Internetconsultatie: naar een mkb-vriendelijke Rijksoctrooiwet 1995
Op 18 december 2019 is de consultatie gestart over beleid in voorbereiding met betrekking tot modernisering van de Rijksoctrooiwet 1995. De voorstellen die ter consultatie worden aangeboden zijn een eerste stap om de Rijksoctrooiwet 1995 toegankelijker te maken voor met name het mkb. Daarmee wordt opvolging gegeven aan aanbevelingen uit de Evaluatie va het Intellectuele Eigendomsbeleid uit 2018. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat beoogt met de voorstellen de drempel te verlagen om te kiezen voor octrooi-bescherming in het nationale systeem. Dat kan bijvoorbeeld door procedures te vereenvoudigen, de waarde van een rijksoctrooi te vergroten en de mogelijkheden voor handhaving te verbeteren. Tegelijkertijd wordt gekeken waar administratieve lasten kunnen worden verlaagd door bijvoorbeeld onnodige vormvoorschriften te schrappen.
Uitspraak ingezonden door Ebba Hoogenraad en Lisanne Steenbergen, Hoogenraad & Haak.
Uitingen The Flower Farm over palmolie zijn misleidend
CvB RCC 3 december 2019, IEF 18894, RB 3366; 2019/00648 (The Flower Farm tegen EPOA) De Reclame Code Commissie oordeelde eerder op 13 november 2019 (2019/00648) dat The Flower Farm de consument misleidt door op haar margarineverpakking te zeggen dat palmolie tropisch regenwoud verwoest. De oproep dat de consument door het kopen en eten van The Flower Farm margarine per gezin tot 30 m2 regenwoud redt, is misleidend en een verboden milieuclaim. Het College ziet geen aanleiding om af te wijken van dit oordeel. Door op de verpakking andere margarines in verband te brengen met verwoesting van hele oerwouden wegens palmolie als ingrediënt, wordt in feit een voordeel vam de 'palmolieloze' The Flower Farm margarine voorgespiegeld. Op grond van de beschikbare gegevens kan evenwel niet worden aangenomen dat het met het oog op de verdere bescherming van 'oerwouden' een relevant verschil maakt of gekozen wordt voor margarine van The Flower Farm of voor een margarine met palmolie als ingrediënt.
Artikel ingezonden door Bauke van Laarhoven - Severs en Manon Venix, Severs advocatuur.
Merkgebruik door de kunstenaar
Het gebeurt steeds vaker: kunstenaars die merken gebruiken om een bepaald politiek statement te maken, of enkel voor esthetische redenen. Denk bijvoorbeeld aan de ‘Campbell’s Soup Cans’ van Andy Warhol, volgens hemzelf een kritische reflectie op de Amerikaanse samenleving. Of aan het kunstwerk van Nadia Plesner van een Afrikaans kind met een Louis Vuitton tas, waarmee zij haar verbazing uit over de aandacht voor mode, terwijl humanitaire rampen relatief onopgemerkt blijven. De merkhouders van deze merken kunnen dit merkgebruik soms niet waarderen. Toch is het in veel gevallen wel toegestaan.
Wat is de reden? Hoe zit het eigenlijk met de artistieke vrijheid tegenover de rechten van de merkhouder? Recentelijk is hierover een vraag gesteld aan het Benelux Hof, naar aanleiding van de Damn Pérignon-zaak [IEF 18795]. De vraag betreft de uitleg van ‘geldige reden’ in artikel 2.20.1.d BVIE en de criteria die de nationale rechter in aanmerking zou moeten nemen om tegenstrijdige belangen af te wegen.
Lees hier verder.
Naam hoogleraar mag genoemd worden in krant
Hof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2019, IEF 18893; ECLI:NL:GHARL:2019:10757 (NRC tegen hoogleraar) Kort geding. Mag de naam van een hoogleraar genoemd worden in een krantenartikel in NRC over #metoo? NRC schreef een artikel over langdurig seksueel grensoverschrijdend gedrag van een uvA-hoogleraar. Nadat NRC het conceptartikel aan geïntimeerde had gestuurd, vorderde hij in kort geding een verbod op het noemen van zijn naam en/of de sectie arbeidsrecht (van de UVA) en/of het afbeelden van zijn portret, alles op straffe van een dwangsom. In het vonnis van 13 mei 2019 [IEF 18461] besliste de voorzieningenrechter dat NRC zijn naam niet mocht noemen en zijn portret niet mocht plaatsen. Dit vonnis is nu vernietigd.Het artikel levert een bijdrage aan publieke MeToo-debat; Omdat de hoogleraar een publiek figuur is, mag de pers (volgens vaste rechtspraak) kritischer over hem zijn; De beschuldigingen vinden voldoende steun in de feiten. Het recht op vrijheid van meningsuiting van NRC weegt zwaarder dan recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM).
Uitspraak ingezonden door Diederik Donk, The Legal Group.
Patronen op sjaals getuigen van vrije en creatieve keuzes
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 december 2019, IEF 18891; ECLI:NL:RBAMS:2019:10129 (Sjaals) Kort geding. Eiser houdt zich bezig met het ontwerpen en vervaardigen van sjaals. Onderdeel van de collectie zijn de sjaals Radice, Honeyloop en Rialto, versierd met glimmende steentjes. Gedaagde houdt zich sinds juli 2019 bezig met de verkoop van sjaals via Instagram die overeenkomen met de Radice, Honeyloop en Rialto. De sjaals van eiser komen voor auteursrechtelijke bescherming aanmerking. Ze hebben een eigen oorspronkelijk karakter en dragen een persoonlijk stempel van de maker. De patronen en materialen getuigen van vrije en creatieve keuzen waardoor sprake is van een eigen intellectuele schepping. Ook het verweer dat de sjaals ingekocht worden bij de website Alibaba en dat deze dus de inbreukmaker is, gaat niet op. Gedaagde is degene die de sjaals vervolgens verkoopt. Eiser heeft een spoedeisend belang de inbreuk op haar auteursrecht te doen stoppen. Haar vordering om gedaagde te veroordelen de inbreuk te staken en gestaakt te houden worden daarom toegewezen.
Artikel ingezonden door Valentijn de Jongh, DuPho en Platform Makers.
Nieuwe richtlijn auteursrecht. Interview met Valentijn de Jongh en Erwin Angad-Gaur
De Europese Commissie keurde afgelopen maart en april een nieuwe auteursrechtrichtlijn goed. Lidstaten krijgen nu twee jaar de tijd om deze richtlijn om te zetten in nationale wet- en regelgeving. Maar wat moet je hier als fotograaf nou precies mee? Valentijn de Jongh, jurist bij DuPho en bestuurslid van Platform Makers gaat hierover in gesprek met Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.
Lees hier verder.
Ontwikkeling Upday App niet in strijd met non-concurrentiebeding
Hof Den Haag 26 november 2019, IEF 18889, IT 2967; ECLI.NL:GHDHA:2019:3064 (Mocreate tegen Samsung) Samsung en Mocreate zijn een samenwerking aangegaan. Mocreate verzorgde diverse websites voor Samsung en heeft daarnaast de Go App ontwikkeld. Bij vaststellings- en licentieovereenkomst is tussen partijen afgesproken dat de intellectuele eigendomsrechten van de producten bij Samsung berusten en dat Mocretae een exclusieve licentie houdt. Upday Duitsland heeft vervolgens de Upday App voor Samsung ontwikkeld. Mocreate heeft de Go App ge-rebrand tot de Skoep App. Het geschil dat tussen partijen is ontstaan spitst zich toe op een bepaling in de licentieovereenkomst waarin staat dat Samsung "op geen enkele wijze (noch voor zichzelf noch voor of door derden) een applicatie zal ontwikkelen, beheren of ter beschikking stellen welke gelijk is aan de Go App".
Proceskostenveroordeling vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv
Hof Arnhem-Leeuwarden 10 december 2019, IEF 18888, IT 2966; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps) Partijen twisten over de vraag of op de proceskostenveroordeling in eerste instantie artikel 1019h Rv (Haerst) of artikel 237 e.v. Rv (Lizard Apps) van toepassing is. Lizard Apps heeft aan haar vordering een inbreuk op het haar toekomende auteursrecht op de door Haerst gebruikte software ten grondslag gelegd. Zij heeft een verbod ten laste van Haerst gevorderd verdere inbreuken op haar auteursrecht te maken. Daarmee is sprake van een vordering tot handhaving van een auteursrecht, wat betekent dat de artikelen 1019-1019i Rv van toepassing zijn. Dat Haerst als verweer heeft gevoerd dat zij op grond van een licentieovereenkomst gerechtigd was de auteursrechtelijk beschermde software te gebruiken, verandert niet het karakter van de handhavingsvordering. Voor de toewijsbaarheid van de vordering was weliswaar beslissend of de licentieovereenkomst al of niet kon worden opgezegd, een vraag uit het algemene verbintenissenrecht, maar die omstandigheid doet er niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van het aan Lizard Apps toekomende auteursrecht was. Dat betekent dat de proceskostenveroordeling moet worden vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv. Het daarop ziende verweer van Lizard Apps wordt verworpen.
Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.
Rudi Holzhauer: banaankunstwerk en de grenzen van IE
Vorige week verschenen tal van berichten over het – al dan niet vermeende – banaan-kunstwerk Comedian van de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan. Collega-kunstenaar David Datuna heeft op een kunstbeurs in Miami consternatie veroorzaakt door het werk van zijn collega van de muur te halen en op te eten. Het gaat om een overrijpe banaan die met ducttape aan de muur was geplakt. Beveiligers namen Datuna mee. Cattelan heeft er overigens meer gemaakt dan die ene banaan die op de beurs werd tentoongesteld. Afgelopen week werden er drie geveild, voor bedragen tussen de 120.000 en 150.000 dollar per stuk. Hoogleraar IE in Leiden Dirk Visser leverde een eerste commentaar [IEF 18879], waarbij hij mede in gaat op het feit dat een Nederlandse studente al in 2014 een soortgelijk iets/(kunst)werk had gemaakt. Lees hier de opinie van Rudi Holzhauer over deze kwestie.
Uitspraak ingezonden door Mattie de Koning, Simmons & Simmons.
Geen inbreuk octrooi monopool-antenne
Vzr. Rechtbank Den Haag 10 december 2019, IEF 18886; ECLI:NL:RBDHA:2019:13184 (Fractus tegen Xiaomi c.s.) Kort geding. Fractus ontwikkelt en verkoopt telecommunicatie-antennes en is houder van een octrooi op de monopool-antenne. Xiaomi Technology is een Nederlands technologiebedrijf. Fractus stelt dat Xiaomi c.s. met de Xiaomi-telefoon inbreuk maakt op het octrooi. De vorderingen van Fractus zijn niet toewijsbaar. De beschermingsomvang van het octrooi kan niet zo ruim worden uitgelegd als Fractus voorstaat. Als wel van de omtrek uitgegaan zou worden, maakt het octrooi niet duidelijk bij welke breedte of dikte van de stralingsarm niet langer de vorm van de stralingsarm zelf, maar de vorm van de omtrek relevant wordt. De Xiaomi-telefoons vallen niet onder de beschermingsomvang van het octrooi, omdat de vorm van de stralingsarm van de antennes van de Xiaomi-telefoons niet voldoet aan kenmerk 1.6. De stralingsarmen van de Xiaomi-antennes vormen geen “closed loop”. Ook de vorderingen op grond van een onrechtmatige daad worden afgewezen.