IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 19366

Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek en Sander Verbeek, Good Law.


Bevoegdheidsincident in procedure over bedrijfsgeheimen

Rechtbank Amsterdam 29 jul 2020, IEF 19366; (EWAC tegen Curium c.s.), https://delex.nl/artikelen/bevoegdheidsincident-in-procedure-over-bedrijfsgeheimen

Rechtbank Amsterdam 29 juli 2020, IEF 19366, LSR 1850; C/13/675729 (EWAC tegen Curium c.s.) Bedrijfsgeheimen. Procesrecht. EWAC spreekt Curium c.s. aan voor het onrechtmatig gebruikmaken van bedrijfsgeheimen, omdat Curium c.s. tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de geheimhoudingsovereenkomst. Curium c.s. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak naar de rechtbank Den Haag verwijst. Gelet op het bepaalde in artikel 108 Rv is de rechtbank Amsterdam op grond van zowel de MCA als de MNDCA bij uitsluiting (deels naast de rechtbank Noord-Holland) bevoegd kennis te nemen van de naar aanleiding van deze overeenkomst gerezen geschillen tussen EWAC, Curium en ECN. Dit kan betekenen dat de door EWAC ingestelde vordering wordt opgeknipt, maar om redenen van doelmatigheid en de ook door partijen aangegeven samenhang tussen de vorderingen, acht de rechtbank Amsterdam zich bevoegd kennis te nemen van de gehele zaak. Dit vonnis is interessant, omdat er drie opeenvolgende overeenkomsten zijn gesloten op grond waarvan geheime informatie is gedeeld. Het ging steeds om andere informatie en er is steeds een andere rechter als bevoegd aangewezen. De discussie in het bevoegdheidsincident ging impliciet al over de hoofdzaak: geldt alleen de jongste overeenkomst en zet die de oudere overeenkomst opzij? Dan moet die bevoegde rechter aangewezen worden. Als de oudere overeenkomsten, inclusief bevoegdheidsregel, niet meer gelden, dan zou ook de geheimhouding op grond van die overeenkomsten niet meer gelden. De uitspraak over de bevoegdheid en geldigheid van de forumkeuze heeft dus grote gevolgen voor de uitkomst in de hoofdzaak. In het onderhavige geval heeft de rechter besloten dat alle overeenkomsten, inclusief het forumkeuzebeding (en dus ook geheimhoudingsbeding) geldend zijn en naast elkaar bestaan.

IEF 19365

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Maarten Schut en Emiel Jurjens, Kennedy van der Laan.

Krokodillenondergoed Hema maakt inbreuk op merkenrecht Lacoste

Hof Den Haag 11 aug 2020, IEF 19365; (Lacoste tegen Hema), https://delex.nl/artikelen/krokodillenondergoed-hema-maakt-inbreuk-op-merkenrecht-lacoste

Hof Den Haag 11 augustus 2020, IEF 19365; C/09/557888 (Lacoste tegen Hema) Merkenrecht. In dit spraakmakende arrest van het hof Den Haag (in vervolg op IEF 18163) wordt Hema een pan-Europees inbreukverbod opgelegd ten aanzien van al het Hema-krokodillenondergoed. Waar de rechtbank eerder oordeelde dat de krokodillen op de kleding van Hema louter versiering zijn en Hema daarom geen merkinbreuk maakt op het merkenrecht van Lacoste, oordeelt het hof dat er sprake is van verwarringsgevaar en dat er derhalve sprake is van inbreuk. De merken en het teken stemmen in hoge mate overeen in visueel en begripsmatig opzicht. Er wordt een pan-Europees inbreukverbod opgelegd omdat Lacoste zich (ook) beroept op haar Uniemerk en omdat er geen redenen zijn aangevoerd om het verbod tot bepaalde lidstaten te beperken.

IEF 19364

Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR)

Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR).

Aflevering 2 - 4 augustus 2020 - Jaargang 21

Medische hulpmiddelen

8. Slaafse nabootsing en onrechtmatigheid door het overnemen en aanbieden van een serie wondhechtingsproducten. Noot van dhr. mr. D.L. Frowijn bij Rechtbank Rotterdam, 22 april 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:3961

Omzetbelasting

9. Een medisch hulpmiddel kan niet genieten van het verlaagde btw-tarief ook al lijkt het erg op een zelfzorggeneesmiddel. Noot van dhr. mr. drs. J.A. Lisman bij Rechtbank Den Haag, 15 april 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:401

Overige

10. Het EMA heeft terecht besloten om informatie uit registratiedossiers beschikbaar te stellen aan belangstellenden. Noot van dhr. mr. drs. J.A. Lisman bij Hof van Justitie EU, 20 januari 2020, ECLI:EU:C:2020:23

Preferentiebeleid

11. Preferentiebeleid CZ glatirameerbevattende geneesmiddelen niet onrechtmatig. Noot van dhr. mr. C. van Balen bij Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10 december 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:4471

Reclame

12. Dokteronline.com bood geneesmiddelen aan zonder daartoe bevoegd te zijn en handelde in strijd met diverse reclameverboden. Noot van mw. mr. M. Meddens-Bakker bij Rechtbank Den Haag, 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:85

13. Terugbetalingsregeling voor UR-geneesmiddel voorgeschreven binnen indicatie maar buiten GVS is in strijd met het verbod op reclame die rationeel gebruik geneesmiddel niet bevordert. Noot van mw. mr. C.S.M. Morel bij Rechtbank Midden-Nederland, 29 januari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:295

Zorgverzekeraars

14. Stimuleringsbeleid zorgverzekeraars voor biosimilars is niet onrechtmatig jegens vergunninghouder originator. Noot van mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens bij Rechtbank Den Haag, 24 december 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:14242

15. Vergoeding intramuraal geneesmiddel buitenland; behandeling behoort tot internationale stand van de wetenschap en praktijk. Noot van mw. mr. M.F van der Mersch bij Rechtbank Den Haag, 22 april 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3707

U kunt hier een abonnement op JGR afsluiten.

IEF 19363

Uitspraak ingezonden door Gertjan van den Hout, NORD Advocaten.

Handelsnaamrechtinbreuk van Auto Smink op Smink Auto’s

Rechtbank Noord-Nederland 6 aug 2020, IEF 19363; (Smink Auto's tegen Auto Smink), https://delex.nl/artikelen/handelsnaamrechtinbreuk-van-auto-smink-op-smink-auto-s

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 6 augustus 2020, IEF 19363; C/19/131481 (Smink Auto’s tegen Auto Smink) Kort geding. Handelsnaamrecht. Smink Auto’s spreekt Auto Smink aan voor handelsnaamrechtinbreuk. De voorzieningenrechter oordeelt dat Smink Auto’s een ouder handelsnaamrecht heeft dan Auto Smink. Auto Smink doet een beroep op nawerking, omdat haar autobedrijf bekend staat onder de naam “Smink” en op rechtsverwerking, omdat het volgens Auto Smink onaanvaardbaar is dat dat Smink Auto’s zich nu nog verzet tegen het gebruik van de familienaam in een handelsnaam. De voorzieningenrechter verwerpt beide verweren en concludeert dat het gebruik van de naam Auto Smink jegens Smink Auto’s onrechtmatig is en een inbreuk vormt op het handelsnaamrecht van Smink Auto’s. De handelsnamen wijken onvoldoende van elkaar af en Smink Auto’s heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hiervan verwarring te duchten is.

IEF 19361

Artikel ingezonden door Willem Hoyng, Hoyng Rokh Monegier.

Indicatietarieven octrooizaken per 1 september a.s.

Indicatietarieven octrooizaken per 1 september a.s.

1. Sinds de inwerkingtreding van de Handhavingsrichtlijn op 29 april 2006 is in octrooizaken art. 14 van die Richtlijn (respectievelijk na de implementatie van art. 14) art. 1019h Rv toegepast: "De verliezende partij wordt veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten tenzij de billijkheid zich daartegen verzet."

2. Anders dan in andere IE-zaken wordt de grote meerderheid van octrooizaken behandeld door een kleine groep gespecialiseerde advocaten bijgestaan door een of meer octrooigemachtigden voor (in de feitelijke instanties) gespecialiseerde colleges. Bestudering van beslissingen in octrooizaken met betrekking tot kosten ex art. 1019h Rv leert dat in ongeveer de helft van de zaken (en met name in de grotere zaken) partijen overeenstemming bereiken over de kosten. Hoewel de rechter ambtshalve toeziet op de kostenveroordeling heb ik geen uitspraak kunnen vinden waar de rechter hetgeen is afgesproken als niet redelijk, evenredig en/of billijk oordeelde.



3. Nergens in de Richtlijn of de implementatiewetgeving wordt aangegeven dat de gewenste wijze van praktische uitvoering van de bepalingen met betrekking tot proceskosten bestaat uit door de rechter vastgestelde zgn. "indicatietarieven".

IEF 19362

Uitspraak ingezonden door Sophie ten Bosch en Rutger Stoop, Brinkhof.

Auteursrecht grafisch ontwerp uitgeput na wederverkoop vrachtwagens

Rechtbank Midden-Nederland 5 aug 2020, IEF 19362; ECLI:NL:RBMNE:2020:4686 (Auteursrecht grafisch ontwerp), https://delex.nl/artikelen/auteursrecht-grafisch-ontwerp-uitgeput-na-wederverkoop-vrachtwagens

Rechtbank Midden-Nederland 5 augustus 2020, IEF 19362; ECLI:NL:RBMNE:2020:4686 (Auteursrecht grafisch ontwerp) Auteursrecht. Procesrecht. Lukassen had in het verleden een aantal vrachtwagens gekocht waarop een grafisch ontwerp was aangebracht waarin foto’s van eiseres waren verwerkt. Lukassen had een sticker met haar eigen bedrijfsnaam geplakt over de bedrijfsnaam van de vorige eigenaar en heeft de vrachtwagens daarna voor zichzelf in gebruik genomen. Eiseres stelt dat daarmee haar auteursrechten op haar foto’s en de aan haar overgedragen auteursrechten ten aanzien van het gehele grafische ontwerp zouden worden geschonden. De kantonrechter oordeelt echter dat de auteursrechten van eiseres zijn uitgeput. Het gaat om dezelfde vrachtwagens die eerder met toestemming van eiseres in het verkeer zijn gebracht. Een beroep van eiseres op het arrest iz. NUV/Tom Kabinet (m.b.t. uitputting bij digitale verspreiding) slaagt niet, omdat het daar om digitale werken gaat. Omdat het auteursrecht van het grafische ontwerp (waarvan de foto’s van eiseres onderdeel uitmaakten) oorspronkelijk bij iemand anders lagen, kan eiseres geen persoonlijkheidsrechten inroepen. Ook als die auteursrechten overgedragen zouden zijn aan eiseres maakt dat niet dat zij ook de (niet-overdraagbare) persoonlijkheidsrechten van die derde partij kan uitoefenen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten, maar de rechter gaat niet mee in de vordering van Lukassen tot volledige vergoeding van de proceskosten. Het stond eiseres namelijk vrij om Lukassen te dagvaarden. Zij heeft in de dagvaarding stellingen opgenomen die haar vorderingen onderbouwen en ter onderbouwing bewijsstukken overlegd.

IEF 19360

Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop, Brinkhof.

Vervolg uitspraak DOLPHIN-zwembadrobots

Rechtbank Gelderland 5 aug 2020, IEF 19360; (ECG Nederland tegen Maytronics), https://delex.nl/artikelen/vervolg-uitspraak-dolphin-zwembadrobots

Rechtbank Gelderland 5 augustus 2020, IEF 19360 (ECG Nederland tegen Maytronics) Merkenrecht. Vervolg op IEF 19279, waarin werd geoordeeld dat ECG de inbreuk op de aan Maytronics toekomende merkenrechten moest staken en gestaakt moet houden en een door de rechtbank opgestelde tekst op de homepages moest plaatsen van alle websites waarop zij onrechtmatig DOPLHIN-producten heeft aangeboden. ECG hield zich niet aan dit vonnis, waardoor Maytronics ter waarde van €300.000 aan verbeurde dwangsommen opeiste. Later heeft Maytronics beslag gelegd op de volledige bedrijfsinventaris van ECG. ECG is een executiegeschil gestart. In dit vonnis stelt de rechter Maytronics in het gelijk.

IEF 19359

Uitlatingen concurrerende onderneming niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 3 jul 2020, IEF 19359; ECLI:NL:RBMNE:2020:2703 (Eisers tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/uitlatingen-concurrerende-onderneming-niet-onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 3 juli 2020, IEF 19359; ECLI:NL:RBMNE:2020:2703 (eisers tegen gedaagden) Onrechtmatige uitingen. Eisers en gedaagden zijn actief in de energiemarkt en richten zich op zakelijke energieverbruikers. Gedaagde bemiddelt eveneens tussen verbruikers en leveranciers. Gedaagden hebben zich negatief uitgelaten over de handelswijze van eisers om zo klanten te winnen. Eiser vordert in conventie dat alle uitlatingen van haar website en LinkedIn-account te verwijderen, waarin wordt gesteld of de suggestie wordt gewekt dat hij zich schuldig maakt aan oneerlijke dan wel onrechtmatige handelsprakrijken. Gedaagde vordert in reconventie dat het eiser verboden wordt om bij hun telefonische verkoopactiviteiten voor energiebedrijven de indruk te wekken dat gebeld wordt door of namens gedaagde. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen in conventie af en in reconventie toe. Er is voldoende feitelijke onderbouwing dat bemiddelaar zich in telefoongesprek met potentiële klant voordeed als de vaste energie-adviseur van de klant.

IEF 19358

Foto zonder toestemming op website

Rechtbank Midden-Nederland 24 jun 2020, IEF 19358; ECLI:NL:RBMNE:2020:2793 (Eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/foto-zonder-toestemming-op-website

Rechtbank Midden-Nederland 24 juni 2020, IEF 19358; ECLI:NL:RBMNE:2020:2793 (Eiser tegen gedaagde) Auteursrecht. Eiser is professioneel fotograaf, maakt foto’s in opdracht en beheert een beeldbank met foto’s die tegen betaling mogen worden gepubliceerd. Gedaagde houdt zich bezig met o. a. advisering en bemiddeling op het gebied van bedrijfsvoering en overdracht. Gedaagde heeft via de beeldbank van eiser een foto van het object geplaatst, terwijl eiser daar geen toestemming voor had gegeven en geen vergoeding voor heeft ontvangen. Eiser heeft meerdere keren gevraagd de foto van de websites te verwijderen. De foto is verwijderd, maar de vergoeding bleef uit. Eiser vordert inbreuk op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten op de foto en schadevergoeding. De rechtbank wijst de vorderingen toe.

IEF 19357

Geen rectificatie gepubliceerd onderzoeksrapport seksueel misbruik Jehova's Getuigen

Hof Arnhem-Leeuwarden 4 aug 2020, IEF 19357; ECLI:NL:GHARL:2020:6085 (Jehova’s Getuigen tegen Universiteit Utrecht en de Nederlandse Staat), https://delex.nl/artikelen/geen-rectificatie-gepubliceerd-onderzoeksrapport-seksueel-misbruik-jehova-s-getuigen

Hof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2020, IEF 19357, IT 3204; ECLI:NL:GHARL:2020:6085 (Jehova’s Getuigen tegen Universiteit Utrecht en de Nederlandse Staat) Publicatieverbod. Rectificatie. De Universiteit heeft op verzoek van de Minister en het WODC een onderzoeksrapport opgesteld met als titel “Seksueel misbruik en aangiftebereidheid binnen de gemeenschap van de Jehova’s Getuigen”. De Jehovah’s Getuigen hebben een publicatieverbod gevorderd van de Universiteit en de Staat. De vorderingen werden afgewezen door de kortgedingrechter. De Minister heeft het onderzoeksrapport daarna aan de Tweede Kamer gestuurd en het rapport is gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl en op www.wodc.nl. In hoger beroep vorderen de Jehovah’s Getuigen, na vernietiging van de uitspraak van de kortgedingrechter, van de Staat en de Universiteit verwijdering van het rapport van deze websites en van de Staat het plaatsen van een rectificatie op deze sites. Daarnaast wordt gevorderd de Minister te gelasten een brief te sturen aan de Tweede Kamer met rectificerende mededelingen over het onderzoeksrapport. De vorderingen worden door het hof afgewezen.