Alle rechtspraak  

IEF 7014

In de zak van copyright-rechten-figuren

Geenstijl.nl bericht: “Barack Obama's running mate is een engerd. (…) Biden zit namelijk in de zak van copyright-rechten-figuren (lees: hij is eigendom van Hollywood en Stichting Brein). Biden was de senator die er ooit een wet doorheen probeerde te jassen die het iedere computergebruiker verbood om 'ongeautoriseerde programma's' te gebruiken. Hij wilde een gevangenisstraf van 5 jaar voor iedereen -waar ook ter wereld- die muziek afspeelde op een apparaat waar de muziek niet voor bedoeld was. Vijf jaar cel voor het converteren van een Divx naar mp4, zodat een film op je iPod past, om maar wat te noemen. (…) Vorig jaar nog kwam hij met een wet die Bittorrent-gebruikers achter tralies moest krijgen.”

De Volkskrant bericht: "Toch is hij als presidentskandidaat volledig mislukt. In 1987 ontdekten de media dat hij een deel van zijn teksten had geplagieerd van de Britse Labourleider Neil Kinnock, waarop eerdere gevallen van plagiaat boven water kwamen. Biden trok zich terug en schaamde zich zelfs om een restaurant te bezoeken. Maar hij kwam terug, net als na de operatie van twee aneurysma’s in zijn hersens in 1988"

Lees hier en hier meer.

IEF 7010

De skitaart

O.a. Bakkerswereld.nl bericht: “Ruud van Oort, de voormalig eigenaar van Maison van Oort uit Doorn is diep geraakt door de hele skitaart affaire. 'Ik was er juist trots op dat andere bakkers ook maakten wat ik heb bedacht,' zo laat hij Bakkerswereld weten. 'Ik sta dan ook niet achter de actie van John en Petra Hartog.

De huidige eigenaren van 'zijn' bedrijf Maison van Oort in Doorn - John en Petra Hartog - hebben hem vooraf niet van hun geplande zaak op de hoogte gesteld. In januari 2007 hebben ze de zaak van hem overgenomen. De huidige eigenaren sommeren enkele collega's via een advocaat te stoppen met de productie en de verkoop van skitaart.

(…) Van Oort vindt dat het gehele mediacircus nu ten koste gaat van zijn goede naam. 'Het is triest. Mijn vrouw en ik voelen ons aangetast in onze goede naam. Het raakt ons heel diep. Als dit uitmondt in een rechtzaak zou dat het dieptepunt in mijn leven zijn. Het is jammer dat Hartog niet bereikbaar is vanwege vakantie, ik zou hem namelijk graag willen vragen wat hij denkt hiermee te bereiken.'”

Lees hier en hier meer.

IEF 7008

Juist niets afgesproken

Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 augustus 2008, KG ZA 08-630, Alpex CVA tegen Pet-Towel

Auteursrecht op logo. Handdoeken voor huisdieren. Gedaagde importeert en verhandelt merkproducten van eiser, deponeert het logo van eiser als beeldmerk in de Benelux en gebruikt dat vervolgens ook voor producten van derden.

Eiser maakt succesvol bezwaar op grond van het auteursrecht. Gesteld noch gebleken is dat het auteursrecht bij akte is geleverd aan gedaagde. En van een onbeperkt gebruiksrecht is naar voorlopig oordeel evenmin sprake.

De merkinschrijving heft  niet de beperkingen op die de wet stelt aan de verveelvoudiging en openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde werken. Hoewel het logo een merk betreft is er i.c. een specifiek auteursrechtelijk belang. De verhandelde artikelen maken als zodanig geen inbreuk maken op het auteursrecht en hoeven niet te worden vernietigd te worden. Het logo mag door gedaagde nog wel worden gebruikt voor producten van eiser.

“4.6. Het verweer dat Alpex mevrouw Nihot een onbeperkt gebruiksrecht zou hebben gegeven, is naar voorlopig oordeel evenmin gegrond. In dit verband stelt de voorzieningenrechter voorop dat, zoals ter zitting is aangevoerd van de zijde van mevrouw Nihot, tussen partijen juist niets is afgesproken over het gebruik van het logo. Mevrouw Nihot erkent daarmee dat zij geen uitdrukkelijke toestemming voor het onbeperkt verveelvoudigen en openbaar maken van het logo heeft gekregen.

4.7. Ook van impliciete toestemming voor een onbeperkt gebruik van het logo is naar voorlopig oordeel geen sprake. Tussen partijen staat namelijk vast dat Alpex het ontwerp van het logo heeft verstrekt in het kader van de import door de onderneming van Nihot van artikelen die door Alpex zijn geproduceerd. Gelet daarop moet voorshands met Alpex worden aangenomen dat die toestemming beperkt was tot het gebruik van het logo door de onderneming van Nihot ten behoeve van de handel in de artikelen van Alpex. In ieder geval mocht mevrouw Nihot niet gerechtvaardigd verwachten dat Alpex ook instemde met verveelvoudigingen en openbaarmakingen van het logo ten behoeve van de verhandeling van producten die niet van Alpex afkomstig zijn, waaronder huisdierenhanddoeken afkomstig van concurrenten van Alpex. (…).

4.8. Dat mevrouw Nihot in 1996 een beeldmerk heeft ingeschreven bestaande uit een met het logo overeenstemmend teken (zie hiervoor 2.4), kan niet leiden tot een andere conclusie. Voor zover die inschrijving niet nietig is op grond van artikel 2.4 sub f van het Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen en modellen) vanwege kwade trouw van mevrouw Nihot, zoals Alpex betoogt, heft die merkinschrijving naar voorlopig oordeel in ieder geval niet de beperkingen op die de wet stelt aan de verveelvoudiging en openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde werken. Met andere woorden, de enkele inschrijving van het logo als merk brengt niet mee dat de auteursrechtelijke aanspraken van Alpex met betrekking tot het logo teniet gaan.

4.9. Tenslotte verwerpt de voorzieningenrechter het verweer dat Alpex geen auteursrechtelijk belang zou nastreven, maar slechts belangen die het merkenrecht beschermt. Hoewel mevrouw Nihot moet worden nagegeven dat Alpex in haar processtukken met name merkenrechtelijke belangen naar voren heeft gebracht, heeft Alpex tevens gewezen op de inspanningen die het ontwerpen van een logo meebrengt en heeft zij betoogd dat mevrouw Nihot een eigen logo moet ontwerpen en dat zij zich niet het logo van Alpex kan toe-eigenen. Daarmee heeft Alpex een specifiek auteursrechtelijk belang aangevoerd dat naar voorlopig oordeel het beroep op het auteursrecht in dit geval kan dragen.

De voorzieningenrechter beveelt gedaagde  om binnen 30 dagen (zodat zij haar huisstijl kan aanpassen) na betekening inbreuk op het auteursrecht van Alpex met betrekking tot het logo te staken en gestaakt te houden, maar wijst erop dat het verbod uitsluitend betrekking heeft op het logo. Niet in geschil is dat het gedaagden vrij staat het woord PET TOWEL te verveelvoudigen en openbaar te maken en dat woord te gebruiken als merk en
handelsnaam.

De gevorderde vernietiging van “inbreukmakende artikelen” wordt afgewezen aangezien de verhandelde artikelen als zodanig geen inbreuk maken. Verveelvoudiging en openbaarmaking van het logo via stickers op producten van Alpex die nog voorradig zijn (of weer door eiser geleverd krijgt) maakt geen inbreuk op het auteursrecht van Alpex. Werkelijke proceskosten:  € 6.879,88.

Lees het vonnis hier

IEF 7007

Boze brief

pbh.gifSolv formuleert het zo: "Vooraanstaande hoogleraar auteursrecht schrijft boze brief aan EU Commisie. (...) Als één van Europa's meest vooraanstaande rechtsgeleerden op het gebied van auteursrecht, wordt Hugenholtz regelmatig gevraagd onderzoek te doen voor de Europese Commissie.

Recent onderzoek betrof onder andere een eventuele verlenging van de auteursrechtbescherming voor uitvoerend kunstenaars. De aanbevelingen strekten tegen zo een verlenging. Maar de Europese Commissie was het hier blijkbaar niet mee eens en besloot anderszins. Dat is de Commissie's goed recht, zo is ook Hugenholtz van mening. Maar de uiteindelijke besluiten refereren zelfs nauwelijks naar zijn onderzoek hetgeen Hugenholtz heeft doen besluiten een open brief te schrijven aan de Commissie. Hij doet daarin in weinig verhullende bewoordingen zijn beklag.En nee, dit betreft niet een op zijn wetenschappelijke tenen getrapte professor die een stukje erkenning van zijn genialiteit aan zijn neus voorbij ziet gaan."

Lees hier meer.

IEF 7001

Buiten Nederland

Vzr. Rechtbank Haarlem 19 augustus 2008, LJN: BE8765, The Performing Right Society Limited tegen Vereniging Buma.

Auteursrecht, met als hamvraag: Wat is online-muziekgebruik buiten Nederland? Hebben website-eigenaren nu toestemming nodig van alle honderden nationale Buma’s?

“De voorzieningenrechter in kort geding verbiedt de Nederlandse muziekrechtenorganisatie BUMA om licenties voor online muziekgebruik (via satelliet, kabel of internet) van het muziekrepertoire van de Britse muziekrechtenorganisatie PRS buiten Nederland aan te bieden, af te sluiten of daaraan uitvoering te geven. BUMA is niet bevoegd dergelijke licenties te verlenen, nu PRS haar die rechten nimmer heeft overgedragen. Een redelijke contractsuitleg van de wederzijdse overeenkomst tussen partijen brengt dat ook niet mee.

Voorts leidt de beschikking van de Europese Commissie van 16 juli 2008 in de zogenoemde CISAC-zaak niet van rechtswege tot nietigheid van de gebiedsbeperking in de wederzijdse overeenkomst. En als al tot nietigheid van de gebiedsafbakening in de wederzijdse overeenkomst zou moeten worden geconcludeerd, dan heeft BUMA daarmee niet het recht om licentierechten van het PRS-repertoire, die zij zelf niet van PRS overgedragen heeft gekregen, wel zelf over te dragen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6597

Het kalenderjaar 2007

Leo de Deugd - Sapph IntimatesRechtbank Utrecht, 23 juli 2008, KG ZA 08-634, Leo de Deugd tegen Sapph Intimates B.V. c.s. (met dank aan eiser / FNV Kiem). 

Auteursrecht, persoonlijkheidsrechten fotograaf. Geschil over gebruikslicentie.

“4.20 Vaststaat tussen partijen dat op de overeenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Ingevolge artikel 15 van de algemene voorwaarden wordt gebruik van een  foto dat niet is overeengekomen, beschouwd als een inbreuk op de auteursrechten van fotograaf. In de overeenkomst is terzake van de licentie bepaald dat De Deugd aan Sapph Intimates een gebruikslicentie verstrekt voor Nederland voor de duur van het kalenderjaar 2007. Voorts is in de overeenkomst aangegeven dat De Deugd nog in de gebruikslicentie zou omschrijven wat het doel en tijdsduur van de licentie zouden zijn en waar de foto's wel en niet voor zouden mogen worden gebruikt. Niet gesteld of gebleken is dat deze nadere invulling van de gebruikslicentie heeft plaatsgevonden. De omvang van de licentie is dan ook niet geheel duidelijk uit de overeenkomst af te leiden. Op dit punt zal derhalve in bodemprocedure hoogstwaarschijnlijk nadere bewijslevering moeten plaatsvinden. In kader van dit kon geding kan dan ook slechts op de navolgende punten met voldoende zekerheid worden aangenomen dat sprake is van schending van de auteursrechten van De Deugd:

- ter zitting is gebleken dat zich op intenet nog immer pagina's van Sapph Intimates bevinden die foto's van De Deugd bevatten, terwijl Sapph Intimates onvoldoende aannemelijk heeft gemankt dat zij het niet in haar macht heeft hieraan een einde te maken,, Tussen partijen is niet in geschil dat dit een schending van de licentie en van het auteursrecht van De Deugd oplevert, nu de licentie beperkt is tot het kalenderjaar 2007;

- uit de overeenkomst in combinatie met artikel 16 van de algemene voorwaarden volgt bij publicatie van foto's naamsvermelding van de fotopaf verplicht is. Sapph Intimates heefi erkend dat zij dat één keer heeft verzuimd, namelijk ter gelegenheid van de zogenaamde Scheveningen Beach Party:

-tenslotte heeft Sapph Intimates erkend dat zij op grond ten de overeenkomst de foto’s van De Deugd niet mocht wijzigen door daarin te snijden, en dat zij daarmee in strijd heeft gehandeld in het geval van het billboard bij de Van Brienenoordbrug.

4.21. Sapph Intimates stelt zich op het standpunt dat deze schendingen onvoldoende zijn om het gevorderde verbod te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter volgt Sapph niet in dit standpunt. Vaststaat dat De Deugd Sapph Intimates herhaaldelijk heeft gewezen op het feit dat zijn foto’s zich nog op de website van Sapph Intimates bevonden. Sapph Intimates had naar aanleiding van deze meldingen op een deugdelijke wijze nader onderzoek moeten doen en alles in het werk moeten stellen om de foto’s van haar website te verwijderen. Terzake van de aanwezigheid van de foto’s op haar website kan Sapph Intimates wel degelijk een verwijt worden gemaakt dat – in combinatie  met de overige vaststaande schendingen – voldoende ernstig is om toewijzing van het gevorderde verbod te rechtvaardigen. Het gevorderde verbod wordt dan ook toegewezen. De dwangsom zal worden beperkt en aan een maximum worden gebonden.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6595

Zonder toestemming of vergoeding

Persbericht FNV Kiem (Wie het vonnis heeft mag het mailen): “Sapph met de billen bloot. FNV KIEM heeft voor fotograaf Leo de Deugd een kort geding aangespannen en gewonnen tegen lingerie merk Sapph Intimates BV. Het lingeriemerk heeft in het afgelopen jaar verzaakt de fotograaf  voor zijn meerwerk en licentievergoeding te betalen en gebruikte de foto’s van De Deugd zonder toestemming. Ook is aan de fotograaf een schadevergoeding toegekend omdat Sapph het auteursrecht herhaaldelijk heeft geschonden.

Sapph heeft behalve het niet nakomen van het contract als het gaat om het betalen van meerwerk en de licentievergoeding, foto’s van de fotograaf op hun internetsite gezet en gehouden zonder toestemming of vergoeding. Sapph is met reclamecampagnes en dus de foto’s van De Deugd groot geworden en dat is ten koste van De Deugd gegaan. Ook heeft het lingeriemerk in de foto’s gesneden, de foto’s voor andere doeleinden dan afgesproken gebruikt en de foto’s zonder toestemming in het buitenland gebruikt. De rechter heeft SAPPH dan ook veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 26.000,-.”

Lees hier meer.

IEF 6594

Eerst even voor jezelf spelen

Rechtbank Arnhem 15 augustus 2008, KG ZA 08-373. Otto Simon B.V. tegen Nedac Sorbo B.V. (Met dank aan Karianne Thomas en Remco van Leeuwen, Van Doorne)

Merkenrecht, auteursrecht. Cryptospraak, depot te kwader trouw.

"Als verweer beroept Nedac Sorbo zich voorts op de nietigheid van merk IV ex artikel 2.4 onder f jo artikel 2.28 lid 3 onder b BVIE, als ook op grond van artikel 31 lid 1 onder b Gemeenschapsverordening, wegens deponering te kwader trouw. Nedac Sorbo stelt daartoe dat haar logo ouder is dan het merk. Zij voert daarvoor aan dat zij het logo vanaf februari 2008 op speelgoedbeurzen presenteert en dat sinds maart 2008 speelgoed met het logo in ongeveer 900 Nederlandse en 300 Belgische supermarkten ligt. Nedac Sorbo heeft ter illustratie afleverbonnen aan supermarkten met leverdata in maart 2008 overgelegd. Otto Simon betwist niet dat speelgoed met het logo vóór deponering van merk IV in de supermarkten lag, maar stelt dat zij al in 2007 werkte aan de ontwikkeling van dat merk. Volgens haar is er sprake geweest van bedrijfsspionage."

Lees het vonnis hier.

IEF 6590

Romina, Samira, Christy, Melissa, Isabella, Irena en Naomi

Rechtbank Rotterdam, 21 mei 2008, LJN BD8858, Meubelco BVBA tegen Sefa Meubel

Wel gemeld, nog niet samengevat. Meubellijnen. Modellenrecht, auteursrecht. “De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik jegens ontwerper Meubelco. Advertentie is geen bewijs voor verkoop.

Meubelco vordert onder meer een verbod op de verhandeling van meubels uit de lijnen ‘Romina’, ‘Samira’, ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’. In deze procedure stelt eiser Meubelco dat haar het model- en/of auteursrecht toekomt op de door haar onder de namen ‘Romina’ en ‘Samira’ gevoerde meubellijnen en daarnaast het auteursrecht op de door haar onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ gevoerde meubellijnen. De door Sefa Meubel aangeboden meubels maken volgens Meubelco inbreuk op die rechten.

De Voorzieningenrechter beoordeelt eerst de modelrechtelijke vorderingen. Om voor modelregistraties in aanmerking te komen is, zo blijkt uit artikel 3.3 Benelux- verdrag intellectuele eigendom (hierna: BVIE), vereist dat het model nieuw is en dat het over een eigen karakter beschikt.

Allereerst komt de nieuwheid aan bod. Tussen partijen is niet in geschil dat de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ door Meubelco reeds sinds 2005 op de markt zijn gebracht en dat Meubelco de modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ heeft doen registreren op respectievelijk 24 april 2007 en 16 mei 2007. Het, op het eerste gezicht wat dubieuze oordeel van de voorzieningenrechter is, dat nu artikel 3.3 BVIE ziet op het vóór de datum van de depotaanvraag op de markt brengen van identieke modellen door een ander dan degene die de aanvraag heeft ingediend, het feit dat Meubelco zelf reeds voor de data van het verkrijgen van de modelrechten de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ op de markt heeft gebracht niet af doet aan de geldigheid van de verkregen modelrechten.

Meubelco heeft ter zitting aangevoerd en onderbouwd, dat door haar (dan wel door haar werknemers) de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ zijn ontworpen. Sefa Meubel stelt zelf ook wel eens meubels uit deze lijnen bij Meubelco te hebben gekocht. Vervolgens heeft Meubelco de betreffende meubelen in China laten produceren. De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden waar de door Sefa Meubels overgelegde aankoop- facturen op zien - nog daargelaten dat die stukken nog wel enige vragen oproepen - doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat, zoals Meubelco ter zitting heeft gesteld, deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik door Kar Trading International, Rosella Meubelen en/of (een van) de Chinese ontwerper(s) jegens de ontwerper Meubelco.

De voorzieningenrechter concludeert vervolgens dat is voldaan aan de eis van een eigen karakter. De door Meubelco gevoerde meubellijnen genaamd ‘Romina’ en ‘Samira’ genieten naar voorlopig oordeel dan ook modelrechtelijke bescherming.

Met betrekking tot de vraag of er inbreuk wordt gemaakt op het modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ door de verkoop door Sefa Meubels van ‘Isabella’ en ‘Irena’ stelt de rechter dat een advertentie in een krant waarin die laatstgenoemde meubels zijn afgebeeld niet voldoende bewijst dat die meubels ook daadwerkelijk verkocht worden. Het zou gaan om een vergissing: Dat de gepubliceerde advertenties in ‘Merhaba’ onder de namen ‘Isabella’en ‘Irena’ de meubels van de lijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ weergeven is op zichzelf erkend, maar Sefa Meubels stelt dat het hier een vergissing betreft. Hoewel die stelling op zichzelf niet zeer aannemelijk is kan, gelet op de excuusbrief d.d. 3 maart 2008 (zie onder 2.7) aangaande de in de krant ‘Merhaba’ verschenen advertenties aangaande de meubelen ‘Isabella’en ‘Irena’ binnen dit kort geding, waar voor verdere bewijsvoering geen plaats is, niet het - voorshands - bewijs worden ontleend dat Sefa Meubels de in de advertentie afgebeelde meubelen ook werkelijk heeft verkocht.

Op basis van ander bewijsmateriaal oordeelt de Voorzieningenrechter dat het bed van de door Sefa Meubels gevoerde slaapkamermeubellijn ‘Isabella’ naar voorlopig oordeel inbreuk maakt op het modelrecht van het door Meubelco gevoerde modelrecht op het tweepersoonsbed van de door haar gevoerde meubellijn ‘Romina’.  Daarnaast is er voor zover het het tweepersoonsbed uit de slaapkamerlijn ‘Isabella’ betreft sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, nu uit voornoemd feitenbestand blijkt dat sprake is van een slaafse nabootsing.

Een inbreuk op de modelrechtelijke bescherming, dan wel onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, van de overige meubels uit de lijn ‘Romina’ (een kaptafel, een garderobekast en een nachtkastje) en de meubellijn ‘Samira’ is voorshands binnen dit kort geding onvoldoende aannemelijk geworden.

Voorts heeft Meubelco aangevoerd, hetgeen door Sefa Meubels wordt betwist, dat Sefa Meubels inbreuk maakt op haar auteursrechten aangaande de door haar gevoerde meubellijnen onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’.

Voor het auteursrecht is van belang of de door Meubelco gevoerde modellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ voldoen aan de uit het auteursrecht voorvloeiende vereisten van nieuw en oorspronkelijk werk dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Voorshands is binnen dit kort geding door Meubelco niet aannemelijk gemaakt dat de meubels in deze modellijnen als nieuw en oorspronkelijk werk zijn aan te merken. Meubelco heeft ter zitting ook zelf aangegeven dat een gedeelte van dit assortiment door leveranciers al gedurende lange tijd op de markt wordt gebracht. Nu naar voorlopig oordeel door Meubelco niet aannemelijk is gemaakt dat zij op de meubellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ auteursrecht bezit, zal de vordering voor zover het deze meubellijnen betreft worden afgewezen. Gelet op het voorgaande is er daarnaast geen sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubels dienaangaande, nu niet is gebleken van slaafse nabootsing(en) welke een vorm van ongeoorloofde mededinging oplevert.

Er wordt onder meer een ruim verbod toegewezen en een kostenveroordeling van € 25.000,--.

Lees het vonnis hier.

IEF 6588

Tientallen vervalste schilderijen van grote schilders

“De Nederlandse auteursrechtenorganisatie Pictoright heeft onlangs bij oud-seksbaas Theo Heuft tientallen vervalste schilderijen van grote schilders zoals Picasso, Chagall en Miró in beslag genomen. Het vermoeden bestaat dat een deel van de werken geschilderd is door 'meestervervalser' Geert Jan Jansen.

(…) Theo Heuft opende drie jaar geleden samen met 'meestervervalser' Geert Jan Jansen zijn chique galerie in hartje Amsterdam, pal onder de rook van het Van Gogh en het Rijksmuseum. De beroemde vervalser Jansen, begin jaren negentig in Frankrijk in de boeien geslagen wegens het zeer succesvol namaken van onder meer Picasso's, meldde dat hij zijn leven had gebeterd. De vervalser zou alleen nog maar schilderen 'in de stijl van' beroemde kunstenaars. Theo Heuft stelde gisteren in de rechtbank niet op de hoogte te zijn geweest van enige overtreding van de auteurswet door de verkoop van de beroemde schilderijen. "Toen ik begreep wat er aan de hand was, ben ik er direct mee gestopt", aldus de grijzende Amsterdammer.”

Lees hier meer (De Telegraaf).