DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 15097

Nieuwe aansluitvoorwaarden Pictoright niet in het belang van beeldmakers

Bijdrage ingezonden door Berber Brouwer, Bergh Stoop & Sanders. Pictoright hanteert sinds april 2015 een nieuw aansluitingsformulier voor collectieve exploitatie van het auteursrecht van de aangesloten beeldmakers. Pictoright is de collectieve beheersorganisatie voor illustratoren, vormgevers en fotografen. Een deel, maar lang niet alle freelance beeldmakers zijn bij deze CBO aangesloten1. In het nieuwe contract laat Pictoright zich o.a. de auteursrechten overdragen die zien op de verkoop van losse artikelen met beeldmateriaal (zoals persfoto’s) uit dagbladen en tijdschriften. Pictoright probeert daarmee de exclusieve rechten op exploitatie via digitale platforms zoals Blendle naar zich toe te trekken. Consequentie is dat beeldmakers niet meer zelf over deze rechten kunnen beschikken en dus ook geen licenties onder deze rechten kunnen verlenen aan uitgevers. Dit zou betekenen dat uitgevers voortaan aan Pictoright toestemming moeten vragen voor digitale exploitatie van artikelen waarin beeldmateriaal van aangesloten makers is opgenomen.

Pictoright meent daarmee de belangen te dienen van de aangesloten beeldmakers, maar de maatregel pakt averechts uit: beeldmakers maken afspraken met uitgevers die ze niet kunnen nakomen of uitgevers laten ze om die reden links liggen om problemen te voorkomen.

In reactie op het nieuwe aansluitingscontract is door de hoofdredactie van Trouw naar verluidt een brief gestuurd aan zelfstandige fotografen die werk leveren aan deze krant. Daarin wordt gewaarschuwd dat een fotograaf die op basis van dit contract is aangesloten bij Pictoright niet tegelijkertijd akkoord kan gaan met de algemene voorwaarden van De Persgroep en in dat geval contractbreuk pleegt. In de nieuwe inkoopvoorwaarden van De Persgroep, ingegaan op 1 juni, staat dat makers de uitgever vrijwaren voor aanspraken van derden op het gebied van intellectueel eigendom, waarbij met derden zal worden gedoeld op Pictoright en andere CBO’s. De brief van De Persgroep is door Pictoright opgevat als een poging van De Persgroep om aangesloten beeldmakers buiten spel te zetten. Pictoright spreekt bij monde van directeur Vincent van den Eijnde over “misbruik van machtspositie” en heeft inmiddels aangekondigd zich te beraden op stappen.

Het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) adviseert zijn leden op de website om beeldmakers te informeren over de gevolgen van het nieuwe aansluitcontract van Pictoright. “Ondertekening kan leiden tot wanprestatie van de auteurs jegens uitgevers indien auteurs hun rechten voor de verkoop van losse artikelen al in licentie hebben gegeven aan uitgevers”, staat in het nieuwsbericht op de website.
Los van de politieke discussie over de vraag of de nieuwe inkoopvoorwaarden (en tarieven) van De Persgroep redelijk zijn, is de zorg van de uitgevers vanuit juridisch oogpunt terecht. Een uitgever kan zich niet permitteren werken te publiceren op basis van een licentie die later ongeldig blijkt te zijn. De uitgever loopt in dat geval het risico op claims van Pictoright wegens ongeautoriseerd gebruik. Dat geldt niet alleen voor toekomstige bijdragen maar mogelijk ook voor eerder gepubliceerde bijdragen van freelancers, omdat de overdracht in het nieuwe aansluitingscontract van Pictoright ziet op alle bestaande en toekomstige werken van de maker. De vraag is wat een bestaande licentie nog waard is, wanneer het auteursrecht later wordt overgedragen aan een partij die zich aan de licentie niet gebonden acht2.
Uitgevers hebben bovendien belang bij snel en efficiënt contracteren op basis van standaardvoorwaarden die voorzien in hergebruik via Blendle en andere digitale platforms. Deze nieuwe vormen van gebruik zijn bittere noodzaak om afgenomen inkomsten uit fysieke exploitatie (verkoop van kranten en tijdschriften) te compenseren. De realiteit is dat uitgevers dit zelf met freelancers moeten regelen, reden waarom inmiddels vrijwel alle uitgevers in de standaard voorwaarden hebben opgenomen dat hergebruik via Blendle is toegestaan.
Op zichzelf is dus logisch dat De Persgroep zich op het standpunt stelt dat een fotograaf die op de nieuwe voorwaarden is aangesloten bij Pictoright, niet tegelijkertijd akkoord kan gaan met de algemene voorwaarden van De Persgroep. Het is te verwachten dat andere uitgevers een vergelijkbaar standpunt innemen. Pictoright kan daar niet simpelweg aan voorbij gaan door te roepen dat De Persgroep misbruik maakt van machtspositie of dat aangesloten freelancers buiten spel worden gezet. De vraag is bovendien of de door Pictoright kennelijk beoogde collectieve incasso voor verkoop van losse artikelen een reële en eerlijke oplossing is, omdat veel visuele makers niet bij Pictoright zijn aangesloten. Geldt dan voor niet aangesloten makers dat zij helemaal geen uitkering ontvangen voor deze vorm van exploitatie? In dat geval zouden makers in feite gedwongen zijn zich aan te sluiten bij Pictoright onder door Pictoright bepaalde aansluitvoorwaarden, terwijl zij misschien liever hun rechten in eigen hand houden.
Daarmee schiet het nieuwe aansluitingscontract van Pictoright zijn doel voorbij. Aangesloten freelancers dreigen bij uitgevers te worden geconfronteerd met een dichte deur of voelen zich gedwongen het lidmaatschap van Pictoright te verzwijgen om problemen te voorkomen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een organisatie die beoogt op te komen voor de belangen van beeldmakers.

Berber Brouwer
1) Pictoright had volgens het jaarverslag eind 2014 totaal 5.568 leden, waarvan minder dan de helft (2.065 van deze 5.568) ervoor heeft gekozen om individuele (primaire) rechten te laten exploiteren via Pictoright.
2) Zie o.a. Joost Becker (“Merk en Faillissement”, BMM Bulletin 2-3/2012, blz. 66 e.v. (login) over de vraag of de derdenverkrijger na overdracht van een intellectueel eigendomsrecht gebonden is aan een bestaande licentieovereenkomst. Conclusie is dat dit allerminst zeker is.

IEF 15095

Vrijheid van Panorama

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. De kans bestaat dat het binnenkort niet meer is toegestaan foto’s te publiceren van het Amsterdamse filmmuseum Eye, de Erasmusbrug in Rotterdam of Het Peerd van Ome Loeks in Groningen. Vandaag (9 juli 2015) stemt het Europese Parlement namelijk over de zogenaamde ‘vrijheid van panorama’. Dit is het recht om zonder toestemming en zonder betaling foto’s te publiceren van kunstwerken en architectuur aan de openbare weg. [red. lees ook de eerdere bijdrage van Otto Volgenant hierover: IEF 15060]

COMMERCIEEL GEBRUIK
Als onderdeel van de hervorming van het Europese Auteursrecht ligt er een voorstel bij het Europese Parlement dat deze ‘panoramavrijheid’ in Europa vergaand dreigt te beperken. Onder de nieuwe regeling zou voor commercieel gebruik van dergelijke beelden voortaan altijd toestemming van de rechthebbende nodig zijn.

BETALEN VOOR SKYLINE ROTTERDAM
Eventuele inperking van de panoramavrijheid heeft verstrekkende gevolgen. Film- en documentairemakers zullen voor elk gebouw of standbeeld dat in hun producties te zien is, toestemming moeten vragen aan de architect of kunstenaar. Bij elk reclamefilm die aan de openbare weg is opgenomen, zal getoetst moeten worden of er geen beschermde beelden op staan. Stadsgidsen met foto’s van bouwwerken en beelden kunnen niet meer zo maar worden uitgegeven en een bedrijf dat op zijn website een mooie foto van de skyline van Rotterdam plaatst, loopt het risico dat één (of meer) van de architecten van de afgebeelde gebouwen zich zal melden voor een passende vergoeding.

NOG GEEN WET
Mocht het Europese Parlement het voorstel morgen desondanks aannemen, dan is het nog niet meteen wet. Instemming van het Parlement heeft de status van een aanbeveling aan de Europese Commissie. Die zal dan later dit jaar moeten bepalen of zij deze aanbeveling overneemt.

IEF 15086

Auteursrechtdebat: Een effectief heffingssysteem

Door: Frank Melis1. Thema: De Auteursrechtrichtlijn reloaded. De onderzoekers van het project ‘De Auteursrechtrichtlijn reloaded’ stellen dat de Nederlandse overheid een ‘gecontroleerd en met toezicht beheersbaar probleem’ heeft als het gaat om de illegale verspreiding en gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken2. Bovendien stellen zij dat de overheid niet door nieuwe Europese regels gedwongen wil worden ‘de regels op te schuiven’3. Daargelaten dat het mij niet duidelijk is wat wordt bedoeld met ‘het opschuiven van regels,’ ben ik het niet eens met de onderzoekers om de hierna volgende redenen.

In de eerste plaats bestaat er geen sluitend wetenschappelijk bewijs dat sprake zou zijn van ‘een beheersbaar probleem.’ Weliswaar is het correct dat het door de onderzoekers aangehaalde SEO onderzoek niet enkel wijst op de negatieve impact van het toenemende illegale aanbod van beschermde werken, maar het onderzoek4 toont evenzeer aan dat het legale aanbod van bijvoorbeeld e-books ver achterblijft bij de vraag van de consument. Dit is ‘het eufemisme van het jaar’ voor het feit dat e-books op grote schaal illegaal worden gedownload5. Dit is zo kinderlijk eenvoudig dat het nauwelijks verwonderlijk is dat het grootste gedeelte van het aanbod illegaal is6. Het effectief strafrechtelijk handhaven van dergelijke praktijken is praktisch onmogelijk – en het probleem wordt steeds groter nu de markt voor e-books nog steeds groeit7. De overheid heeft niet de vereiste IT-kennis en middelen om te handhaven. Het is ook niet zo eenvoudig om op basis van IP-adressen aan de NAW-gegevens van een grote groep inbreukmakers te komen. Dit komt mede doordat internetproviders er vaak niet happig op zijn om hieraan mee te werken8. Gesteld dat de providers hieraan wél zouden (moeten) meewerken, dan leidt dat waarschijnlijk tot grootschalige privacy inbreuken9. Daarbij komt nog dat de overheid wel zégt dat zij zich enkel wil focussen op illegale uploaders en verspreiders – en niet op eindgebruikers – maar dit onderscheid is door de intrede van BitTorrent systemen niet meer zo gemakkelijk te maken10.

In de tweede plaats zijn er ook andere factoren die meespelen bij de vraag of het illegale aanbod al dan niet een ‘beheersbaar probleem’ vormt. Zo speelt er een politieke factor mee: al meent de overheid dat er thans geen noodzaak bestaat om individuele downloaders aan te pakken, dit kan na nieuwe verkiezingen anders liggen. Daarvoor zijn geen ‘nieuwe regels’ nodig, want downloaden uit illegale bron is hier in den lande gewoon verboden11. Wat dat betreft is de vraag of iets ‘beheersbaar’ is of niet, gedeeltelijk een politieke – en dus veranderlijke – keuze. Daarbij komt dat het niet alleen aan de overheid is om te bepalen hoe deze problematiek moet worden aangevlogen12. De rechthebbenden kunnen immers ook zelf besluiten om inbreuken aan te pakken13. Zij hebben daarbij niet de verplichting om rekenschap af te leggen aan de overheid14. Mocht de overheid dit geen prettig vooruitzicht vinden15, dan dient zij toch echt met de rechthebbenden om de tafel te gaan zitten.

Gelet op voorgaande heeft de overheid per saldo dus een onbeheersbaar probleem. Dit kan relatief goed worden opgelost door de invoering van een effectief heffingssysteem op bijvoorbeeld BitTorrent netwerken 16. Daarmee worden deze netwerken feitelijk gelegaliseerd 17. Behalve de vraag of dit juridisch mogelijk is – ik vrees van niet – geef ik toe dat het geen sinecure zal zijn om de inning en repartitie ten behoeve van de rechthebbenden goed te regelen. De overheid is echter als geen ander in staat om van miljoenen Nederlanders belastingen te innen, dus dan zou dit ook best een haalbare kaart moeten zijn. Een bijkomend voordeel van een heffingssysteem is dat de overheid de gelden die zij daarmee verdient voor een deel kan aanwenden om de kwaliteit van cultuur te bevorderen. Daarbij zou het goed zijn om rechthebbenden die niet tot een redelijke exploitatie kunnen komen, extra te subsidiëren. Op die manier kunnen individuele makers misschien gemakkelijker overleven in een wereld van de machtige ‘entrepreneurial copyright holders.’ Het is aan de overheid om iedereen te overtuigen van de voordelen van een dergelijk heffingssysteem. Het auteursrecht als cultuurpolitiek instrument: het lijkt me een goede zaak 18. Ik stel voor dat de onderzoekers deze notie meenemen naar Europa.

1. https://nl.linkedin.com/in/frankmelis.
2. Desirée Geerts e.a., De Auteursrechtrichtlijn reloaded. Wat moeten we de Europese wetgever meegeven om tot betere regelgeving te komen? (Den Haag: Nederlandse School van Openbaar bestuur, 2015), p. 2.
3. Ibid., p. 2.
4. J. Weda e.a. Digitale Drempels (Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek, 2012), p. 3, 4, 66 e.v.
5. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de zaak Hof Amsterdam 20 januari 2015, IER 2015/13 (NUV / Tom Kabinet).
6. M. van Beeten, ‘E-readers staan vol met illegale boeken,’ geraadpleegd 8 juli 2015, https://www.ad.nl/ad/nl/1100/Consument/article/detail/3589840/2014/02/04/E-readers-staan-vol-met-illegale-boeken.dhtml.
7. J. Weda e.a. Digitale Drempels (Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek, 2012), p. 66 e.v.
8. De provider hoeft hieraan ook niet altijd mee te werken. Zo verzocht Belirex zonder succes aan UPC tot afgifte van klantgegevens behorende bij door haar opgestelde lijst IP-adressen die deel uitmaken van BitTorrent-netwerken en gebruikt worden om films van Inflagranti te downloaden en aan te bieden, Vzr. Rb. Amsterdam 28 januari 2015, IEPT20150128 (Belirex / UPC).
9. Bijvoorbeeld als gevolg van onrechtmatige tracking van inbreukmakers.
10. Uploaden en downloaden gaan immers hand in hand bij BitTorrent systemen. Misschien is het nog wel te doen om de “grote bazen” van BitTorrent sites te pakken, althans degenen die verantwoordelijk zijn voor het faciliteren van de sites, maar dit laat onverlet dat er waarschijnlijk direct nieuwe sites opdoemen en nog vele anderen overblijven die zich hiervan niets zullen aantrekken. Het blijft dan dweilen met de kraan open.
11. Dit volgt impliciet uit HvJEU 10 april 2014 (ACI / Thuiskopie). Zie ook het “Persbericht,” geraadpleegd 12 mei 2015, https://curia.eu-ropa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2014-04/cp140058nl.pdf. Zie voor meer informatie ook: “Iusmentis”, geraadpleegd 12 mei 2015, https://www.iusmentis.com/auteursrecht/nl/thuiskopie; “Tweakers”, geraadpleegd 12 mei 2015, https://tweakers.net/reviews/3499/wat-betekent-het-downloadverbod.html, “Brein,” geraadpleegd 12 mei 2015, https://www.anti-piracy.nl/wat-mag-niet.php.
12. “Aanvliegen” is weliswaar een lelijke, maar zeer gevleugelde term in onder meer de advocatuur: “Hoe vlieg jij dit aan?” Antwoord: “Oh, met een sommatiebrief.”
13. Dit komt in Nederland nog niet veel voor, maar de rechthebbenden kunnen dit wel gaan doen in de toekomst.
14. Dit gebeurt in Duitsland al op grote schaal. Het is daar zelfs een business model geworden van rechthebbenden, zie: Judith van de Hulsbeek, 'Downloadverbod in Duitsland big business,' NOS.nl, geraadpleegd 8 juli 2015, https://nos.nl/artikel/2029491-downloadverbod-in-duitsland-big-business.html.
15. Zij zegt zich immers alleen te willen richten op uploaders en verspreiders, en niet op individuele downloaders.
16. Dit heb ik al betoogd in 2007: F. Melis, DRM versus het heffingensysteem. De juridische haalbaarheid van digital rights management en het algemene heffingensysteem in Nederland betrekking hebbende op muzikale werken (Utrecht: Universiteit Utrecht, 2007), p. 121-124.
17. Hierbij kan worden gedacht aan abonnementsvormen zoals bij Spotify en Netflix.
18. Zo was dhr. L.C. Brinkman in de jaren ’80 van vorige eeuw al van mening dat het auteursrecht als cultuurpolitiek instrument moest worden ingezet. Brinkman was Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) tijdens het Kabinet-Lubbers I (van 4 november 1982 tot 14 juli 1986). Destijds was de Staatssecretaris van WVC dhr. Van der Reijden (vanaf 5 november 1982). Brinkman was ook Minister WVC tijdens het Kabinet-Lubbers II (van 14 juli 1986 tot 7 november 1989). De toenmalige Staatssecretaris WVC was dhr. Dees.

IEF 15068

MarkZuckerbergReally.sucks

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Wat hebben Mark Zuckerberg en de Belastingdienst met elkaar gemeen? Ze hebben allebei hun naam als .sucks-domeinnaam geregistreerd: markzuckerberg.sucks en belastingdienst.sucks. In juni 2015 liep de voorinschrijving voor merkhouders voor deze nieuwe domeinnaam af.

BELASTINGDIENST.SUCKS
Op dit moment zijn er bijna 5000 .sucks-domeinmamen geregistreerd. Naar het antwoord op de vraag waarom de Nederlandse Belastingdienst nu zo nodig belastingdienst.sucks moest registreren, kun je alleen maar raden. Zouden ze bang zijn dat iemand een klaagsite over hun dienstverlening start?

MARKZUCKERBERGREALLY.SUCKS
Dat Mark Zuckerberg bang is voor kritiek mag blijken uit het feit dat hij niet alleen markzuckerberg.sucks heeft geregistreerd, maar een hele rits namen die voor ‘hate’-sites gebruikt kunnen worden. Zo heeft hij onder andere markzuckerbergreally.sucks, zuckerbergtotally.sucks en zucks.sucks gereserveerd. Je weet maar nooit, je kunt de critici maar beter voor zijn. Wat Zuckerberg natuurlijk over het hoofd ziet is dat hij zichzelf natuurlijk nooit helemaal kan indekken en de critici mogelijk zelfs inspireert: fuckingmarkzuckerberg.sucks is nog vrij.

HILLARYCLINTON.SUCKS
Andere bekende wereldburgers die zich hebben gewapend tegen negatieve websites zijn Britney Spears, Justin Bieber en natuurlijk Hillary Clinton. Want je moet er in de aanloop naar de presidentsverkiezingen toch niet aan denken dat de Republikeinen www.hillaryclinton.sucks te pakken zouden krijgen.

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad Markzuckerberg.sucks NRC 30-06-2015

IEF 15064

In de tijdschriften juni 2015

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand, mede mogelijk gemaakt door Praktijkgebied IE.nl (ook via Legal Intelligence of Rechtsorde), voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen:

BIE juni 2015
Abonnement aanvragen

 Mediaforum 2015-4


Deze databank kosteloos een maand uitproberen? Ook via Legal Intelligence/ Rechtsorde?

Berichten IE
Artikel
The Unitary Patent Package, the Court of Justice, Union Law & a further response to the academics Wouter Pors 134

Rechtspraak
Merkenrecht
Nr. 26 Rechtbank Den Haag 21 januari 2015, City Box/Boxaround, IEF 14585 (buitengerechtelijke toezegging onvoldoende mede omdat de inbreuk niet wordt erkend; algemeen verbod)
Noot T.E. Deurvorst 142

Rechtspraak in het kort
Octrooirecht
Nr. 27 Gerechtshof Den Haag 14 oktober 2014, Duyvis/Teckru, IEF 14282 (nieuwheid, uitvindingshoogte; onrechtmatige handhaven van octrooi; samenloop Europees en Nederlands octrooi voor zelfde uitvinding) 149
Nr. 28 Rechtbank Den Haag 16 december 2014, BASF/IGM Resins, IEF 14479 (inbreuk vordering; bewijs over toepassing werkwijze in China; aanbod inspectie) 150
Nr. 29 Rechtbank Den Haag 28 januari 2015, Beton/Livingproof, IEF 14621, ECLI:NL:RBDHA:2015:1886 (inbreuk; interpretatie element in conclusie; kostenveroordeling; onvoldoende specificatie) 150

Merkenrecht
Nr. 30 Hof van beroep Antwerpen 26 februari 2015, Luxurycarselection/Porsche, IEF 14759 (te koop aanbieden van gewijzigde Porsche levert merkinbreuk op) 151

Handelsnaamrecht
Nr. 31 Vzr. Rechtbank Gelderland 20 februari 2015, X/Kenco, IEF 14720, ECLI: NL:RBGEL:2015:1350 (handelsnaam; onderneming kan ook met twee of meer handelsnamen aan handelsverkeer deelnemen; verwarringsgevaar; domeinnaam) 151

Auteursrecht
Nr. 32 Vzr. Rechtbank Den Haag 18 maart 2015, Imperial/ÇAK, IEF 14777 (auteursrecht op spijkerbroek) 152

Mediaforum
Het nieuwe harde beleid van het Commissariaat voor de Media - Bertil van Kaam

Wetenschap
Regulering van telecommunicatie: fit for the future?
Gera van Duijvenvoorde

 Rechtspraktijk
Een jaar later: de receptie van ‘het recht vergeten te worden’ in de Nederlandse rechtspraak
Paul Kreijger

 Jurisprudentie
Nr. 13 • CBB 18 december 2014, Alticom en NOVEC/ACM m.nt. L.P.W. Mensink en K.E. Noordzij
Nr. 14 • Hof Den Haag 6 januari 2015, X/Orde van Advocaten m.nt. G.J. Kemper
Nr. 15 • Rb. Amsterdam 11 maart 2015, Nieuwenhuis/ERDEE MEDIA B.V. 

IEF 15060

Hoe zit het ook alweer met ... de vrijheid van panorama?

Bijdrage ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten. Als we niet oppassen raken we binnenkort het recht kwijt om foto’s te publiceren waar gebouwen en kunstwerken in de openbare ruimte op staan. Dit recht wordt wel de ‘vrijheid van panorama’ genoemd. In het Engels ‘Freedom of Panorama’, ook wel afgekort tot FOP. Dit is het recht om vrijelijk afbeeldingen te kunnen maken én te publiceren van alle kunst en architectuur in de openbare ruimte. Nu is dat in Nederland nog toegestaan, maar dat dreigt te veranderen. Wat is er aan de hand? Mag Wikipedia straks nog wel een plaatje van het nationaal monument op de Dam gebruiken?

Hoe zit het eigenlijk met de vrijheid van panorama?
De Auteursrechtrichtlijn biedt Lidstaten de mogelijkheid om een uitzondering op te nemen voor ‘het gebruik van werken, zoals werken van architectuur of beeldhouwwerken, gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden ondergebracht’ [1]. Dat betekent dat voor bijvoorbeeld foto’s van kunstwerken aan de openbare weg niet steeds hoeft te worden betaald. Nederland heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt [2]. Dat geldt niet voor alle Europese Lidstaten. Net als Nederland kennen Duitsland en Engeland een panoramarecht, maar in België, Frankrijk en Italië is voor het gebruik van dergelijke werken toestemming van de auteursrechthebbende nodig. Zo mogen er geen foto's van het Atomium in Brussel op internet worden gebruikt, tenzij voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, in beperkte resolutie. Een gecensureerde afbeelding van het Atomium is natuurlijk nog steeds fraai, maar mist toch wat kenmerkende elementen…

Op 9 juli 2015 stemt het Europese Parlement over een hervorming van de Europese auteursrechtelijke regels. Eén van de voorstellen in dit plan is vergaande inperking van de panoramavrijheid [3]. Voor elk commercieel gebruik is dan toestemming van de rechthebbende nodig [4].
Dit zal ingrijpende gevolgen hebben voor fotografen, filmmakers, producenten van gedrukte en digitale media, maar ook voor de online encyclopedie Wikipedia. Veel foto’s zouden moeten worden verwijderd. Film- en documentairemakers moeten dan vooraf toestemming vragen als in hun beelden gebouwen of standbeelden te zien zijn. Een uitgever van een reisgids komt zo voor een onmogelijke taak te staan. En hoe wordt het begrip ‘commercieel gebruik’ precies ingevuld? Valt Wikipedia straks onder het begrip ‘commercieel’? Is een online reisverslag waar een advertentie bij staat al ‘commercieel’? Of het gebruik van een foto op Facebook? En die aardige Polaroid-fotograaf die voor 5 euro een toerist voor het Monument op de Dam fotografeert, maakt die inbreuk op auteursrecht?

Vanuit het perspectief van de informatievrijheid zou deze beperking een kwalijke ontwikkeling zijn. Er staan hier twee grondrechten tegenover elkaar. Intellectuele eigendomsrechten maken deel uit van het fundamentele recht op eigendom [5] , maar een beroep daarop kan in een concreet geval afstuiten op een ander grondrecht, zoals de vrijheid van meningsuiting [6].

Het is gelukkig nog niet zover. Er is veel maatschappelijk verzet tegen dit plan. Een online petitie is al veelvuldig getekend. En zelfs áls het Europees Parlement op 9 juli 2015 onverhoopt zou instemmen met dit voorstel, dan is het nog geen geldend recht. Het is dan aan de Europese Commissie om dit punt – al dan niet – mee te nemen in het voorstel om het auteursrecht te hervormen. Dat voorstel wordt eind 2015 verwacht. Het is maar de vraag of de Europese Commissie, gezien de maatschappelijke weerstand, op dit punt het auteursrecht vóór de informatievrijheid zal willen laten gaan.

Otto Volgenant van Boekx Advocaten zegt: ‘Het inperken van de vrijheid van panorama is een onzalig plan. Het gaat in tegen de Nederlandse wet. Wat in de openbare ruimte staat, is openbaar en foto’s en video’s daarvan moeten gewoon kunnen worden gepubliceerd. Zonder steeds de vraag te moeten beantwoorden of dat gebruik commercieel is of niet. De bestaande Nederlandse regeling is prima. Ik roep iedereen op om de online petitie te tekenen. We willen op Wikipedia het Monument op de Dam kunnen blijven zien, zonder censuur.’

Otto Volgenant


[1] Auteursrechtrichtlijn 2001/29, artikel 5 lid 3 sub h.
[2] Per 1 september 2004 is artikel 18 van de Auteurswet geïmplementeerd, dat luidt: Als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 6°, of op een werk, betrekkelijk tot de bouwkunde als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 8°, dat is gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, wordt niet beschouwd de verveelvoudiging of openbaarmaking van afbeeldingen van het werk zoals het zich aldaar bevindt. Waar het betreft het overnemen in een compilatiewerk, mag van dezelfde maker niet meer worden overgenomen dan enkele van zijn werken.
[3] 16. Considers that the commercial use of photographs, video footage or other images of works which are permanently located in physical public places should always be subject to prior authorisation from the authors or any proxy acting for them;
[4] Overigens is deze beperking van de informatievrijheid precies het tegenovergestelde van wat de indiener van de oorspronkelijke aanpassing, Julia Reda van de Pirate Party, beoogde. Zij wilde de vrijheid van panorama juist in alle Lidstaten invoeren. Maar door een amendement van het Legal Affairs Committee is haar voorstel 180 graden gewijzigd. In haar eigen woorden: ‘It’s absurd.’
[5] Gewaarborgd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
[6] Gewaarborgd in artikel 10 EVRM en artikel 11 van het Handvest van de Grondvesten van de Europese Unie. Vgl. Hoge Raad 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:841 Of de uitingsvrijheid in een concreet geval behoort te prevaleren, hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de uiting. In verband met dit laatste is van belang dat, wanneer het gaat om een commerciële uiting, het belang van degene die deze uiting doet in beginsel minder zwaar weegt dan wanneer het een publicatie van algemeen maatschappelijk belang betreft.

IEF 15056

Auteursrechtdebat bestaat één jaar!

Door: Lotte Anemaet, VU Amsterdam/hoofdredacteur Auteursrechtdebat. “Zoveel mensen, zoveel meningen.” Dat deze bekende uitdrukking ook voor de discussianten op Auteursrechtdebat geldt, blijkt maar al te goed. Nu, één jaar later na de start van Auteursrechtdebat op IE-Forum.nl, kunnen we terugkijken op een mooi jaar met vele inzendingen. Het auteursrecht heeft ons niet onberoerd gelaten. De auteur – de creatieve maker – ligt ons nauw aan het hart. Immers: de maker is essentieel voor de totstandkoming van creatief werk. Over het auteursrecht zelf en de toekomst daarvan zijn de meningen echter verdeeld. Het auteursrecht is voortdurend aan debat onderhevig: een herziening van het Europese auteursrecht zit in de pijpleiding en de nieuwe wet Auteurscontractenrecht die de auteur een sterkere positie moet gaan verlenen, is op komst. De grote hamvraag is: hoe zorgen we ervoor dat het auteursrecht een inspiratiesysteem is en blijft?

Verschillende thema’s kwamen dit jaar aan de orde en staan nog steeds open voor discussie:

- Downloadverbod & thuiskopie
- Hyperlinken & embedden
- Auteursrecht vanuit economisch perspectief
- Blokkade
- Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht
- Uitleg van beperkingen
- Auteursrechtelijke en nabuurrechtelijke mededeling aan het publiek
- De Auteursrechtrichtlijn reloaded

Wilt u ook meedoen of nog een keer reageren? Kijk eens in het archief van Auteursrechtdebat, schrijf een artikel van ongeveer 600 woorden en stuur uw bijdrage op naar l.anemaet@vu.nl. Heeft u ideeën voor nieuwe stellingen of onderwerpen? Ook die zijn van harte welkom! Namens Auteursrechtdebat nogmaals veel dank voor alle inzendingen!

Lotte Anemaet

IEF 15047

Mr. proef maar niet ‘foolproof’?

Bijdrage ingezonden door Terry Häcker, drs Terry (D.W.F.) HÄCKER Marktonderzoekadvies. In Mr., website voor juristen (vrijdag 19 juni 2015), en overgenomen op ie-forum.nl van maandag 22 juni 2015 - IEF 15040, schreef Dirk Visser een bijdrage naar aanleiding van de uitspraak van de Gelderse rechtbank die in de zaak van Heksenkaas. De Gelderse rechtbank kwam aan de vraag of een bepaalde smeerdip inbreuk maakte op de smeerdip van Heksenkaas niet toe, omdat onvoldoende zou zijn gesteld “welke elementen of combinatie van elementen van de smaak van het Heksenkaas product leiden tot het vereiste eigen, oorspronkelijke karakter en persoonlijk stempel”. Maar vooral omdat de rechtbank niet wilde proeven. En dat vond hij vreemd, omdat een Haagse rechter eerder dit jaar wel proefde en een bewijsbeslag toe stond tegen de maker van een andere Heksenkaas taste-alike.

De rechter had ook zelf moeten proeven, zo stelt Visser. De vraag of een product voldoende creatief is om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen is altijd tamelijk subjectief, maar moet uiteindelijk door de feitenrechter worden beantwoord, bij voorkeur op basis van eigen waarneming.

Deze opvatting lijkt te zijn gebaseerd op een uitspraak van de Hoge Raad dat rechters zelf mogen proeven, gedaan in een zaak over de smaak van een sterke drank in verband met de accijns-tariefindeling: “Voorts is voor het beoordelen van de organoleptische eigenschappen het instellen van een smaakpanel (van deskundigen) niet vereist, aangezien de rechter ook zelf proefondervindelijk tot een oordeel kan komen over de smaak, de geur en het uiterlijk van dranken”.

En dat laatste vind ik vreemd.

Natuurlijk kan een rechter zelf proeven, als hij/zij nog over zijn smaak- en reukorganen beschikt. Maar de een kan goed proeven, en de ander minder goed.

De Hoge Raad en Visser zetten naar mijn opvatting de deur veel te ver open voor een uiterst subjectief smaakoordeel van één rechter, in het beste geval bijgestaan door een of meer griffiers. Het lijkt er op dat we met deze uitspraak de klok terugdraaien naar de ‘dienstbode-arresten‘ van weleer.
Zoals Gellaerts en ondergetekende in 2011 betoogden in ‘Juridisch marktonderzoek – haal de onderste steen boven! (berichten industriële eigendom, januari 2011’) kan marktonderzoek uitgevoerd onder het relevante publiek een nuttige bijdrage leveren aan de rechtspraak, waardoor een uitspraak niet afhankelijk is van het min of meer toevallige oordeel van één rechter en zijn ‘dienstbode’.

En als het er om gaat vast te stellen of er een ‘objectief’ (wat dat dan ook moge zijn) verschil bestaat tussen twee producten, dan zou ik adviseren een organoleptische beoordeling van de producten door een smaakpanel van deskundigen te laten uitvoeren. Maar helaas willen sommige (hoge) rechters en advocaten daar blijkbaar niet aan, en vinden zij hun persoonlijk oordeel nog steeds belangrijker. Of zijn ze bang een stukje autoriteit te verliezen als zij deskundigen uit een ander vakgebied raadplegen?

drs Terry (D.W.F.) HÄCKER
marktonderzoekadvies, -begeleiding & expert opinion
specialisatie: merkenrechtelijk (IE) marktonderzoek

IEF 15044

Trade mark package in a nutshell

BMM bericht: Hieronder een overzicht in 10 punten van de twee belangrijke Europese teksten die op ons afkomen (Verordening inzake EU merk en de nieuwe merkenrichtlijn). De drie Europese instellingen (Commissie, Parlement en Raad) hebben een politiek compromis bereikt, waardoor de teksten vermoedelijk niet meer zullen veranderen. Na de zomervakantie, zullen de teksten ter definitieve goedkeuring aan de Raad en het Parlement worden voorgelegd. In geval van goedkeuring, wordt de definitieve tekst gepubliceerd en treedt het merendeel van de wijzigingen van de nieuwe verordening 90 dagen later (dus waarschijnlijk in de eerste helft van 2016) in werking. De Lidstaten zullen in principe 3 jaar de tijd hebben om de nieuwe richtlijn in hun wetgeving om te zetten.

1. Nieuwe benamingen
Zeg niet meer “Gemeenschapsmerk”, maar “EU merk” (“European Union trade mark”).
Zeg niet meer “Bureau voor Harmonisatie binnen de Interne markt (tekeningen en modellen)”, maar “EU Bureau voor de Intellectuele Eigendom” (“European Union Intellectual Property Office”).

2. Geen eis meer van grafische voorstelling
De nieuwe teksten schrappen het vereiste van grafische voorstelling van het merk. Het merk moet steeds precies en duidelijk worden weergegeven.

3. Nieuwe taksen voor EU merken
Er komen nieuwe taksen voor EU merken. De tarieven zijn voortaan identiek voor een nieuwe aanvraag als voor de hernieuwing van een inschrijving :
850 EUR voor 1 klasse
900 EUR voor 2 klassen
150 EUR per klasse boven de 2 eerste klassen
​4. Uitzonderlijk IP Translator regime van 6 maanden
Houders van EU merken die vóór 22 juni 2012 werden aangevraagd voor Nice class headings zullen 6 maanden de tijd hebben om bij het EU Bureau een verklaring neer te leggen ter verduidelijking van hun EU merken.

5. Niet enkel de vorm kan aanleiding geven tot weigering
Voortaan zullen worden geweigerd tekens die uitsluitend bestaan uit :
de vorm of een ander kenmerk die door de aard van de waar bepaald wordt ;
de vorm of een ander kenmerk die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen ;
de vorm of een ander kenmerk die een wezenlijke waarde aan de waar geeft.

6. Geen merkbescherming voor bepaalde benamingen
Beschermde oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen voor wijn, gegarandeerde traditionele specialiteiten en merken die uit oudere benamingen van beschermde kweekproducten bestaan, kunnen in principe geen merk zijn.

7. Kortere oppositietermijn tegen IR merken die de EU aanduiden
Oppositie tegen een IR merkaanvraag die de EU aanduidt, blijft mogelijk gedurende een termijn van drie maanden. Het startpunt van de termijn verandert evenwel : het wordt nu één maand (i.p.v. zes maanden) na de publicatie van de aanvraag. De termijn wordt m.a.w. met vijf maanden verkort.

8. Optreden tegen transitgoederen
Merkhouders zullen kunnen optreden tegen namaakgoederen afkomstig uit derde landen, zelfs indien de goederen (nog) niet in het vrije verkeer van de EU werden gebracht, tenzij het bewijs geleverd wordt dat de merkhouder in het land van eindbestemming geen recht heeft om tegen de goederen op te treden. Dit bewijs moet worden geleverd binnen de termijnen van de procedure ter bepaling van de inbreuk overeenkomstig de Douaneverordening (EU) nr. 608/2013.

9. Nietigheids- en vervalprocedures bij het Benelux Bureau
Onverminderd de bevoegdheid van de gerechtshoven en rechtbanken, zullen de nationale bureaus administratieve procedures moeten invoeren voor het inroepen van nietigheid of verval van een merk. Dit behelst zowel het verval wegens gebrek aan normaal gebruik of verwording tot soortnaam als absolute of relatieve nietigheidsgronden, waaronder de beoordeling van beweerde kwade trouw.

10. Keurmerken (certification marks)
Naast het systeem van collectieve merken, wordt er een nieuw en specifiek systeem voor keurmerken ingevoerd.

IEF 15040

Meesterproef

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger. Kan een ‘smeerdip met roomkaas en verse kruiden’, auteursrechtelijk worden beschermd? En maakt een andere, sterk gelijkende smeerdip, daar dan inbreuk op? De Gelderse rechtbank kwam aan deze vragen niet toe [IEF 15013], omdat onvoldoende zou zijn gesteld “welke elementen of combinatie van elementen van de smaak van het Heksenkaas product leiden tot het vereiste eigen, oorspronkelijke karakter en persoonlijk stempel”. Maar vooral omdat de rechtbank niet wilde proeven. Dat is vreemd. Een Haagse rechter proefde eerder dit jaar wel en stond een bewijsbeslag toe tegen de maker van een andere Heksenkaas taste-alike [IEF 14767].
Lees verder