Reclamerecht  

IEF 16470

Uitspraak ingezonden door Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Trebs mag bewijs leveren dat na einde overeenkomst partijen elkaars pizzaoven zouden dulden

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 dec 2016, IEF 16470; ECLI:NL:GHARL:2016:10382 (Trebs tegen Food & Fun), https://delex.nl/artikelen/trebs-mag-bewijs-leveren-dat-na-einde-overeenkomst-partijen-elkaars-pizzaoven-zouden-dulden

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 december 2016, IEF 16470; ECLI:NL:GHARL:2016:10382 (Trebs tegen Food & Fun) Tussenarrest. Bewijs. Slaafse nabootsing. Reclamerecht. OHP. Beide partijen brengen een pizzaoven op de markt. Food & Fun heeft een ex parte verbod op basis van haar auteursrecht. Trebs vordert verklaring voor recht dat onrechtmatig is gehandeld ex 6:194a BW door het doen van mededelingen over de illegaliteit van de in China, voor Food & Fun, vervaardigde pizzarette die Trebs verkoopt. Het hof staat Trebs toe om bewijs te leveren dat het de bedoeling van beide partijen was dat zij na ommekomst van de overeenkomst elkaars pizzaoven op de markt zouden dulden. Zo biedt Trebs aan degenen die bij het opstellen van de regeling betrokken waren (de directeur en toenmalige advocaat, mr. Mazèl) dit te laten verklaren.

Gelet op het 'Umfeld', neemt de Pizzarette een eigen plek op de markt in. Er is een verwarringsgevaar en Food &Fun kan zich tegen verhandeling van de aangepaste PizzaGusto in een 4- ,6- en 8-persoonsuitvoering verzetten. Dat kan echter niet grensoverschrijdend (5.38-5.41). Food & Fun kan zich niet rechtstreeks op de Wet OHP beroepen (5.44). Onder een mededeling kan niet het goed zelf of de slaafse nabootsing of de foto daarvan worden verstaan (5.45).

IEF 16450

Uitspraak ingezonden door Kees Meijer, Castelijns Kaandorp Hoekstra.

Het uiten van zorgen over prijsbeleid van Kleertjes.com is geen merkgebruik

Rechtbank Noord-Holland 8 dec 2016, IEF 16450; (Kleertjes.com tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/het-uiten-van-zorgen-over-prijsbeleid-van-kleertjes-com-is-geen-merkgebruik

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 8 december 2016, IEF 16450; IEFbe 2030 (Kleertjes.com tegen gedaagden) Mededinging. Merkenrecht. Reclame. Kleertjes is een online winkel voor baby-, kinderkleding en -schoenen en is houdster van twee woord/beeldmerken. Gedaagden hebben fysieke en online winkels en hebben via WinkeliersUnited, en vanwege concurrentiestrijd, leveranciers van haar én Kleertjes onder druk gezet om te ageren tegen het prijs/kortingenbeleid van Kleertjes. De grote groep winkeliers is vrij om zijn zorgen hierover te uiten. De enkele vermelding van een merk van een concurrent in een e-mail aan leveranciers is geen gebruik in het economisch verkeer. Het uiten van zorgen ten overstaan van leveranciers kan niet gelijk gesteld worden met het doen van misleidende of ongeoorloofde reclame. Ook Kleertjes zelf wijst leveranciers op kortingsacties van andere, grotere spelers in de markt. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 16408

Met Samsung compatibele cartridges maken inbreuk en aangeprijst met misleidende capaciteitsvergelijking

Rechtbank Den Haag 30 nov 2016, IEF 16408; ECLI:NL:RBDHA:2016:14383 (Samsung tegen Maxperian en Digital Revolution), https://delex.nl/artikelen/met-samsung-compatibele-cartridges-maken-inbreuk-en-aangeprijst-met-misleidende-capaciteitsvergelijk

Rechtbank Den Haag 30 november 2016, IEF 16408; ECLI:NL:RBDHA:2016:14383 (Samsung tegen Maxperian en Digital Revolution) Octrooirecht. Gemeenschapsmodellenrecht. Ongerechtvaardigd vergelijkende reclame. Samsung vordert met succes een verbod voor Digital Revolution (123inkt.nl) en Maxperian (sneltoner.nl) vanwege inbreuk op EP2357537 en EP1975744 en gemeenschapsmodelrechten RCD 001200687, RCD 000853551. Ook wordt een verbod op het maken van ongerechtvaardigde vergelijkende reclame gegeven. Het octrooi EP '537 is geldig (vgl. IEF 13417). De cartridge kan niet worden beschouwd als een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel van een laserprinter waarin deze is geplaatst. Een printer zonder cartidge is namelijk aan te merken als een volledig product (4.74). Dat de modelrechten uitsluitend technisch bepaald zijn en geen eigen karakter hebben, worden door de rechtbank verworden (4.76 – 4.78). Inbreuk op gemeenschapsmodelrechten.

Samsung verwijt onrechtmatig handelen door suggeren dat de cartridge gelijkwaardig is door het noemen van de typenummers, dat is niet ongeoorloofd, het is niet meer dan het aangeven van technische compatibiliteit. De claim dat met Digital Revolutions cartridges 250 meer afdrukken kunnen printen is slechts gebaseerd op twee test met elk één cartridge, levert een onvoldoende gefundeerde en daarom ongeoorloofde vergelijkende reclame op.

IEF 16391

HvJ EU Levensmiddel dat voor 2015 als geneesmiddel werd verkocht, voorzien van (handels)merk, mag als levensmiddel worden blijven verkocht

HvJ EU 23 nov 2016, IEF 16391; ECLI:EU:C:2016:888 (Bachbloesemproducten), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-levensmiddel-dat-voor-2015-als-geneesmiddel-werd-verkocht-voorzien-van-handels-merk-mag-als-l

HvJ EU 23 november 2016, IEF 16391; IEFbe 2000, RB 2796; LS&R 1394; ECLI:EU:C:2016:888; C-177/15(Bachbloesemproducten) Consumentenvoorlichting- en bescherming. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005. Bachbloesempreparaten. Uniemerk RESCUE. Producten die vóór 1 januari 2005 als geneesmiddelen werden verkocht en die sindsdien als levensmiddelen worden verkocht. HvJ EU:

Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel* [red. artikel 27] claimsVo moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien als levensmiddel wordt verkocht.

IEF 16368

Uitspraak ingezonden door Adonna Alkema en Judith de Snoo, Hofhuis Alkema Groen

Verbod negatief uitlaten over niet voldoen aan Gedragscode Mobiele Diensten, afgewezen

Rechtbank Amsterdam 15 sep 2016, IEF 16368; (EDF Communications en X tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten), https://delex.nl/artikelen/verbod-negatief-uitlaten-over-niet-voldoen-aan-gedragscode-mobiele-diensten-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 15 september 2016, IEF 16368; RB2793; IT 2169 (EDF tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten) Mobiele dienst. EDF richt zich op de ontwikkeling en het wereldwijd op de markt brengen van applicaties voor mobiele telefoons. Na onderzoek blijkt dat EDF het in de Gedragscode (waar zij staan geregistreerd) voorgeschreven scherm dat aanbieders van mobiele internetdiensten, wanneer bij hen een bestelling wordt geplaatst, aan de consument moeten tonen om duidelijk te maken dat deze door het plaatsen van de bestelling een betalingsverplichting op zich neemt, niet toont. EDF vordert nu dat de Stichting verboden wordt uitspraken te doen of anderszins negatief uit te laten, totdat vaststaat dat EDF aan de gedragscode gebonden is en deze niet in strijd is met de wet. EDF is ook via haar contract met Dimico aan de Gedragscode gebonden is, omdat zij als de klant zich verplicht tot naleving van de Country Specific Regulations, waaronder de Gedragscode. Dat een Roemeense medewerker die het formulier van de Gedragscode invulde niet bevoegd zou zijn en het Engels niet voldoende beheerst, is onaannemelijk. Het is niet aannemelijk dat de gevorderde verboden in een bodemprocedure worden toegewezen, en wordt in kort geding afgewezen.

IEF 16338

HvJ EU: Halfjaarlijkse abonnementsprijs voor decodeerkaart niet (duidelijk) vermelden is een oneerlijke handelspraktijk

HvJ EU 26 okt 2016, IEF 16338; ECLI:EU:C:2016:800 (Canal Digital Danmark), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-halfjaarlijkse-abonnementsprijs-voor-decodeerkaart-niet-duidelijk-vermelden-is-een-oneerlijke

HvJ EU 26 oktober 2016, IEF 16338; IT 2159; ECLI:EU:C:2016:800 (Canal Digital Danmark A/S) Oneerlijke handelspraktijken. Reclame voor een satelliettelevisieabonnement – Abonnementsprijs die, naast de maandelijkse prijs, een halfjaarlijkse prijs omvat voor de kaart die nodig is om de uitzendingen te decoderen – Niet-vermelding van de halfjaarlijkse prijs of minder in het oog springende presentatie ervan dan van de maandelijkse prijs – Misleidende handeling – Misleidende omissie – Richtlijnbepaling die alleen is omgezet in de voorbereidende werkzaamheden voor de nationale uitvoeringswet en niet in die wet zelf. HvJ EU:

 

IEF 16319

Conclusie AG: Misleidende reclame moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat adverteerder prijzen vergelijkt in winkels die qua type verschillen

HvJ EU 19 okt 2016, IEF 16319; Zaak C-562/15 (Hypermarchés SAS / ITM Alimentaire International SASU), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-misleidende-reclame-moet-aldus-worden-uitgelegd-dat-het-eraan-in-de-weg-staat-dat-adver

Conclusie AG HvJ EU 19 oktober 2016, RB 2783; IEF 16319; IEFBE 1969; C-562/15; (Carrefour hypermarchés)
Verzoekster, een supermarktketen, heeft in december 2012 een reclamecampagne gevoerd met als belangrijkste slogan dat de laagste prijs gewaarborgd was. Zij vergeleek daarbij haar prijzen van 500 (merk)producten met die van concurrerende ketens. [RB 2614] Conclusie AG: misleidende reclame en vergelijkende reclame moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een adverteerder prijzen vergelijkt in winkels die qua type of omvang van elkaar verschillen, terwijl de adverteerder en de concurrent deel uitmaken van winkelbedrijven die beide over winkels van eenzelfde of gelijksoortig type of omvang beschikken.

IEF 16301

HvJ: Bij etikettering van portieverpakking is er sprake van ‘voorverpakt levensmiddel’ indien de porties afzonderlijk verkocht worden

HvJ EU 22 sep 2016, IEF 16301; ECLI:EU:C:2016:718 (Breitsamer tegen Landeshauptstadt München), https://delex.nl/artikelen/hvj-bij-etikettering-van-portieverpakking-is-er-sprake-van-voorverpakt-levensmiddel-indien-de-portie

HvJ EU 22 september 2016, IEF 16301; IEFbe 1951; ECLI:EU:C:2016:718 (Breitsamer tegen Landeshauptstadt München) Etikettering. Breitsamer, een onderneming die actief is op het gebied van de productie en verpakking van honing, brengt met name het levensmiddel "Breitsamer Imkergold" (honing) in het verkeer. Het gaat om 120 portieverpakkingen van hetzelfde type honing. Die 120 porties worden verpakt in een door die onderneming afgesloten gezamenlijke kartonverpakking, en zij worden in die vorm aan instellingen verkocht. Op die gezamenlijke kartonverpakking zijn de voorgeschreven verplichte vermeldingen betreffende dat levensmiddel aangebracht, met name het land van oorsprong van de honing. Op betrokken portieverpakkingen honing is het land van oorsprong van de honing niet vermeld. Hierover is de volgende prejudiciële vraag gesteld: Vormen portieverpakkingen met honing een ‘voorverpakt levensmiddel’, dat is onderworpen aan een dienovereenkomstige etiketteringsplicht? Het Hof verklaart hierop voor recht dat de presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame zo moet worden uitgelegd dat elk van de portieverpakkingen honing een „voorverpakt levensmiddel” vormt wanneer deze instellingen die porties afzonderlijk verkopen of aan de eindverbruiker aanbieden bij bereide maaltijden die tegen een vaste prijs worden verkocht.

IEF 16228

Conclusie AG: Richtlijn OHP is beperkt en InfoSocrichtlijn verzet zich niet tegen nationale regeling inzake publiciteit voor tandverzorging

HvJ EU 8 sep 2016, IEF 16228; ECLI:EU:C:2016:660 (VVT tegen Vanderborght), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-richtlijn-ohp-is-beperkt-en-infosocrichtlijn-verzet-zich-niet-tegen-nationale-regeling

Conclusie AG HvJ 8 september 2016, IEFbe 1920; IEF 16228; RB 2776, C-339/15, ECLI:EU:C:2016:660(V.Z.W. tegen Vanderborght) Reclamerecht. Oneerlijke handelspraktijk.  Verzoeker Luc Vanderborght is erkend tandarts en gespecialiseerd in cosmetische en implantaatbehandelingen. Hij wordt ervan verdacht reclame te hebben gemaakt voor zijn praktijk door middel van een reclamezuil ‘van onbescheiden afmeting’ en andere verboden reclamepraktijken te hebben verricht. Al in 2003 heeft het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) een klacht tegen verzoeker ingediend wegens zijn reclameactiviteiten. Op grond van een wet uit 1958 mag in België geen reclame voor tandartspraktijken gemaakt worden. Verzoeker stelt dat deze wet in strijd is met Europees recht. De verwijzende Belgische rechter constateert dat de wet van 1958 is ingesteld ter bescherming van de volksgezondheid (met name gericht tegen commerciële klinieken die schreeuwerige reclame maken) en gehandhaafd ook na implementatie van de door verzoeker genoemde richtlijnen. Hij stelt nog wel vragen over de juiste uitleg van Richtlijn 2005/29. Wat betreft richtlijn 2000/31 vraagt hij zich af of mond- en tandverzorging valt onder de definitie van diensten van de informatiemaatschappij.

Conclusie AG:

Gelet op het voorgaande geef ik het Hof in overweging de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) te antwoorden als volgt:

„1) Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (,richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) moet aldus worden uitgelegd dat zij op grond van de beperkingen die de Uniewetgever uitdrukkelijk heeft neergelegd in artikel 3, leden 3 en 8, van die richtlijn niet van toepassing is op een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, waarbij alle reclame voor tandheelkundige zorg wordt verboden, of een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 8 quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934 houdende reglement op de beoefening der tandheelkunde, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, waarbij de vereisten van bescheidenheid waaraan het uithangbord van een tandartspraktijk moet voldoen, worden vastgesteld.

2) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (,richtlijn inzake elektronische handel’), en inzonderheid de artikelen 3, lid 1, en 8, lid 1, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, die verstrekkers van tandheelkundige zorg in het kader van een vrij beroep of een tandartspraktijk verbiedt enige reclame voor hun diensten te maken via internet, aangezien die regeling ertoe strekt de eerbiediging van de beroepsregels te waarborgen en van toepassing is op een op het nationale grondgebied gevestigde dienstverlener.

3) Een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, die verstrekkers van tandheelkundige zorg in het kader van een vrij beroep of een tandartspraktijk verbiedt direct of indirect enige op het publiek gerichte reclame voor hun diensten te maken, vormt een beperking van de vrijheid van vestiging en van de vrijheid van dienstverrichting in de zin van de artikelen 49 en 56 VWEU.

Deze beperking is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de volksgezondheid indien de nationale wettelijke regeling aan de orde in het hoofdgeding dergelijke beroepsbeoefenaren niet verbiedt een eenvoudige en neutrale vermelding te doen opnemen in een telefoongids of in een ander openbaar informatiemedium teneinde aan hun bestaan als beroepsbeoefenaar bekendheid te geven, zoals een vermelding van hun identiteit, de activiteiten die zij mogen uitoefenen, de plaats waar zij deze uitoefenen, hun spreekuren en hun contactgegevens.”

IEF 16223

Gerecht Aruba geeft gelegenheid tot het overleggen van bewijs door het horen van getuigen

Antilliaanse Gerechten 24 aug 2016, IEF 16223; ECLI:NL:OGEAA:2016:540 (TELEARUBA), https://delex.nl/artikelen/gerecht-aruba-geeft-gelegenheid-tot-het-overleggen-van-bewijs-door-het-horen-van-getuigen

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 24 augustus 2016, IEF 16218; ECLI:NL:OGEAA:2016:540 (TELEARUBA N.V. tegen h.o.d.n.) Reclame. Bewijslevering. Het gaat in deze zaak om een overeenkomsten van opdracht bestaande uit het uitzenden van tv-programma’s en/of reclameboodschappen. TeleAruba stelt dat zij namens de gedaagde door derde en TeleAruba gesloten overeenkomsten van opdracht diensten heeft verleend voor gedaagde, bestaande uit het uitzenden van tv-programma’s en/of reclameboodschappen en dat de gedaagde uit dien hoofde het in de hoofdsom gevorderde bedrag verschuldigd is aan TeleAruba. Het Gerecht stelt TeleAruba in de gelegenheid om hetgeen zij vooropgesteld hebben te bewijzen.