Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien
Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.
Cassatieberoep over afgeven gegevens blogger verworpen
HR 10 november 2017, IEF 17274; ECLI:NL:HR:2017:2844 (Arthur van M. tegen Google). Mediarecht. 81 RO. Eiser vordert onder meer verwijdering van een artikel geplaatst op een misdaadblog met de titel "Peter de Vries mag gestolen materiaal niet uitzenden", waarover de kort gedingrechter besloot dat een samenvattend artikel over een openbaar vonnis niet onrechtmatig is. De blog is geplaatst op een website die door middel van “BLOGGER”, een door Google aangeboden dienst, op het internet is aangesloten. Het Hof overwoog eveneens [IEF 16161] dat de publicatie niet onrechtmatig jegens eiser is. Dan is er ook geen reden om Google bevel te geven tot verwijdering van dit artikel of bevel te geven tot het verschaffen van de NAW-gegevens van de blogger. De Hoge Raad acht dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en volgt de conclusie A-G.
Politieke organisatie dient rectificatie te plaatsen wegens verwijten jegens radiostation
Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17271; IT&R 2406; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk). Rectificatie. Feel Good Radio produceert radioprogramma’s voor de Stichting Omroep Rijswijk (SOR). De VOR is een politieke organisatie welke verschillende nieuwsberichten op haar website heeft geplaatst met betrekking tot Feel Good Radio. De VOR heeft onrechtmatig gehandeld jegens Feel Good Radio door het publiceren van de berichtgeving, nu deze feitelijke grondslag missen. De VOR zal voorts worden geboden een rectificatie te plaatsen.
HvJEU: "normaal gebruik" merk als enkel beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt
HvJ EU 11 oktober 2017, IEF 17270; IEFbe 2402; ECLI:EU:C:2017:750 (Cactus). Merkenrecht. In 2009 is een Uniemerkaanvraag ingediend voor een beeldmerk met daarin de woorden CACTUS OF PEACE / CACTUS DE LA PAZ. Tegen deze aanvrage is oppositie ingesteld op basis van eerdere woord-/beeldmerken waarin eveneens het woord CACTUS opgenomen is. De oppositie werd gehonoreerd voor de klassen 31 en 44. Na beroep bij het EUIPO en een beslissing van het Gerecht wordt nu om een hogere voorziening bij het Hof van Justitie gevraagd. Ten eerste is het betoog van het EUIPO dat de arresten IP Translator [IEF 11454] en Praktiker Bau- und Heimwerkermärkte [IEF 10516] onjuist zijn gelezen door het Gerecht niet juist. Een merk dat is ingeschreven vóór deze uitspraken, zoals het woordmerk Cactus (ingeschreven op 18 oktober 2002) en het beeldmerk Cactus (ingeschreven op 6 april 2001), kan niet worden aangetast door deze arresten, voor zover deze slechts zien op nieuwe aanvragen tot inschrijving van Uniemerken. Ten tweede is aan de voorwaarde van „normaal gebruik” van de verordening voldaan als enkel het beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt, voor zover het onderscheidend vermogen van dat merk zoals ingeschreven niet wordt gewijzigd. Het Gerecht kan niet worden verweten dat het niet is nagegaan in hoeverre het weggelaten deel, namelijk het woordelement „Cactus”, onderscheidend vermogen had en van belang was in de perceptie van het teken in zijn geheel, terwijl het Gerecht het teken zoals gebruikt in zijn gereduceerde vorm correct heeft vergeleken met het teken zoals het is ingeschreven. Het Gerecht mocht zich beperken tot een onderzoek van de gelijkwaardigheid van de betrokken tekens op visueel en conceptueel vlak.
Joris van Manen spreekt over...
Op 22 november a.s. vindt de halfjaarlijkse Merken-, Modellen- en Auteursrechtjurisprudentielunch plaats. Joris van Manen spreekt daar over HR Nanada/Golden Earring, Rb Den Haag Tom Kabinet/NUV, Rb Midden-Nederland Spinnin/Garrix, Hof Amsterdam MC&F/ITV . U kunt zich hier opgeven.
Nieuwe website over auteursrecht voor kinderen: auteursrechtvoorjou.nl
Auteursrechtvoorjou.nl is voortgekomen uit een aantal onderwijsprojecten die de Federatie Auteursrechtbelangen de laatste jaren heeft ontwikkeld met diverse onderwijspartners, zoals KlasseTV, Nieuwsbegrip en MediaMasters, in het kader van de bevordering van mediawijsheid van kinderen. Deze projecten zijn ontstaan uit door het ministerie van OCW gesubsidieerde pilots; ook OCW hecht belang aan toegankelijke en positieve informatie voor kinderen over auteursrecht. Kinderen krijgen namelijk in toenemende mate te maken met auteursrechtelijke kwesties, omdat zij zich hoe langer hoe meer in de digitale wereld bewegen en manifesteren.
Voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd
Het voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd en gepubliceerd. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden, maar wijst op het volgende:
Volgens de memorie van toelichting is het wetsvoorstel voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak voor een uitvoeringstoets. Deze toets is pas recent verschenen en is inhoudelijk niet verwerkt in het wetsvoorstel dat voor advies bij de Afdeling aanhangig is. De Afdeling benadrukt nogmaals dat haar rol als adviseur in laatste instantie vergt dat andere adviezen of toetsen beschikbaar en verwerkt zijn op het moment dat een voorstel bij de Afdeling aanhangig wordt gemaakt. Met betrekking tot de uitvoeringstoets van de Raad voor de rechtspraak adviseert de Afdeling dit alsnog te wegen. Indien het advies leidt tot wijzigingen op belangrijke onderdelen, dan adviseert de Afdeling het wetsvoorstel opnieuw voor advies voor te leggen aan de Afdeling als laatste adviseur.
Bijdrage ingezonden door Tim Kuijk, Stichting BREIN.
BREIN-directeur Tim Kuik: "Het commerciële usenet stinkt"
Op 8 en 9 november heeft de Duitse Justitie grootschalige strafrechtelijke acties ondernomen tegen illegale usenet aanbieders. Daarbij zijn woningen doorzocht van 42 verdachten van tussen de 23 en 72 jaar oud. Drie illegale portals boden toegang tot illegale bestanden van films, series, muziek, software, games en boeken. Een zogenaamde 'reseller' (van toegangsabonnementen) die een van de portals sponsorde waarop links naar illegale content werden geplaatst, is ook offline. De verdachten werkten als beheerder en/of uploader. De actie betreft oa ook Nederland en San Marino.
Over het maken van kledingontwerpen is niets in de managementovereenkomst bepaald
Vzr. Rechtbank Den Haag 10 november 2017, IEF 17266; ECLI:NL:RBDHA:2017:13013 (Avelon Fashion) Auteursrecht op kledingontwerpen. Geen werkgeversauteursrecht. Avelon Fashion houdt zich bezig met ontwerp en verkoop van kleding in het hogere (prijs)segment. Gedaagde is ontwerper en manager die een managementovereenkomst van Avelon uitvoert, waaronder het ontwerpen van pre- en main spring/summer collecties 2017. Onder een eigen label heeft gedaagde identieke kledingstukken aangeboden. Avelon vordert staking op grond van 8 Auteurswet en 3.29 BVIE. Bij de openbaarmaking van de collectie aan (vertegenwoordigers van) winkeliers is gedaagde als maker vermeld. Alle aanwezigen bij de presentaties wisten dat hij de maker was, dit is onderbouwd met diverse producties, waaronder perspublicaties waarin hij als ontwerper van het label Avelon wordt genoemd en het ‘Avelon company Profile’ van Avelon Fashion zelf, waarin hij als “The designer” van alle Avelon-collecties wordt gepresenteerd. Over het maken van ontwerpen is in de managementovereenkomst niets bepaald. Vorderingen worden afgewezen.
Prejudiciële vragen over inbreuk distributierecht indien goederen met identieke motieven door de verkoper worden opgeslagen (op een andere locatie)
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 september 2017, IEF 17265; IEFbe 2401; C-572/17 (Rock Town-Gamla Stan) Auteursrecht. Verweerder had een winkel in Stockholm, waar hij kleding en accessoires met motieven van rockmuziek verkocht. De verkoop van verschillende (door piraterij verkregen) goederen resulteerde in een inbreuk op de merkenrechten en het auteursrecht van een aantal eisers. Zowel in de winkel als in een magazijn dat met de winkel was verbonden en in een magazijn in een ander deel van Stockholm werden goederen aangetroffen. Verweerder heeft in de procedure aangegeven dat de winkel vrij regelmatig werd bevoorraad met goederen uit de magazijnen. Verweerder werd inbreuk op het merkenrecht ten laste gelegd en overtreding van de Zweedse wet op het auteursrecht. Volgens het openbaar ministerie had verweerder het merkenrecht geschonden door in de uitoefening van zijn commerciële activiteiten op de kleding wederrechtelijk gebruik te maken van tekens die identiek of soortgelijk zijn aan bepaalde ingeschreven Uniemerkenrechten. Subsidiair werd hem poging tot inbreuk en voorbereidende handelingen ten laste gelegd op grond van de wet op het auteursrecht. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder schuldig bevonden aan inbreuk op het merkenrecht, er zou echter geen sprake zijn geweest van poging tot inbreuk of van voorbereidende handelingen op grond van de wet op het auteursrecht. Bij het ingesteld hoger beroep door het OM oordeelde de rechter in tweede aanleg dat verweerder schuldig was aan overtreding van de wet op het auteursrecht met betrekking tot alleen de kledingstukken die zich in de winkel zelf bevonden. Naar de mening van de procureur-generaal dienen ook de overeenkomstige goederen die zich in een magazijn bevinden te vallen onder de inbreuk op het uitsluitende distributierecht; deze heeft daarom gevorderd dat de hoogste rechter een verzoek om een prejudiciële beslissing voorlegt aan het Hof.