Auteursrecht  

IEF 13964

AUTEURSRECHTDEBAT: 'Handhaving tegen illegaal downloaden richt zich op sites en tussenpersonen en niet op consumenten'

Tim Kuik, ‘Handhaving tegen illegaal downloaden richt zich op sites en tussenpersonen en niet op consumenten', Auteursrechtdebat 20 juni 2014, IEF 13964. Thema: Downloadverbod & thuiskopie. Door Tim Kuik, Stichting Brein. Wat opvalt bij discussies over handhaving van een 'downloadverbod' is dat die meestal over handhaving of heksenjacht tegen de consument gaan. In Nederland is dat wat onzinnig, omdat er in de praktijk niet tegen consumenten wordt gehandhaafd. Dat kon al wel voor p2p- gebruikers (van bijvoorbeeld BitTorrent), omdat die als ze downloaden tegelijkertijd ook uploaden en dat was altijd al verboden. Overigens was het downloaden van illegaal aangeboden software en games ook altijd al verboden en illegale downloaders daarvan werden ook niet aangepakt. Voordat het internet bestond, werden kopers van illegale cd's en dvd's trouwens ook niet aangepakt (de marktkramen wèl, vaak ook in samenwerking met de marktorganisatie).

De consensus binnen de media-industrie in Nederland is dat je consumenten het best kunt bedienen met legaal aanbod, ook online, en dat gebeurt dan ook steeds vaker, steeds beter, steeds sneller.

Handhaving van het 'downloadverbod' richt zich dus op de partijen die betrokken zijn bij de organisatie van illegaal gebruik. In de eerste plaats de sites die het faciliteren van illegaal downloaden als businessmodel hanteren. Omdat die sites vaak anoniem beheerd worden, richt handhaving zich ook op tussenpersonen die diensten aan dergelijke sites leveren zoals hosting providers, betaaldiensten, advertentienetwerken en access providers. Het gaat bij die tussenpersonen eerder om verantwoordelijkheid te helpen bij tegengaan van inbreuken en illegaal gebruik dan om aansprakelijkheid voor de schade.

In combinatie met legaal online aanbod kan dergelijke handhaving tegen illegale sites goed werken. Het doel is het constant verstoren van het illegale aanbod waardoor meer consumenten voor legaal aanbod zullen kiezen. Natuurlijk zal er een harde kern gebruikers zijn die nooit voor content wil betalen en altijd bezig zal blijven met illegaal aanbod. Het is mogelijk die groep beperkt te houden en er, mede door handhaving tegen illegaal aanbod, voor te zorgen dat legaal aanbod wordt geprefereerd door de consument die gemakkelijk online toegang tot content wil hebben.

Daarbij is het van belang dat de consument zich bewust is van zijn keuzes. Een mooie gelegenheid tot voorlichting is het moment dat een consument van illegaal aanbod gebruik wil gaan maken. Ervaring in Denemarken wijst uit dat 70% van bezoekers aan legale online platforms van geblokkeerde illegale platforms af komen. Zij worden op de landing page van zulke sites naar legaal aanbod verwezen in het kader van een "Share With Care" samenwerkingsprogramma tussen ISP's en rechthebbenden. Dat komt natuurlijk anders over dan zoiets als "deze site moet helaas geblokkeerd/gecensureerd worden op vordering van BREIN, uw ISP is in hoger beroep om uw toegang tot illegaal aanbod te herstellen".

In verscheidene landen waar het aanpakken van illegale downloaders wel aan de orde was, lijkt men ook tot het inzicht te komen dat voorlichting van consumenten is te prefereren boven bestraffing. In de Verenigde Staten zijn ISP's en rechthebbenden in onderling overleg overgestapt naar een "Copyright Alert" systeem van voorlichtende waarschuwingen en in het Verenigd Koninkrijk staat hetzelfde te gebeuren. Zelfs het Franse systeem, waar de uiteindelijke consequentie na drie waarschuwingen een boete kan zijn, is in de praktijk voornamelijk voorlichtend. Een eerste waarschuwing leidt in maar zo’n 10% van de gevallen tot een tweede waarschuwing, derde waarschuwingen liggen onder de 1% en er zijn slechts een handvol gevallen die tot een boete hebben geleid.

Tim Kuik

IEF 13950

Auteursrechtdebat - Discussies met een eigen, oorspronkelijk karakter

Over Auteursrechtdebat
Bij IE-Forum gaat het debat wél door

Auteursrechtdebat op www.IE-Forum.nl is gestart in het voorjaar 2014 met als doel het auteursrecht beter op de kaart te zetten en samen na te denken over de toekomst van het auteursrecht. Dit is nodig vanwege de grote veranderingen die het internet ons heeft gebracht. Auteursrechtdebat wil daarom een platform bieden waarin problemen aan de kaak worden gesteld en waar een goed debat over het auteursrecht mogelijk is. Auteursrechtdebat biedt de plek om samen te discussiëren over allerlei actuele onderwerpen over het auteursrecht, zoals de status van het hyperlinken en de toekomst van de thuiskopie. Verschillende thema’s worden hier gelanceerd met prikkelende stellingen. Daarnaast fungeert Auteursrechtdebat als archief, zodat u hier ook terecht kunt voor informatie over het auteursrecht.

Doet u ook mee? Heeft u een mening over de opgeworpen discussiepunten? Stuur dan uw reactie (van maximaal 600 woorden) per e-mail naar l.anemaet@vu.nl.

Contact

Auteursrechtdebat staat voor kwaliteit en discussies met inhoud. De redactie ziet erop toe dat het forum neutraal blijft en een open platform is dat voor iedereen toegankelijk is. Auteursrechtdebat wil graag een platform van goede kwaliteit blijven aanbieden. Daarom kan de redactie ingezonden documenten voorzien van passend bijschrift of besluiten een inzending aan te passen of niet te plaatsen. Bij plaatsing melden we altijd de naam van de inzender. Wilt u dat niet? Geeft u dat dan aan. U kunt uw reactie sturen naar l.anemaet@vu.nl.

Redactie

De hoofdredacteur van Auteursrechtdebat is Lotte Anemaet (Vrije Universiteit Amsterdam): l.anemaet@vu.nl.

De redactiecommissie van Auteursrechtdebat.nl bestaat onder meer uit de volgende leden:
Paul Keller (Kennisland)
Aad Verkade (vz commisie auteursrecht VNO-NCW / MKB Nederland):
Alfredo dos Santos Gil (NPO)
Joost Poort (IvIR)
Arda Gerkens (Lid Eerste Kamer SP)
Olga Scholcz (Stichting SURF)
Cyril van der Net (teamleider auteursrecht Veiligheid & Justitie)
Willem Wanrooij (Federatie Auteursrechtbelangen)

Bij het samenstellen van de database wordt zorgvuldig te werk gegaan. Heeft u bezwaar tegen publicatie van een bericht, neemt u dan contact op met de uitgever Claudia Zuidema: czuidema@delex.nl.

Onderwerpen
Hyperlinken & embedden
Downloadverbod & thuiskopie

Nuttige links
Auteursrecht.nl
thecontentmap.nl
IEF 13953

Conclusie AG: Geen onderscheid thuiskopievergoeding maken in wel/niet verwijderbare telefoongeheugenkaarten

Conclusie AG HvJ EU 18 juni 2014, IEF 13953, zaak C-463/12 (Copydan Båndkopi) - dossier
Zie prejudiciële vragen: IEF 12086. Uitlegging van artikel 5, lid 2, sub b, van [InfoSoc-richtlijn]. Geheugenkaarten, voor mobiele telefoons, die door een mobieletelefonie-operator worden ingevoerd en verkocht in een lidstaat. Verenigbaarheid met de richtlijn van een nationale regeling die voorziet in compensatie voor de rechthebbenden voor de kopieën die worden gemaakt op geheugenkaarten voor mobiele telefoons. Billijke compensatie. Conclusie AG:

1)      Artikel 5, lid 2, sub b, van [InfoSoc-richtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat het in principe niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat die voorziet in de heffing van de thuiskopievergoeding op geheugenkaarten van mobiele telefoons ter financiering van de billijke compensatie, voor zover het rechtvaardige evenwicht wordt gehandhaafd (...), terwijl de hoofdfunctie of belangrijkste functie van genoemde kaarten wat dat betreft van geen belang is.
Richtlijn 2001/29 moet evenwel aldus worden uitgelegd dat deze zich verzet tegen de wettelijke regeling van een lidstaat die voorziet in de heffing van de thuiskopievergoeding op verwijderbare informatiedragers, zoals geheugenkaarten van mobiele telefoons, ter financiering van de billijke compensatie, terwijl de heffing op niet-verwijderbare dragers welke deel uitmaken van apparaten of installaties die specifiek zijn ontworpen en worden gebruikt als informatiedragers voor privédoeleinden wordt uitgesloten, zonder dat deze uitsluiting objectief gerechtvaardigd is.
De verwijzende rechter zal de mogelijke objectieve rechtvaardiging van deze uitsluiting moeten beoordelen en daaruit de conclusies moeten trekken.

2)      Richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan de wettelijke regeling van een lidstaat die voorziet in de heffing van de thuiskopievergoeding ter financiering van de billijke compensatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, sub b, ervan, op de reproducties voor privégebruik die zijn gemaakt vanaf een onrechtmatige bron, evenals op de reproducties voor privégebruik die door de rechthebbenden specifiek zijn toegestaan en die op grond daarvan aanleiding hebben gegeven tot de betaling van een vergoeding of enige andere vorm van billijke compensatie.

3)      Richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat noch het gebruiken, noch het niet-gebruiken van doeltreffende technische beveiligingsvoorzieningen van bestanden van beschermde werken invloed heeft op de heffing van de thuiskopievergoeding ter financiering van de billijke compensatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, sub b, van genoemde richtlijn.

4)      Richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan de wettelijke regeling van een lidstaat die voorziet in de heffing van de thuiskopievergoeding ter financiering van de billijke compensatie op reproducties voor privédoeleinden, die voor de rechthebbenden slechts een minimale schade veroorzaken.

5)      Richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat zij in principe niet in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling, zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die voorziet in de heffing van de thuiskopievergoeding ter financiering van de billijke compensatie op informatiedragers bij de producenten en distributeurs daarvan, voor zover genoemde producenten en importeurs deze daadwerkelijk kunnen doorberekenen aan de gebruikers die genoemde dragers aanschaffen voor het maken van thuiskopieën of de terugbetaling ervan kunnen verkrijgen wanneer genoemde dragers worden aangeschaft voor duidelijk andere doelen dan het maken van thuiskopieën.

Het is aan de verwijzende rechter om deze omstandigheden te beoordelen en daaruit de conclusies te trekken.”

Gestelde vragen:

1)      Is het verenigbaar met richtlijn [2001/29] dat een nationale wet voorziet in compensatie van de rechthebbenden in geval van reproducties die zijn gemaakt vanaf een van de volgende bronnen:
[a)]      bestanden waarvan het gebruik is toegestaan door de rechthebbenden en waarvoor de klant een vergoeding heeft betaald (gelicentieerde inhoud van bijvoorbeeld internetwinkels);
[b)]      bestanden waarvan het gebruik is toegestaan door de rechthebbenden en waarvoor de klant geen vergoeding heeft betaald (gelicentieerde inhoud bijvoorbeeld in het kader van een marketingactie);
[c)]      een dvd, cd-rom, mp3-speler, computer enz. van de gebruiker, waar geen doeltreffende technische voorzieningen worden aangewend;
[d)]      een dvd, cd-rom, mp3-speler, computer enz. van de gebruiker, waar doeltreffende technische voorzieningen worden aangewend;
[e)]      een dvd, cd-rom, mp3-speler, computer of een ander apparaat van een derde;
[f)]      onrechtmatig gekopieerde werken, van het internet of van andere bronnen;
[g)]      bestanden die op een andere wijze rechtmatig zijn gekopieerd van bijvoorbeeld het internet (uit rechtmatige bronnen, waarbij geen licentie is verleend)?
2)      Hoe moet rekening worden gehouden met doeltreffende technische voorzieningen (zie artikel 6 van [richtlijn 2001/29]) in de regelgeving van de lidstaten inzake billijke compensatie (zie artikel 5, lid 2, sub b, van [genoemde] richtlijn)?
3)      Wanneer is bij de berekening van de compensatie voor kopieën voor privégebruik (zie artikel 5, lid 2, sub b, van [richtlijn 2001/29]) sprake van ‚situaties waar de schade voor de rechthebbende minimaal zou zijn’ als bedoeld in [punt 35 van] de considerans van de richtlijn, waardoor het niet verenigbaar zou zijn met de richtlijn dat een regeling van een lidstaat voorziet in compensatie voor de rechthebbenden voor dergelijke kopieën voor privégebruik (zie in dit verband het onderzoek waarnaar in punt 2 [van de verwijzingsbeslissing] wordt verwezen)?
4)      a)      Indien ervan wordt uitgegaan dat het kopiëren voor privégebruik niet de hoofdfunctie of belangrijkste functie is van geheugenkaarten in mobiele telefoons, is het dan verenigbaar met de richtlijn dat een regeling van een lidstaat voorziet in compensatie voor de rechthebbenden voor kopieën op geheugenkaarten van mobiele telefoons?
b)      Indien ervan wordt uitgegaan dat het kopiëren voor privégebruik een van de verscheidene hoofdfuncties of wezenlijke functies van geheugenkaarten in mobiele telefoons is, is het dan verenigbaar met richtlijn [2001/29] dat een regeling van een lidstaat voorziet in compensatie voor de rechthebbenden voor kopieën op geheugenkaarten van mobiele telefoons?
5)      Is het verenigbaar met het begrip ‚rechtvaardig evenwicht’ als bedoeld in punt 31 van de considerans van de richtlijn en met de uniforme uitlegging van het begrip ‚billijke compensatie’ in artikel 5, lid 2, sub b, daarvan, waarbij moet worden uitgegaan van de ‚schade’, dat een regeling van een lidstaat voorziet in een vergoeding voor geheugenkaarten, terwijl geen vergoeding wordt verlangd voor interne geheugens zoals van mp3-spelers of iPods, die zijn ontworpen en hoofdzakelijk worden gebruikt voor het opslaan van kopieën voor privégebruik?
6)      a)      Staat richtlijn [2001/29] in de weg aan een regeling van een lidstaat die bepaalt dat de producent en/of de importeur, die geheugenkaarten verkoopt aan handelaren, die de geheugenkaarten op hun beurt doorverkopen aan zowel particulieren als aan handelaren, zonder dat genoemde producent en/of importeur weet of de geheugenkaarten worden verkocht aan particulieren dan wel handelaren, verplicht is een vergoeding voor het kopiëren voor privégebruik te betalen?
b)      Is het voor het antwoord op de zesde prejudiciële vraag, sub a, relevant of de regeling van de lidstaat bepalingen bevat op grond waarvan de producent, de importeur en/of de distributeur geen vergoeding hoeven te betalen voor geheugenkaarten die voor professionele doeleinden worden gebruikt; dat de producent, de importeur en/of de distributeur, die de vergoeding toch heeft betaald, terugbetaling van de vergoeding voor geheugenkaarten kunnen verkrijgen voor zover deze kaarten voor professionele doeleinden worden gebruikt; en dat de producent, de importeur en/of de distributeur zonder vergoeding te betalen geheugenkaarten kunnen verkopen aan andere ondernemingen die zijn geregistreerd bij de organisatie die de vergoedingen beheert?
c)      Is het voor het antwoord op de zesde prejudiciële vraag, sub a of sub b, relevant
1)      of de regeling van de lidstaat bepalingen bevat op grond waarvan de producent, de importeur en/of de distributeur geen vergoeding hoeven te betalen voor geheugenkaarten die voor professionele doeleinden worden gebruikt, maar waar het begrip ‚gebruik voor professionele doeleinden’ als een aftrekmogelijkheid wordt opgevat die enkel bestaat voor ondernemingen die zijn goedgekeurd door Copydan Båndkopi, terwijl de vergoeding moet worden betaald voor geheugenkaarten die voor professionele doeleinden worden gebruikt door andere zakelijke klanten die niet zijn goedgekeurd door Copydan Båndkopi;
2)      of de regeling van de lidstaat bepalingen bevat op grond waarvan de producent, de importeur en/of de distributeur, wanneer de vergoeding (in theorie) toch is betaald, terugbetaling van de vergoeding voor geheugenkaarten kunnen verkrijgen voor zover deze kaarten voor professionele doeleinden worden gebruikt, maar waar:
a)      in de praktijk alleen de koper van de geheugenkaart de terugbetaling van de vergoeding kan verkrijgen, en
b)      de koper van de geheugenkaart een verzoek om terugbetaling van de vergoeding moet indienen bij Copydan Båndkopi;
3)      of de regeling van de lidstaat bepalingen bevat op grond waarvan de producent, de importeur en/of de distributeurs zonder vergoeding te betalen geheugenkaarten kunnen verkopen aan andere ondernemingen die zijn geregistreerd bij de organisatie die de vergoedingen beheert, maar:
a)      Copydan Båndkopi de organisatie is die de vergoedingen beheert, en
b)      de geregistreerde ondernemingen niet weten of de geheugenkaarten zijn verkocht aan particulieren dan wel handelaren?
IEF 13947

Geen klachten over gecertificeerde CBO's in 2013

Uit het persbericht: Uit het VOI©E-jaarverslag 2013 blijkt dat alle VOI©E-leden beschikken over het geactualiseerde CBO-Keurmerk en dat in 2013 geen klachten over een door een CBO in rekening gebrachte vergoeding zijn ingediend. Zorgen bestaan er over de nationale kop op de Europese richtlijn collectief beheer in de huidige Wet Toezicht, wat een negatieve invloed kan hebben op de concurrentiepositie van Nederlandse CBO’s.
Lees verder

IEF 13946

Green Streaming

Bart Wirtz, 'Green Streaming', Muziekwereld 2, 2014: 20 juni.
Ik zit met een dilemma. Of laat ik beginnen te zeggen dat ik eerst blij verrast was, en in een later stadium pas aan het wankelen werd gebracht. Het zit zo. Op Spotify kun je zien hoeveel een track van een bepaalde artiest gestreamd is. Toen ik er achter kwam dat een stuk van mij ongeveer 200.000 keer was beluisterd, werd ik meteen vrolijk en heb in mijn enthousiasme Buma/Stemra gebeld om te vragen hoeveel dat dan ongeveer zou opleveren. Zij lieten mij weten dat er met Spotify een percentage is onderhandeld dat uitkomt op 0,00001137 cent per gespeelde track. Met mijn getemperde blijdschap ben ik toen van mijn 2 welverdiende euro’s een espresso gaan kopen.

(...) Samen met mijn collega en mede-radiopresentator Rolf Delfos kwam ik daarom op het volgende idee: ‘Green Streaming’, een muziekplatform à la Spotify maar dan geënt op het idee van ‘groene stroom’. Het idee is dat de gebruiker er zeker van is dat het maandelijkse contributiebedrag goed terecht komt; bij de muzikanten dus. Het betekent tegelijkertijd dat het voor het grootste deel ook geïnitieerd moet worden door muzikanten zodat er een eerlijk 1 op 1 en transparent systeem ontstaat. Het lastige is dat een concurrent van Spotify met voldoende aanbod alleen is op te zetten met toestemming van de aandeelhouders van Spotify, te weten: de grote platenmaatschappijen. De oude economie dicteert nog altijd de nieuwe en houdt een concurrerend model met een andere verdeling van de opbrengsten tegen. Dit komt omdat de Europese Richtlijn die maatschappijen feitelijk een monopolie op on demand digitale diensten heeft gegeven.

Bovendien hebben veel Spotifygebruikers er geen idéé van dat hun geld niet bij de muzikanten terecht komt. Het heeft wat mij betreft dus prioriteit om dat bewustzijn te creëren. Ik weet niet hoe jullie er over denken, maar het lijkt mij goed om de financiële misstanden van dit systeem breed uit te meten. Het is belangrijk dat musici de voorstellen van de muzikantenbonden om de macht van de major platenmaatschappijen te doorbreken steunen, zich laten horen en mensen erop wijzen dat het beter kan en moet. En het zou wenselijk zijn als ook de platenlabels zich mengen in deze discussie zodat - en misschien hebben sommige grootverdieners hier geen zin in - er meer openheid komt over de gang van zaken. Want voor mij is er ook nog heel veel onduidelijk. Ik weet alleen dat ik 10 euro per maand neertel en dat ik van de 200.000 streams slechts mijn iets te bittere espresso kan betalen.

Bart Wirtz

IEF 13945

Sublicentienemer Bollywoodfilms succesvol tegen illegale dvd-verkoop

Rechtbank Den Haag 24 juli 2013, IEF 13945 (Dasoptical tegen KMI)
Auteursrecht. Sublicentie. Bollywood. Dasoptical exploiteert geluids- en beelddragers, met name op het gebied van Bollywoodfilms, en heeft van 2006 tot 2008 samengewerkt met KMI. Adlabs heeft een exclusief mondiaal licentierecht van verschillende auteursrechthebbende van Bollywoodfilms verkregen. Dasoptical heeft een exclusieve sublicentie voor Europa om de films te exploiteren en auteursrechten te handhaven. KMI verhandelt illegale kopieën en maakt volgens de rechtbank inbreuk, staking wordt bevolen evenals toekenning van winstafdracht ex artikel 27a AW.

De beoordeling
Licentie- en handhavingsrechten
4.11. Uit de documenten blijkt voldoende duidelijk dat [X] voor de films beschikt over exclusieve licentierechten voor Europa behalve het Verenigd Koninkrijk en dat hij het recht heeft bedongen om op eigen naam op te treden tegen inbreuk op de auteursrechten. Dit volgt uit de aanhef van de hiervoor in 3.6 vermelde enforcement of copyright aktes waarin de betreffende producenten bevestigen dat [X] deze rechten heeft.
4.12. Terecht wijst [X] op de zinsnede ‘In case during and because of such infringement proceedings the Courts accord any compensation, this will only be due to DASOPTICAL’ die in de enforcement of copyright aktes staat. Uit deze zinsnede gelezen in samenhang met de aanhef van de aktes, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [X] daarmee het recht heeft bedongen om rechtstreeks de door hem als licentienemer geleden schade vergoed te krijgen.

Inbreuk

4.21 De rechtbank verwerpt ook dit verweer van KMI. KMI betwist dat een film, inclusief alle geluidskanalen en al het bonusmateriaal, niet in zijn geheel op een dvd 5 format past, zoals [X] heeft gesteld, maar heeft die betwisting niet onderbouwd. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij. Ook als juist is, zoals KMI stelt, dat van iedere film meerdere originele versies zijn gemaakt van de hoesjes en van de dvd’s die niet met de Dasoptical dvd’s overeenstemmen, zodat niet gezegd kan worden dat gelet op het verschillende uiterlijk van de Dasoptical dvd’s en de KMI dvd’s sprake moet zijn van illegale dvd’s, baat dit verweer KMI niet. KMI heeft immers niet betwist dat de KMI dvd’s van het dvd 5 format zijn en dat daarop wel de films staan maar met een slechtere
geluidskwaliteit terwijl bonusmateriaal ontbreekt. Tot slot verwerpt de rechtbank het betoog van KMI dat het wel moet gaan om originele dvd’s omdat de naam van de producent op de KMI dvd’s staat vermeld. Met [X] is de rechtbank van oordeel dat als de (hoezen van de) dvd’s zijn nagemaakt dat dan juist ook de naam van de producent op die hoes wordt vermeld. Nu KMI heeft nagelaten nader te onderbouwen waarom de vermelding van de producent op de hoes enig bewijs oplevert dat het gaat om originele van de producent of zijn
distributeur afkomstige dvd’s, wordt aan dit argument voorbijgegaan.

4.28. Het door [X] gevorderde bevel om rekening en verantwoording af te leggen over het aantal verhandelde inbreukmakende dvd’s, de door KMI gehanteerde verkoopprijs en de door haar gemaakte winst is op grond van artikel 27a Aw toewijsbaar. (…)
IEF 13944

Kenmerken ingraaftrampoline zijn technisch en functioneel

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 juni 2014, IEF 13944 (Dutch Toys Group tegen Tol outdoor Leisure)
Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, De Gier|Stam & advocaten. Niet-geregistreerd modellenrecht. Auteursrecht. DTG heeft een ingraaftrampoline op de markt gebracht onder de naam EXIT InTerra. Avyna biedt ook een (ingraaf)trampoline aan onder de naam Pro-Line Model 1 en 2, waarop zij door DTG wordt aangesproken. Avyna geeft gemotiveerd aan dat door DTG genoemde kenmerken technisch en functioneel bepaald zijn; de verbinding van telkens twee poten ligt voor de hand omdat daarmee stabiliteit wordt verkregen en onnodig materiaalgebruik wordt voorkomen. De vorderingen worden afgewezen.

 

4.8. De verbinding tussen de poten draagt zonder twijfel bij aan de stabiliteit van het frame van de trampoline. Dit geeft DTG bij kenmerk e) ook zelf aan (Dit heeft als voordeel dat de krachten op het frame worden verdeeld tijdens het springen op de trampoline). Verbinding van telkens twee poten ligt voorshands oordelend voor de hand omdat daarmee voldoende stabiliteit wordt verkregen en onnodig materiaalgebruik (door alle vier de poten met elkaar te verbinden) wordt voorkomen. De voorzieningen rechter kan hierin geen vormgevingskeuze ontdekken.
4.9. Voor de vorm van de luchtroosters geldt evenzeer dat niet is gemotiveerd welke vormgevingskeuze op dit moment gemaakt zou zijn, nog daargelaten de vraag of uitsluitend de gekozen vorm van de luchtroosters kan leiden tot een voortbrengsel met een eigen karakter. (...)
Auteursrecht
4.10. Verwijzend naar dezelfde kenmerken die de trampoline een eigen karakter in modelrechtelijke zin geven, stelt DTG dat de EXIT InTerra-trampoline een oorspronkelijk werk is dat het persoonlijk stempel van de maker draagt en dus (ook) auteursrechtelijk beschermd is. Ook hier geldt evenwel dat voorshands wordt geoordeeld dat deze kenmerken technisch bepaald zijn, zodat die kenmerken niet kunnen bijdragen aan de door DTG ingeroepen auteursrechtelijke bescherming.

Lees hier:
KG ZA 14-362 (pdf)
IEF 13944 (link)

 

IEF 13943

Information Influx

Link
Join us and a host of renowned scholars in beautiful Amsterdam for our 25th birthday conference on the myriad challenges facing information law today. When IViR set up its research 25 years ago, the digital transition was just starting to gather speed. Since then, our societies have been undergoing enormous changes in the modes of expression, organization and (re)use of information. Traditional roles of producers, intermediaries, users and governments blur and are recast. Information is the central building block of market economies. New ways of creating, disseminating and using it impact the workings of democracy, of science and education, creativity and culture.

Information Influx will bridge disciplines, regions and institutional perspectives to confront the major challenges of developing the rules that govern the expression, organization and re(use) of information in our society – as the central aspects of IViR’s Research Programme.

Inschrijven: link
Waar: locaties UvA, Oude Luthersekerk, Rode Hoed, Brasserie Harkema.
Wanneer: 2-4 juli
Prijs: Academic / non-profit: € 295 (€ 308 incl. 4,5% transaction costs)
Business: € 550 (€ 575 incl. 4,5% transaction costs)

Inclusief: The conference fee includes admission to the academic programme on all days, lunches and refreshment breaks, and a conference dinner and farewell drinks.
Ordepunten: opvragen: informationinflux-ivir@uva.nl


Programma: pdf
Wednesday 2 July

13.00 – 16.30

Information Influx Young Scholars Competition

17.00 – 18.30

Information Influx public opening
Welcome Louise Gunning-Schepers (University of Amsterdam), Edgar du Perron (University of Amsterdam) and Bernt Hugenholtz (Institute for Information Law)
Keynote – Degrees of Freedom: Sketches of a political theory for an age of deep uncertainty and persistent imperfection – prof. Yochai Benkler (Harvard)
Young Scholars Award ceremony

19.00 – 22.00

IViR 25th birthday soirée – by invitation


Thursday 3 July

9.00 – 10.00

Keynote – Governance, Function and Form – prof. Deirdre Mulligan (University of California, Berkeley)

10.30 – 12.30

Parallel sessions
Rights in the mix
Behavioural targeting – If you cannot control it, ban it?
Tomorrow’s news: bright, mutualized and open?
Filtering Away Infringement: Copyright, Injunctions and the Role of ISPs

12.30 – 13.45

Lunch

13.45 – 14.30

Presentation – Julian Oliver & Danja Vasiliev

14.30 – 16.30

Parallel sessions
Mass-digitization and the conundrum of online access
The Algorithmic Public: towards a normative framework for automated media
Accountability and the public sector data push
A new governance model for communications security?

17.00 – 18.00

Keynote – Copyright as Innovation Policy – Fred von Lohmann (Google)

Evening

Conference Dinner


Friday 4 July

9.00 – 10.00

Keynote – Datafication, dataism and dataveillance – prof. José van Dijck (University of Amsterdam)

10.30 – 12.30

Parallel sessions
Global information flows and the nation state
United in diversity – the future of the public mission
Legalizing file-sharing: an idea whose time has come – or gone?

12.30 – 14.00

Lunch

14.00 – 15.00

Keynote – Intellectual Property: Two Pasts and A Future – prof. James Boyle (Duke Law School)

15.30 – 17.30

Parallel sessions
Assembly (Information.influx) by Agency
Big brother is back
Who owns the World Cup? The case for and against property rights in sports events

17.30 – 19.00

Farewell drinks

IEF 13940

Brief thuiskopieregeling en EU consultatie Auteursrecht

Brief Platform Makers voor AO Auteursrecht 19 juni 2014.
(...) EU consultatie Auteursrecht Platform Makers is met het kabinet van mening dat hervorming van met name het auteurs en naburig recht online in Europa van belang is. Op diverse punten menen wij echter dat hierbij meer ambitie op zijn plaats is en enkele accenten anders gelegd zouden moeten worden. Als bijlage bij deze brief zenden wij u ter informatie de reactie namens onze leden op de EU Consultatie. Enkele belangrijke hoofdlijnen:

- auteurs en artiesten zijn (evenals overigens consumenten) nadrukkelijk niet gebaat bij een systeem van open normen (‘fair use’); een systeem dat immers louter rechtsonzekerheid voor met name de zwakkere marktpartijen zou creëren;

- Platform Makers bepleit harmonisatie van de verschillende Thuiskopieregimes in de verschillende lidstaten –zie o.m. Hoofdstuk IV. Private copying and reprography (vooruitlopend daarop is overigens goed te constateren dat de huidige thuiskopietarieven in Nederland gebaseerd zijn op een benchmark van de tarieven in de vergelijkbare landen om ons heen);

- Tevens bepleiten wij diverse aanpassingen van het auteurs- en naburig recht ter versterking van de positie van auteurs en artiesten en ter verbetering van de werking van het auteurs en naburig recht online (zie onder meer beantwoording van de vragen 7, 20, 22, 23, 36, 37, 40, 41 en 72).

IEF 13939

Brief thuiskopieregeling en downloadverbod

Brief Consumentenbond, mede namens Ntb en FNV KIEM aan Vaste Kamercommissie V&J tbv AO Auteursrecht 19 juni 2014.
(...) Consumenten-, auteurs- en artiestenorganisaties bepleiten daarom wijziging van Europese Regelgeving middels introductie van wettelijke vergoedings- en licentiemodellen (die in Frankrijk, Nederland en de meest andere lidstaten voor radio-uitzendingen, voor uitlenen door bibliotheken en voor thuiskopiëren al jaren succesvol ingezet worden). Alleen op deze wijze is het naar onze overtuiging mogelijk een duurzaam evenwicht te creëren tussen de betrokken belangen en is het mogelijk zowel de privacy van consumenten, de vrijheid van meningsuiting, ondernemerschap, innovatie, als het recht van makers en producenten op een eerlijke vergoeding te respecteren.
Alleen op deze wijze kunnen 'Amerikaanse/Duitse' praktijken de Nederlandse samenleving bespaard blijven en is de criminalisering van consumenten te verhelpen.
Bijlage: 3-(C)DA Consumenten en Makers: Een Raamwerk om Cultureel aanbod te bevorderen en te reguleren, november 2012.

Lees verder