IE-cassatieadvocaat en hoofddocent Mr. S.K. Martens Academie Vivien Rörsch wint onderwijsprijs PAO-docent 2019 Universiteit Leiden
Op vrijdag 28 augustus werden de onderwijsprijzen beste docenten 2019 postacademisch onderwijs van de Universiteit Leiden uitgereikt. Dit jaar is IE-cassatieadvocaat Vivien Rörsch verkozen tot beste externe docent. Haar gemiddelde evaluatiescore was een 9,25 voor haar bijdrage aan de specialisatieopleiding civiele cassatie en procesrecht. Tony Foster (docent taalbeheersing) en Bart Krans (hoogleraar burgerlijk recht) waren de best beoordeelde interne docenten. Vanwege corona-maatregelen werden de prijzen online aangeboden tijdens het alumni-evenement Leiden Revisited.
Vivien Rörsch is ook hoofddocent van de specialisatieopleiding intellectueel eigendoms- en procesrecht. Precies een jaar gelegen richtte zij samen met Claudia Zuidema, directeur-uitgever deLex, de Mr S.K. Martens Academie op. Dit is de officiële opleiding voor IE-procesrecht specialisten. Een gat in de markt, want zo’n opleiding bestond nog niet. Binnenkort start de volgende leergang. Inschrijven kan hier. Wacht niet te lang, want er is maximaal plaats voor 20 deelnemers.
Geen auteurs- of merkenrechtinbreuk op sluitsystemen
Vzr. Rechtbank Den Haag 27 juli 2020, IEF 19386; ECLI:NL:RBDHA:2020:7060 (Ivana tegen Ankerslot en Polvo) Kort geding. Auteursrecht. Merkenrecht. Ivana stelt dat Ankerslot onrechtmatig handelt door sluitsystemen - die volgens Ivana voor haar bedoeld zijn - te verkopen aan Polvo met het merk NOXXA in plaats van Ivana. De rechtbank gaat hier niet in mee, want Ivana heeft niet aannemelijk gemaakt dat er een exclusieve afspraak bestaat tussen haar en Ankerslot die met zich brengt dat de sluitsystemen enkel voor Ivana worden geproduceerd. Daarnaast stelt Ivana dat Polvo inbreuk maakt op haar auteursrecht op de foto’s van de sluitsystemen en tevens inbreuk maakt op haar Ivana-merkenrecht. Geen van beide inbreuken wordt aangenomen. Er is geen sprake van auteursrechtinbreuk, omdat de foto’s van de sluitsystemen geen eigen oorspronkelijk karakter hebben. Derhalve genieten de foto's geen auteursrechtelijke bescherming. Merkenrechtinbreuk wordt niet aangenomen, omdat er geen sprake is van verwijdering van het Ivana-merk en omdat de producten uitgeput zijn. Tot slot oordeelt de rechtbank dat Ivana geen belang heeft bij de door haar gevorderde rectificatie van gepubliceerde berichten waarin producten worden getoond waarbij het Ivana-merk is verwijderd. Ivana heeft hierbij geen belang, omdat het bericht zodanig is gewijzigd dat Ivana er geen bezwaar meer tegen heeft.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Beelden Undercover over misstanden kattenfokkerij niet verboden
Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 juli 2020, IT 3211; ECLI:NL:RBAMS:2020:3634 (Eiseressen tegen Noordkaap en Talpa) Kort geding. Privacyrecht. Mediarecht. Eiseressen vorderen een verbod voor Noordkaap en Talpa om het beeld- en geluidmateriaal dat van eiseressen is gemaakt openbaar te maken, vernietiging van het beeld- en geluidmateriaal en schadevergoeding. Noordkaap heeft aangevoerd dat Eiseres 2 niet in de uitzending zal voorkomen, waardoor zij geen belang heeft bij de vorderingen. Eiseres 1 heeft wel spoedeisend belang bij de vorderingen. Het gaat om beelden die misstanden in de kattenfokkerij aan de kaak moeten stellen. Toewijzing van de vorderingen van Eiseres 1 houdt een beperking in van het in artikel 10 lid 1 van het EVRM neergelegde grondrecht van Noordkaap en Talpa op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Hierbij dient een belangenafweging gemaakt te worden. Het staat Noordkaap vrij een dergelijk misstand aan de hand van een concreet voorbeeld aan de kaak te stellen, maar de privacybelangen van Eiseres 1 dienen ook zwaar te wegen. Dit belang is er onder meer in gelegen dat zij in een klein dorp woont en in de horeca werkt, waardoor zij makkelijk wordt herkend. De belangenafweging leidt tot de conclusie dat de vorderingen om de beelden te verbieden of te vernietigen worden afgewezen, maar dat Eiseres 1 wel volledig onherkenbaar in beeld moet worden gebracht. Ook de vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen.
Zwendel in de voedingsmiddelenindustrie
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 30 juli 2020, IEF 19383; ECLI:NL:RBOBR:2020:3739 (Foodlink tegen Gedaagden) Kort geding. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Foodlink is slachtoffer geworden van een zwendelpraktijk. Haar handelsnaam en logo zijn door derden gebruikt. Foodlink vordert derhalve een verbod op het gebruiken van haar handelsnaam en merk. De voorzieningenrechter oordeelt dat Foodlink de IE-inbreuken en onrechtmatige daden voldoende heeft onderbouwd en gebiedt gedaagden het gebruik van het Benelux-merk en de handelsnaam van Foodlink te staken en gestaakt te houden.
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.
Inbreuk op modelrecht plantenpot
Vzr. Rechtbank Den Haag 21 augustus 2020, IEF 19387; ECLI:NL:RBDHA:2020:8435 (Gartneriet Lundager tegen Ovata) Kort geding. Modellenrecht. Gartneriet brengt in 2017 de Lundager Pot op de markt. Dit model wordt op 18 januari 2018 geregistreerd als Gemeenschapsmodel. Gartneriet stelt dat Ovata met de Porto Pot inbreuk maakt op haar modelrecht dan wel auteursrecht op de Lundager Pot en vordert staking van het inbreukmakend handelen door Ovata. Ovata verweert zich door middel van een nietigheidsverweer. Het Lundager Model zou nietig zijn, omdat het eigen karakter ontbreekt. Vergeleken met het meest nabije vormgevingserfgoed wekt het Lundager Model bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk. Daarnaast geeft het Lundager Model niet enkel uiting aan een vigerende stijl of trend, want uit het vormgevingserfgoed kan niet worden afgeleid dat een dergelijke stijl reeds bestond. Derhalve is het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat het Lundager Model geldig is. Wat betreft de door Gartneriet gestelde inbreuk is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de Porto Pot inbreuk maakt op het Lundager Model. De afstand tussen het vormgevingserfgoed en het Lundager model is groter dan de afstand tussen de Porto Pot en het Lundager Model. Daarnaast wekt de Porto Pot bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk dan het Lundager Model. Het stakingsbevel wordt toegewezen voor de gehele Europese Unie.
Memorie van antwoord voor de Richtlijn audiovisuele mediadiensten
Minister Slob reageert in deze memorie van antwoord op de vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur & Wetenschap van de Eerste Kamer over het wetsvoorstel voor de Richtlijn audiovisuele mediadiensten. Lees hier de memorie van antwoord.
Vervolg op "Help de Hoge Raad met de handelsnaam!"
Naar aanleiding van de oproep Help de Hoge Raad met de handelsnaam! [IEF 19217] heeft zich voor het eerst in Nederland een rechtswetenschappelijk forum gevormd bestaande uit IE-studenten die de rechtsvragen in de zaak Dairy Partners [IEF 18744] hebben onderzocht en beantwoord. De bevindingen van de studenten zijn op 1 juli 2020 als schriftelijke opmerkingen in de prejudiciële procedure ingediend door cassatieadvocaat M.E. Bruning (tevens docent aan de Universiteit Leiden) bij de griffie van de Hoge Raad.
De geselecteerde inzendingen zijn van:
Richard Trouborst (UL)
Pieter de Kanter (UL)
Ole Cohen (UL)
Demi Rietveld (UvA)
Meyke Rietveld (UvA)
Thomas den Herder (VU)
Noa Naaman (UL en King's College)
Jan Buit (RUG)
Emma Stok (UL)
De leden van de selectiecommissie danken de studenten voor hun inzet en complimenteren hen met het uitstekende werk. Het parket en daarna de civiele kamer zijn nu aan zet!
Uitspraak ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells.
Hof vernietigt vonnis rechtbank: octrooi en ABC wel geldig
Hof Den Haag 18 augustus 2020, IEF 19380, LS&R 1852; ECLI:NL:GHDHA:2020:1621 (NPS tegen Accord) Octrooirecht. Aanvullende beschermingscertificaten. Hierbij gaat het arrest in het hoger beroep tussen NPS en Accord. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en wijst de nietigheidsvorderingen van Accord alsnog af. De stelling van Accord dat conclusie 1 van EP 761 niet inventief is, wordt verworpen. De conclusie ziet immers op een farmaceutische samenstelling van cinacalcet en het gebruik van cinacalcet als geneesmiddel voor de behandeling van diverse aandoeningen, ontlenen hun inventiviteit reeds aan de inventiviteit van cinacalcet. Het hof bevestigt daarmee de geldigheid van NPS' octrooi en het aanvullende beschermingscertificaat.
Uitspraak ingezonden door Jan Pot, Brinkhof.
Conclusie A-G in de zaak Infineon/NXP
HR Conclusie A-G 10 juli 2020, IEF 19379; ECLI:NL:PHR:2020:696 (Infineon tegen NXP) Cassatieberoep tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 30 april 2019 [IEF 184310]. Deze merkenzaak betreft een geschil tussen twee chipfabrikanten. NXP is eigenaar van de ‘zogeheten Mifare-technologie’, die wordt gebruikt in chipkaarten en kaartlezers voor het openbaar vervoer. De Nederlandse ov-chipkaart is daarvan een voorbeeld. Met deze technologie is NXP wereldwijd marktleider op het gebied van electronic ticketing. NXP is tevens houdster van diverse Mifare-merken, waaronder twee woordmerken ‘MIFARE’. Infineon brengt kaartchips op de markt, in concurrentie met NXP. Infineon vermeldt bij de productspecificaties van een deel van haar kaartchips dat deze ‘Mifare compatible’ zijn. Volgens NXP vormt een dergelijke uiting een inbreuk op haar merkrechten en een vorm van ongeoorloofde vergelijkende reclame.
Depot te kwader trouw niet aangenomen
Hof Amsterdam 12 november 2019, IEF 19378; ECLI:NL:GHAMS:2019:4060 (X tegen Y c.s.) Auteursrecht. Merkenrecht. Het geschil tussen X en Y c.s. ziet met name op de vraag wie van hen het recht toekomt om onder de naam [woordmerk 1] en [woordmerk 3] of daarvan afgeleide tekens sieraden, tassen en accessoires op de markt te brengen. X vordert verklaringen voor recht dat een aantal van de merken van Y c.s. nietig is dan wel wegens non-usus dient te worden doorgehaald. Daarnaast vordert X verboden voor Y c.s. om verdere inbreuk te maken op de IE-rechten van X. Y c.s. stelt daarentegen dat niet X, maar Y c.s. rechthebbende is op de IE-rechten. X grieft dat Y c.s. bepaalde merkregistraties te kwader trouw heeft gedeponeerd, maar het hof gaat hier - net als de rechtbank - niet in mee. Ook de grief van X dat Y c.s. met de handhaving van de merken misbruik van recht maakt, faalt. De grief van X dat Y inbreuk maakt op de auteursrechten op haar foto’s slaagt wel. Wat betreft het logo (woordmerk 3) is het hof van oordeel dat X geen auteursrecht toekomt, want er valt geen persoonlijke creatieve keuze te ontwaren. De grieven die opkomen tegen het oordeel van de rechtbank dat X onrechtmatig zou handelen door het op de markt brengen van een sieradenlijn onder het door Y bedoelde teken en logo, slagen. De normaal oplettende consument zal als totaalindruk van dit teken niet overhouden dat wordt verwezen naar de naam [woordmerk 3], zodat geen sprake kan zijn van verwarring met de merken van Y c.s. X mag derhalve het bedoelde logo gebruiken voor zijn sieradenlijn.