Gerecht EU: merk Omegor komt ten einde
Gerecht EU 28 juni 2023, IEF 21526, LS&R 2194, ECLI:EU:T:2023:360 (UGA Nutraceuticals/EUIPO) In deze zaak buigt het Gerecht zich over de vraag of het EUIPO correct heeft geoordeeld in het geschil tussen UGA Nutraceuticals (hierna: UGA) en BASF. UGA probeerde in 2019 het woordmerk 'OMEGOR VITALITY' te registreren. BASF komt hiertegen in opstand, als houder van het woordmerk 'Omacor', en krijgt gelijk van het EUIPO omdat de twee merken hetzelfde publiek aanspreken en genoeg overeenkomen om verwarringsgevaar te doen ontstaan. UGA komt in opstand tegen deze beslissing en verzoekt vernietiging van de uitspraak van het EUIPO.
Gerecht EU: tekort aan bewijs leidt tot verlies procedure
Gerecht EU 28 juni 2023, ECLI:EU:T:2023:362, IEF 21525 (Hofmeir Magnetics/EUIPO) Het Gerecht oordeelt in deze zaak over het woordmerk 'Hofmag'. Healthfactories GmbH (hierna: interveniënt) heeft dit merk in 2019 laten registreren, voor klasse 9 en 10 inzake generatoren van magnetische velden en electromagnetische apparatuur. Hofmeir Magnetics (hierna: Hofmeir) tekent bezwaar aan tegen dit merk, omdat zij gebruik maakt van het niet-geregistreerde handelsmerk 'HOFMAG'. Dit bezwaar is afgewezen. Hierop stapt Hofmeir naar het Gerecht, met het verzoek om de beslissing van het EUIPO te vernietigen.
Gerecht EU: omstandigheden in communistisch Polen doen niet af aan beslissing EUIPO
Gerecht EU 28 juni 2023, ECLI:EU:T:2023:365, IEF 21524 (CEDC International/EUIPO) In deze zaak moet het Gerecht zich uitlaten over de juistheid van een beslissing van het EUIPO. De zaak betreft een driedemensionaal Uniemerk dat Underberg AG International (hierna: voegende partij) heeft aangevraagd. In eerste aanleg heeft CEDC zich tegen deze inschrijving verzet, wegens het gestelde gevaar op verwarring. De oppositie van CEDC is afgwezen, waar zij nu tegen in beroep gaat. CEDC verzoekt vernietiging van de beslissing van het EUIPO.
Uitspraak ingezonden door: Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Bram Woltering, AKD
Gerechtshof Benelux: geen geloof in merk van Gillette
Benelux Gerechtshof 28 juni 2023, C 2022/5/6, IEF 21523, IEFBE 3669 (Gillette/Fontaine Limited) In deze zaak kijkt het Benelux Gerechtshof naar een geschil tussen Gillette en Fontaine Limited. Onderwerp van het geschil is oppositie tegen een merk dat Gillette wil laten inschrijven, ingesteld door Fontaine Limited. Het betreft een Uniewoord-/beeldmerk met de tekst 'Freed'. Fontaine Limited, houder van het Uniewoord-/beeldmerk 'Creed', stelt dat door de overeenkomstigheid van de twee merken, die beide betrekking hebben op dezelfde waren en diensten, een gerede kans op verwarringsgevaar ontstaat. Gillette is al eerder in het ongelijk gesteld bij het Benelux Bureau voor Intellectueel Eigendom en verzoekt daarom vernietiging van de beslissing en afwijzing van de oppositie.
Charlotte Vrendenbarg benoemd tot hoogleraar aan de Radboud Universiteit
Charlotte Vrendenbarg benoemd tot hoogleraar Burgerlijk recht, in het bijzonder Intellectueel Eigendomsrecht
Charlotte Vrendenbarg wordt per 1 september 2023 benoemd tot hoogleraar aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit met als leeropdracht Burgerlijk recht, in het bijzonder Intellectueel Eigendomsrecht.
Het onderzoek van Charlotte Vrendenbarg is gericht op de volle breedte van het intellectueel eigendomsrecht (IE). In haar publicaties zoekt zij de verbinding tussen het intellectueel eigendomsrecht en andere rechtsgebieden, waaronder het EU-recht, het algemeen vermogensrecht en het burgerlijk procesrecht. In haar functie als hoogleraar zal zij tevens onderzoek verrichten op het terrein van intellectueel eigendomsrecht en duurzaamheid, waarbij zij zich zal richten op de vraag op welke wijze dit kan bijdragen aan de transitie naar een duurzame, circulaire economie.
Gerecht EU: smeltkroes geen eigen delicaat en esthetisch karakter
Gerecht EU 21 juni 2023, IEF 21521, ECLI:EU:T:2023:344 (Rauch Furnace Technology/EUIPO) In deze zaak dient het Gerecht te oordelen over de beslissing van het EUIPO waarin het modellenrecht van Rauch Furnace Technology (hierna: verzoeker) wegens strijd met het modellenrecht van Musto et Bureau (hierna: voegende partij) werd vernietigd. Het EUIPO wees het model wegens gebrek aan een eigen karakter. Het gebrek bestond uit het feit dat de vormgeving van het model grotendeels, dan niet geheel, is ontstaan uit de technische bepaaldheid van het model. Het model betrof een smeltkroes. Verzoeker vraagt het Gerecht om de beslissing van het EUIPO te vernietigen, het EUIPO en de voegende partij vragen om de beslissing in stand te laten.
Gerecht EU: scholenstrijd wordt gewonnen door het oudere merk
Gerecht EU 21 juni 2023, IEF 21520; ECLI:EU:T:2023:349 (International British Education/EUIPO) In deze zaak buigt het Gerecht zich over de vraag of er verwarringsgevaar optreedt met het merk dat International British Education (hierna: verzoeker) wil aanvragen. Zij komt op tegen de beslissing van het EUIPO waarin geoordeeld werd dat er verwarringsgevaar bestaat met het merk van de voegende partij, Saint George's School (hierna: de voegende partij). Beide merken worden vormggegeven door een schild met kruis. Verzoeker vordert vernietiging van de beslissing, het EUIPO en de voegende partij verzoeken deze vernietiging af te wijzen.
Calvin Klein boxers vormen merkinbreuk
Rechtbank Den Haag 7 juni 2023, IEF 21519; ECLI:NL:RBDHA:2023:8267 (Calvin Klein/Sporttrading Holland) In deze zaak wordt vervolg gegeven aan een eerder beslag dat Calvin Klein bij Sporttrading heeft gelegd teneinde mogelijke merkinbreuk door Sporttrading Holland te doen stoppen, nu zij Sporttrading Holland ervan beticht namaakboxershorts te hebben verkocht. Daarom vordert zij staking van de verkoop van deze namaakproducten en zowel afgifte als inzage van de administratie van Sporttrading Holland. In het verlengde daarvan eist zij ook winstafdracht van Sporttrading Holland die uit de verkoop van de namaakproducten heeft plaatsgevonden. Deze verweert zich met de stelling dat de producten waar Calvin Klein beslag op heeft gelegd al eerder door Calvin Klein in de EER zijn gebracht en haar daarom een beroep op uitputting van het merkenrecht toekomt.
Hennessy het slachtoffer van flessentrekkerij
Rechtbank Den Haag 14 juni 2023; IEF 21518; ECLI:NL:RBDHA:2023:8497 (Hennessy c.s./Gedaagden) In dit vonnis daagt Hennessy c.s., onderdeel van het wereldwijde concern 'Vuitton Moët Hennessy" een groot aantal parallelhandelaars voor de rechter, met de stelling dat zij inbreuk maken op hun Unie- en Benelux-woordmerken. In de zaak wil Hennessy c.s. de rechter ertoe bewegen de parallelhandelaars te doen staken met hun import. Niet alleen omdat de merkenrechtelijke uitputting waar gedaagden zich op beroepen niet geldig zou zijn, maar ook omdat er sprake zou zijn van inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Hennessy c.s. door het 'decoderen' van Hennessy c.s.'s producten. Hennessy vordert een staking van de inbreukmakende handelingen en inzage in administratie van gedaagden. Ook vordert zij winstafdracht en schadevergoeding.
Wet wijziging Auteurswet ligt voor bij Raad van State
Momenteel ligt bij de afdeling advisering van de Raad van State een wetsvoorstel voor, dat ten doel heeft om de contractuele positie van makers en uitvoerende kunstenaars te versterken, in situaties waar zij hun werk willen exploiteren. De belangrijkste wijziging die deze wet beoogt te effectueren is het invoeren van een proportionele en billijke vergoeding voor makers en uitvoerend kunstenaars in de filmwereld, wanneer een filmwerk tegen betaling online en on-demand beschikbaar wordt gesteld.