DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 7261

In re Bilski

Ferry van LooijengoedFerry van Looijengoed (De Vries & Metman): In re Bilski: de “machine-or-transformation” test.

“Binnen een week nadat de President van het Europees Octrooibureau (EOB) een aantal vragen over de octrooieerbaarheid van computerprogramma’s heeft neergelegd bij de Grote Kamer van Beroep van het EOB (IEF 7203), heeft het Court of Appeal of the Federal Circuit (CAFC) in Amerika zich op 30 oktober in de zaak In re Bilski en banc meer in het algemeen uitgesproken over octrooieerbare materie. De uitspraak heeft in het bijzonder betrekking op de vraag aan welke eisen een werkwijze moet voldoen om onderwerp van octrooi te kunnen zijn.

(…) In het voorliggende geval gaat het om de vraag wanneer een uitvinding een “process” betreft in de zin van § 101. Het CAFC analyseert daartoe de jurisprudentie van het Hooggerechtshof over deze vraag en komt tot de conclusie dat uit deze jurisprudentie duidelijk wordt dat bovengenoemde fundamentele beginselen niet octrooieerbaar worden geacht omdat anders alle toepassingen van een dergelijk fundamenteel beginsel door een octrooihouder zouden worden gemonopoliseerd.

Hoewel dit dus de essentie is voor het uitsluiten van bepaalde materie, erkent het CAFC dat het in de praktijk lastig is om te bepalen of in een octrooiaanvrage wordt gepoogd om een fundamenteel beginsel te beschermen waardoor alle mogelijke toepassingen dreigen te worden gemonopoliseerd. Uit de jurisprudentie van het Hooggerechtshof kan echter, aldus het CAFC, ook een praktisch toepasbare test worden herleid om te bepalen of een werkwijze waarvoor octrooi is aangevraagd zodanig is gedefinieerd dat er geen fundamenteel beginsel wordt geoctrooieerd.”

Lees het voleldige artikel hier.

IEF 7240

Boekenhoekje

Overzichtje ontvangen recensie-exemplaren:

Sander Gellaerts: Lego, the road ahead. “Concurrenten van de LEGO-groep hebben pogingen gedaan om dezelfde stenen onder een andere merknaam op de markt te brengen, maar tot op heden nooit met succes. In deze uitgave wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van de LEGO-groep en haar bouwsteen. Daarnaast wordt gekeken naar de beschermingsmogelijk­heden van de LEGO-bouwsteen door het octrooi-, modellen-, auteurs- en merkenrecht. Tot slot bekijkt de auteur de IE-strategie van de LEGO-groep.  Deze studie is bedoeld voor iedereen die belangstelling heeft voor het intellectueel eigendomsrecht of LEGO.” Boom Juridische uitgevers.

Prof.mr. F.W. Grosheide: Recht op de Man.
Verzamelde IE en niet-IE feestbundelbijdragen “De verschillende manieren waarop over rechtsvorming en rechtsvinding kan worden gedacht, vormen het onderwerp van de in dit boek gebundelde opstellen. De opstellen zijn gerangschikt naar drie sub-thema’s: wetgeving en rechtspraak, heteronoom en autonoom, systeem en probleem.” Uitgeverij deLex.


Arnoud Engelfriet:  De wet op internet.
“Je mening geven op een blog of forum, via Kazaa de nieuwste muziek downloaden, even een scriptie kopiëren van Internet of op een gedeelde map in andermans computer rondkijken. Gewoon wat klikken, of zware Internetcriminaliteit? En hoe zit het met een webwinkel die niet doet wat hij belooft? Daarover gaat het boek De wet op internet van ICT-jurist en internetter van het eerste uur Arnoud Engelfriet.” Eigen uitgave via Lulu.com.

Leidse IE Almanak. “Deze Leidse IE Almanak bevat bijdragen van een groot aantal Leidse IE Alumni, mensen die in Leiden hebben gestudeerd en werkzaam zijn of zijn geweest op het gebied van de intellectuele eigendom. Daarnaast bevat deze almanak enkele bijdragen over het verhaal achter enkele belangrijke auteursrechtelijk arresten. Tenslotte bevat deze almanak een smoelenboek met iedere IE-jurist die wel eens met de trein door Leiden is gekomen.  Auteur(s): o.a. Herman Bruggink, Cees Crul, Willem Hoyng, Bas Kist, Paul van der Kooij, Remco de Ranitz, Diederik Stols, Dirk Visser, Feer Verkade e.a. Uitgeverij deLex.

Mr. R.J.Q. Klomp:  Volgrecht. “In dit boekje zal het volgrecht worden besproken zoals dat in Nederland is ingevoerd, waarbij ook aandacht zal worden besteed aan de Europese richtlijn. De nadruk zal liggen op de consequenties voor de rechtspraktijk. Wat moeten kunstenaars, de kunsthandel en musea over het volgrecht weten? In het verlengde daarvan is dit boekje bedoeld voor rechtshulpverleners en rechters. Om een en ander inzichtelijk te makenwordt het verhaal geïllustreerd door concrete voorbeelden waaruit blijkt hoe het volgrecht in de praktijk wordt toegepast.” Uitgeverij deLex.

Ook een boek geschreven, bloemgelezen, getekend of uitgegeven? Stuur er gerust eentje op. Een uitgebreide recensie wordt niet gegarandeerd, signalering wel (mits de redelijkheid en billijkheid etc).

IEF 7217

Speech 2: De noodzaak van een octrooisysteem

Speech van Charlie McCreevy (Europese Commissie): The need of a patent system for Europe. Eurochambers - "European Parliament of Enterprises", Brussel, 14 October 2008.
 
“The Community Patent and SME policy are two of the issues you will vote on today:  On patents, without a Community patent, European businesses face higher costs to protect new innovations in their home market than the US or Japan. We urgently need a patent system which will allow European companies reap the benefits of their investments in research and development. (…) I assure you that the messages you deliver will be heard by policy makers here in Brussels.
 
Lees de hele speech hier.

IEF 7216

Speech 1: What we need is a specialist patent jurisdiction

Charlie McCreevyCharlie McCreevy (Europese Commissie): Protecting innovation in Europe. Conference on Industrial Property Rights, Straatsburg, 16 October 2008.
 
"We need to put an end to the fragmentation of the market in patents and reduce unnecessary costs and red tape. I strongly believe we can only do this by creating a Community patent for the Single Market.
 
What we also need is a specialist patent jurisdiction that will provide for trans-national or EU-wide decisions. With this, we can do away with cumbersome and costly litigation where the same patent is argued over in the national courts of our different Member States. This doesn't just cause headaches for Small and Medium size Enterprises, a recent multi-forum case involved the technology the European Central Bank uses to make our Euro banknotes! The German and Dutch courts upheld the patent owned by Document Security Systems, but the British and French tribunals revoked it – and we still don't know the results in other countries yet. So, we could say Europe's current patent litigation systems have put a cash crisis of another variety on the ECB's plate!
 
Lees de hele speech hier.

IEF 7211

Postcodes

Arnoud Engelfried bericht over het 6pp-postcodproject: “ edereen heeft een postcode, maar als je ieders postcode wilt weten, zul je bij Postcode.nl een licentie moeten nemen. 6pp vroeg zich af, een vrije postcode database moet toch op te bouwen zijn?
 
(…) In een bezwaarprocedure over publicatie van het wegenbestand (NWB) erkende de Staat dat TNT Post een databankrecht heeft op het postcodebestand. Op die grond mochten postcodes niet zomaar in het NWB verwerkt worden. Nu is zo’n beslissing geen jurisprudentie, laat staan bindend recht, maar toch. De hele site Postcode.nl leegtrekken zou ik dus niet adviseren, want als er een databankrecht zit op dat bestand, dan is dat leegtrekken een inbreukmakende handeling.”

Lees hier meer.

IEF 7190

Problemen auteursrecht aangepakt

Artikel in het FD met veelbelovende kop: "Problemen auteursrecht aangepakt. Zelfregulering moet onvrede bij bedrijven over hoge en onduidelijke kosten verminderen. Er komt een gezamenlijke aanpak om de onvrede onder ondernemers te verminderen over de kosten en inning van auteursrechten. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben met de inningsorganisaties een plan opgesteld dat uitgaat van zelfregulering.

(…) In het plan zijn afspraken gemaakt over het vereenvoudigen van de heffingsgrondslag voor auteursrechten, het terugdringen van het aantal rekeningen dat bedrijven ontvangen, en het certificeren van de organisaties die auteursrechten innen.

 (…) Om het actieplan uit te voeren, wordt een werkgroep opgezet met daarin alle betrokken organisaties. Economische Zaken moet de onafhankelijke voorzitter leveren."

Lees hier meer.

IEF 7175

Weeswerken

Mirjam Elferink, Allard Ringnalda (CIER):  Digitale ontsluiting van historische archieven en verweesde werken. Een inventarisatie. Onderzoek in opdracht van het WODC (Ministerie van Justitie).

“Een oplossing die (her)gebruik van verweesde werken mogelijk maakt, lijkt alleen maar te kunnen bestaan in een wettelijk ingrijpen. De oplossingen die in dit rapport worden beschreven, omvatten alle een wettelijke ingreep, vaak in de vorm van een licentiëringssysteem (wettelijke licentie) of een exceptie. Door aldus een uitzondering op het auteursrecht te maken, wordt wettelijk geregeld dat er voor verweesde werken een uitzondering geldt op de hoofdregel dat in beginsel voorafgaand aan gebruik van andermans werk aan de rechthebbende toestemming moet worden gevraagd. Een auteursrechtinbreuk – zoals wel geschiedt bij particuliere initiatieven à la Foto Anoniem – wordt hiermee dus voorkomen.”

Lees het volledige rapport hier.

IEF 7098

Oneerlijke praktijken

Jan KabelJan Kabel, IViR en  DLA Piper: Audiovisual Media Services and the Unfair Commercial Practices Directive. Gepubliceerd in IRIS plus, issue 2008-8.

Reclamerecht. Richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de richtlijn Televisie zonder Grenzen.

“ (…) even in those cases that are governed by the AVMS Directive, the UCP Directive may apply and the provider of audiovisual media services may be liable for unfair commercial practices. This overlap is manifestly exhibited in the prohibition of surreptitious advertising. The AVMS Directive and the UCP Directive deal with this prohibition in the same way: the omission of the required information is in itself enough to justify prohibition. Through this method of presentation of the advertising and other methods such as product placement and sponsorship, it is interesting to see that, thanks to the UCP Directive, the advertiser can also now be held liable for breach of the relevant rules. Even the provider of audiovisual media services could, depending on the national competency rule, be held liable for unfair commercial practices, as the party acting on behalf of the advertiser.

The UCP Directive is restricted to economic transactions. Complaints about the content of a media service can only be considered if there has been unfair advertising about this content. The UCP Directive can be used in a defence – and better than the AVMS Directive – against unfair practices in phone-in competitions and other commercially- provided services. The provider of audiovisual media services is also indirectly bound by the obligation to provide information under the UCP Directive. Rules on advertising content should also apply to non-spot advertising, because this form of advertising is replacing the usual advertising messages.”

Lees het gehele artikel hier.

IEF 7095

Wetenschapper en klompendanser

Dirk VisserDirk Visser, Universiteit Leiden en Klos Morel Vos & Schaap: Wetenschapper en klompendanser beiden eindelijk erkend als uitvoerend kunstenaar. Parallel gepubliceerd in NJB 2008/32.

In de commotie over het betreurenswaardige schrappen van de aanduiding '1912' in de titel van onze Auteurswet hebben mogelijk velen, evenals schrijver dezes, aanvankelijk over het hoofd gezien dat bij dezelfde wetswijziging (1) niet alleen voor klompendansers, maar ook voor alle wetenschappers een belangrijke verduidelijking heeft plaatsgevonden in de Wet op de Naburige Rechten.

“ARTIKEL XXXII De Wet op de naburige rechten wordt gewijzigd als volgt:
A In artikel 1, onderdeel a, wordt na 'kunst' ingevoegd: 'of een uiting van folklore' en wordt 'werk van letterkunde of kunst' vervangen door: werk van letterkunde, wetenschap of kunst.”

Dat de uiting van folklore beschermd moest worden op grond van een WIPO-verdrag uit 1996, was al langer bekend. Nu staat de bescherming van de voor Nederland op dit vlak belangrijke klompendanser ook duidelijk in de wet.

Nauwelijks minder belangrijk lijkt evenwel de toevoeging van het woord 'wetenschap' aan dezelfde wetsbepaling. De memorie van toelichting zegt er het volgende over:

 

“Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt naast de uitvoering van werken van letterkunde en kunst tevens de uitvoering van werken van wetenschap toe te voegen. Daarmee is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Met de wijziging wordt slechts verduidelijkt hetgeen alom wordt aangenomen, namelijk dat ook een wetenschapper die een voordracht houdt onder omstandigheden - er dient iets persoonlijks toegevoegd te worden - als een uitvoerende kunstenaar daarvan in de nabuurrechtelijke betekenis van het woord kan worden aangemerkt.” (2)

Het is van groot belang dat thans uitdrukkelijk is erkend dat iedere wetenschapper die een voordracht houdt en daar 'iets persoonlijks' aan toevoegt, hetgeen in de regel wel het geval zal zijn, de wettelijke bescherming als uitvoerend kunstenaar geniet. Naast de morele erkenning betekent dit onder andere dat wetenschappers zich, naast de klompendansers, kunnen gaan melden bij de verschillende incasso-organisaties die gelden voor het gebruik van de prestaties van uitvoerend kunstenaars innen en hun aandeel in de opbrengsten opvragen.

Leiden / Amsterdam, 14 augustus 2008

1. Wet van 13 maart 2008 tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet III Justitie) (Stb. 2008, 85).

2. Kamerstukken II 2007/08, wv 31 248, nr. 3, p. 13

IEF 7087

Verweesde werken

Mirjam ElferinkM.H. Elferink, CIER: Digitale ontsluiting van cultureel erfgoed en de problematiek van 'verweesde werken'. Verkenning van een Canadees model. Gepubliceerd in BIE 2008/4 Album Amicorum Feer Verkade, p. 44-52

“Ondanks voornoemde bezwaren lijkt de Canadese regeling vanuit juridisch oogpunt echter wél een uitgebalanceerd systeem te bieden voor het gebruik van verweesde werken, waarbij zowel de belangen van de potentiële gebruikers als de gerechtvaardigde belangen van de auteurs in het oog worden gehouden. Een onafhankelijk orgaan controleert immers de zoekinspanning van de potentiële gebruikers en heeft een discretionaire bevoegdheid zich in de auteur te verplaatsen bij zijn beslissing al dan niet een licentie toe te kennen. Daarnaast kan de hoogte van de vergoeding en de betalingswijze in speciale gevallen worden aangepast. Zo bezien biedt het Canadese systeem een evenwichtige oplossing voor het vraagstuk van de verweesde werken, alhoewel dit vanuit praktisch perspectief voor grootschalige digitaliseringsprojecten anders ligt vanwege de gevraagde zoekinspanning.

Wellicht dat bij het zoeken naar een oplossing voor het vraagstuk van de verweesde werken moet worden onderscheiden in een oplossing voor grootschalige digitaliseringsprojecten en een voor kleinschalig hergebruik. Naar mijn mening is het Canadese systeem namelijk wél geschikt voor kleinschalig hergebruik, zoals nu al in Nederland – zonder juridische basis – in praktijk wordt gebracht door Stichting Foto Anoniem.64 Voor grootschalige digitaliseringsprojecten zou dan misschien een variant op het Canadese systeem bedacht kunnen worden. Hoewel er een aantal nadelen aan het Canadese systeem kleeft en het systeem enkele leemten bevat, kan het mijns inziens – met een aantal aanpassingen – in ieder geval als voorbeeld dienen voor een oplossing van het vraagstuk van de verweesde werken in Nederland.”

Lees het gehele artikel hier.