Vzr. Rechtbank Rotterdam 8 mei 2012, LJN BW6551 (eiser tegen gedaagden)
Op de website hebben gedaagden een artikel geplaatst 'Pas op voor Marc vd S!! [Noemt zich inmiddelx Marco vd S]' en deze voorzien van een foto van eiser.
Eiser heeft geen spoedeisend belang bij de verwijdering van het artikel, immers is het artikel uit 2008 (inmiddels vier jaar geleden). Het is niet aannemelijk dat het artikel thans als één van de eerste zoekresultaten wordt weergegeven als men via Google zoekt op de naam van eiser.
De bij het artikel geplaatste foto betreft een zonder opdracht vervaardigd portret in de zin van artikel 21 Auteurswet. Binnen dit kort geding is voldoende aannemelijk geworden dat een redelijk belang van [eiser] zich tegen de publicatie van de Foto bij het Artikel verzet, nu eiser zeer herkenbaar op de foto staat in de context van een artikel waarin zijn persoonlijke levenssfeer wordt aangetast; er worden immers gedetailleerde en niet vleiende mededelingen omtrent zijn wijze van zakendoen gedaan. Nu eiser een redelijk belang heeft bij verwijdering van de foto zal dit gedeelte van de vordering worden toegewezen.
Onder I gevorderde:
[eiser] heeft hiermee naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gesteld en aannemelijk gemaakt om een spoedeisend belang bij het onder I gevorderde, dat door [gedaagden]. wordt betwist, aan te kunnen nemen. Daarbij is in de eerste plaats van belang dat het Artikel al bijna vier jaar geleden op het internet is geplaatst. Voorts betwisten [gedaagden]. en is ook niet aannemelijk dat dit Artikel thans als één van de eerste zoekresultaten wordt weergegeven als men - via Google - zoekt op de naam [eiser], dan wel [eiser]. Ook op de website van [W] springt het Artikel niet snel in het oog. Dat het Artikel te vinden is bij enig nader zoeken is wel aannemelijk, maar dat is, tegen de achtergrond van de omstandigheid dat dit al jaren het geval is, van onvoldoende gewicht, zelfs als in aanmerking wordt genomen dat de verwijzing naar "[eiser]" van december 2011 dateert.
(...)
Onder deze omstandigheden valt niet in te zien dat sprake is van een spoedeisend belang van [eiser] bij de in dit kort geding onder I gevorderde voorziening tot verwijdering van het Artikel van de website van [W]. Dit leidt tot de conclusie, dat het onder I gevorderde reeds bij gebrek aan spoedeisend belang dient te worden afgewezen.
Onder III gevorderde (portretrecht)
Tussen partijen is niet in geschil dat de bij het Artikel geplaatste Foto een zonder opdracht vervaardigd portret in de zin van artikel 21 Auteurswet (Aw) betreft en dat [eiser] geen toestemming heeft verleend aan [gedaagden]. om de Foto bij het Artikel of elders op de website van [W] te plaatsen. [eiser] komt mitsdien in beginsel het recht toe om deze publicatie van deze Foto - op grond van het hem toekomend portretrecht in de zin van artikel 21 Aw - te (doen) verbieden, reeds op grond van het enkele feit dat de Foto zonder zijn toestemming bij het Artikel is geplaatst.
Dit recht kan [eiser] alleen ontzegd worden indien geoordeeld moet worden dat hij geen redelijk belang heeft bij een verzet tegen openbaarmaking. Binnen dit kort geding is voldoende aannemelijk geworden dat een redelijk belang van [eiser] zich tegen de publicatie van de Foto bij het Artikel verzet, nu [eiser] zeer herkenbaar op de foto staat in de context van een artikel waarin zijn persoonlijke levenssfeer wordt aangetast; er worden immers gedetailleerde en niet vleiende mededelingen omtrent zijn wijze van zakendoen gedaan. Uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer vloeit voort dat indien de openbaarmaking van een portret inbreuk maakt op dit recht, in beginsel sprake is van een redelijk belang van de geportretteerde als bedoeld in artikel 21 van de Auteurswet dat zich tegen die openbaarmaking verzet (HR 1 juli 1988, NJ 1988, 1000). Dat de belangen van [gedaagden]. bij plaatsing en handhaving in deze zwaarder wegen dan het belang van [eiser] bij verwijdering van de Foto bij het Artikel is niet aannemelijk geworden. Weliswaar is sprake van een zeker belang van [gedaagden]. (zie hierna onder 5.9) bij het verstrekken van informatie, maar niet aannemelijk is geworden dat daartoe de Foto noodzakelijk zou zijn; daarbij is in aanmerking genomen dat de aard van de waarschuwing niet meebrengt dat voor het algemene publiek, dat [eiser] van de Foto zonder meer zal herkennen, zodanige herkenning zinvol, laat staan nodig is. [gedaagden]. hebben op dat punt ook niets concreets gesteld.
Dictum
veroordeelt [gedaagden]. hoofdelijk om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, de het bij het Artikel (zie 2.5) geplaatste Foto van [eiser] van de website [W] te verwijderen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag voor elke dag dat daaraan niet is voldaan met een maximum van € 2.500,00 aan te verbeuren dwangsommen;
Op andere blogs:
SOLV (Geslaagd beroep op portretrecht, vier jaar na dato)