IEF 22380
18 november 2024
Uitspraak

Athom NL tegen inbreukmakende producten beschikbaar op AliExpress

 
IEF 22379
18 november 2024
Uitspraak

Bundesgerichtshof: afbeeldingen gemaakt met drones vallen niet onder Panoramafreiheit

 
IEF 22376
18 november 2024
Uitspraak

Grote maten van overeenstemming merken Chocosaurus en Dinosaurus

 
IEF 17701

Bijdragen ingezonden door Lisbeth Depypere, CMS.

Lisbeth Depypere - Hof van Justitie verduidelijkt de techniekrestrictie in het modellenrecht

Kort commentaar bij HvJ EU, IEF 17542; IEFbe 2492; (Doceram tegen CeramTec). Technologische innovatie is een hoog goed en zou dus niet mogen worden gehinderd door bescherming van intellectuele rechten zoals merken en modellen. Daarom bestaat in het merkenrecht en in het modellenrecht de “techniekrestrictie”. De techniekrestrictie beoogt kort samengevat dat technische oplossingen enkel als octrooi kunnen worden beschermd, niet als merk of model. De vraag hoe (ruim) de techniekrestrictie moet worden uitgelegd, leidde in het verleden tot verschillende strekkingen.

Hoe de techniekrestrictie in het merkenrecht moet worden geïnterpreteerd, werd door het Hof van Justitie al meermaals verduidelijkt (zie Philips/Remington (C-123/45) en Lego (C-48/09)). In het merkenrecht geldt dat het voor de beoordeling van de vraag of de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, niet van belang is dat er voor die vorm alternatieven bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat wordt bereikt (de “apparaatgerichte leer”).

Maar in het modellenrecht bleef een dergelijke verduidelijking van de techniekrestrictie vooralsnog uit. Met het arrest van 8 maart 2018 in de zaak Doceram/CeramTec werd daar nu verandering in gebracht.

IEF 17700

Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Bird & Bird.

Geen dreigende schade in Nederland op nog niet verleend octrooi, geen locus damni

Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://delex.nl/artikelen/geen-dreigende-schade-in-nederland-op-nog-niet-verleend-octrooi-geen-locus-damni

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Octrooirecht. Vordering: gedaagde dient brief aan EOB te sturen met verzoek tot opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure in een aangevraagde divisional EP 006 A. Artikel 6 aanhef en onder e Rv (jo artikel 13 Rv). Voorzieningenrechter is niet bevoegd van de vordering kennis te nemen. Geen (dreigende) schade in Nederland. Overigens ontbreekt de vereiste nauwe band tussen de vordering van eiseres en Nederlands grondgebied en is de vordering van eiseres grensoverschrijdend van aard, terwijl de voorzieningenrechter o.b.v. artikel 6 aanhef en onder e Rv niet grensoverschrijdend bevoegd is.

 

IEF 17699

Update! Pleidooi in smaakzaak - Eéndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg op 4 juni a.s.

[Update 22 mei 2018 - 16:00]. Let op: Wegens zeer grote belangstelling onder studenten, komen studenten die zich nu nog aanmelden op een wachtlijst.Wel zijn er nog plaatsen beschikbaar tegen betaling. Stuur een mailtje naar info@delex.nl. Op maandag 4 juni 2018 organiseert uitgeverij deLex in samenwerking met de Universiteit Leiden en het Instituut voor Informatierecht een ééndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg. Op die dag vindt in Luxemburg het pleidooi plaats in de zaak over de vraag of er auteursrecht kan rusten op smaak. Hof Arnhem-Leeuwarden stelde hierover vragen van uitleg. Zie ECLI:NL:GHARL:2017:6697. De zaak wordt op initiatief van het Hof bepleit voor de Grote Kamer. Het wordt zonder twijfel belangrijkste uitspraak van het Hof EU over het object van auteursrecht ooit.

IEF 17698

IE in Bedrijf - deel 5 - Online

, IEF 17698; https://delex.nl/artikelen/ie-in-bedrijf-deel-5-online

Marjolein Driessen en Theo-Willem van Leeuwen, IE in Bedrijf deel 5 - Online, IE-inbedrijf.nl 2018. Persbericht 15 mei 2018: Nu te downloaden en binnenkort als hard cover verkrijgbaar: ‘Online’, deel 5 van IE in Bedrijf: dé serie handboeken over intellectueel eigendom voor ondernemers en bedrijven. Vandaag verschijnt ‘Online’, het vijfde deel in de achtdelige serie IE in Bedrijf en het vervolg op de succesvolle en positief ontvangen eerdere delen ‘Handelsnamen en merken’, ‘Bescherming van ideeën’, ‘Vormgeving’ en ‘Reclame’. De serie IE in Bedrijf is speciaal geschreven voor ondernemers en bedrijven die graag willen weten hoe zij hun intellectueel kapitaal kunnen beschermen en optimaal gebruiken. Het zijn praktische handboeken, geschreven in begrijpelijke (niet-juridische) taal. De boeken worden uitgegeven door Legaltree/Abcor.

IEF 17697

HvJ EU: Het aanbrengen van een klein etiket bij parallelimport is geen ompakking

HvJ EU 17 mei 2018, IEF 17697; ECLI:EU:C:2018:322 (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-het-aanbrengen-van-een-klein-etiket-bij-parallelimport-is-geen-ompakking

HvJ EU 17 mei 2018, IEF 17697; LS&R 1608; ECLI:EU:C:2018:322, (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International) Merkenrecht. Uitputting. Lohmann & Rauscher International is houder van het Uniemerk “Debrisoft” (nr. 8852279). Junek Europ-Vertrieb is gevestigd in Oostenrijk en verhandelt in Duitsland via parallelimport medische hulpmiddelen van Lohmann & Rauscher International. Junek Europ-Vertieb heeft op de doos een klein etiket aangebracht met hun contactgegevens, een streepjescode en een centraal farmaceutisch nummer. Het etiket maakte het merk van Lohmann & Rauscher International niet onzichtbaar. Er is geen sprake van ompakking, omdat de oorspronkelijke verpakking van het betrokken medisch hulpmiddel verder niet is geopend. De houder van een merk kan zich niet ertegen verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een klein etiket heeft aangebracht. De aan het merk verbonden rechten zijn uitgeput.

Artikel 13, lid 2, van [UniemerkVo] moet aldus worden uitgelegd dat de houder van een merk zich niet ertegen kan verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een extra etiket zoals het etiket dat in het hoofdgeding aan de orde is, heeft aangebracht dat gezien zijn inhoud, functie, formaat, presentatie en plaatsing geen risico vormt voor de garantie van de herkomst van het medische hulpmiddel dat van dat merk is voorzien.

IEF 17696

Ingezonden door Thierry van Innes, Van Innis & Delarue

Hema veroordeeld tot schadevergoeding van 4,5 miljoen euro wegens merkinbreuk

Belgische gerechten 14 mei 2018, IEF 17696; (Levi Strauss tegen Hema), https://delex.nl/artikelen/hema-veroordeeld-tot-schadevergoeding-van-4-5-miljoen-euro-wegens-merkinbreuk

FR Rechtbank van Koophandel Brussel 14 mei 2018, IEF 17696; IEFbe 2570 (Levi Strauss tegen Hema) Merkenrecht. Levi Strauss is houder van het zogenaamde Arcuate-beeldmerk. Hema heeft ruim 220.000 broeken verkocht met tekens die lijken op het beeldmerk van Levi’s. De tekens die door Hema worden gebruikt zijn niet identiek aan die van Levi’s. Hema gebruikt niet twee maar drie gebogen lijnen, die ook niet in het midden van een vijfhoekige tekening ontmoeten, maar iets aan de linkerkant. Aangezien de tekeningen verschillend zijn, kan er dus geen sprake zijn van het gebruik van identieke tekens. De tekens van Hema vertonen echter wel significante gelijkenissen met het Arcuate-beeldmerk. Gebruik van de tekens levert daardoor verwarringsgevaar op. Hema maakt merkinbreuk en wordt verboden de tekens te gebruiken. Hema wordt veroordeeld tot schadevergoeding van €4.432.060.

IEF 17695

Bijdrage ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Leiden University.

Charlotte Vrendenbarg - Reactie op reactie van Hayke Veldman

Charlotte Vrendenbarg - Reactie op reactie van Hayke Veldman: waarom het amendement de doelstelling van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen dreigt te ondermijnen. VVD-kamerlid Hayke Veldman reageerde op dit forum (IEF 17686) op mijn artikel in het FD van 24 april (IEF 17651). In dat artikel liet ik mij uit over het voorstel van Veldman een redelijke en evenredige proceskostenveroordeling op te nemen in het wetsvoorstel bescherming bedrijfsgeheimen. De reactie van Veldman zelf wordt gewaardeerd en onderstreept de relevantie van het onderwerp. Maar de inhoud van de reactie maakt ook duidelijk dat de proceskostenproblematiek te complex is om in een amendement te vatten, zonder voorafgaand onderzoek en zonder onderliggende parlementaire stukken die de praktijk houvast bieden.

IEF 17694

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Het aanbieden van IPTV vormt een nieuwe openbaarmaking of "mededeling aan het publiek"

Rechtbank Limburg 9 mei 2018, IEF 17694; ECLI:NL:RBLIM:2018:4395 (Brein tegen Leaper), https://delex.nl/artikelen/het-aanbieden-van-iptv-vormt-een-nieuwe-openbaarmaking-of-mededeling-aan-het-publiek

Rechtbank Limburg 9 mei 2018, IEF 17694; ECLI:NL:RBLIM:2018:4395 (Brein tegen Leaper) Auteursrecht. Bij vervroeging gewezen bodemvonnis. Leaper verstrekt na betaling aan de kijker-in-spé een code, een hyperlink, waarmee een .m3u bestand kan worden geopend of gedownload welk bestand hyperlinks bevat naar “meer dan 4000 live TV kanalen” en andere beschermde werken. De verstrekking van de (verkorte) unieke link door Leaper is een “mededeling aan het publiek”. Het aanbieden van en het verschaffen van toegang tot IPTV-abonnementen vormt een nieuwe openbaarmaking c.q. een “mededeling aan het publiek” en Leaper wordt daarom geboden (onder meer) ieder aanbieden van hyperlinks naar ongeautoriseerde werken te staken en gestaakt te houden.

IEF 17693

Geen spoedeisend belang meer bij voorschot op schadevergoeding en digitale kopie

Hof 's-Hertogenbosch 3 apr 2018, IEF 17693; ECLI:NL:GHSHE:2018:1404 (Appellant tegen vals Facebook-profiel), https://delex.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-meer-bij-voorschot-op-schadevergoeding-en-digitale-kopie

Hof 's-Hertogenbosch 3 april 2018, IEF 17693; ECLI:NL:GHSHE:2018:1404 (Eiseres tegen vals Facebook profiel) Hoger beroep. Zie eerder IEF 17376. Schadevergoeding i.v.m. digitale verspreiding intieme beelden en/of chatgesprekken. Het vonnis in kort geding van 13 februari 2017 (IEF 16598) wordt vernietigd voor zover het de veroordeling van een voorschot op schadevergoeding en verstrekking van een digitale kopie betreft. Geïntimeerde heeft bij die voorzieningen geen spoedeisend belang meer, omdat de rechtbank in het vonnis van 11 oktober 2017 (IEF 17217) Appellant heeft veroordeeld tot schadevergoeding in verband met de door hem gepleegde onrechtmatige daad. Het bodemvonnis levert voor Geïntimeerde al een executoriale titel op.

IEF 17674

Erwin Angad-Gaur - Reflecties: Pieken en dalen

Erwin Angad-Gaur, Reflecties: Pieken en dalen, Sena Performers Magazine 2018-1, p. 14-15. De belangstelling en waardering van de Nederlandse politiek voor het auteursrecht en naburige rechten kent pieken en dalen. Waar zijn artiesten het meeste mee gediend? In dit magazine vertelt Willem Wanrooij (pagina 24) over de totstandkoming van de Nederlandse Wet op de naburige rechten. We waren, zoals
vaak, een van de laatste landen in Europa die een uitbreiding van het recht invoerden. Jarenlang was er daarnaast weinig politieke belangstelling voor het auteursrecht of, na de invoering in 1993, het naburig recht. An sich zag men de waarde van een vergoeding voor het gebruik van de werken van auteurs en van uitvoerenden wel in. Men stond niet te springen om uitbreidingen, maar leek overwegend positief gestemd. Tot dit na de eeuwwisseling omsloeg.