DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 7880

Vraagtekens bij de motivering

Fulco BlokhuisFulco Blokhuis, Boekx Advocaten: Noot bij Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 28 april 2009, IEF 7854, Cafe Bolle Jan te Amsterdam tegen  Apresskihut Bolle Jan te Eersel (NB).

"De beschermingsomvang van merken in de horeca blijkt de laatste tijd beperkt. Waar in 2007 Bistro Tante Pietje uit Den Bosch zich nog met succes kon verzetten tegen Tante Pietje uit Beverwijk (op grond van handelsnaamoverwegingen ondanks een afstand van 110 km) , hebben etablissement Einstein  en café Bolle Jan  allebei bot gevangen, toen zij hun concurrenten in andere regio’s hun naam wilden doen wijzigen. Bij alle vonnissen kan je vraagtekens zetten bij de motivering."

Lees de gehele noot hier.

IEF 7875

In Nederland ten uitvoer worden gelegd

Daan de LangeDaan de Lange, Brinkhof: Noot bij Hoge Raad, 7 november 2008, LJN: BD7584, Realchemie / Agrar. (Gepubliceerd in JBPr 2009/2).

“Kan een kostenveroordeling van een Duitse einstweilige Verfügung in Nederland ten uitvoer worden gelegd? Om die vraag draaide het in deze zaak. De Hoge Raad heeft er zijn arrest (tevens gepubliceerd in NJ 2008/579), weinig woorden voor nodig. Het ligt echter m.i. iets gecom-pliceerder dan hij (in het voetspoor van Advocaat-Generaal Strikwerda) het doet voorkomen. In deze noot wil ik (1) iets zeggen over het systeem van tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen onder de EEX-Verordening (Verordening (EG) 44/2001, PbEG 2001, L 012, hierna het ‘EEX’), (2) de casus kort behandelen, (3) het onderhavige arrest bespreken in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (‘HvJ’) en (4) kort stil staan bij andere Communautaire regelgeving op het gebied van procesrecht.”

(…) De implementatie van de Handhavingsrichtlijn heeft in Nederland gezorgd voor de introductie van het ex parte verbod (art. 1019e Rv), naar analogie van de Duitse ‘einstweilige Verfügung’. Als de onderhavige beslissing van de Hoge Raad zou worden gevolgd door buitenlandse rechters, zouden verboden op basis van art. 1019e Rv in andere EU-landen kunnen worden erkend en ten uitvoer worden gelegd."

Lees de noot hier. Lees het arrest hier.

IEF 7817

Concept rapporten van 3 Nederlandse AIPPI werkgroepen

Question Q194:  The impact of co-ownership of Intellectual Property Rights on their exploitation. (Marleen van den Horst, Bernard Ledeboer, Addick Land, Maurits Westerik and John Allen (chair)).

Report Q208: Border Measures and other means of Customs Intervention against Infringers. (Gertjan Kuipers (Chairman), Manon Rieger-Jansen, Bas Pinckaers, Fisal Van Velsen, Jef Vandekerckhove).

Question Q209: Selection inventions – the Inventive Step Requirement, other Patentability Criteria and Scope of Protection. (Bas Berghuis van Woortman (chair), Jaap Bremer, Ricardo Dijkstra, Lars Huisman, András Kupecz, René Raggers, Paul Steinhauser, Ruud van der Velden and Anne Marie Verschuur).

IEF 7775

Een zekere auditieve en begripsmatige overeenstemming

Dirk Visser (Klos Morel Vos & Schaap): “Een zekere auditieve en begripsmatige overeenstemming.” Noot bij (IEF 7745) Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 26 maart 2009, 329321 / KG ZA 09-115, X Horeca Beheer B.V., Einstein Exploitatie B.V. en X tegen IJssalon Van Bokhoven h.o.d.n. Café Einstein, Y en Z.

“Kan café Einstein in Leiden het gebruik van de aanduiding “café Einstein” door een gelijknamig café in Delft verbieden? Nee, volgens de Haagse rechter.

Handelsnaamrechtelijk is op het vonnis weinig aan te merken. Het handelsnaamrecht is nu eenmaal in beginsel een plaatselijk recht. De rechter is van oordeel dat het Leidse café slechts plaatselijk bekend is en dat verwarring met het Delftse café niet te duchten is. Je kan daarover van mening verschillen - er komen immers met enige regelmaat Delftenaren naar Leiden, vooral in verband met het daar bestaande vrouwelijke studenten overschot - maar de redenering is zeker niet onbegrijpelijk. Zelfs Delftenaren kunnen, beneden een bepaald alcohol niveau, Leiden en Delft nog uit elkaar houden.

Minder begrijpelijk is de merkenrechtelijke redenering. Het beeldmerk links is van café Einstein in Leiden. Het beeldmerk rechts is van café Einstein in Delft.”

Lees de gehele noot hier.

 

IEF 7837

Trouw is de andere wang

Trouw is de andere wangPeter Bekkers: Trouw is de andere wang. Een roman over imitatie en originaliteit. Over het heldere licht van de roem en de duisternis van de anonimiteit. Voor wie de diepgang van wetsartikelen en jurisprudentie niet altijd voldoende is. Voor wie denkt dat de kunst de wetenschap wel eens zou kunnen inspireren. Een citaat:

“Ik ben nieuwsgierig naar de beweegredenen achter zo veel imitatie. Tenslotte ben ik niet de enige. Je vindt het vreemd genoeg vooral in de kunsten. Tom Waits zegt: 'De meeste zangers geven slechte imitaties van andere zangers. Maar ze halen het nooit bij de echte. Ray Charles wilde klinken als Nat King Cole, maar realiseerde zich ten slotte dat hij alleen als zichzelf kon klinken. Toen ik jong was wilde ik klinken als Ray Charles, Elvis Presley, Bob Dylan en John Lennon. Nu ben ik mezelf. Dat hoort bij het ouder worden. Je stopt ermee om op anderen te willen lijken.´
    Op zich is er niks mis met imiteren. Je imiteert degene die je bewondert. Na een poosje kom je erachter dat je hem niet kunt evenaren, dat je niet eens in zijn schaduw kunt staan. Je moet het met minder doen. Dit falen, deze mislukking is vaak de eerste aanzet tot originaliteit. Je zou kunnen zeggen: alle originaliteit is mislukte imitatie. Of, heldhaftiger: overwonnen imitatie.

Een mooi voorbeeld, schreef Salvador Dali, is dat van Perugino en Rafaël.
   Als jonge schildersleerling verwerkte en beheerste Rafaël, bijna zonder zich ervan bewust te zijn, de hele traditie van zijn leermeester Perugino. Tekenen, claire-obscur, materie, mythe, onderwerp, compositie, architectuur - alles was hem gegeven. Hij was heer en meester. Hij was vrij. Hij kon werken binnen zulke duidelijk omlijnde grenzen dat hij er zich volledig aan kon overgeven. Als hij ervoor koos een paar zuilen weg te laten of wat treden aan een trap toe te voegen; als hij besloot dat het hoofd van de Madonna iets meer voorover moest buigen, dat de schaduw van de holtes van haar ogen een melancholischer accent vereisten, dan kon hij dat doen met een onvoorstelbare intensiteit en vrijheid.
   Voor Picasso gold, volgens Dali, het tegenovergestelde. Picasso was net zo groot als Rafaël, maar gedoemd. Gedoemd en veroordeeld tot eeuwig plagiaat. Picasso had de traditie bevochten, gebroken en verbrijzeld. Hij had alles opnieuw uitgevonden en werd door alles getiranniseerd. In al zijn werken worstelde Picasso als een gevangene. In plaats van te vertrouwen op de traditie, zoals Rafaël, moest hij zich verlaten op de herinnering van alles wat hij had gezien - plagiaat van Etruskische vazen, plagiaat van Toulouse-Lautrec, plagiaat van Afrika, plagiaat van Ingres. Dali concludeerde:

Alles wat geen traditie is, is plagiaat.

Maar het imiteren van iemands kunstje is iets anders dan het imiteren van iemands persoonlijkheid en gedrag.
   Mijn liefde voor Conrad Pi - want zo moet ik het noemen - begon met dat artikel. Toen ik het onlangs terugvond en herlas, zag ik dat vrijwel elke regel van het artikel onderstreept was.” 

Peter Bekkers: Trouw is de andere wang. Uitgeverij De Geus. € 16.90. Lees hier meer.

IEF 7728

Op het randje van het toelaatbare

ZoBas Kist, Shieldmark.Zacco: Op het randje van het toelaatbare. (Gepubliceerd in NRC Handelsblad, 23 maart 2009).

Door het nabootsen van elkaars werk proberen reclamemakers elkaar de loef af te steken. Op dit ogenblik voeren de bieren Bavaria en Heineken een klein tv-oorlogje. De nieuwe Bavariacommercial is duidelijk geïnspireerd op de Heinekencommercial Walk in de fridge. Of, om het anders te zeggen, het is een regelrechte kopie. Gewoon overgenomen en er een Bavariagrap aan toegevoegd. Het is niet de eerste keer dat Bavaria in zijn reclame-uitingen gebruik maakt van Heinekenmateriaal. Een aantal jaren geleden wist de brouwer uit Lieshout onverwachts de bekende ‘drie vrienden’ te strikken, de drie mannen die Heinekendochter Amstel jarenlang voor haar reclames had gebruikt. Plotseling dronken deze vrienden geen Amstel meer, maar lieten ze vanaf een tropisch eiland weten dat ze nu eerst maar eens aan de Bavaria gingen.

Met dergelijke reclames beweegt Bavaria zich op de grens van wat in juridisch opzicht geoorloofd is. Ik acht de kans tamelijk groot dat de brouwer met zijn nieuwste commercial die grens zelfs overschrijdt.

Lees het artikel hier.

IEF 7727

Nieuwe ex parte en bewijsmaatregelen

Peter BlokCIER-Lezing door Peter Blok (rechter in de Rechtbank ‘s-Gravenhage): Nieuwe ex parte en bewijsmaatregelen.

De CIER-lezing van 1 april 2009 heeft als onderwerp de nieuwe ex parte bevelen en bewijsmaatregelen die als gevolg van de handhavingsrichtlijn in het Nederlandse recht zijn geïntroduceerd. In de lezing zal Peter Blok, rechter in de rechtbank 's-Gravenhage, een overzicht geven van de stand van de Nederlandse rechtspraak op dit gebied en aangeven hoe die rechtspraak zich verhoudt tot ontwikkelingen in andere Europese landen. Ook zal hij uiteen zetten hoe de IE-afdeling van de Haagse rechtbank verzoekschriften betreffende ex parte maatregelen behandelt en beoordeelt.

Aan de orde komen onder meer de volgende vragen. Is de rechtbank 's-Gravenhage exclusief bevoegd om kennis te nemen van verzoeken om ex parte maatregelen met betrekking tot inbreuken op octrooien, Gemeenschapsmerken en Gemeenschapsmodellen? Wat moet er in het verzoekschrift staan? Bestaat de mogelijkheid dat de wederpartij wordt opgeroepen in het kader van de behandeling van het verzoekschrift? Waarom krijgt de verzoeker soms de gelegenheid om het verzoekschrift aan te vullen? Hoe aannemelijk moet de inbreuk zijn en hoe spoedeisend de maatregel? Op welke manier worden de belangen van de wederpartij, zoals het belang van bescherming van vertrouwelijke informatie, gewaarborgd? Wanneer krijgt de verzoeker inzage in inbeslaggenomen zaken?

CIER-Lezing door Peter Blok (rechter in de Rechtbank ‘s-Gravenhage): Nieuwe ex parte en bewijsmaatregelen

Datum: 1 april 2009

Locatie: Molengraaf Instituut; Nobelstraat 2a, Utrecht.

De lezing begint om 16.00 uur en duurt tot 18.00 uur. Aansluitend is er ruimte voor discussie en borrel. Entree is kosteloos, aanmelden kan geschieden bij Ellen Alferink,
e.alferink@law.uu.nl of 030 - 253 7723.

Met het bijwonen van de lezing kunnen 2 Nova-punten worden verdiend.

IEF 7690

Een zin die daar niet had moeten staan

Margriet Koedooder (De Vos & Partners): Op het werk luisteren naar een ipod mag!

"Op 10 december 2008 werd vonnis gewezen (IEF 7655) in een kort geding tussen Buma en Suplacon. Suplacon werd veroordeeld tot het betalen van een vergoeding aan Buma vanwege de openbaarmaking van muziekwerken in het bedrijf. Op zichzelf is dat niets bijzonders. Voor het ten gehore brengen van muziek in openbaar toegankelijke ruimten of werkruimten moet nu eenmaal worden betaald. Maar er staat in het vonnis ook een zin die daar niet had moeten staan. Omroep Flevoland en anderen begrijpen namelijk uit die zin dat de rechter het tijdens het werk luisteren naar ipods verbiedt, tenzij aan Buma een vergoeding voor openbaarmking wordt voldaan. Dat is echter onzin.
 
De verwarring komt voort uit de volgende zin in het vonnis: ‘De Voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een ipod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren.’"

Lees hier meer (website Margriet Koedooder). 

IEF 7689

Auteursrecht op maatvoering

Dirk Visser: Auteursrecht op maatvoering. Kort commentaar bij Rechtbank ’s-Gravenhage, 6 maart 2009, KG ZA 08-1667, Noordwand B.V. tegen Spits Wallcovering B.V. (IEF 7643).

Gestreept behang (in zes varianten met als gemeenschappelijk kenmerk: de donker gekleurde streep heeft een breedte van 13,7 centimeter en de licht gekleurde streep een breedte van 12,9 centimeter) is auteursrechtelijk beschermd (en het één op één kopiëren ervan is dan uiteraard inbreuk).

De redenering is eenvoudig en sluitend:

1. De ontwerper heeft het behang niet gekopieerd en niet ontleend aan een ander (deze specifieke maatvoering bestond (kennelijk) nog niet). Dus is er, zo weten wij sinds ‘Endstra’, sprake van een ‘eigen oorspronkelijk karakter’.

2. De ontwerper heeft “uit een veelheid van mogelijke patronen, kleurstellingen en structuren een zestal specifieke combinaties van patroon, kleurstelling en structuur”, oftewel juist déze strepen met déze maatvoering gekozen. Sinds ‘Technip’ kan kiezen uit ‘een veelheid van mogelijkheden’ voldoende zijn om een ‘persoonlijk stempel’ aan te nemen.

3. En als er maar geen sprake is van ‘technisch bepaaldheid’ (Lancôme/Kecofa) is kiezen uit ‘een veelheid van mogelijkheden’ ook voldoende om een ‘persoonlijk stempel’ aan te nemen. Immers, dergelijk kiezen, is onderdeel van de ‘schepping’ door de ontwerper, gebeurt door een mens en kan dus gekwalificeerd worden als ‘scheppende menselijke arbeid’. En: “Die keuzes zijn, mede gelet op de context waarin zij zijn gemaakt, te weten het ontwerpen van behang, te kwalificeren als creatief”. Immers, het bedenken van nieuw behang is een creatieve bezigheid, in die ‘context’ is kiezen voor behang in deze specifieke maatvoering dus creatief.

4. Dit leidt ook niet tot stijlmonopolisering (‘Decaux/Mediamax’) want het persoonlijk stempel is slechts gelegen in die specifieke maatvoering (13,7 centimeter resp. 12,9 centimeter) en daarom is op grond van ‘Accordo/Tros’ de beschermingsomvang ook daar toe beperkt. Alleen één op één kopiëren kan op basis van dit behang-auteursrecht worden verboden. (Alleen wanneer de verwarrende totaalindrukken veroorzaakt worden door de overgenomen auteursrechtelijk beschermde trekken is er sprake van auteursrecht inbreuk. Aangezien de maatvoering de auteursrechtelijk beschermde trek is, is overname daarvan noodzakelijk om auteursrechtinbreuk aan te nemen.)

Zie hier, het auteursrecht op maatvoering (van twee gekleurde strepen), het gevolg van een onweerstaanbare mix van Technip, Endstra en Lancôme/Kecofa (en verenigbaar met Accordo/Tros en Decaux/Mediamax). De Haagse voorzieningenrechter past de rechtspraak van de Hoge Raad volledig juist toe. Geen speld tussen te krijgen. De beschermingsomvang is beperkt, maar je hebt wel een echt auteursrecht, een exclusief recht tot 70 jaar na de dood. Op gestreept behang.

Dirk Visser, 13 maart 2009

IEF 7685

Atavismen uit onze rechtsorde

Mr ir Henk S.M. Kruijer: Bestuursrechtelijke onderbewindstelling van de CBO's voor auteurs- en naburige rechten. 

(Het materiaal voor dit artikel heeft de auteur vergaard als lid van een studiecommissie van de Vereniging voor Auteursrecht. Het artikel is geschreven op persoonlijke titel)

In dit artikel wordt een wetsvoorstel besproken dat onlangs door de Tweede Kamer in behandeling is genomen en waardoor de belangrijkste collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (CBO's), georganiseerd als civielrechtelijke verenigingen en stichtingen, onder een verregaande vorm van overheidsbewind geplaatst dreigen te worden.Dit geschiedt niet in het belang van de openbare orde maar omdat het algemeen belang zulks zou vergen. Het wetsvoorstel kan de toets der rechtskritiek, gevormd door met name art. 11 EVRM ("freedom of association"), dan ook niet doorstaan.

En passant blijkt dat deze CBO's een rechtsvorm hebben gekozen die niet past bij hun werkzaamheden - die zij bedrijfsmatig als lasthebbers ten bate van hun cliènteles van auteurs uitoefenen. Zij overtreden aldus wettelijke verboden die voor hun rechtsvorm zijn gesteld. Het is dringend geboden dat het OM zijn wettelijke, corrigerende rol in deze (art. 2:21 BW) gaat vervullen.

De Minister van Justitie blijkt over volstrekt willekeurige (absolutistische) bevoegdheden te beschikken waarmee hij aan enkele CBO's een monopolie heeft verleend, o.a. aan Buma. Het is onderhand geboden dat deze atavismen uit onze rechtsorde worden geëlimineerd.

Lees het volledige artikel hier.