links moeten dus alsnog worden verwijderd.

Deze uitspraken roepen allerlei vragen en zelfs protesten op. Ali B riep afgelopen vrijdag bij De Wereld Draait Door collega artiesten op om in actie te komen tegen de plannen van Buma/Stemra om muziekblogs als Kicking The Habit en Puna.nl te laten betalen voor het plaatsen van ('embedded') links naar muziekvideo's van beginnende artiesten. Hebben deze muziekblogs hiervoor toestemming van Buma voor nodig? En mag GeenStijl nu wel of niet linken naar (een link naar) het boek van Diederik Stapel (Link)?

Hieronder worden de drie uitspraken kort besproken en in Europees perspectief geplaatst.

Lees de opgemaakte bijdrage hier Linke links – Auteursrechtinbreuk, onrechtmatig, of slechts een wegwijzer?.

IEF 12245

Hoog tijd voor een modern auteursrecht

Erwin Angad-Gaur, Hoog tijd voor een modern auteursrecht, eerder in verkorte versie in het Financieele Dagblad 18 januari 2013.

Een opinie van Erwin Angad-Gaur, secretaris Ntb/VCTN.

De visie van het nieuwe kabinet op het auteursrecht blijft ook in 2013 onduidelijk. In het regeerakkoord staat het krachtige, maar bij nadere beschouwing onduidelijke voornemen: “Het auteursrecht wordt gemoderniseerd zonder dat gebruiksmogelijkheden voor consumenten in gedrang komen.”. Eind vorig jaar bleek dat staatsecretaris Teeven (Veiligheid & Justitie) binnen deze formulering ruimte zag voor vervanging van de thuiskopieregeling door een downloadverbod. Hoewel een meerderheid van de Tweede Kamer op initiatief van Kees Verhoeven (D66) en Astrid Oosenbrug (PvdA) dit voornemen inmiddels naar de prullebak verwees, blijft staan dat de staatssectretaris nadrukkelijk aangaf dat modernisering van het auteursrecht wat hem betreft niet mogelijk zou zijn zonder vervanging van de thuiskopievergoeding. Dat is merkwaardig te noemen. Zeker nu het voornemen het auteursrecht te moderniseren inmiddels (en eindelijk) ook door de Europese Commissie is overgenomen, zou Nederland zich met deze stellingname volledig onttrekken aan de broodnodige discussie over de toekomst van het auteursrecht online. De Commissie publiceerde eind vorig jaar een stappenplan voor modernisering van het auteursrecht, een traject waarin het voortouw genomen zal worden door Eurocommissarissen Kroes, Barnier en Vassiliou.

Daarom, los van recente politieke wendingen of wisselende meerderheden in het Nederlandse parlement, de principiele vraag: wat is er nu eigenlijk ‘modern’ aan een auteursrechtelijk verbod?

Het auteursrecht ontstond na de uitvinding van de boekdrukkunst. Het ‘verbodsrecht’ (een exclusief recht voor de auteur) was in die tijd, toen in een land een beperkt aantal drukpersen stonden, een werkbare methode om auteurs controle te geven over de verspreiding van hun werk. Al met de komst van de radio en de geluidstechniek werd dit echter, in het geval van muziek, onwerkbaar. Elk radiostation draait per dag honderden liedjes: het werd zowel voor de makers, als voor gebruikers onmogelijk elkaar op basis van individuele onderhandeling te vinden.
Als oplossing werd daarom het collectief beheer uitgevonden; in Nederlandse termen: muziekauteurs sloten zich aan bij de Buma die hun individuele verbodsrecht feitelijk omzette in een vergoedingsrecht. Wie netjes betaalt, krijgt toestemming voor gebruik. Het verbod werd enkel nog een collectief gehanteerde stok achter de deur, voor wie niet betalen wil.

Het succes van dit model vertaalde zich in Nederland in 1993 middels de Wet op de Naburige Rechten (feitelijk het auteursrecht voor artiesten en producenten) in een wettelijk vergoedingsrecht voor ‘openbaarmakingen van commerciële fonogrammen’ (geincasseerd door de Sena): de wetgever gaf musici en producenten in de nieuwe wet niet langer de keuze individueel te onderhandelen. De maatschappelijke voordelen van de collectieve vergoeding waren daarvoor te groot.

Op een zelfde wijze koos de wetgever voor de thuiskopieregeling: het werd consumenten wettelijk toegestaan voor eigen gebruik, zonder toestemming te hoeven vragen, te kopieren, terwijl rechthebbenden via een vergoedingssysteem gecompenseerd werden.

Terug naar 2013 .Op internet is (in theorie althans) inmiddels elke consument een radiostation geworden; iedereen kan muziek en films ‘uitzenden’ en ook uit tal van bronnen binnenhalen. Zoals met de komst van de geluidstechniek is op internet een situatie ontstaan waarin individueel onderhandelen voor zowel de gebruiker als de maker ondoenlijk is geworden. Vergoedingsstructuren lijken de logische en redelijke oplossing voor dit probleem. Individuele verbodsrechten -en de daaruit voortkomende verplichting voor gebruikers individuele toestemming te krijgen- belemmeren het gebruik van beschermde werken en blijken bovendien nauwelijks te handhaven; collectieve vergoedingsoplossingen facilteren het gebruik, maar garanderen wel een nette vergoeding voor rechthebbenden.

Het wordt kortom tijd ouderwetse opvattingen achter ons te laten en te werken aan een evenwichtige nieuwe regulering van het auteursrecht online. Het is te hopen dat ook het Nederlandse kabinet hieraan in Europa op een positieve wijze zal willen bijdragen, zeker nu een Kamermeerderheid opnieuw aangaf een toekomst gebaseerd op het centraal stellen van verboden en handhavingsinstrumenten af te wijzen. Als Nederland zich serieus wil blijven ontwikkelen als kenniseconomie kunnen wij ons bij de inrichting van de daarbij essentiele informatierechten geen positie aan de zijlijn veroorloven.

Erwin Angad-Gaur is secretaris/directeur van de Ntb (vakbond voor musici en acteurs) en de VCTN (beroepsorganisatie voor componisten/tekstschrijvers).

IEF 12233

Jaarstatistieken stichting BREIN

Stichting BREIN, BREIN jaarstatistieken 2012, anti-piracy.nl 15 januari 2013, id=285.

Uit´t persbericht, in navolging van het overzicht BREIN [IEF 12035]. BREIN rondde vorig jaar 651 onderzoeken af naar illegale handel in ongeautoriseerde bestanden en kopieen van muziek, film, TV series, boeken en games. Daarbij werden 571 sites offline gehaald (en 1 geblokkeerd). Het ging om file-sharing sites (m.n. bittorrent), streaming en downloadsites die structureel toegang geven tot ongeautoriseerde bestanden. De meeste hiervan werden door de hosting provider offline gehaald. De sites zelf worden anoniem beheerd en weigeren de toegang tot illegale bestanden te weren want juist daar komen de gebruikers voor en verwerven zij dus hun inkomsten mee. Vorig jaar werd nogmaals door de rechter bepaald dat een hosting provider die weigert een evident illegale site offline te halen aansprakelijk kan worden voor de schade die zo een site veroorzaakt.

(...lees meer hier...)

Wat ook wordt verwijderd zijn advertenties op vraag-en-aanbod sites waarin illegale kopieen op dragers (van USB-stick tot DVD) te koop worden aangeboden. In 2012 werden in 8.107 interventies ongeveer 40.000 advertenties verwijderd. In geval van volhardende aanbieders wordt nader onderzoek gedaan dat civiel- en mogelijk ook strafrechtelijk wordt opgevolgd. Dat gebeurde in 37 gevallen. De handel in illegale kopieen op straatmarkten komt nog slechts sporadisch voor.