Alle rechtspraak  

IEF 7085

Dat er in de schoenenbranche nauwelijks sprake is van originaliteit

Rechtbank Breda, 7 mei 2008, HA ZA 06-2064, Amisa B.V. tegen Hisa B.V. (met dank aan Martin Hemmer, AKD Prinsen Van Wijmen)

Eerst even voor jezelf lezen. Schoenen. Eindafrekening stukgelopen samenwerking. Auteursrecht. Merkenrecht. Niet-geregistreerd gemeenschapsmodellenrecht. Met een wellicht wat boude overweging over originaliteit in de schoenenbranche:

“3.14 Hisa heeft echter onvoldoende gesteld om te kunnen beoordelen of de schoenmodellen aan dit criterium voldoen. Daarbij is van belang dat in veel gevallen aan modellen in de schoenenbranche oorspronkelijkheid ontzegd moet worden op grond van de omstandigheid dat er in de schoenenbranche nauwelijks sprake is van originaliteit in de ontwerpen, omdat elk nieuw model is afgeleid van een vorig model en vanuit de modetrend voorspelbaar is. Aannemelijk is dat ook de modellen van Hisa oorspronkelijkheid missen en de heersende mode volgen. Het had op de weg van Hisa gelegen te onderbouwen dat en waarom de modellen een opmerkelijke en originele combinatie zijn van nieuwe, dan wel reeds bestaande, elementen, waarvan het resultaat een nieuw type schoen oplevert, dat is aan te merken als een werk met een eigen gezicht en derhalve auteursrechtelijke bescherming geniet. Dit heeft zij nagelaten. Voor zover de vorderingen van Hisa zijn gebaseerd op het auteursrecht zijn deze dan ook niet toewijsbaar.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7080

De gegevens op de chip

Punch Telematix JamaVzr. Rechtbank Zutphen, 15 september 2008, Punch Telematix Nederland B.V. tegen Jama B.V. (Met dank aan Arnout Groen, De Brauw Blackstone Westbroek).

Eerst even voor jezelf lezen. Auteursrecht. Over het gebruik van RFID chips in vuilniscontainers en de vraag of de toegangscode tot die chips gekraakt mag worden. Beroep op auteursrecht en ongeoorloofde mededinging afgewezen. Veel is onvoldoende aannemelijk of gebleken. Het gestelde intellectuele eigendomsrecht maakt slechts een summier deel uit van de procedure: liquidatietarief.

“4.3. De voorzieningenrechter acht de stelling van Punch, dat zij met Rd4 een gebruiksbeperking ten aanzien van de chips is overeengekomen op grond waarvan Rd4 geen recht heeft op het password van de chips, onvoldoende aannemelijk geworden, aangezien Jama die stelling gemotiveerd heeft betwist en Punch onvoldoende bewijs heeft overgelegd van haar stelling. (…) Nu niet gebleken is van een overeengekomen gebruiksbeperking, Punch ter zitting heeft erkend dat niet kan worden uitgesloten dat niet Jama maar Rd4 het password heeft gekraakt en Punch onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Jama Rd4 heeft uitgelokt tot het kraken van het password van de Punch-chips, is onvoldoende gebleken dat Jama door het beschikken over het password onrechtmatig handelt jegens Punch.

4.4. Ook is onvoldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van inbreuk op de door Punch ontwikkelde programmatuur, aangezien niet gesteld is dat Jams gebruik maakt van de programmatuur van Punch, maar slechts de chip gebruikt. Punch heeft gesteld dat de structuur van de gegevens op de chip uniek is, maar Jama heeft deze stelling betwist en aangevoerd dat op eenvoudige wijze toegang tot de gegevens kan worden gekregen. Ten aanzien van de gegevens op de chip is niet gebleken van een Punch toekomend auteursrecht, omdat door Punch onvoldoende is gesteld en aannemelijk gemaakt op grond waarvan ten aanzien van de gegevens op de chip sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van Punch. Onvoldoende is gebleken dat Jama door het lezen van de Punch-chips onrechtmatig handelt jegens Punch.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7078

Het kruis tussen de poten ontbreekt

Het Anker: CleopatraRechtbank Arnhem, 27 augustus 2008, HA ZA 07-1380, Montis Design B.V. tegen B.V. Meubelindustrie Het Anker Druten (Met dank aan Titia Deurvorst, Brainich Advocaten). 

Eerst even voor jezelf lezen. Auteursrecht. Tussenvonnis in stoelenzaak. Rechtsverwerking m.b.t. bepaalde modellen. Vaststellingsovereenkomst. Treffen van een dading heeft geen relevantie voor het beroep op rechtsverwerking. Bewijslevering (niet ondertekende) vaststellingsovereenkomst.

“4.4. Met inachtneming van het hierboven genoemde uitgangspunt komt de rechtbank tot het oordeel dat het verweer van Het Anker dat sprake is van rechtsverwerking doel treft. De volgende omstandigheden zijn bij die beoordeling doorslaggevend.
Eind 2003 is Het Anker in kort geding gedagvaard door een meubelfabriek in Oisterwijk (OSP), die stelde dat Het Anker met de productie van de Armada, Twist, Bingo en Cleopatra inbreuk maakte op zijn auteurs/ en modelrechten.
Niet in geschil is dat Het Anker met oog op het door haar in die procedure te voeren verweer enige vorm van bijstand heeft verzocht aan Montis. Montis erkent dat Het Anker haar in ieder geval heeft gevraagd om een modelinschrijving. Voorts staat vast dat de heer P. Van der Aa, directeur van Het Anker Montis in het kader van dit verzoek om bijstand heeft bezocht en dat de toenmalige directeur van Montis, de heer H Van Straaten eveneens minimaal tweemaal een bezoek heeft gebracht aan de showroom van Het Anker. Het Anker heeft onweersproken aangevoerd dat Van Straaten de vier op dat moment, in de procedure van OSP tegen Het Anker, in het geding zijnde stoelen, evenals de hierboven genoemde Rio, uitvoerig heeft bestudeerd en dat hij ook in die stoel heeft gezeten.
Hoewel Montis betwist dat Van Straaten Het Anker op dat moment heeft toegezegd dat de stoelen van Van (sic) Anker geen inbreuk maken op de Charly en de Chaplin, staat onweersproken vast dat Montis na het bekijken van de stoelen evenmin bezwaren, van welke aard ook, heeft geuit tegen één van die stoelen. Van Straaten zou in de showroom hebben geconstateerd dat de Bingo wel veel leek op de Charly en de Chaplin, zo verklaart Montis onweersproken, maar tevens heeft hij volgens het Anker hardop vastgesteld dat het kruis tussen de poten bij de stoelen van Het Anker ontbreekt.
Vast staat ten slotte dat Montis korte tijd later het procesdossier van Het Anker van de procedure tegen OSP – waarin zich ook foto’s van de vier stoelen bevonden – heeft meegenomen. Bij retournering van het dossier heeft Montis opnieuw geen bezwaren geuit.” 

Lees het vonnis hier.

IEF 7076

De toepassing van een berekeningsmethode

A-G Vericy TrstenjakHvJ EG, 11 september 2008, conclusie A-G Trstenjak in zaak C-52/07, Kanal 5 Ltd & TV 4 AB tegen Föreningen Svenska Tonsättares Internationella Musikbyrå (STIM). Verzoek van de Marknadsdomstol (Zweden) om een prejudiciële beslissing.

Artikel 82 EG. Machtspositie. Misbruik. Auteursrechtenbureau. Organisatie met feitelijk monopolie. Uitzending door TV-zender. Methode voor berekening van vergoeding.
 
“116. Gelet op het voorgaande geef ik het Hof in overweging de vragen van de verwijzende rechter als volgt te beantwoorden:

1) Artikel 82 EG moet aldus worden uitgelegd dat een auteursrechtenbureau dat in een lidstaat een feitelijk monopolie heeft en jegens commerciële TV-zenders voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermde muziekwerken uit zijn totale repertoire een berekeningsmethode toepast, op grond waarvan de vergoeding een vast aandeel van de inkomsten van de TV-zenders uit reclam- en abonnementsovereenkomsten bedraagt, misbruik maakt van zijn machtspositie. De toepassing van een berekeningsmethode, op grond waarvan de vergoeding een variabel aandeel van de inkomsten bedraagt, vormt evenwel geen misbruik, mits een dergelijke berekeningsmethode in aanmerking neemt in welke mate een TV-zender de auteursrechtelijk beschermde muziekwerken gebruikt.

2) De toepassing van een berekeningsmethode kan misbruik in de zin van artikel 82 EG vormen, indien er een alternatieve berekeningsmethode bestaat waarin de mate van het gebruik van een auteursrechtelijk beschermd muziekwerk nauwkeuriger in aanmerking kan worden genomen, en de toepassing van de onnauwkeurigere berekeningsmethode niet wordt gerechtvaardigd door voordelen op het gebied van efficiëntie, met name in de vorm van kostenbesparingen bij het beheer van de overeenkomsten en van het toezicht op het gebruik van de beschermde muziekwerken.

 De toepassing van een berekeningsmethode kan niet worden aangemerkt als misbruik in de zin van artikel 82 EG op de enkele grond dat zij niet in aanmerking neemt in welke mate andere factoren dan het gebruik van een auteursrechtelijk beschermd muziekwerk een stijging van de inkomsten tot gevolg hebben.

3) De toepassing van een berekeningsmethode vormt geen misbruik in de zin van artikel 82 EG op de enkele grond dat zij niet het werkelijke kijkcijfer in aanmerking neemt, mits ervan kan worden uitgegaan dat zij het potentiële of verwachte kijkcijfer voldoende in aanmerking neemt.”

4) De toepassing van verschillende berekeningsmethoden voor commerciële TV-zenders enerzijds en een publieke TV-zender anderzijds vormt een misbruik in de zin van artikel 82 EG, indien dit ten eerste ertoe leidt dat de publieke TV-zender, vergeleken met de commerciële TV-zenders, een lagere vergoeding voor een gelijkwaardige prestatie van het auteursrechtenbureau betaalt, en er ten tweede tussen de publieke TV-zender en één van de commerciële TV-zenders een concurrentieverhouding bestaat.

Lees de conclusie hier.

IEF 7074

Geestelijke eigendom

Rechtbank Amsterdam, LJN: BF0620, 10 september 2008, Corneille c.s. tegen gedaagden

Overdracht van auteursrechten bij geestelijke stoornis. Eerst even voor jezelf lezen:  Rechtshandelingen nietig en/of vernietigbaar op grond van geestelijke stoornis dan wel beschikkingsonbevoegdheid? Art. 3:32, 3:34, 3:35, 3:36 BW In deze procedure wordt de nietigheid en/of vernietigbaarheid ingeroepen van door kunstschilder gegeven toestemming tot het (laten) exploiteren van zijn werk.

"Er wordt een beroep gedaan op een geestelijke stoornis in de zin van artikel 3:34 BW en daarnaast zou de kunstschilder zijn auteursrechten reeds eerder aan zijn vrouw hebben overgedragen. Aan de orde is voorts of gedaagde zich kan beroepen op de bescherming van artikel 3:35/3:36 BW. De rechtbank acht bewezen dat de kunstschilder ten tijde van de overeenkomst van 9 juli 2004 leed aan een geestelijke stoornis in de zin van artikel 3:34 BW. Gedaagden worden toegelaten tot het bewijs van de stelling dat zij niet wisten dan wel behoorden te weten dat Corneille leed aan een geestelijke stoornis." 

Lees het vonnis hier

IEF 7069

Eerst even voor jezelf lezen

ApneRechtbank ’s-Gravenhage, 11 september 2008, KG ZA 08-803, Stichting Indian Film and Music tegen Jewlal (met dank aan Stance Willems  DLA Piper Nederland).

Auteursrecht op Bollywoodfilm. Bepalingen in Indiaas recht stemmen overeen met Art. 45a Aw: producent is rechthebbende.

Stichting Indian Film and Music (SIFAM) heeft o.a. ten doel het bestrijden van onrechtmatige exploitatie van infomatiedragers en informatie, alsmede het behartigen van zowel de materiële als de immateriële belangen van auteurs en hun rechtverkrijgenden, uitgevers en uitgeversbedrijven. Gedaagde exploiteert een videotheek. SIFAM maakt bezwaar tegen de door gedaagde uitgebrachte editie van de Bollywoodfilm  APNE. Gedaagde betwist dat eiser de auteursrechthebbende vertegenwoordigt, maar slaagt niet in dat verweer.

Verbodsvordering toegewezen. Proceskostenveroordeling van €22.357,89. Geen matiging gelet op de achtergronden van de procedure en de procesopstelling van gedaagde. Voldoende aannemelijk dat de zaak ‘hors catégorie’ is, zodat het indicatietarief niet van toepassing is.

Lees het vonnis hier.

IEF 7067

De onderbouwing van een ingrijpende maatregel

Crocs - BlokkerRechtbank ’s-Gravenhage, 6 augustus 2008, KG RK 08/1319, Crocs inc. tegen Blokker B.V.

Ex parte beschikking. Modellenrecht, auteursrecht. Modellenrechtelijek vordering afgewezen, omdat de voor de beslissing van belang zijnde feiten niet volledig en naar waarheid zijn aangevoerd. Auteursrechtelijke vordering toegewezen. Verbod op ‘schoeisel dat vrijwel identiek is aan het schoeisel van Crocs’.

“2.2. Krachtens artikel 21 Rv zijn partijen verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Verzoeksters hebben in strijd met deze bepaling verzuimd in het verzoekschrift melding te maken van een bij het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt aanhangige nietigheidsprocedure met betrekking tot het Gemeenschapsmodelrecht met registratienummer 000257001-0001. Reeds om die reden dient het verzoek, voor zover het is gebaseerd op dit Gemeenschapsmodelrecht, te worden geweigerd. Overigens dient dat verzoek ook te worden geweigerd, omdat het gelet op de nietigheidsprocedure niet in overeenstemming wordt geacht met de aan de onderbouwing van een ingrijpende maatregel als een ex parte verbod te stellen hoge eisen, in het bijzonder ten aanzien van de aannemelijkheid van de geldigheid van het Gemeenschapsmodelrecht dat aan het verzoek ten grondslag is gelegd.

2.3. Het voorgaande laat onverlet dat verzoeksters een beroep kunnen doen op het auteursrecht. Voorshands uitgaande van de auteursrechtelijke bescherming op het schoeisel Crocs Cayman en gelet op de grote mate van overeenstemming tussen dit schoeisel en de door gerekwestreerden aangeboden kunststof zomerschoen, ziet de voorzieningenrechter, gezien de onherstelbare schade die verzoeksters thans stellen te lijden, voldoende aanleiding voor toewijzing van het op het auteursrecht gebaseerde verzoek op de wijze als hierna vermeld.

2.4. Het verzoek om te bepalen dat het bevel zich uitstrekt over alle lidstaten van de Europese Gemeenschap zal worden geweigerd, reeds omdat verzoeksters niet, althans onvoldoende gemotiveerd hebben gesteld dat gerekwestreerden in al die landen inbreuk maken op het auteursrecht. De enkele stelling dat Blokker ook buiten Nederland winkels heeft, volstaat daartoe niet.

Lees de beschikking hier.

IEF 7064

In elkaar geknutseld

Peter DonkerslootRechtbank Amsterdam 10 september 2008, HA ZA 03-1002, Peter Donkersloot tegen Va Roij c.s. (met dank aan Rutger Kleemans en Theo Blomme, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Twee vonnissen gewezen door de rechtbank Amsterdam op 19 april 2006 (tussenvonnis: bewijsopdracht) en 10 september 2008 (eindvonnis). De zaak betreft auteurs-, merken en handelsnaamrecht alsmede contractenrecht (het beëindigen van een (agentuur)overeenkomst tussen kunstenaar en galeriehouder).
 
Na het tussenvonnis ging de vraag grotendeels over de authenticiteit van een verklaring waarin de kunstenaar Peter Donkersloot al zijn auteursrechten aan de galeriehouder zou hebben overgedragen.

“2.8 (…) De vordering “Ten aanzien van de auteursrechten” onder 2. in het tussenvonnis van 19 april 2006, die zich uitsluitend tot Van Roij richt, is toewijsbaar voorzover die er toe strekt voor recht te verklaren dat Van Roij geen rechten kan ontlenen aan de 97-verklaring. Vast is immers komen te staan dan die verklaring buiten medeweten van Donkersloot in elkaar is geknutseld op de wijze als hiervoor omschreven, teneinde aldus een niet bestaande overdracht van auteursrechten te suggereren. Er is op dit punt geen overeenstemming tussen Donkersloot en Van Roij tot stand gekomen, zodat voor nietigverklaring van d e97-verklaring – die immers geen (al dan niet gebrekkige) wilsuiting van Donkersloot behelst – geen aanleiding is”

Lees het eindvonnis hier, het tussenvonnis hier en de verklaring hier.

IEF 7063

Vermoedelijk de Auteurswet overtreden

Rechtbank Amsterdam, 11 september 2008, 13/993083-06, Strafzaak auteursrechtinbreuk (met dank aan Mr. D.M. Rupert, Teurlings & Ellens advocaten).

Opmerkelijke casus waarin medeverdachte computers plaatst in het plafond van studentenflat, om te profiteren van de snelle internetverbinding in de flat, en verdachte deze computers gebruikt om muziek te uploaden, 'zodat anderen die muziek weer konden downloaden.'

Diefstal

“3.5 Terzake de beschuldiging van diefstal is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat “data(verkeer)” geen goed is in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).

3.6 De officier van justitie heeft tevens tot vrijspraak gerequireerd van de telastegelegde diefstal van “capaciteit van bandbreedte”, omdat verdachte niet bij het plaatsen van de computers betrokken is geweest en er verder geen aanwijzingen zijn dat hij hiervan anderszins op de hoogte was. De rechtbank komt ook tot dat oordeel. Bovendien geldt dat de rechtbank van oordeel is dat ook "capaciteit van bandbreedte", de hoeveelheid data die tegelijkertijd via een bepaalde verbinding kan worden overgebracht, niet als een goed in de zin van artikel 310 Sr is te kwalificeren. Door ongeoorloofd gebruik te maken van bandbreedte verliest de rechthebbende immers hierover niet noodzakelijkerwijs de feitelijke macht (vlg. HR 3 december 1996, NJ 1997, 574). Hoewel daar in deze zaak niet van is gebleken zal het illegale gebruik wellicht ten koste gaat van de snelheid van het internet. Deze snelheid - door de officier van justitie aangeduid als wezenskenmerk van een internetverbinding - kan evenmin als goed worden aangemerkt.

Inbreuk maken op auteursrechten

3.7 De rechtbank is van oordeel dat verdachte terzake de telastegelegde overtreding van de Auteurswet moet worden vrijgesproken. Uit hetgeen onder 3.4 is overwogen, volgt dat daarvoor geen bewijs is. De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte geen toegang had tot de andere gevonden computers.

3.8 De door de officier van justitie voorgestelde bewezenverklaring van feit 2, waarbij alle muziek, films, artiesten en productiemaatschappijen zouden moeten worden weggestreept, levert naar het oordeel van de rechtbank een ontoelaatbare denaturering van de telastelegging op. Weliswaar heeft verdachte vermoedelijk, gelet op het onder 3.4 genoemde uploaden van radioprogramma's, de Auteurswet of de Wet op de naburige rechten overtreden, maar een beschuldiging terzake had voldoende feitelijk in de telastelegging moeten worden omschreven.

4. Beslissing

Verklaart het telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.”

Lees het vonnis en de dagvaarding hier.

IEF 7062

Aangevraagd en verkregen

LadderklemRechtbank ’s-Gravenhage, 11 september 2008, KG ZA 08-902, V.I.O.B. tegen Van Ophem.

Eerst even voor jezelf lezen.. Stukgelopen samenwerking. Overeenkomst  m.b.t. ‘ladder safety device’-octrooi van eiser, de Toplocker. Gedaagde zou de Toplocker exclusief mogen verkopen en verder ontwikkelen en heeft dat ook gedaan en zelf nieuwe octrooien aangevraagd en verkregen. Overeenkomst ontbonden, eiser stelt dat gedaagde klanten benadert met de mededeling dat hij uitvinder van de Toplocker is en daarop octrooi heeft, afbeeldingen van de Toplocker gebruikt, inbreukmakende domeinnamen bezit en door V.I.O.B. gemaakte en auteursrechtelijk beschermde technische tekeningen van de Toplocker gebruikt in zijn eigen octrooiaanvragen en eveneens in zijn folders. Eiser beroept zich niet op zijn octrooirechten. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. 75% werkelijke proceskosten, 25% liquidatietarief.

“4.2. Volgens Van Ophem maakt hij geen aanspraak op het Europees octrooi of de daarin beschreven uitvinding. Van Ophem wijst er op dat hij, volgens afspraak, de Toplocker verder heeft ontwikkeld. Van Ophem heeft, zo stelt hij, een eigen product (de Ladderclip) ontwikkeld en daarvoor Nederlands octrooien aangevraagd en verkregen. Van enige onrechtmatige mededeling is volgens hem geen sprake.

4.3. V.I.O.B. heeft in reactie op dit verweer niet meer aangevoerd dan dat het Van Ophem niet is toegestaan in de markt mee te delen dat hij rechten heeft op de Toplocker. V.I.O.B. heeft niet gemotiveerd dat en waarom haar onder 2.3 afgebeelde Toplocker aan de in de octrooien van Van Ophem beschreven inrichtingen de vereiste nieuwheid en inventiviteit onthouden. V.I.O.B. heeft de Nederlandse octrooien van Van Ophem ook niet opgeëist en bestrijdt niet dat Van Ophem zich met de verdere ontwikkeling van de Toplocker heeft beziggehouden. Daarmee blijft als onvoldoende gemotiveerd weersproken de stelling van Van Ophem, die erop neerkomt dat hij op grond van zijn Nederlandse octrooien rechten kan doen gelden op de doorontwikkeling van de Toplocker, overeind. Van onrechtmatige mededelingen blijkt onvoldoende.”

Lees het vonnis hier.