DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 12923

Het citaat in Midnight in Paris

Een redactionele bijdrage van Thijs van den Heuvel, Bird & Bird LLP.
Deze vrijdagmiddagbijdrage gaat niet over de - in de avondschemering van Parijs verreden - afsluitende etappe van de Tour de France 2013, maar over auteursrecht. Aanleiding is een recente uitspraak uit de Verenigde Staten over Woody Allen's film Midnight in Paris [red. US District Court Mississippi 18 juli 2013, CASE NO. 3:12cv100 (Faulkner tegen Sony Pictures)]. In deze, met een Oscar bekroonde, film spreekt de hoofdpersoon de volgende woorden: “The past is not dead. Actually, it’s not even past. You know who said that? Faulkner, and he was right. I met him too. I ran into him at a dinner party.

Een mooi citaat, maar volgens de mensen die waken over de rechten van William Faulkner is hier sprake van inbreuk op zijn auteursrecht. In Faulkner's boek Requiem for a Nun (1950) komt de volgende zin voor: "The past is never dead. It’s not even past.

Na een wat ironische inleiding:

- "The court has viewed Woody Allen's movie, Midnight in Paris, read the book, Requiem for a Nun, and is thankful that the parties did not ask the court to compare The Sound and the Fury (een ander boek van Faulkner, TvdH) with Sharknado (een recente pulpfilm / cultfilm over haaien in een tornado, TvdH)" -

maakt de Amerikaanse rechter korte metten met de klacht van Faulkner.

De rechter komt tot de conclusie dat hier sprake is van fair use, de Amerikaanse beperking op het auteursrecht die ertoe dient ontwikkeling van wetenschap en cultuur te stimuleren. Het gebruik van bovenstaande 9 woorden in de film is volgens de rechter niet slechts een vervanging van het originele werk, er wordt aan het origineel een nieuwe expressie, betekenis of boodschap toegevoegd.

Sony, als producent van de film gedaagde in de Amerikaanse procedure, had deze zaak eerder al omschreven als een "frivolous lawsuit" en ook de rechter lijkt niet goed te begrijpen waarom Faulkner moeite heeft met het gebruik van het citaat in de film: "How Hollywood’s flattering and artful use of literary allusion is a point of litigation, not celebration, is beyond this court’s comprehension." [p. 13]

Nederland
Hoe zou een rechter in Nederland hier over oordelen? Wie een (deel van een) auteursrechtelijk beschermd werk van een ander wil gebruiken bij het maken van een nieuw werk, heeft op grond van de Auteurswet in beginsel toestemming nodig van de auteursrechthebbende. In beginsel, want in bepaalde gevallen bieden de citaat-, incidenteel gebruik- en parodiebeperking uitkomst. De vraag is of Woody Allen iets aan deze beperkingen heeft.

Citaatrecht
Artikel 15a van de Auteurswet staat onder bepaalde voorwaarden toe om zonder toestemming en vergoeding te citeren uit een werk. Uit alle soorten werken mag worden geciteerd, zowel uit teksten als bijvoorbeeld uit muziek of film. Het citeren moet volgens artikel 15a Auteurswet plaatsvinden in “een aankondiging, beoordeling, polemiek, of wetenschappelijke verhandeling, of voor een uiting met een vergelijkbaar doel”. De restcategorie “of voor een uiting met een vergelijkbaar doel” is in 2004 toegevoegd. Voor deze toevoeging was het niet toegestaan om in een kunstwerk te citeren uit een ander kunstwerk, maar tegenwoordig mag niet alleen uit alle soorten werken worden geciteerd, maar ook in alle soorten werken. De bestemming van het citaat – populaire fictie, film, wetenschappelijk artikel- is niet relevant. Wel vereist is dat het citaat een (enigszins) serieus karakter heeft.

Het citeren moet verder in overeenstemming zijn met "hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is" en de omvang van het citaat moet gerechtvaardigd worden door het te bereiken doel. Er mag dus niet onnodig veel worden overgenomen. Zo kan een illustratie wel als toegestaan citaat gelden wanneer deze ondergeschikt is aan een tekst en daarmee een geheel vormt, maar niet als het geciteerde voornamelijk een versiering is. Er mag in ieder geval niet zoveel worden overgenomen dat daardoor wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan de exploitatie van het geciteerde werk. Ten slotte moet, indien redelijkerwijs mogelijk, de bron worden vermeld.

Zouden de makers van Midnight in Paris in Nederland met succes een beroep kunnen doen op de citaatexceptie? De hoofdpersoon van de film doet in ieder geval keurig aan bronvermelding - "you know who said that? Faulkner (…)". Ook is er slechts een beperkt deel van het werk van Faulkner overgenomen en dient dit citaat niet slechts als versiering. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat door het citaat afbreuk wordt gedaan aan de exploitatie van Requim for a Nun. In de woorden van de Amerikaanse rechter:

"The court, in its appreciation for both William Faulkner as well as the homage paid him in Woody Allen’s film, is more likely to suppose that the film indeed helped the plaintiff and the market value of Requiem if it had any effect at all." [p. 13]

Een succesvol beroep op artikel 15a Auteurswet lijkt dus mogelijk, al zouden de erven van Faulkner bijvoorbeeld nog wel kunnen stellen dat er sprake is van een ongeoorloofde bewerking. Het citaatrecht is namelijk strikt genomen beperkt tot het werk zoals openbaargemaakt. Tegen aanpassing van "The past is never dead. It’s not even past." naar "The past is not dead. Actually, it’s not even past " zou Faulkner zich met een beroep op zijn (persoonlijkheids)rechten wellicht wel met succes kunnen verzetten.

Incidentele verwerking van ondergeschikte betekenis
Een andere mogelijke uitzondering op het absolute recht van Faulkner is te vinden in artikel 18a Auteurswet. Hierin wordt bepaald dat als inbreuk niet wordt beschouwd de incidentele verwerking van een werk als onderdeel van ondergeschikte betekenis in een ander werk.

Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de term incidentele verwerking “zowel betrekking [kan] hebben op het toevallig gebruiken van een werk alsmede op het zo-nu-en-dan gebruiken van een werk.” [Kamerstukken II, 2002-2003, 28 482, nr. 5]. Wel is hierbij door de wetgever overwogen dat naarmate het gebruik meer bewust plaatsvindt, er strengere eisen mogen worden gesteld aan de ondergeschikte betekenis, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht.

De term 'incidentele verwerking' sluit dus niet uit dat een werk met opzet wordt gebruikt. Dit is onder meer bevestigd in 2005, toen Rechtbank Arnhem oordeelde dat het gebruik van een wandschildering uit het Ajax-stadion in een, naar zijn aard bewust en opzettelijk gebouwd, computerspel niet als inbreuk op het auteursrecht moest worden beschouwd [Rb. Arnhem 21 september 2005, LJN AU5454 (Tellegen/Codemasters)]. Hiervoor was bepalend dat de waarde van het spel door het (incidentele)gebruik van de wandschildering volgens de rechtbank niet was vergroot en het gebruik hierdoor geen substantiële bijdrage leverde aan de exploitatie van het nieuwe werk. Bovendien was de auteur reeds met een redelijke tegenprestatie beloond (hij was betaald voor het maken van de wandschildering).

De grens van "ondergeschikte betekenis" lijkt te liggen bij het vergroten van de waarde / exploitatiemogelijkheden van het nieuwe werk. Zo merkte de minister tijdens de implementatie van artikel 18a Auteurswet op dat het gebruik van “bepaalde, weloverwogen gekozen geluidsfragmenten in een nieuw muziekwerk (sampling), hoewel van bescheiden omvang, niet [zal] zijn toegestaan gelet op het feit dat het gebruik plaatsvindt met het oogmerk van integratie in en vergroting van de waarde van het nieuwe muziekwerk. In kwalitatieve zin is er namelijk geen sprake van een verwerking van ondergeschikte betekenis.”

Vraag is of deze beperking Sony uitkomst zou kunnen bieden. Wellicht wel, als het betoog zou slagen dat de overname van ondergeschikte betekenis is, omdat er slechts 9 woorden van Faulkner zijn overgenomen en het niet aannemelijk is dat de waarde van Midnight in Paris of de exploitatiemogelijkheden van deze film daardoor (substantieel) zijn vergroot. Een gelopen race is het echter niet. De rechter zou namelijk ook de nadruk kunnen leggen op het kwalitatieve aspect en kunnen oordelen dat overname van deze "wel overwogen gekozen" woorden, hoewel van bescheiden omvang, niet is toegestaan, gelet op het feit dat het gebruik plaatsvindt met het oogmerk van integratie in en vergroting van de waarde van de film.

Parodie-exceptie
Sinds 2004 kent de Auteurswet met artikel 18b ook een parodie-exceptie. “Als inbreuk op een werk (…) wordt niet beschouwd de openbaarmaking of verveelvoudiging ervan in het kader van een karikatuur, parodie of pastiche(…)". De parodist pleegt geen inbreuk op het auteursrecht indien de parodie “in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is”. De wetgever heeft de norm bewust opengelaten. De bedoeling was dat deze in de praktijk zou worden ingevuld waarbij “Inspiratie kan worden ontleend aan de buitenlandse rechtspraak, waar voorwaarden als de humoristische bedoeling, het ontbreken van concurrentiemotieven en het ontbreken van verwarringsgevaar aanknopingspunten voor de rechter vormen om zijn oordeel op te baseren” [MvT, Kamerstukken II, 2001-2002, 28 482, nr. 3]. Deze voorwaarden worden door de Nederlandse rechter nu in de praktijk ook toegepast.

Kunnen de makers van Midnight in Paris zich met succes beroepen op de parodie-exceptie? Ze zullen de Nederlandse rechter er vermoedelijk in elk geval met gemak van kunnen overtuigen dat concurrentiemotieven ontbreken en ook dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. Iets meer creativiteit is waarschijnlijk nodig om te betogen dat er hier sprake is van een humoristische bedoeling, maar geheel kansloos is een beroep op deze beperking niet, zeker gezien de toevoeging "I met him too. I ran into him at a dinner party.

Afsluitend
Moet Woody Allen zich zorgen maken? Hebben de erven van Faulkner in Nederland (wel) een kans dat de rechter zal oordelen dat er sprake is inbreuk? Nee, zou mijn antwoord zijn. En het antwoord zou in ieder geval nee moeten zijn.

De Auteurswet zou voldoende ruimte moeten bieden aan dergelijk gebruik van (delen van) bestaande werken bij het maken van nieuwe creaties. Dit leidt uiteindelijk tot een groter en gevarieerder aanbod en draagt bij aan de ontwikkeling van cultuur.

De huidige beperkingen in de Auteurswet bieden, zoals hierboven toegelicht, wel enkele mogelijkheden voor creatief hergebruik, maar deze ruimte is (te?) beperkt. Hoewel (bijna) iedereen direct het gevoel zal hebben dat overname van het citaat van Faulkner in de film toch 'gewoon' moet kunnen, kan niet met volledige zekerheid worden gezegd dat dit gebruik onder een van de beperkingen van de Auteurswet valt. Het feit dat het citaat bewerkt is, kwalitatief wellicht niet ondergeschikt of niet humoristisch genoeg zou hier aan in de weg kunnen staan. En voor bijvoorbeeld bepaalde vormen van creatief hergebruik van muziekfragmenten bestaat zelfs helemaal geen ruimte.

Het Nederlandse kabinet heeft een aantal jaren geleden aangekondigd een ‘fair use’-uitzondering in de wet te willen opnemen die creatief hergebruik van werken stimuleert. Of deze beperking er daadwerkelijk zal komen is afwachten. Een ding is zeker, over de invulling van een eventuele beperking zal nog het nodige worden gezegd en geschreven. Mark Twain schreef al in 1903:

"Only one thing is impossible for God – to find any sense in any copyright law on the planet. Whenever a copyright law is to be made or altered, then the idiots assemble." [red Twainquotes]

In de afstudeerscriptie van een van dergelijke idioten* is al eens een bescheiden eerste, inmiddels zonder twijfel gedateerde, poging gedaan om een nieuwe beperking 'voor productief gebruik' vorm te geven (hier beschikbaar).

Thijs van den Heuvel
* Wie de schoen "past" trekke hem aan.

IEF 12922

Europese ontwikkelingen rondom auteursrecht

Uit de VOI©E-nieuwsbrief: Naast de ontwerprichtlijn collectief beheer is in Brussel en Straatsburg meer gesproken over auteursrecht in het kader van de digitale interne markt, waarbij ‘modernisering’ het steeds terugkerend thema is. Wordt vervolgd na het zomerreces.

Thuiskopie harmonisatie
Harmonisatie op Europees niveau van de thuiskopieregeling valt niet snel te verwachten. Over de aanbevelingen van voormalig Eurocommissaris Vitorino bestaat veel verschil van mening tussen lidstaten. Overigens wordt de aanbeveling dat de heffingen zichtbaar moeten zijn wel breed gedragen.

Begin juli heeft de commissie juridische zaken van het Europees Parlement naar aanleiding van het Vitorino-rapport over de thuiskopieregeling gedebatteerd. Het lid Françoise Castex (S&D) zal op 17 september een follow-up rapport indienen, dat niet-bindend is maar politiek wel van belang kan zijn. Amendementen kunnen worden ingediend tot half oktober, en op 18 december zal er in de juridische commissie over gestemd worden. Een plenaire stemming volgt op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2014.

Bevorderen legaal aanbod
Het Europees Parlement heeft op 4 juli een ontwerpresolutie aangenomen over het voltooien van de digitale interne markt. Daarin wordt de Europese Commissie onder meer gevraagd aantrekkelijk legaal digitaal aanbod te bevorderen met een gemoderniseerd auteursrechtkader voor de digitale interne markt, en stimuleringsmaatregelen te treffen voor innovatie en nieuwe dienstverleningsmodellen in combinatie met waarborgen voor bescherming van de rechten van en passende vergoedingen voor rechthebbenden.

Audiovisuele werken
De resolutie gaat ook in op de portabiliteit van audiovisuele content, inclusief op platforms voor 'video on demand' en vraagt de EC om maatregelen ter stimulering van de consumentenvraag naar films uit andere Europese landen, facilitering van grensoverschrijdende distributie (o.m. steun voor ondertitelen en nasynchroniseren), en vermindering van transactiekosten voor rechtenbeheer.

Ebooks
De resolutie noemt het verheugend dat de markt voor ebooks in Europa groeit en pleit voor interoperabiliteit van apparaten en systemen zodat de consument bij het kopen van ebooks over grenzen heen geen obstakels ondervindt. Ook wordt de Europese Commissie gevraagd de btw-tarieven voor ebooks en vergelijkbare goederen en diensten binnen de EU op elkaar af te stemmen, en te zorgen voor een eenduidige juridische definiëring van ebooks omwille van de rechtszekerheid.

De resolutie benadrukt voorts de noodzaak van mondiale samenwerking om in de toekomst de intellectuele eigendomsrechten te handhaven en te moderniseren, onder meer binnen de WTO en de WIPO, en dringt aan op actualisering van de Informatietechnologieovereenkomst (ITO) binnen de WTO, en op het verkennen – door de EU – van de mogelijkheid van een internationale digitale economische overeenkomst (IDEA).

Nieuwe richtlijn voor elektronische betalingsdiensten
De Europese Commissie is bezig een nieuwe richtlijn op te stellen die het elektronisch betalingsverkeer in de EU gemakkelijker en veiliger moet maken en standaardiseren zodat de verdere ontwikkeling van e-commerce wordt gestimuleerd, en tegelijkertijd wordt aangehaakt op nieuwe technologie, zoals betaling via de smartphone.

Vergelijkbare aanbevelingen voor de digitale interne markt en elektronische betalingsdiensten komen ook terug in de resolutie voor het Werkprogramma 2014 van de Europese Commissie, dat eveneens op 4 juli door het Europarlement is aangenomen. Ook daarin wordt de EC gemaand werk te maken van verdere modernisering van het auteursrecht zodat het aansluit op de realiteit van het digitale tijdperk.

Kroes werkt aan nieuwe regels voor netneutraliteit
Eurocommissaris Neelie Kroes komt dit najaar met nieuwe regelgeving voor elektronische communicatie in de EU, waarin een groot aantal onderwerpen wordt verwerkt. Een daarvan is netneutraliteit. Een uitgelekte versie van de plannen zorgde eerder deze maand voor commotie, omdat content en service providers de mogelijkheid zouden krijgen om speciale services voor meer snelheid en kwaliteit aan te bieden, waardoor er in feite juist discriminatie zou ontstaan in plaats van neutraliteit en het gewenste level playing field voor nieuwe, wellicht minder kapitaalkrachtige aanbieders uitblijft. Dat zou de innovatie eerder frustreren dan bevorderen. Kroes heeft hierop gereageerd in haar blogpost waarin zij tegenwerpt dat het mogelijk maken van speciale diensten juist bevorderlijk werkt voor een open internet en nieuwe spelers op de markt.

Triloog over richtlijnvoorstel voor collectief rechtenbeheer
Het Europees Parlement heeft voor de zomer gestemd over honderden amendementen op het richtlijnvoorstel voor collectief rechtenbeheer en multiterritoriale muzieklicentieverlening voor online toepassingen in de interne markt. De aangenomen amendementen zijn nog niet gepubliceerd. Na de zomer zal een ‘triloog’ plaatsvinden tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement om tot een gemeenschappelijk standpunt over het richtlijnvoorstel te komen met het streven daarover voor het einde van het jaar te kunnen stemmen. Mochten zij niet geen gemeenschappelijk standpunt bereiken, kan het tot een zogenaamde ‘tweede lezing’ komen.

IEF 12909

Voortgang EU-dossiers auteursrecht en IE

Voortgangsoverzicht EU dossiers Veiligheid en Justitie, Bijlage bij Kamerstukken II 2012/13, 32 317, nr. 181.
Voornemens, dossier in behandeling en implementatie: billijke vergoeding, handhaving, e-justitie, licensing Europe, collectief beheer onlinegebruik, verweesde werken.

Voornemen - VenJ - Billijke compensatie voor reproductie van beschermde werken door natuurlijke personen voor privégebruik (thuiskopieheffing, auteursrecht) - verwacht in 2013 - Bepalen dat regelingen voor billijke compensatie in het kader van de richtlijn zodanig functioneren dat rechthebbenden de verschuldigde inkomsten ontvangen zonder dat het functioneren van de interne markt voor elektronische media en uitrusting daardoor wordt belemmerd.

Voornemen - TK, EK - Handhaving van intellectuele eigendomsrechten - verwacht in 2013 - De hoofddoelstelling zou zijn Richtlijn (2004/48/EG) aan te passen aan de uitdagingen van vandaag om ervoor te zorgen dat de intellectuele-eigendomsrechten in de EU daadwerkelijk en eenvormig kunnen worden beschermd, met name in een digitale omgeving. Betreft procesrecht.

Voornemen - e-Justitie, voorstel voor een richtlijn - Verwacht in 2013 - Dit initiatief zal e-Justitie-project versterken als instrument om groei en rechtszekerheid op de interne markt te bevorderen.

Behandeling - Mededeling inzake content in de digitale markt (Licensing Europe) - COM(2012) 789 BNC 1561 - Voorstel ingediend 18 december 2012 - De mededeling is gericht op het totstandbrengen van een digitale interne markt op het terrein van het auteursrecht door middel van het bevorderen van online licenties.

Behandeling - VenJ, TK - Voorstel voor een richtlijn betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt - COM (2012) 372 BNC 1451 - BNC- fiche aan de Kamer aangeboden. Bespreking in de Raadswerkgroep, Coreper 19 juni 2013 - Algemene regels en transparantie die gelden voor alle auteursrechtenorganisaties en specifieke regels voor licentiëring van onlinemuziek, om de digitale markt te stimuleren en meer grensoverschrijdende diensten aan te bieden aan klanten in de hele EU.

Implementatie - Richtlijn 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (auteursrecht) - PB L 299 d.d. 27.10.2012 - De richtlijn beoogt harmonisatie van de omgang met verweesde werken bij digitalisering en online beschikbaarstelling van auteursrechtelijk beschermde werken (tekst, beeld en audiovisueel) door bibliotheken, educatieve instellingen, archieven, musea en publieke omroepen. Verweesde werken zijn werken waarvan de rechthebbende niet bekend of niet te traceren is.

IEF 12908

Midterm rapportage Digitale Agenda.nl

Bijlage bij Kamerstukken II 2012/2013, 32 637 nr. 70. (Midterm rapportage Digitale Agenda.nl)
Europese digitale markt. Aanleiding en doel - Eén Europese interne markt vormt de basis voor onze samenwerking in Europa op economisch gebied. Helaas is deze interne markt op digitaal gebied nog versnipperd. Door het wegnemen van grensoverschrijdende (handels)barrières kunnen consumenten en bedrijven profiteren van de schaalgrootte van de Europese markt.

1.10 Vergroten van de speelruimte ondernemers op de Europese digitale markt

Realisatie
In 2012 zijn twee onderzoeken naar het auteursrecht afgerond en aan uw Kamer aangeboden. Het onderzoek naar digitale drempels geeft een duidelijk beeld van de redenen waarom digitale content achterblijft. Uit het rapport blijkt dat digitale markten zeer dynamisch zijn. Knelpunten die enkele jaren geleden nog actueel waren, zijn inmiddels overwonnen. Dat laat zien dat veel drempels die in dit rapport geconstateerd worden, zonder overheidsinterventie geslecht worden. Sommige knelpunten, met name de juridische, vragen echter wel om maatregelen van de overheid. Deze juridische knelpunten dienen echter primair opgelost worden op Europees niveau. Daarom zet ministerie van Economische Zaken bijvoorbeeld zwaar in op modernisering van het Europese auteursrecht. |

Het Ministerie van Economische Zaken heeft het onderzoek‘Flexible Copyright’ laten uitvoeren. Dit is samen met het eerste advies van de Commissie Auteursrecht, over de vraag in hoeverre binnen de bestaande, op Europees en internationaal recht gebaseerde beperkingen op het auteursrecht ruimte is voor een flexibele uitzondering voor user generated content, op 30 oktober 2012 aan de Tweede Kamer gezonden.

De resultaten van het onderzoek ‘Flexible Copyright’ zijn betrokken bij het tweede advies van de Commissie Auteursrecht, waarin wordt bezien in hoeverre binnen de bestaande Europees- en verdragsrechtelijke kaders ruimte bestaat voor een flexibele uitzondering die aan de in het onderzoek gesignaleerde knelpunten tegemoet kan komen.

Nog te realiseren
De Commissie Auteursrecht heeft inmiddels haar tweede advies aan de Tweede Kamer uitgebracht. Het advies zal zo spoedig mogelijk worden toegezonden. Ook zal een inhoudelijke beleidsreactie op het advies van de Commissie auteursrecht en het onderzoek ‘Flexible Copyright’ de Kamer worden toegezonden.

De digitale interne markt staat de komende tijd prominent op de Europese politieke agenda omdat de Europese bedrijven en consumenten momenteel een potentiële groei van minimaal 4% van het Europese bbp mislopen door het ontbreken van een digitale interne markt. Brussel wil ruimte geven aan grensoverschrijdend zakendoen binnen Europa. Vertrouwen is hierbij cruciaal.

De Richtlijn elektronische handtekeningen wordt vervangen door een verordening die ook de wederzijdse erkenning van elektronische identiteiten gaat regelen. Elektronische identiteiten leveren een belangrijke bijdrage aan veilige digitale dienstverlening. Naar verwachting wordt de tekst van de verordening in 2013 vastgesteld. Om de interoperabiliteit van elektronische identiteiten te beproeven, neemt Nederland actief deel aan Europese pilots.

IEF 12898

Noot Beeldcitaat van Paul Geerts

P.G.F.A. Geerts, Noot onder Hof Leeuwarden 10 juli 2012 (Beeldcitaat), IER 2013/24, p. 213-222.
Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen.
Jaarlijks wordt in Europa door de Federation of European Screenprinters Associations (hierna: FESPA) een beurs georganiseerd waar nieuwe druktechnologieën en producten worden gepresenteerd. De FESPA-beurs is een belangrijke beurs op het gebied van zeefdrukken, ‘screenprinting’ en ‘digital imaging’. Vast onderdeel van de FESPA-beurs is de toekenning van de jaarlijkse FESPA Awards aan bedrijven die een bijzondere technologische prestatie hebben geleverd. In 2005 en 2007 heeft FM Siebdruck Werbung GmbH uit Duitsland (hierna: FM Siebdruck) op de FESPA-beurs voor de door haar gebruikte druktechnologie een prijs gewonnen. In beide gevallen heeft FM Siebdruck haar druktechnieken laten zien aan de hand van twee foto’s van fotograaf Werner Pawlok (appellant). Pawlok heeft aan FM Siebdruck toestemming gegeven zijn werken te gebruiken om de technieken te illustreren. Uitgeverij Y heeft in haar tijdschrift Sign (een vakblad voor de professionele zeefdrukker, de designmaker en de professionele gebruiker van ‘digitale imaging’-technieken) zowel in 2005 als 2007 over de FESPA-beurs en de winnende technologie van FM Siebdruck bericht. Op de omslag van beide tijdschriften is een foto van de winnende druktechniek van FM Siebdruck over de gehele bladzijde in kleur afgedrukt. Daarvoor heeft Pawlok aan uitgeverij Y geen toestemming gegeven en hij meent dan ook dat uitgeverij Y inbreuk gemaakt heeft op zijn auteursrechten [IEF 11564].

(Dit artikel is sterk ingekort, lees de gehele bijdrage onder de citeerwijze bovenaan dit artikel)

12. Waar – zo vraag ik mij af – haalt het hof deze wijsheid vandaan? Uit beide standaardarresten van de Hoge Raad volgt dat niet onmiddellijk. Het heeft er alle schijn van dat het hof zich hier door Quaedvlieg heeft laten inspireren. Die heeft in zijn noot onder het Damave/Trouw-arrest weer iets fraais bedacht. Ik citeer:

“Samenvattend. Het citaatrecht blijft ook na Groeipijnen (het Damave/Trouw-arrest van de Hoge Raad, P.G.) nog een wat nevelig terrein, maar dat is gezien de ingewikkeldheid van het leerstuk en de prille fase van ontginning niet zo verschrikkelijk. Ik zie de contouren van een toetsing in drie fasen verschijnen:
1. (basisvoorwaarde). Is er een verband tussen tekst en citaat (functioneel?).
2. Wordt de omvang van het citaat door het te bereiken doel en door het kwalitatief en kwantitatief gehalte van de tekst gerechtvaardigd (proportioneel)?
3. Wordt er geen wezenlijke afbreuk gedaan aan de exploitatiebelangen van de auteur?
Een toevoeging op persoonlijke titel. De laatste eis, dat geen afbreuk aan de exploitatiebelangen van de auteur wordt gedaan, zou ik het liefst als redelijkheidstoetsing en veiligheidsventiel willen zien, eerder dan als principieel uitgangspunt. In principe zou een citaat geoorloofd moeten zijn als aan de eis onder 1. en 2. is voldaan. Norm 3 zou pas moeten ingrijpen als norm 2 tot het uiterste is opgerekt (er wordt uitbundig en aanlokkelijk fraai geciteerd) en als bovendien blijkt dat systematisch (en lucratief) van auteurswerk wordt geprofiteerd. Dat is een beetje wat ik proef uit het voorbeeld dat Van Lingen, de initiator van het criterium van de zelfstandige exploitatiefunctie, in Auteursrecht in Hoofdlijnen geeft: ‘wanneer het zo is dat een kunsttijdschrift zijn economisch succes kennelijk mede dankt aan fraaie reprodukties die naast de tekst een zelfstandige plaats innemen, dan valt niet goed te billijken waarom de kunstenaar zich dit als kunstcitaat zou moeten laten welgevallen zonder daarvoor een cent te ontvangen’. Mogelijk was dat ook de situatie die in de ogen van de rechter bij Zienderogen Kunst speelde”.

13. Deze benadering van Quaedvlieg spreekt mij aan en zolang er op dit punt nog geen richtinggevende jurisprudentie van het HvJ EU is, is het een heel bruikbaar toetsingskader. Het onderhavige arrest van het hof laat dat ook zien.

14. Aangezien uitgeverij Y ook geen succesvol beroep kon doen op de beperkingen genoemd in art. 15 en 16a Aw, oordeelt het hof dat sprake is van een auteursrechtinbreuk. Het enige dat verder nog opvalt is de hoogte van de schadevergoeding: uitgeverij Y moet € 27.500 aan schadevergoeding betalen. Dat bedrag valt zo hoog uit omdat Pawlok een bekende fotograaf is (hij krijgt opdrachten van onder meer Nike, Philips, Sony en Kodak; r.o. 2.1). Pawlok kon aantonen dat het gebruikelijk is dat hij voor een paginagrote publicatie van zijn werk een licentievergoeding van € 5500 in rekening brengt. In dergelijke gevallen is het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding betrekkelijk eenvoudig.

Paul Geerts

IEF 12887

Opinie: Spotify is niet heilig

Een bijdrage van Erwin Angad-Gaur, Ntb.
Eerder verschenen op Computerworld.nl. Streamingdienst Spotify is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot het voorbeeld van legaal aanbod dat volgens velen de toekomst zal bepalen. Het merk is daarbij in korte tijd bijna spreekwoordelijk geworden. In veel artikelen vraagt men zich af waarom “een Spotify” voor films en TV-series uitblijft; nieuwe diensten voor E-Books worden al snel omschreven als “een Spotify voor boeken”.

Mede om die reden reageerden velen geschrokken bij het bericht dat Nigel Godrich en Thom Yorke de muziek van hun huidige band Atoms for Peace van Spotify hebben afgehaald (3voor12). Op Twitter en op discussieforums lijkt inmiddels een klein bommetje ontploft te zijn. Velen steunen het initiatief, maar anderen reageren vol onbegrip: Godrich en Yorke zouden op zijn best een achterhoedegevecht voeren: streaming is de toekomst.

Dat laatste is waar, het eerste hopelijk niet.

De strijd van Godrich en Yorke richt zich niet tegen streaming of streamingdiensten, maar op de ongelijke verdeling van opbrengsten. Grote platenmaatschappijen hebben een winstaandeel in Spotify en zullen in de toekomst steeds onevenwichtiger profiteren zonder dat artiesten (of kleine labels en eigen beheer artiesten) daar veel van zien. In de woorden van frontman Thom Yorke: “Vergis je niet. Nieuwe artiesten op Spotify krijgen geen geld. Terwijl aandeelhouders binnenkort wel veel verdienen. Simpel”.

Maar ook op een andere manier delen muzikanten onevenwichtig mee. Spotify reageerde onmiddelijk op de commotie door er op te wijzen dat men miljoenen aan rechthebbenden betaald. Dat wil zeggen: aan platenmaatschappijen; de doorbetaling aan artiesten is het probleem van Spotify niet, maar voor de artiest uiteraard essentieel.

Natuurlijk begrijpen musici dat zij voor een steam minder verdienen dan voor een download; radio en tv zijn vergelijkbare grootheden; verkopen zijn dat niet.

Voor radio en tv (en voor openbaarmakingen in de kroeg of in de sportkantine) echter worden de rechten collectief beheert door de Sena: producenten ontvangen 50% van de opbrengsten en artiesten gezamenlijk ook 50% (alles op basis van het werkelijke gebruik van hun werk). Die verdeling is bij on demand streaming ver te zoeken.

De oorzaak ligt in de Europese wetgeving die on demand digitale diensten heeft uitgezonderd van het Sena-mandaat. Pech voor de muzikant dus, maar ook pech voor de consument.

Door bij on demand diensten individuele exploitatie voor te schrijven heeft de Europese wetgever feitelijk gekozen om grote rechteneigenaren (major platenmaatschappijen en uitgevers) een monopoliepositie te geven bij de ontwikkeling van streaming diensten. Diensten kunnen niet zonder hun toestemming ontstaan, terwijl het verkijgen van toestemming van de enorme veelheid van rechthebbenden voor veel diensten alleen al administratief ondoendlijk is.

Op die wijze is Spotify (met de majors) als aandeelhouders in praktijk vrijwel monopolist; een positie waar ook de consument in de toekomst niet vrolijk van zal worden.

Innovatieve concurrenten komen niet van de grond; volwaardige diensten voor audiovisuele werken (waarvoor dezelfde regels gelden) laten nog altijd op zich wachten.

Om die redenen stelden de muziekvakbonden Ntb en FNV KIEM vorig jaar samen met de Franse en Nederlandse consumentenbond (gesteund door onder meer de NVJ, de DDG en vele andere beroepsorganisaties van auteurs en uitvoerenden) voor de Europese Richtlijnen grondig te herzien [IEF 12108]. In het belang van zowel artiesten en auteurs, als van consumenten. Van belang is een eerlijke verdeling te garanderen waar die nu ontbreekt, maar ook om concurrentie mogelijk te maken waar die nu node gemist wordt: op de markt voor de consument (waar nu de door Brussel voorgeschreven concurrentie op de markt voor rechtenverlening -het voorportaal van de markt waar het werkelijk om zou moeten gaan- alleen maar stagnatie creeert en innovatie de kop in zal blijven drukken).

Laat kortom op de markt duizend bloemen bloeien, maar wel met een eerlijke verdeling van opbrengsten. Spotify is daarbij zeker niet heilig; een open markt voor nieuwe initiatieven zou dat wel moeten zijn.

Erwin Angad-Gaur is secretaris/directeur van de Ntb (www.ntb.nl), de vakbond voor musici en acteurs.

IEF 12866

Nederlandse concept-reactie groenboek geconvergeerde audiovisuele wereld

Ministerie OCW, Nederlandse concept-reactie op het groenboek "voorbereiding op een volledig geconvergeerde audiovisuele wereld", 8 juli 2013.
De Europese Commissie heeft op 24 april 2013 het Groenboek “Voorbereiding op een volledig geconvergeerde audiovisuele wereld: Groei, creatie en waarden” gepubliceerd. De Commissie heeft daarbij alle belanghebbenden verzocht voor 31 augustus 2013 te reageren. Nederland stelt het op prijs dat de Europese Commissie dit Groenboek heeft gepubliceerd en maakt graag gebruik van de gelegenheid om haar visie te presenteren.

Lees verder

IEF 12853

Het auteursrecht verkeert in een legitimatiecrisis

Erwin Angad-Gaur, REFLECTIES - Legitimatiecrisis, SENA Performers Magazine 2013-2, p. 34-35.
Een bijdrage van Erwin Angad-Gaur, Ntb/ VCTN (en voorzitter van de Sena sectie uitvoerend kunstenaars).
Het auteursrecht verkeert in een legitimatiecrisis. Deze constatering is de afgelopen jaren in hoog tempo een cliché geworden. Geen beleidsnotitie of beschouwing over het intellectueel eigendom lijkt de afgelopen jaren compleet zonder deze verplichte constatering, meestal gepaard aan de bewering dat het auteursrecht, ruim een eeuw oud, ‘ouderwets’ is ingericht en ‘gemoderniseerd’ moet worden. Zodra echter moet worden vastgesteld op welke onderdelen het auteursrecht dan wel ‘ouderwets’ is, of welke modernisering moet worden doorgevoerd, lopen de meningen sterk uiteen. Zoals bij veel clichés: de betekenis lijkt hol en voor de ondersteuning van elk willekeurig standpunt inzetbaar. Het is daarom de moeite waard eens stil te staan bij deze veel herhaalde bewering en de mogelijke achterliggende oorzaken.

[red. Dit artikel is sterk ingekort, lees het gehele artikel hier]
Het wordt tijd die houding te veranderen. De problemen zijn duidelijk, zoals zelfs de oplossingen redelijk voor de hand liggen. Offline hebben wij gedurende vele tientallen jaren ook evenwichten gevonden tussen overheid en burger, tussen persvrijheid en verplichtingen van zorgvuldigheid, tussen maatschappelijk en individueel belang en tussen de belangen van rechteneigenaren en consumenten. Ook op internet blijven mensen mensen. Het wordt tijd voor oplossingen in plaats van retoriek.

Erwin Angad-Gaur

IEF 12845

Europees Parlement neemt unaniem rapport online muziekdiensten aan

MEPs support easier licensing for EU-wide online music services, 20130708IPR16829
Music - an art for itself - Headphones and music notes / musical notation systemUit het persbericht: On-line music service providers will get licenses more easily and musicians will receive royalties more quickly, enabling consumers to enjoy a wider range of music on-line, under rules approved on Tuesday by the Legal Affairs Committee.

"This text, adopted unanimously, is a key proposal for the digital single market. Simple and transparent licensing of copyright means more legal offers and easier access to online content for consumers. This reform also ensures fair remuneration for artists and will develop new business opportunities," said the rapporteur, Marielle Gallo (EPP, FR).

The proposal backed by legal affairs MEPs aims to make it easier for service providers to obtain licenses for on-line music services. It also seeks to improve protection of authors’ rights by making sure that royalties are collected more efficiently from service providers and distributed to artists more fairly and more quickly.

Encouraging new and better online music services
This should encourage the creation of new EU-wide on-line music services and help boost sales. In future, instead of having to deal with authors' collective management organisations in each EU member states, service providers could obtain licenses from a small number of such organisations operating across EU borders.

MEPs passed an amendment to ensure that smaller and less popular repertoires also have access to the market by requiring these collecting organisations to issue licenses under the same conditions for all repertoires.

Proper and timely remuneration to artists
MEPs amended the Commission proposal to ensure that rightholders receive their royalties more quickly, by cutting the deadline for paying them from 12 to three months from the end of the financial year in which the right revenue was collected.

Another amendment by MEPs gives authors and artists better control over the management of their rights. The rules will ensure that artists will have the freedom to choose the collecting society and that they can participate more easily in the decision-making process.

Next steps
The report was adopted by Legal Affairs Committee by 22 votes to 0, with 0 abstentions. The committee negotiators received a mandate to start negotiations with EU ministers.

Tips over de concrete tekst van dit rapport, wij houden ons aanbevolen: redactie@ie-forum.nl

IEF 12842

Opinie - JRC-rapport trekt verkeerde conclusies

Charlie Engels, JRC-rapport trekt verkeerde conclusies, IE-Forum.nl IEF 12842.
Een bijdrage van Charlie Engels, Buma/Stemra.
Muziek. De vraag of het downloaden uit illegale bron van auteursrechtelijk beschermde content leidt tot een daling van de inkomsten van de entertainmentindustrie, en meer in het bijzonder de muziekindustrie, houdt de gemoederen al jaren bezig. Er zijn inmiddels meerdere onderzoeken verricht waarmee men een antwoord heeft proberen te geven op deze vraag. Hoewel de resultaten van deze onderzoeken verschillen, lijkt de algemene opvatting die uit deze onderzoeken naar voren komt te zijn dat het illegale aanbod een negatieve invloed uitoefent op de verkoop van legaal materiaal.

Enige tijd geleden is opnieuw onderzoek gedaan naar dit fenomeen door The Institute for Prospective Technological Studies (IPTS) dat onderdeel is van de European Commission's Joint Research Centre (JRC). Het rapport dat het resultaat is van dit onderzoek beoogt de effecten van illegaal downloaden en legaal streamen op de verkoop van digitale muziek in kaart te brengen.

(Dit artikel is sterk ingekort, lees het gehele artikel hier)

Conclusie
Het JRC rapport kent in onze ogen een aantal belangrijke gebreken, zeker waar het gaat om de conclusies betreffende de vermeende positieve invloed die uitgaat van het illegale aanbod op consumptie van het legale aanbod. Hoewel downloaden uit illegale bron van muziek enigszins op zijn retour lijkt te zijn, moeten de negatieve effecten op legale alternatieven niet worden onderschat. Het principe dat moeilijk kan worden geconcurreerd met gratis, blijft (voor veel diensten) onverkort gelden. In een tijd waarin goede legale alternatieven alom aanwezig zijn, bestaat er geen reden meer om het illegale aanbod te laten voortbestaan. Het leidt enkel tot oneerlijke concurrentie en een belemmering voor de ontwikkeling van nieuwe business modellen. Nederland blijft een dubieuze rol spelen wat dit betreft door als een van de weinige landen downloaden uit illegale bron te blijven toestaan. Doordat dit gedrag op geen enkele manier gesanctioneerd of afgekeurd wordt door de Nederlandse overheid, beschouwt een groot deel van de Nederlandse bevolking deze handelingen als volkomen legitiem. Het valt te hopen dat hier op enig moment verandering in komt.

Charlie Engels
Jurist bij Buma/Stemra