IEF 22388
21 november 2024
Uitspraak

EUIPO wijst registratie van woordmerk Brasserie Astoria af

 
IEF 22382
21 november 2024
Uitspraak

Eiser is rechthebbende van woord- en beeldmerk

 
IEF 22384
21 november 2024
Uitspraak

Nietigverklaring beeldmerk Chiquita in categorie vers fruit

 
IEF 22089

Artikel Alexander Tsoutsanis: Over patenten en ­integriteit: de affaire Plasterk in vier vragen

Ronald Plasterk trok zich inmiddels terug als premierskandidaat. Dat is verstandig, maar neemt niet weg dat er twijfels blijven. Niet langer over Plasterks geschiktheid als premier maar of hij wel hoogleraar en KNAW-lid kan blijven.

In plaats van over de BBB ging het de afgelopen tijd vooral over ‘PPP’: over Plasterk, premierschap en patenten. Dat balletje ging rollen dankzij een reconstructie van NRC eerder dit jaar.1 De politieke gevoeligheid zat er toen in dat Plasterk informateur was. Zijn ster was nadien verder gestegen. Ronald werd serieus verhandeld als kandidaat-premier van de onlangs beklonken coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB. Inmiddels maakte Plasterk bekend dat hij zich terugtrekt. Dat is verstandig, maar neemt niet weg dat er twijfels blijven. Niet langer over Plasterks geschiktheid als premier maar of hij wel hoog­leraar en KNAW-lid kan blijven.

IEF 22088

Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx.

Geen inbreuk op auteursrecht wintersneaker

Hof Den Haag 19 mrt 2024, IEF 22088; ECLI:NL:GHAMS:2024:696 (Inuikii tegen Est'Seven), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-auteursrecht-wintersneaker

Gerechtshof Amsterdam 19 maart 2024, IEF 22088; ECLI:GHAMS:2024:696 (Inuikii tegen Est'Seven) De voorzieningenrechter heeft de door Inuikii gevraagde omdat een vordering die is gegrond op een inbreuk op auteursrechten bij wijze van voorlopige voorziening slechts kan worden toegewezen als buiten redelijke twijfel staat dat de eisende partij de auteursrechthebbende is. [IEF 20728]. Inuikii is tegen dit vonnis in beroep gegaan. Het hof oordeelt dat de totaalindruk van de Est’Mouton boot, de vermeende inbreukmakende schoen, voldoende verschilt van de wintersneaker van Inuikii, ook als ervan uit wordt gegaan dat de wintersneaker een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt en dus auteursrechtelijk beschermd is. Los daarvan oordeelt het hof dat nog steeds onvoldoende duidelijk is dat Inuikii rechthebbende op de wintersneaker is. Inuikii heeft in het kader van artikel 8 Aw namelijk onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Zeitneu althans Inuikii in 2015 de wintersneaker als van haar afkomstig openbaar heeft gemaakt. Tot slot heeft Inuikii aangevoerd dat Est’Seven zich schuldig heeft gemaakt aan slaafse nabootsing. Het hof oordeelt daartoe dat Inuikii onvoldoende heeft aangetoond dat haar schoen een eigen gezicht heeft op de markt. Los daarvan is geen verwarringsgevaar bij de doelgroep aannemelijk geworden.

IEF 22087

Intervisie 2024

Er zijn nog plaatsen voor Intervisie 2024.

Volgende week starten we weer met onze intervisiesessies, speciaal voor (IE) procesrechtadvocaten. Hiermee versterkt u uw professionele vaardigheden, leert u anders omgaan met collega's, (werk)druk en complexe vraagstukken. 

Elke sessie behandelen we een concrete vraag die relevant is voor de hele groep. Samen zorgen we voor nieuwe inzichten en een breder perspectief waarbij de sleutelwoorden zijn: intercollegiaal, gestructureerd, veilig en met open blik.

Zie voor meer informatie onze website.

IEF 22084

Conclusie A-G: Merck Sharp & Dohme

HvJ EU 6 jun 2024, IEF 22084; ECLI:EU:C:2024:472 (Merck Sharp & Dohme), https://delex.nl/artikelen/conclusie-a-g-merck-sharp-dohme

Conclusie A-G HvJ EU 6 juni 2024, IEF 22084; IEFbe 3744; C‑119/22 en C‑149/22 ECLI:EU:C:2024:472 (Merck Sharp & Dohme) Onderhavige zaken hebben betrekking op de voorwaarden waaronder ABC’s in de Unie kunnen worden afgegeven voor in geneesmiddelen gebruikte samenstellingen van werkzame stoffen. In de zaken staat artikel 3 onder a en onder c ABC-verordening centraal. A-G Emiliou is in het kader van artikel 3 onder c ABC-verordening van mening dat het Hof de letterlijke uitlegging van artikel 3 onder c ABC-verordening moet volgen, inhoudende dat i) het relevante “product” de samenstelling A+B is, en ii) de inspecteur moet nagaan of de octrooihouder reeds een ABC voor die samenstelling heeft verkregen. Door een juiste uitlegging en strikte toepassing van de laatste voorwaarde, kan de in Actavis I [IEF 13336] en Actavis II [IEF 14750] aangehaalde beleidsproblematiek worden aangepakt. Met betrekking tot artikel 3 onder a ABC-verordening, concludeert de A-G dat een product om te kunnen worden beschouwd als beschermd door een basisoctrooi in de zin van de bepaling, niet alleen uitdrukkelijk moet worden vermeld of ‘specifiek moet kunnen worden geïdentificeerd’ in de conclusies (vermeldingscriterium), maar ook moet vallen onder de uitvinding die het voorwerp uitmaakt van dat octrooi (uitvindingscriterium) [IEF 17872]. Het gaat dan in feite om een beoordeling achteraf van de informatie in het octrooi.

IEF 22085

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

Blijf bij met de laatste ontwikkelingen in reclamerecht op onze Actualiteitenlunch! Op woensdagmiddag 19 juni 2024 organiseren wij onze jaarlijkse Actualiteitenlunch Reclamerecht, een evenement dat u niet mag missen. Tijdens deze bijeenkomst krijgt u binnen twee uur een actueel, volledig en praktijkgericht overzicht van de nieuwste ontwikkelingen in het reclamerecht. We hebben nog enkele plaatsen beschikbaar, dus meld u snel aan! Onze experts nemen u mee door de meest relevante uitspraken en veranderingen, zowel nationaal als Europees niveau. Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) zal het onder andere hebben over de nieuwste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, de aanscherping van de regels rondom alcoholreclame en casussen zoals WakkerDier en Sloopmelk. Europese rechtspraak zal door Bram Duivenvoorde (Universiteit Utrecht) besproken worden, met onder andere aandacht voor de relevantie van de Artificial Intelligence Act voor reclame, de pay or okay-oplossing van Meta en de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, en de recente conclusie in Compass Banca bij het Europees Hof van Justitie en de impact op de gemiddelde consument.

Aanmelden? Dat kan nog!

IEF 22083

Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx.

Undercoveragenten moeten onherkenbaar gemaakt worden in het boek ‘Drugsbaron’

Rechtbank Midden-Nederland 17 jun 2024, IEF 22083; ECLI:NL:RBMNE:2024:3140 (De Belgische Staat tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/undercoveragenten-moeten-onherkenbaar-gemaakt-worden-in-het-boek-drugsbaron

Vzr. Rb. Midden-Nederland 17 mei 2024, IEF 22083, IEFbe 3743; ECLI:NL:RBMNE:2024:3140 (De Belgische Staat tegen gedaagden). Kort geding. Gedaagden hebben het boek ‘Drugsbaron’ geschreven en uitgegeven, dat sinds 18 april te koop is. In dit boek staan foto’s waarop drie undercoveragenten herkenbaar afgebeeld zijn. Vier weken nadat het boek in de handel werd gebracht, heeft de Belgische Staat de auteur en uitgever gesommeerd om op een kort gedingzitting te verschijnen. De Staat stelt dat de portretten van haar medewerkers, de undercoveragenten, tot gevaar leiden en wil de verspreiding van deze foto’s voorkomen. De voorzieningenrechter is het met de Belgische Staat eens en acht dat de afbeelding van de medewerkers, gelet op hun professionele achtergrond, onrechtmatig is. Het boek mag nu alleen nog uitgegeven worden indien de medewerkers niet meer herkenbaar op de foto’s staan en dus wordt de volgende druk aangepast. Daarom moet de uitgever boekhandels en commerciële verkopers sommeren om verkoop van de boeken te staken en pas te hervatten als de foto’s van de undercovers onherkenbaar zijn gemaakt.

IEF 22082

Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx.

Verstekvonnis: Docudesk maakt inbreuk op auteursrechtelijk beschermde broncode en vormgeving van Theorie.nl

Rechtbank Amsterdam 29 mei 2024, IEF 22082; C/13/749412 KG ZA 24-314 (Theorie.nl tegen Docudesk), https://delex.nl/artikelen/verstekvonnis-docudesk-maakt-inbreuk-op-auteursrechtelijk-beschermde-broncode-en-vormgeving-van-theorie-nl

Vzr. Rb. 29 mei 2024, IEF 22082, IT 4567; C/13/749412 KG ZA 24-314 (Theorie.nl tegen Docudesk). Kort geding. Deze zaak betreft een auteursrechtinbreuk door Docudesk waarbij een commerciële website grotendeels is gekopieerd en slechts op enkele punten afwijkt van de website van Theorie.nl. De voorpagina van beide websites is op de afbeelding te zien. Theorie.nl biedt oefentoetsen aan voor theorie-examens voor het CBR en heeft ten behoeve hiervan een website laten ontwerpen door twee partijen. De auteursrechten van zowel de broncode als de front-end vormgeving zijn overgedragen aan Theorie.nl. Zij meent dat Docudesk de broncode van deze website heeft gekopieerd. Deze is nagenoeg identiek. In deze procedure vordert Theorie.nl onmiddellijke staking van de inbreuken, afgifte van de omzetgegevens van Docudesk en vergoeding van juridische kosten. Docudesk is niet verschenen, waardoor het gevraagde verstek wordt verleend. De vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en dus worden deze toegewezen. De voorzieningenrechter beslist dat elke inbreuk zoals omschreven door Theorie.nl moet worden gestaakt en Docudesk dient een volledig overzicht te verstrekken van het aantal verkochte oefentoetsen. Docudesk wordt daarnaast in de proceskosten veroordeeld.

IEF 22081

Consultatie over de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten in derde landen

DG Trade lanceert een gerichte raadpleging om informatie te verzamelen over de staat van de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten in derde landen. Het hoofddoel van deze raadpleging is om derde landen te identificeren waarin de staat van bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten aanleiding geeft tot de grootste bezorgdheid, en om de lijst van zogenaamde "prioriteitslanden" bij te werken. De gerichte raadpleging zal een van de instrumenten zijn die worden gebruikt om de systemen voor intellectuele eigendomsrechten in derde landen te verbeteren. Het zal de Europese Commissie helpen haar inspanningen en middelen te richten op de prioriteitslanden en op specifieke zorggebieden, met als doel de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten wereldwijd te verbeteren. De resultaten van deze raadpleging zullen rechtenhouders ook in staat stellen zich bewust te worden van mogelijke risico's voor hun intellectuele eigendom wanneer zij zakelijke activiteiten ondernemen in de prioriteitslanden, zodat zij hun bedrijfsstrategieën en operaties kunnen ontwerpen om hun intellectuele eigendomsrechten te beschermen. De raadpleging is geopend tot 6 september 2024 en u wordt uitgenodigd om bijdragen te sturen via onderstaande link.

IEF 22063

Laatste plekken: Nederlands Octrooi Congres - 11 juni 2024

Er zijn nog slechts enkele plekken beschikbaar voor het jaarlijkse Nederlands Octrooicongres op dinsdag 11 juni 2024. In samenwerking met prof. mr. Peter Blok (UPC, CIER, Hof Den Haag) en mr. drs. Gertjan Kuipers (Hogan Lovells) hebben we weer een mooi programma samengesteld waarin alle recente Europese ontwikkelingen worden behandeld. Heeft u zich al ingeschreven?

Datum: dinsdag 11 juni 2024
Tijd: 09.30 - 17.00 uur, aansluitend borrel
Accreditatie: 6 opleidingspunten
Locatie: hotel Jakarta

Lees verder om het voorlopige programma te bekijken.

IEF 22080

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker en Daan Breuking, Holla legal & tax.

Enexis wint oppositieprocedure tegen Enixi

EUIPO - OHIM 13 mei 2024, IEF 22080; B 3 194 690 (Enexis tegen Enixi), https://delex.nl/artikelen/enexis-wint-oppositieprocedure-tegen-enixi

EUIPO 13 mei 2024, IEF 22080; B 3 194 690 (Enexis tegen Enixi). Op 25 april 2023 heeft Enexis oppositie ingediend tegen alle goederen en diensten van de aanvraag voor een handelsmerk van de Europese Unie van Enixi. Zij beroept zich op artikel 8, lid 1 sub b en lid 5 Uniemerkenverordening. De Oppositieafdeling van het EUIPO buigt zich over deze kwestie. De goederen en diensten zijn in verschillende mate identiek of vergelijkbaar, en de mate van aandacht van het publiek varieert van gemiddeld tot hoog. Het eerdere merk heeft een normale mate van onderscheidend vermogen. De merken zijn visueel en auditief gemiddeld vergelijkbaar. Hoewel de merken conceptueel verschillend zijn, heeft dit een beperkte impact op de vergelijking.