DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 3629

Grenzüberschreitend

mpg.gifNuttig rapport Max Planck Gesellschaf over (voornamelijk) Gat/LuK en Roche/Primus: Exclusive jurisdiction and cross border IP (patent) infringement. Suggestions for amendment of the Brussels I Regulation.

“In consequence of ECJ judgments C-4/03 – GAT v. LuK and C-539/03 – Roche Nederland v. Primus, handed down on 13 July 2005, it appears no longer feasible for a national court to allow for consolidation of claims against a person infringing parallel intellectual property rights registered in different Member States, and/or to accept a joinder of claims against multiple defendants engaged in concerted actions. It is feared that this will entail considerable impediments for an efficient enforcement of intellectual property rights, in particular of patents.”

The purpose of this document is to provide input for the report to be prepared by the Commission on the functioning in practice of the Brussels Regulation on Jurisdiction and Enforcement of Foreign Judgments in Civil and Commercial Matters (the Regulation), and to submit proposals for amendment (see Art. 73 of the Regulation).  

Lees het rapport hier.

IEF 3605

En nogmaals het Opel arrest

ps.gifPaul Steinhauser (Steinhauser Hoogenraad): Het OPEL arrest van het HvJEG. Kort commentaar bij HvJ EG, 25 januari 2007, zaak C 48/05 (Adam Opel AG tegen Autec AG).

“Dit arrest heeft reeds menige pen in beweging gebracht. Reden voor mij het ook nog eens aan nadere beschouwing te onderwerpen.

(…) Het hof heeft dus een ernstige vergissing begaan en nog wel volstrekt onnodig.  (…) Laten we ons daarom sterk maken het Arsenal arrest en het Opel arrest te kwalificeren als rechtspraak, die is geschreven voor zeer specifieke casusposities en dat deze arresten dus met name niet aan de verweerder in de traditionele merkinbreukzaken ruimte bieden, waar de wetgever die niet heeft gewild. Inbreukmakers mogen zich niet met hoop op succes verweren met het argument dat er geen gevaar voor verwarring te duchten is, omdat heel duidelijk wordt aangegeven van wie de waar afkomstig is.”

Lees het gehele commentaar hier. Eerdere berichten vanaf hier.

IEF 3584

Nogmaals het arrest Opel

GT.gifGeert Theuws (Howrey LLP): Nogmaals het arrest Opel (C-48/05). Kort commentaar bij HvJ EG, 25 januari 2007, zaak C 48/05 (Adam Opel AG tegen Autec AG).

“Er is reeds het nodige gezegd over het arrest Opel van 25 januari 2007 (C-48/05). Zie Klos , Overbeek,  alsmede (kort) Gielen & Verschuur . Anders dan Klos lees ik in de overwegingen van het Hof geen versluierde formulering dat er sprake moet zijn van verwarringsgevaar onder artikel 5 lid 1 sub a. Ik lees in het arrest een bevestiging dat een merkhouder ook via sub a kan optreden, indien het gebruik van het bestreden teken géén afbreuk doet aan de herkomstfunctie van zijn merk; namelijk in het geval de overige functies van het merk in het geding zijn. Derhalve een zelfstandige “lid 2” bescherming onder sub a voor identieke waren. Het Hof bevestigt nu wat hij in zijn arrest Arsenal reeds heeft geïmpliceerd.”

Lees het gehele commentaar hier. Lees Opel-Autec hier en Arsenal hier.

IEF 3583

Prepublicatie noot NJ

chg.bmpCharles Gielen: Noot, zoals deze in de NJ zal worden gepubliceerd, inzake HR 17 oktober 2006, nr. 02220/05, Canomatic. (Strafkamer).

“Het verbaast dus niet dat er weinig rechtspraak in strafzaken over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is. In de onderhavige zaak is voor de toepassing van art. 337 Sr (in het bijzonder het eerste lid onder d) een belangrijke beslissing gegeven en wel op twee punten; in de strafkamer van de Hoge Raad zat voor de gelegenheid zelfs de civilist Mr. E.J. Numann.”

Lees de gehele noot hier. Lees een eerder bericht en het arrest hier.

IEF 3554

Adidas/Marca II: Het arrest van de Hoge Raad klopt

hoyng.bmp

Reactie van Willem Hoyng (Howrey LLP en één van de cassatie-advocaten van H&M) in reactie op deze bijdrage van Gielen en Verschuur van 23 februari jl.

"In een interessante notitie komen Gielen en Verschuur tot de conclusie dat het arrest van de Hoge Raad d.d. 16 februari 2007 inzake Adidas/Marca II niet klopt. Ik denk dat het arrest wel klopt. Vooropgesteld zij dat het bij de vraag of het arrest klopt gaat om de vraag of de HR (kort gezegd) terecht aan het Hof van Justitie de vraag heeft gesteld of bij de bepaling van de beschermingsomvang van een ingeburgerd merk rekening moet worden gehouden met het algemeen belang.

Die vraag zou alleen niet terecht zijn gesteld indien het antwoord op die vraag een acte claire resp. een acte eclairé was. Dat is volgens Gielen en Verschuur kennelijk het geval.

Begrijp ik hen goed dan zeggen zij dat uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie het duidelijk is dat alleen bij de inburgering van een bepaalde kleur rekening moet worden gehouden met het algemeen belang en de beschikbaarheid van tekens, maar dat zodra er sprake is van inburgering en dus een geldig merk er alleen nog de mogelijkheid blijft om het algemeen belang te toetsen door toepassing van art. 6 en 7 van de Richtlijn."

Lees de gehele reactie hier.

IEF 3534

Moet het Benelux-merk worden afgeschaft?

dirkvisser.JPGD.J.G. Visser: Moet het Benelux-merk worden afgeschaft? (gepubliceerd in BIE 2007, nr 2, p. 84-85).

“Moet, als de oplossingen van Gielen en Cohen Jehoram niet juist blijken, het Benelux-merk dan maar worden afgeschaft en weer vervangen door een systeem van nationale merken? Voor de merkhouders die in meer landen actief zijn bestaat immers al het relatief voordelige Gemeenschapsmerk voor, inmiddels, 27 landen (met overigens alle inburgerings-bewijsproblemen van dien).

Neen, een dergelijke drastische maatregel is m.i. niet nodig. (En de titel boven deze bijdrage is dan ook een beetje een oude roddelbladen-truc om de interesse van de lezer te wekken (titel: heeft X een buitenechtelijke relatie met Y? in het artikel: nee, ze staan alleen toevallig samen op één foto)).

Een goed alternatief zou zijn om gedeeltelijk terug te gaan naar (de mogelijkheid van) merken met slechts nationale gelding, door binnen het Benelux-systeem de mogelijkheid  te openen, bijvoorbeeld door een speciale aantekening, merken in te schrijven die slechts gelding hebben in één land.”

Lees het hele artikel hier

IEF 3484

Het cross border verbod doorkruist?

ddl.gifDaan de Lange (Stibbe): Het cross border verbod doorkruist? Artikel over de algemene procesrechtelijke implicaties van het arrest Roche/Primus en in iets mindere mate GAT/Luk. (Gepubliceerd in JBPr 2007, nr. 1).
 
“Hoewel het juist is dat in kort geding niets wordt vastgesteld, maar slechts een voorlopige inschat-ting wordt gegeven (een kort geding vonnis heeft geen gezag van gewijsde), betwijfel ik of de uitleg van de rechtbank ’s-Gravenhage aan het arrest GAT/LuK recht doet aan de inhoud en strekking ervan. Immers, het HvJ overwoog (in r.o. 25) dat de exclusieve bevoegdheidsregels van art. 16 lid 4 EEX gelden “ongeacht het procedurele kader waarin de kwestie van de geldigheid van het octrooi wordt opgeworpen”. Daarbij komt dat de redenering van de rechtbank ’s-Gravenhage als merkwaardig bijeffect heeft dat de mogelijkheden een grensoverschrijdend verbod te krijgen in een kort geding procedure veel ruimer zijn dan in een bodemprocedure. Dit is strijd met het karakter van een kort geding waarin in wezen spoedeisende ordemaatregelen  worden genomen die niet tot een bodemprocedure kunnen wachten. Het past daarbij niet dat in kort geding maatregelen worden opgelegd die de bodemrechter niet kan toetsen.”

Lees het volledige artikel hier.

IEF 3478

Kunst is pas kunst als het coherent is

hb.gifHans Bousie (Bousie Advocaten): Kunst is pas kunst als het coherent is. Kort commentaar bij Gerechtshof Amsterdam, 8 februari 2007, LJN: AZ8071. Erven Endstra tegen Uitgeverij Nieuw Amsterdam B.V., Bart Middelburg & Paul Vugts (eerder bericht en arrest hier). 

Over het algemeen heb ik een hoge pet op van het oordeelsvermogen van Nederlandse rechters. Dat geldt dan zeker waar het gaat om vonnissen op het gebied van auteursrecht. Maar deze keer maak ik graag een uitzondering.

Tot mijn verbazing komt ook het Amsterdamse Gerechtshof, net als eerder de President van de Amsterdamse rechtbank tot de conclusie dat er geen auteursrecht rust op de “achterbankinterviews” van Endstra, omdat er geen bewuste creatieve keuze zou zijn gemaakt. De zaak was aangespannen door de erven Endstra die graag het boek van Middelburg & Vugts uit de handel willen hebben waarin deze interviews staan afgedrukt. Het hof formuleert als criterium voor het ontstaan van een werk dat er een vooropgezet doel moet zijn geweest van de maker, als volgt: “Om van een werk in auteursrechtelijke zin te kunnen spreken moet…dat werk door zijn maker als coherente creatie zijn geconcipieerd...… Hoewel Endstra ook wel zal hebben nagedacht over wat hij wel en niet tegenover de rechercheurs wilde loslaten en daarbij selectief te werk zal zijn gegaan, komt bepaald niet tot uiting dat hij er bewust voor heeft gekozen zijn verhaal in deze vormgeving te gieten.”

Mijns inziens miskent het Hof daarmee de essentie van ons auteursrecht. Het auteursrecht vormt de navelstreng tussen maker en werk. Zonder maker geen werk, zonder werk geen maker. Maar de eis stellen dat er sprake moet zijn van een bewuste keuze van een maker om het werk in een bepaalde vorm te gieten, en daarboven ook nog eens dat het een coherente creatie moet zijn doet afbreuk aan het creatief proces dat de basis vormt van de noodzaak tot bescherming. Men zal het zich niet gerealiseerd hebben in de rust van de studeerkamer, maar stelt u zich maar eens de casus voor van de debiele, imbeciele of psychotische kunstenaar. In inrichtingen en gezinsvervangende tehuizen worden door hen vaak de mooiste werken gemaakt. Niemand zal met de hand op het hart durven beweren dat zij een vooropgesteld doel hebben om hun werken in een bepaalde vorm te gieten, laat staan dat er sprake is van een coherente creatie.

Resultante van deze uitspraak van het Hof is dat men voortaan ook de bescherming kan onthouden aan deze meest kwetsbare groep kunstenaars. Dat is één. En te veronderstellen dat kunst coherent moet zijn is een te beperkte, elitaire manier van kijken naar kunst. Het kan mij persoonlijk geen donder schelen of kunst coherent is, als ik het maar mooi vind en als de kunstenaar maar beschermd wordt. Dat is twee. Ik hoop van harte dat de erven Endstra met dit arrest naar de Hoge Raad gaan.

Hans Bousie

IEF 3438

TRIPs aan de Luxemburgse laars gelapt (2)

ROv.gifRogier Overbeek (Kennedy Van der Laan): Reactie op de reactie van Klos op het ‘Opel speelgoedauto-arrest‘ van het HvJ EG en een reactie op het arrest zelf.

"Volgens het Hof moet het Landgericht dus oordelen dat geen afbreuk wordt gedaan aan de wezenlijke functie van het Opel-beeldmerk, de herkomstfunctie, voor zover het relevante publiek het Opel-logo op de speelgoedauto niet opvat als herkomstaanduiding. Anders dan Klos stelt, concludeert het Hof hiermee niet dat wanneer de herkomstfunctie van een merk niet in het geding is, artikel 5 lid 1 sub a helemaal niet kan worden toegepast."

Lees het gehele commentaar hier. Lees het korte commentaar van Sven Klos hier. Eerder bericht en arrest HvJ EG hier

IEF 3420

TRIPs aan de Luxemburgse laars gelapt

Sven Klos (Klos Morel Vos & Schaap): TRIPs aan de Luxemburgse laars gelapt. Kort commentaar bij HvJ EG, 25 januari 2007, zaak C 48/05 (Adam Opel AG tegen Autec AG).

“Het Hof echter trekt in het arrest Opel de hoogst merkwaardige consequentie van zijn eerdere arrest Arsenal (waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen) dat ondanks deze duidelijke (structuur van de) tekst van de richtlijn in gevallen waarin sprake is van gebruik van een teken dat identiek is aan een merk voor waren die identiek zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven toch het vaststellen van verwarring is vereist.”

Lees het gehele commentaar hier. Eerder bericht en arrest HvJ EG hier.