Auteursrecht  

IEF 11370

Kamer is tegen ACTA-verdrag en vergelijkbare verdragen

In een citaatselectie

Woordelijk verslag Tweede Kamer, Raad voor Concurrentievermogen
tijdens de 88e vergadering, 29 mei 2012. Start verslag vanaf de woorden van PVV-lid Van Bemmel: "In een land met open internet is ACTA niet welkom"

Kamer verwerpt ACTA, nu.nl.
Een Kamermeerderheid heeft dinsdag gestemd voor het verwerpen van ACTA. Het antipiraterijverdrag moet volgens diverse partijen niet geratificeerd worden.

Bits of Freedom, bof.nl:
Op initiatief van D66, VVD en PVV breidt een overgrote Kamermeerderheid vandaag de horizon van internetvrijheid in Nederland uit. Dat doen ze met de volgende drie moties:

Met motie 21 501-30, nr. 286 (pdf) verzoekt PVV (Van Bemmel en Elissen) de regering ACTA definitief niet meer te ondertekenen.
Met motie 21 501-30, nr. 287 (pdf) verzoeken D66 (Verhoeven) en VVD (Schaart), de regering ACTA definitief niet te laten ratificeren omdat de tekst van het verdrag in zijn huidige vorm te veel ruimte laat voor brede interpretaties “met negatieve gevolgen voor privacy en internetvrijheid van burgers en innovatie van bedrijven”.
Met motie 21 501-30, nr. 288 (pdf) verzoekt D66 (Verhoeven) de regering verder tegen nieuwe vergelijkbare verdragen te stemmen en “het auteursrechtbeleid toe te spitsen op de economische groeimogelijkheden die het internet biedt via onder meer nieuwe verdienmodellen voor legaal aanbod”.

Alledrie de moties werden met een ruime Kamermeerderheid aangenomen. Voor de liefhebbers: De regering moet een verdrag eerst ondertekenen, en pas dan kan de regering het verdrag sturen naar het parlement voor ratificatie. Nu zijn dus allebei die opties geblokkeerd.

D66.nl: D66-Kamerlid Kees Verhoeven is blij dat Nederland hoe dan ook tegen het internationale anti-piraterij verdrag ACTA stemt. Een Kamermeerderheid steunt het voorstel van de sociaal-liberaal en ziet in dat het verdrag de internetvrijheid en privacy van burgers en bedrijven in gevaar brengt.

Webwereld, Bom onder ACTA: Tweede Kamer tegen - update:
Daarmee zou Nederland definitief en na lang soebatten afscheid nemen van de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA). Dat internationale verdrag is bedoeld om het verhandelen van nagemaakte of onder copyright vallende goederen tegen te gaan. Dit omvat ook aangeboden muziek, film- en softwaredownloads die onder copyrightbescherming vallen.

Motie-indiener Kees Verhoeven wil niet afwachten tot het Europees Parlement gaat stemmen over ACTA. Dat zal gebeuren in juli. "Het ACTA-verdrag verdwijnt hoe dan ook van tafel, ongeacht of het Europees Parlement voor of tegen stemt", stelt Verhoeven in een verklaring. Als de motie wordt aangenomen, lijkt het niet voor de hand liggen dat het kabinet ACTA nog ter ratificatie zal aanbieden aan de Tweede Kamer.

Tweedekamer.nl: Stemmingsuitslagen
Stemmingen over: moties ingediend bij het VAO Raad voor  Concurrentievermogen
Aangenomen: 21 501-30, nr. 286 -de motie–Van Bemmel/Elissen over definitief niet meer ondertekenen van het Aangenomen: ACTA-verdrag 21 501-30, nr. 287 -de motie–Verhoeven/Schaart over definitief afzien van ratificering van het ACTA-verdrag in Nederland
Aangenomen: 21 501-30, nr. 288 -de motie–Verhoeven over het auteursrechtbeleid.

RT.Com: Dead on arrival? Dutch Parliament kills ACTA before EU vote.

Netzpolitik.org: Niederländisches Parlament stimmt gegen ACTA.

Slashdot.org: The Netherlands Rejects ACTA, and Does One Better

IEF 11367

Vingerafdruk geen intellectueel eigendom

Rechtbank Utrecht 25 mei 2012, LJN BW6545 (eiser tegen burgemeester van Utrecht)

Als vrijdagmiddagbericht. De aanvraag van het paspoort van eiser is buiten behandeling gelaten vanwege het niet afgeven van vingerafdrukken. Eiser heeft gewetensbezwaren opgeworpen, onder andere dat eiseres vanwege haar persoonlijke levensovertuiging bezwaar heeft, echter met artikel 8 EVRM is geen strijd.

De rechtbank volgt het betoog van eieser niet dat de wetgeschiedenis is achterhaald aangezien de oorspronkelijk beoogde langdurige opslag van vingerafdrukken inmiddels is komen te vervallen. Dat betekent niet dat de wetsgeschiedenis van de Paspoortwet is achterhaald. Tot slot heeft eiseres een beroep gedaan op art. 17 van het Handvest. Echter de rechtbank is van oordeel dat vingerafdrukken niet kunnen worden aangemerkt als een intellectueel eigendom in de zin van dat artikel.

Wetsgeschiedenis achterhaald
22. De rechtbank volgt eiseres evenmin in haar betoog dat de wetsgeschiedenis van de Paspoortwet inmiddels is achterhaald aangezien de oorspronkelijk beoogde langdurige opslag van vingerafdrukken in een reisdocumentenadministratie inmiddels, per 23 juni 2011, is komen te vervallen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat met de wijzigingen van de Paspoortwet is beoogd om het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten betrouwbaarder te maken. Zowel uit de wetsgeschiedenis als uit de totstandkoming van de Verordening blijkt dat de opslag van vingerafdrukken in een paspoort leidt tot een betrouwbaarder verband tussen de houder en het paspoort. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien dat het feit dat de wetgever inmiddels heeft besloten om af te zien van een systeem van langdurige opslag van vingerafdrukken gevolgen heeft voor de relevantie van de wetsgeschiedenis voor de onderhavige zaak. De rechtbank is overigens van oordeel dat ook uit de totstandkoming van en de onder 14 genoemde jurisprudentie over de Verordening reeds kan worden afgeleid dat de verplichte afgifte van vingerafdrukken ten behoeve van opslag in het paspoort niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM.

Artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
25. Eiseres heeft betoogd dat verweerder met het afnemen van de vingerafdrukken een inbreuk maakt op haar recht op eigendom, zodat hij haar op grond van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna; het Handvest) een financiële compensatie had moeten aanbieden. Ook dit betoog slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat vingerafdrukken niet kunnen worden aangemerkt als een (intellectueel) eigendom in de zin van artikel 17 van het Handvest, zodat reeds daarom voor een (aanbod voor een) financiële compensatie geen noodzaak is.

IEF 11364

Aanvullend IP-adres The Pirate Bay blokkeren

Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 25 mei 2012, KG RK 12-1126 (Stichting BREIN tegen UP, KPN, T-Mobile, Tele2)
De providers moeten een aanvullend IP-adres van The Pirate Bay blokkeren.

In twee zaken op tegenspraak, waaronder een kort geding tegen dezelfde partijen (IEF 11287 & IEF 10763), is al geoordeeld dat acces providers op grond van 26d Aw en 15e Wet Naburige Rechten een bevel kan woren opgelegd om de toegang van hun abonnees tot The Pirate Bay te blokkeren en dat een dergelijk bevel een juist evenwicht creëert tussen de rechten van de bij BREIN aangesloten partijen, de providers en derden. Voorshands uitgaande van de juistheid van dat oordeel komt het in deze zaak verzochte bevel voor toewijzing in aanmerking, aangezien BREIN voorshands voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat The Pirate Bay op dit moment  ook via het in het verzoekschrift genoemde IP-adres opereert.

De grijsmakingsbrief van KPN kan naar voorlopig oordeel niet leiden tot een andere conclusie.

IEF 11356

Inperking van de auteursrechtelijke thuiskopie-exceptie

J.G. Reus, Handhaving en inperking van de auteursrechtelijke thuiskopie-exceptie: balans verstoord of logische vervolgstap in de strijd tegen file sharing en het handhaven van auteursrecht op internet? Universiteit Utrecht 2012.

Bijdrage ingezonden door Jurre Reus.

Auteursrecht. Thuiskopieheffing. Filesharing. Downloadverbod. Illegale file sharing ondermijnt al jaren de legitimiteit van het auteursrecht op internet. Reeds in 2009 werd voorgesteld het thans nog op grond van de thuiskopie-exceptie toegestane downloaden uit evident illegale bron onrechtmatig te verklaren. Het maken van kopieën van ongeautoriseerd openbaargemaakte werken zou hiermee tot een einde moeten komen, terwijl handhaving bij gebruikers onwenselijk wordt geacht. De huidige (inmiddels demissionaire) regering hecht vooral waarde aan een downloadverbod om de file-sharing-faciliterende tussenpersonen beter te kunnen aanpakken.

De realiteit is echter dat dit reeds in het huidig wettelijk kader goed mogelijk is, omdat het belangrijkste aspect van file sharing (het openbaar maken/verspreiden) van auteursrechtelijk materiaal al onrechtmatig is. Ook het ‘uploaden’ met bijvoorbeeld BitTorrent is om die reden niet toegestaan, maar dit heeft gebruikers allerminst doen terugschrikken. De vraag roept zich op in hoeverre repressieve maatregelen de legitimiteit van het auteursrecht op internet kunnen herstellen.

Het afschaffen van de aan de thuiskopie-exceptie gerelateerde thuiskopieheffing (zoals vorig jaar voorgesteld) lijkt daarom op dit moment evenmin verstandig. De heffing is zeker niet ideaal, maar zorgt voor enige inkomsten.

De discussie rondom file sharing zou zich bij voorkeur niet in de eerste plaats moeten richten op het aanpakken van individuele gebruikers, maar meer gericht moeten zijn op het compenseren van auteurs/makers, het ontwikkelen van serieuze, laagdrempelige digitale alternatieven en het effectief bestrijden van illegaal aanbod. Dat dit laatste van belang is, is evident.

Lees de masterscriptie van J.G. Reus (Universiteit Utrecht), hier.

IEF 11355

NMa heeft Buma voldoende onderzocht op misbruik

CBB 24 mei 2012, LJN BW6327 (Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland tegen NMa en Vereniging BUMA)

In navolging van IEF 8144. Het betreft een klacht van eiseres tegen de tarieven die Buma in rekening brengt bij radio-omroepen. Eiseres meent dat Buma, door prijsdiscriminatie en excessieve tarieven,  misbruik maakt van haar economische machtspositie en daarmee art. 24 Mw overtreedt. Voorts klaagt eiseres dat de door Buma met buitenlandse collectieve beheersorganisaties gesloten wederkerigheidsovereenkomsten in strijd zijn met art. 6 Mw. Deze klacht is afgewezen, het bezwaar en beroep worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven concludeert dat door de NMa voldoende toereikend onderzoek is gedaan waaruit is voortgekomen dat de Vereniging BUMA geen misbruik maakt van een economische machtspositie. Er is terecht geen aanleiding geweest om nader onderzoek in te stellen.

5.3  Naar aanleiding van het gestelde in de klacht en van de gegevens en bescheiden die door appellante als klaagster bij deze klacht en nadien zijn overgelegd, alsmede naar aanleiding van andere klachten, tips en signalen, heeft NMa onderzoek verricht. NMa heeft bij Buma, wier gedragingen voorwerp vormen van deze klacht, informatie ingewonnen over de door haar gehanteerde tariefsystemen.

NMa heeft op grond van de verkregen informatie geconcludeerd dat een vorm van uitsluiting als gevolg van prijsdiscriminatie door Buma niet aannemelijk is geworden. Hij heeft hierbij overwogen dat in de klacht niet is vermeld welke uitsluitende effecten optreden als gevolg van de manier waarop Buma prijsdiscriminatie zou toepassen. NMa heeft voorts onderzocht of prijsdiscriminatie door Buma tot uitbuiting van appellante zou kunnen leiden doordat het tarief dat zij aan appellante in rekening brengt als excessief zou kunnen worden aangemerkt. Een veel gebruikte methode om te achterhalen of sprake is van excessieve tarieven, op basis van kostenoriëntatie, was naar de opvatting van NMa niet mogelijk omdat het tarief niet of nauwelijks kan worden gerelateerd aan kosten. Een alternatieve methode, internationale kostenvergelijking, leverde een sterk wisselend beeld op. Niet kon worden gesteld dat het tarief dat Buma voor 2006 voor appellante hanteerde, over de hele linie aanzienlijk hoger was dan dat in de vergelijkingslanden, laat staan enkele malen hoger, zoals het geval was in het hiervoor genoemde arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1989. De tweede alternatieve methode die het achterhalen van de welvaartseffecten behelst, bleek niet praktisch uitvoerbaar.

5.4  Appellante heeft in hoger beroep niet beargumenteerd waarom de tariefdifferentiatie zoals die door NMa is vastgesteld zou kunnen leiden tot uitsluiting van de markt noch heeft appellante enig argument aangevoerd tegen de motivering van NMa waarom een uitsluitingseffect van tariefdifferentiatie door Buma niet waarschijnlijk is. Onder deze omstandigheden is niet gebleken dat NMa tekort is geschoten in het onderzoek van de klacht dat tariefdifferentiatie van Buma leidt tot uitsluiting van marktdeelnemers en om die reden in strijd zou zijn met artikel 24 Mw.

5.5  Met betrekking tot het beroep van appellante op het arrest van het Hof van Justitie van 11 december 2008 volstaat op te merken dat dit arrest bevestigt dat tariefdifferentiatie op zich niet voldoende is om als misbruik te kunnen worden gekwalificeerd. Andere omstandigheden dan die door NMa in het besluit in aanmerking zijn genomen en die zouden kunnen meebrengen dat het tariefsysteem dat door Buma in de periode 1 januari 2007 tot 1 januari 2010 werd gehanteerd wel als misbruik zou kunnen worden aangemerkt en die daarom aanleiding tot nader onderzoek door NMa zouden moeten vormen, zijn door appellante niet gesteld.

5.8  Het vorenoverwogene leidt het College tot de slotsom dat NMa, aangezien hij op basis van het reeds uitgevoerde onderzoek geen misbruik van een economische machtspositie heeft kunnen vaststellen en appellante vervolgens onvoldoende indicaties voor bedoeld misbruik heeft aangedragen, terecht geen aanleiding heeft gezien een nader onderzoek in te stellen. Het College onderschrijft de conclusie van de rechtbank dat geen grond bestaat voor het oordeel dat het onderzoek van NMa ontoereikend is geweest. De aangevallen uitspraak dient derhalve te worden bevestigd.

IEF 11352

Leenrecht essentieel bij uitwerking herstructurering

Inbreng schriftelijk verslag van een schriftelijk overleg over de actualisering van de bibliotheekwetgeving, niet-dossierstuk 2011/12, documentnr 2012D21172.

Leenrecht en e-books. De leden van de VVD vragen aandacht voor relatie uitgever en bibliotheken.

De voornoemde leden zijn van mening dat provincies geen rol meer hebben in het bibliotheekstelsel. Voorts vragen zij aan de staatssecretaris een reactie te geven op de brief van de Stichting Auteursrechtbelangen, zoals gedaan in hun brief aan de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 11 mei 20122, met betrekking tot de ontwikkelingen van het e-book in relatie tot het leenrecht. De voornoemde leden vragen de staatssecretaris om met name in te gaan op het verzoek van de Stichting Auteursrechtbelangen om er voor te waken om nieuwe exploitatiemodellen in de kiem te smoren en eerst de ervaringen af te wachten van de in de brief genoemde gezamenlijke initiatieven.

In de situatie rond het leenrecht binnen de digitale structuur is nog veel onduidelijkheid. In de hoofdlijnenbrief zegt de staatssecretaris dat auteurs- en leenrecht van het e-book buiten het bestek van het wetsvoorstel vallen. Deze leden vragen of dit mogelijk is, aangezien keuzes hieromtrent direct van invloed zijn op het verdienmodel van de bibliotheekbranche en derhalve op de meest gewenste wijze van structurering. Auteursrecht heeft betrekking op de relatie tussen uitgever en auteur; leenrecht heeft in de visie van voornoemde leden betrekking op de relatie tussen uitgever en bibliotheek en is derhalve essentieel bij de uitwerking van de herstructurering.

De voornoemde leden vragen of de staatssecretaris deze mening deelt. Zo ja: wat zou dat betekenen voor het definitief maken van het wetsvoorstel? Daarnaast vragen deze leden of de staatssecretaris met betrekking tot bovengenoemd leenrecht in dialoog is met de sector: zo ja: met welke partijen, zo nee, waarom niet?

IEF 11350

Op herhaling: VvA Ledenvergadering: Filmauteursrecht

Vva Ledenvergadering vrijdag 25 mei 2012, programma wetenschappelijk gedeelte: Filmauteursrecht (Art. 45a e.v. Auteurswet)
EYE Filminstituut, IJpromenade 1, 1031 KT Amsterdam

Morgen, vrijdag 25 mei 2012 vindt de Ledenvergadering van de Vereniging voor Auteursrecht plaats. Het wetenschappelijke deel van de vergadering is gewijd aan het Filmauteursrecht ( Art. 45a e.v. Auteurswet).

De middag staat onder leiding van Prof. mr. A.A. Quaedvlieg ( Radboud Universiteit Nijmegen, Klos Morel Vos & Schaap) en van Prof.dr. M.R. F. Senftleben ( Vrije Universiteit Amsterdam, Bird & Bird LLP).

Sprekers & Onderwerpen

  • ‘De bijzondere regeling van het Filmauteursrecht in art. 45a Aw e.v.’ door Prof. mr. J.J.C. Kabel ( IvIR, DLA Piper)
  • ‘Exploitatie van audiovisueel werk: primair of secundair, individueel of collectief?’ door Prof. mr. D.J.G. Visser ( Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap)
  • 'The Diplomatic Conference on the Protection of Audiovisual Performances, June 20 to 26, 2012' door Paolo Lanteri (Assistant Legal Officer Copyright Law Division World Intellectual Property Organization)

Paneldiscussie met onder meer Erwin Angad Gaur (Platform Makers) , Jochem Donker (CEDAR) , Alfredo dos Santos Gil (NPO) en Roland Wigman ( Versteeg, Wigman, Sprey advocaten)

Het huishoudelijk gedeelte begint om 13.30 uur.
Het wetenschappelijk gedeelte begint om 14.00 uur.

Let op: De vergadering wordt dit keer gehouden in het EYE Filminstituut, IJpromenade 1 te Amsterdam.

IEF 11343

Twee vergelijkbare situaties, twee uit elkaar liggende uitkomsten

N. Beens, ‘Twee vergelijkbare situaties, twee uit elkaar liggende uitkomsten’, IEF 11343.

Een bijdrage van Neeltje Beens, BRight advocaten.

In deze bijdragen worden PR Aviation tegen Ryanair Ltd (IEF 11064) en Vereniging Piratenpartij tegen Stichting BREIN (IEF 11289) gecombineerd besproken.

(...) Beide zaken hebben een duidelijke overeenstemming. Zowel PR Aviation als de Piratenpartij geven bepaalde informatie door aan een gebruiker, die hierom uitdrukkelijk verzoekt. Allebei geven zij niet direct toegang tot de achterliggende website of informatie, maar fungeren zij als een doorgeefluik.

Desondanks is de uitkomst in beide gevallen verschillend. Hoewel dit bij PR Aviation/Ryanair niet is aangekaart, hebben zowel PR Aviation als de Piratenpartij technisch gezien een positie als tussenpersoon. Het verschil is echter dat bij PR Aviation derden geen gebruik maken van haar diensten om auteursrechtinbreuk te plegen, zodat zij niet kon worden aangesproken via art. 26d Auteurswet. Met het technische procedé van opvragen en tonen van vluchtgegevens maakte ze zelf ook geen inbreuk, zodat de koek voor Ryanair op was.

Hoewel het technisch gezien bij de Piratenpartij vergelijkbaar is, werd haar proxy door derden gebruikt om auteursrechtinbreuk te plegen, wat al was vastgesteld in de BREIN / Ziggo & XS4ALL-uitspraak. Om die reden was hier wél een verbod mogelijk. Overigens is het waarschijnlijk dat een dergelijke proxy (alleen gericht op The Pirate Bay) ook te verbieden valt onder onrechtmatige daad (vergelijk FTD / Eyeworks).

Twee vergelijkbare situaties, twee uit elkaar liggende uitkomsten. Speerpunten die hier toch uit volgen: het noodzakelijke gebruik van een gegevensverzameling van derden is toegestaan, indien dit rechtmatig en als een normale gebruiker plaatsvindt. Het aanbieden van een (reverse) proxy die er met name op is gericht auteursrechtinbreuk te plegen, is dat in ieder geval niet.

Lees de gehele bijdrage hier

IEF 11341

Op herhaling: merken-, modellen- en auteursrechtlunch

West-Indisch Huis te Amsterdam, vrijdag 1 juni van 11.45 tot 15.00 uur.

Op vrijdag 1 juni 2012 organiseert deLex, uitgever van onder meer IE-Forum.nl wederom een intensieve jurisprudentielunch. Tobias Cohen Jehoram, Christien Wildeman en Joris van Manen zullen de belangrijkste uitspraken op het gebied van het merken-, modellen- en auteursrecht behandelen. Van iedere uitspraak zal de essentie en het belang voor de praktijk worden besproken, zodat u in slechts drie uur volledig op de hoogte bent van de actuele ontwikkelingen in de rechtspraak. Met o.a. de volgende uitspraken:
Stokke / Marktplaats
Concl. AG Huydecoper nzake Thuiskopie
BREIN / Ziggo en XS4ALL
BREIN / UPC c.s.
BREIN / Piratenpartij

Football Dataco

HvJ EU Frisdrankenindustrie Winters / Red Bull
HR Trianon / Revillon
HR Bulldog / Red Bull

Kosten 
Deelname € 325,- per persoon (excl. BTW).
Sponsors van IE-Forum betalen slechts € 275 (excl. BTW).

 

Hier aanmelden

IEF 11338

Vordert alsnog uitvoerbaar bij voorraad

Rechtbank 's-Gravenhage 16 mei 2012, HA ZA 11-1939 (Informa Europe tegen Multi Tasking Beheer)

In de serie Informa / Multitasking. Incident. Distributie van software voor advocatenkantoren. Multitasking vordert alweer de verklaring van uitvoerbaar bij voorraad van KG-vonnis (IEF 9719), zodat de omschreven beslagen zijn opgeheven.

Multi Tasking c.s. wordt in de geformuleerde incidentele vordering naar het oordeel van de rechtbank om dezelfde redenen die aan de orde waren in het kort gedingvonnis van 26 september 2011 niet-ontvankelijk verklaard.

De incidentele vorderingen komen er in essentie op neer dat alsnog de desbetreffende onderdelen uit het kort geding vonnis van 30 mei 2011 uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Dit terwijl vorderingen met gelijke inhoud (het uitvoerbaar verklaren van de opheffing van de beslagen) ook al aan de orde zijn gesteld in twee eerdere procedures, de procedures die hebben geleid tot de kort gedingvonnissen van 30 mei (IEF 9719) en 26 september 2011 (IEF 10235).

De rechtbank overweegt dat het instellen van een vordering in kort geding die in een eerder kort geding al op dezelfde juridische en feitelijke grondslagen naar voren is gebracht, in strijd is met de goede procesorde, althans misbruik van procesrecht oplevert (vgl. HR 27 mei 1983, LJN AG4601). Informa c.s. heeft in dit verband terecht aangevoerd dat een voorlopige voorziening binnen een bodemprocedure vergelijkbaar is met een kort gedingprocedure. Het verbod van herhaling van een vordering met eenzelfde inhoud of strekking tegen eenzelfde wederpartij geldt eveneens voor ordemaatregelen zoals vorderingen in kort geding of verzoeken om voorlopige voorzieningen. Daarvan is in dit geval sprake. Multi Tasking c.s. worden niet-ontvankelijk verklaard.